Categorie archieven: Interne competitie

Beker Santpoort thuis

Verslag Bekerwedstrijd Aris de Heer – Santpoort
Door Martin, secondant-webmaster

Ik ben nou niet bepaald de aangewezen persoon om dit te vertellen, maar toevallig werden er twee Engelse en één Schotse partij gespeeld. Met mijn half-Schotse vrouw en mijn voorliefde voor het Engels kan ik toch wat commentaar geven! Helaas kwam mijn tegenstander niet naar Middenbeemster. Hieronder een “live” verslag (zonder engine) van de partijen. Voor verbeteringen: reageer vooral onderaan dit artikel!

Thomas – Mick Mulder
Standaard Engels tegen 3. d5, toch wel in de mode dit jaar.

Engels is een positionele opening waarbij wit veel keuzes heeft:

  • Waar komt de zwarte loper te staan?
  • Waar ontwikkel je de a-toren?
  • Zet je druk op de open c-lijn met snel b4, of ga je rustiger b3–Lb2?

Voor zwart geldt:
* Waar zet ik mijn paarden?
* Speel je c6 maar blokkeer je het damepaard?
* Probeer je de witte loper te ruilen via Le6, Db7, Lhe? Dat kost veel tijd is het dat waard?

Paul Verkooijen – Jelle van den Broek
Wit speelt damegambiet, maar dit belandt in een voor mij bekende Engelse stelling.
Paul speelt goed in op zijn gebrek aan wedstrijdritme: hij houdt het simpel en stelt snel dameruil voor. Helaas kan wit niet aannemen; de tweede bordspeler blijkt vertraagd en mogelijk absent. Er móet gewonnen worden.

Danny Boots (debutant) – Rob de Roode
Het is duidelijk dat Danny veel leert: hij schakelt moeiteloos van e4 naar een passieve Schotse opening als zwart. Toch is ervaring cruciaal in lange partijen. De dynamiek tussen openingszetten en tactieken zit soms in je vingertoppen. Ik vind Lg5 voor wit daar een goed voorbeeld van—duizenden partijen waarin dit voorkomt, maar alleen aan tafel met 1:40 op de klok komt de zwakte écht bovendrijven. De loper verdedigt niet mee, en na Le7 moet je elke zet controleren of je e4-pion niet geslagen wordt.

Vanavond is de witte e4-pion lesgeld voor onze debutant. Wie weet of hij zijn “studieschuld” ooit terugbetaalt?

Bord 1 (zet 7)
Wit kiest voor de dubbele diagonaal: b3–Lb2. Zwart wil ruilen, maar wit speelt Te1 en Lh1 om dat te voorkomen. Zelf won ik hier weleens mee, maar die loper op h1 lijkt mank en kan door thema’s zorgvuldig te kiezen eigenlijk nooit écht meedoen. En als je niet wilt ruilen met de andere witte loper: wat dan? Een paardruil is onmogelijk en pionwinst meer geluk dan wijsheid.

Eens kijken of ik vanavond Engelse les krijg…

Helaas kwam mijn partij niet verder dan één zet. Mijn enige externe overwinning is een regelmentaire.

Bord 3 (Paul)
Wit hergroepeert en speelt Dd1—duidelijk dat hij wil winnen. Maar Paul kiest voor Dh5 en kondigt hiermee een koningsaanval aan. Uitstekend tegen het Engels, al kost zoiets veel tijd en waarschijnlijk nog een paar wilde zetten.

Bord 4 (zet 10)
Onze student staat na een uur spelen een pion achter, heeft twee stukken geruild en geen centrum­pionnen meer. Plannen in de war, geen logische opbouw en stukken staan ongemakkelijk. Zwart heeft initiatief, maar nog geen stukken voorbij de zesde lijn. Het echte schaken begint nu: elke zet is tactisch, en zwart moet risico’s nemen om te winnen.

Les 2 voor Danny: hoe houd je het hoofd koel met een pion achterstand en verloren initiatief?

Bord 1 (zet 14)
Thomas speelt f6 en e5—een pionnenketen tegen Lb2, terwijl de andere loper op h1 tegen drie paarden aankijkt. Lh6 dwong Te1 af, maar met Pf3 (in plaats van e3–Pf2, zoals ik graag doe) staat de toren klem. Met …Lb4 veroorzaakt zwart meteen problemen. Nog niet dodelijk, maar wit moet wel ergens heen. Nee, dit was niet de bedoeling… kan ik uit ervaring zeggen.

Bord 4 (zet 15)
Lesgeld betaald: dames en een toren geruild. Zwart heeft geen ontwikkelde stukken meer. Lc8, Pb8 en Ta8 lijden allemaal onder Pb5! C6 en a6 zitten dicht, de gewonnen torenlijn kan voorlopig niet ingezet worden. De pion op b7 wankelt en de loper op c8 kan niet uitrukken. Geeft dit voordeel? Mijn gevoel zegt ja, maar hoe precies? Staat het echt vast? Gaat zwart in tempodwang? Genoeg om slechte zetten uit te lokken…

Bord 3 (zet 13)
Paul voelde de bui hangen en ruilt dames. Kan wit rustig afwachten, of speelt hij na …16… Pxe5 f4 om te winnen?

Bord 1 (zet 14)
Na 1,5 uur spelen heeft …Lb4 ervoor gezorgd dat wit de zwarte lopers moest ruilen. Nu de zwarte loper op h6 hulpeloos staat, wint de dame een pion. Wit had dit niet gepland, en het lijkt dat Pc5 de beste zet was. Hij is gedekt, maar vervolg zetten lijken niet voorbereid. Mijn gevoel zegt dat die nu ongedekte pion op b7 giftig kan zijn voor het paard.

Bord 3 (zet 14)
Geen f4, meer ruilvarianten dienen zich aan. Paul manoeuvreert ons naar een onbedreigde beker­overwinning, zo lijkt het.

Bord 4 (zet 16)
Danny kiest Te3; hij denkt zeeën van tijd te hebben na Pb5, maar niet overmoedig worden. Een pionoffer is snel gedaan als je al een pion extra hebt, en brengt je in problemen!

Bord 3 (zet 18)
Wit speelt Td5 en zet zwart onder druk. Als zwart zou ik lang nadenken of dit goed of slecht voor wit is. Doel is de e4-pion op te eten zodat Lg2 eindelijk mee kan doen. Is …c6 niet genoeg om dit de kop in te drukken? Er zijn nog genoeg kandidaat­zetten: Te8, Pc4… Paul kiest …c6, maar zijn trillende hand verraadt dat hij niet gerust is op de geïsoleerde pion die ontstaat. Tad1 lijkt te langzaam; de toren op d5 is kwetsbaar. Toch Tad1?! …Ld6! Als wit wil winnen, moet het nú gebeuren. Maar hoe?

Bord 1 (zet 21)
Zwart slaat op b7 en ruilt de Lh1 tegen een paard om de boel bijeen te houden. Oef… spannend!

Op bord 2 is de tijd verlopen—jamm­er dat dit waarschijnlijk het verschil maakt. Bij gelijke stand bepaalt de hoogstgeplaatste bordoverwinning het resultaat: als Thomas remise speelt, geeft bord 2 ons voorsprong. Paul of Danny sleept het dan binnen met een remise.

Bord 3 (zet 25)
Na ruil komt niet altijd huilen. Zwart ruilt af, de aanval stokt en Paul biedt strategisch remise aan. Wit wijst af en toont dat hij móet winnen: snel b4. Weinig zwaktes voor zwart, maar wit voelt zich sterker. Ik hou van zulke moedige keuzes: bereid zijn op je bek te gaan, hè? “Desperate times call for desperate measures.”

Bord 4 (zet 18)
Les 3 voor Danny: remise maken! We hebben er zeker één nodig. Danny wint de pion hard terug en houdt zwart in de tang. Na pionwinst moet hij remise aanbieden…
… Ah, jammer, zwart kent de klappen van de zweep en speelt direct …Le6. We zijn er nog lang niet! “It’s not over till the fat lady sings.”

Bord 3 (zet 29)
Wit zoekt een gunstig eindspel: f4 gespeeld, e5 versterkt Lg2. Paul heeft nog 43 minuten; geen foutjes permitteren.

Bord 1
Geen grote problemen, al zijn de geïsoleerde pionnen op c- en a-lijn zorgenkindjes. Thomas’ partij is wat “onkarakteristiek gedegen”—niet bepaald de tactische dynamiek die zijn stijl kenmerkt.

(22:27)
Santpoort speelt sterk, gedegen en bijna foutloos. Ik vind het minder overtuigend: Paul en Danny’s tegenstanders snappen dat ze móeten winnen.

Als Thomas verliest, mogen bord 3 en 4 niet verliezen; sterker nog, één van hen moet winnen. Dat zie ik nu niet gebeuren. Ik vertrouw nog het meest op bord 1—een bijna 0.0-evaluatie.

De klok staat op alle borden in ons voordeel, complimenten Danny! De sfeer is gespannen, maar op geen enkel bord zien we grote aanvallen.

Bord 3
Paul gaat met 40 minuten de eindfase in. Wit heeft betere kansen, maar is het genoeg?

Bord 4
Pion terug, maar zwart is beter ontwikkeld. Tc3 leidt wel tot pionwinst, maar de toren staat slecht. Gaat zwart daar met klein voordeel de eindfase in?
(Zet 24) Zwart wint weer een pion dankzij de toren op c3 die niet genoeg druk uitoefent. Danny haalt hem weg—maar is het nu “too little, too late”?

Bord 3
Na verder ruilen heeft wit zijn centrumvrijpion, maar weinig manoeuvreerruimte. De koning op een zwart veld is bijna niet weg te jagen. Remise komt dichterbij, maar opletten blijft geblazen!

Bord 1
Thomas combineert verdediging met tegendruk—goede keuze. Wit moet op zijn tellen letten; hij duikt onder de 15 minuten.

Bord 3 (zet 36)
Lopers geruild: toreneindspel. Er is altijd wat om op te letten!

Bord 4
Lastig, heel lastig om hoofd koel te houden.

Om door te gaan mogen Thomas en Paul niet verliezen.

Bord 3 (slotfase)
Elke koningzet is een dreiging én een zwakte. Ik waag me er niet aan, maar vermoed remise. Paul speelt op ervaring en vermijdt koningsvorken.

Zo’n stelling voelt als een wandeling door een mijnenveld op een zonnige dag: overzichtelijk maar gevaarlijk.

Maar Paul vind de echte zwakte (de vrijpion). Hij zet hem vast met zijn koning en heeft net iets meer ruimte met zijn toren. Heel secuur zet de toren losse pionnen onder druk en wit moet al snel kiezen welke te verdedigen.

De extra pion op de koningsflank kan doorbreken en de situatie wordt voor wit al snel onhoudbaar. Hij geeft op! en daarmee wordt het 2-0!

Bord 1 (slotfase)
Thomas zijn tegenstander komt in tijdnood maar staat nog een pion voor. Tijd om te laten zien waarom hij op bord 1 speelt. Zenuwen spelen mee: een simpel schaakje (Da1) kost hem 1:30, nog 3:40 over. Remise of winst? De klok gaat essentieel ‘m worden. Pion achter en de enige zwakte— de geïsoleerde b-pion— wordt niet bedreigd.

Hij weet wat hij doet, maar foutloos? De witte dame gaat op avontuur, Thomas vindt originele verdediging: Tc7 Db5… maar een misrekening: Tc8! Dameverlies voor Thomas, oef… en hij geeft op.

Daarmee is het beslist want ongeacht de uitslag op bord 4 zijn we door. Dit doordat er bij een 2-2 uitslag er naar de eerste 3 borden gekeken wordt, en dat is in ons voordeel. We zijn door!

Verslag en commentaar van Thomas
Natuurlijk ben ik vooral blij dat we door zijn naar de volgende ronde, alleen vind ik het jammer dat ik daar zelf niet aan heb kunnen bijdragen deze keer. Na de opening was ik zoals wel zo vaker meer dan tevreden over mijn stelling en dacht mijn tegenstander behoorlijk klem te hebben gezet. Totdat hij een bevrijdend pionoffer zag waarna het stellingsbeeld drastisch wisselde waarna ik wat gedrukter kwam te staan. Na nog wat onnauwkeurigheden werden de moeilijkheden groter
en nadat ik verzuimde naar een
(slechter) eindspel af te wikkelen besliste een kleine combinatie.
In de Bremer variant van het Engels volgden we minimaal 11 zetten de theorie. Pas op zet 12
was 12. Lh3 een zet die ik niet meer in de databanken kon terugvinden. Wel gespeeld waren bijvoorbeeld 12.. a5, 12. Pd5 en 12. Tfd8
Overigens vindt het variantenmonster 12. Lh3 een van de betere mogelijkheden maar er is dus blijkbaar nog veel speelbaar in deze stelling.
Datzelfde variantenmonster vindt overigens ipv 15.. De7 ,

Pd4 beter met als mogelijk vervolg 16. Lxd4, exd4 17. Pc5, Lxc5 18. Txc5 , c6 en zwart staal een fractie beter. Na 18. Pc5 heb ik lang naar 18..Pd4 gekeken. Hoewel dat objectief niet de beste is, blijft zwart wel wat actiever dan in het partijverloop. Na 19. Pxb7 was ik 19.. Td7 van plan, uiteindelijk koos ik voor 18. Lc8 omdat ik toch de witte koningsloper wilde afruilen. Een kwestie van verkeerde taxatie blijkbaar.
We waren het er over eens in de analyse na afloop dat het in de fase daarna allemaal nog een tijd binnen de remise marge was, maar dat het voor wit prettiger spelen was dan voor zwart. En de tijd tikte wel voor mijn tegenstander harder weg dan voor mij. De grootste fout was 32. Da1+ terwijl een uitnodiging tot het ingaan van een beter eindspel met 32.. Dd5
betere praktische kansen had geboden, zeker toen mijn tegenstander nog maar 3 a 4 minuten had. Ook zaten er dan afwikkelingen naar een paardeindspel. Weliswaar met een pion minder, maar recentelijk nog tijdens het Voorjaarstoernooi te Purmerend wist ik zo’n eindspel
met enige moeite te keepen.
Hierna ging het helemaal rap bergafwaarts, de kleine combinatie met Tc8+ had ik in mijn vooruitberekening gemist.
Maar goed we zijn nog in de race en dan hopelijk wel de kansen grijpen!

Partij en commentaar Danny
Ik mocht als vierde man invallen in het bekerteam, een eer natuurlijk en een mooie ervaring. Helaas zorgde de spanning voor een klein openingsslippertje, die ik gelukkig vrij snel weer recht kon zetten. Uiteindelijk wist mijn tegenstander met 95% accuracy in het eindspel de overhand te pakken. Ik was zelf niet ontevreden over mijn spel, op een paar zetten na. Ik scoorde 88%. Door het gelijkspel telde onze pot niet mee voor de eindscore, maar dat maakte de ervaring niet minder want daar kwam ik na zo’n vier uur schaken om 23:50 pas achter.

1. e4 e5 2. Nf3 d6 3. Nc3 Nf6 4. d4 exd4 5. Nxd4 Be7 6. Be2 O-O 7. O-O Re8 8. Bg5 

Loper g5 gaat hier natuurlijk niet, maar met hartslag 180 werd het mij iets te veel hier. Ik werd wat blind en dacht toen in een opwelling dat het verschil tussen lopen f4 of loper g5 niet zoveel uitmaakte. Echter, zeker omdat ik vaak schots speel, is lopen f4 hier veel logischer, of een rustig zet als toren e1. Nxe4 9. Bxe7 Qxe7 10. Nxe4 Qxe4 11. Bf3 Qe7 12. Re1 Qxe1+ 13. Qxe1 

Van alle varianten die ik doorgerekend had hoopte ik dat mijn tegenstander voor deze verleidelijke keuze ging. Ik krijg hierdoor in ruil voor mijn pion een betere stelling en kon zo ook mijn pion weer terugwinnen. Rxe1+ 14.Rxe1 Kf8 15. Nb5 Na6 16. Re3 Rb8 17. Rc3 

Pxa7 gaat hier niet, want na loper d7 gevolgd door c6 zou het paard verloren gaan. Met toren c3 win ik mijn pion terug. c6 18. Nxd6 Be6 19. a3 Ke7 20. Ne4 h6 21. h4 Rd8 22. Kf1 

Tot nu toe ging het eigenlijk geheel gelijk op, maar ik had hier al g3 moeten spelen om mijn pion te ondersteunen.  Rd4 23. Ke2 

Dit is een fout van mij, ik zag f5, waardoor mijn pion op h4 hangt, niet aankomen. We hadden hier nog geen tijdsnood, maar zo’n 20+ minuten over. Het pionnenspel kan mij nog wel eens in de war brengen omdat ik deze zetten over het hoofd zie als ik niet genoeg de tijd neem. f5 24. Ng3 Rxh4 25. Re3 Kf7 26. Rc3 g5 27. Kd2

Hier is het belangrijk om de koning actief te houden, op e3 of d4. Ik zette hem hier neer om mijn loper vrij te krijgen en schaakjes te voorkomen, maar dat is hier van minder belang omdat er een pion op de h-file wordt klaargestoomd. Daar wilde ik via de eerste rang heen, maar dat duurt te lang.

Rd4+ 28. Rd3 Rxd3+ 29. Kxd3 g4 30. Be2 Kf6 31. Kd2 Nc7 32. Nf1 h5 33. g3 Kg5 34.f3 f4 35. fxg4 Bxg4 36. Bxg4 Kxg4 37. gxf4 Kxf4 38. Ke2 Ne6 39. Kf2 Nd4 40. c3

Nf3 (40… Nf5 41. Kg2 Ne3+ 42. Kf2 Nxf1 43. Kxf1) 41. Kg2 * 0-1

Mijn tegenstander speelt het goed uit. Gelukkig is mijn boek ‘Silman’s complete endgame course’ door Jeremy Silman afgelopen week op de deurmat belandt, dan kan ik daaraan werken. Goed om de volgende ochtend te lezen dat we toch door zijn naar de halve finale dankzij de mooie overwinning van Paul! 

__________________________________________________

Partij en commentaar van Paul:

[White “Santpoort”] [Black “Paul”]

Keizer, 7 april 25

Klein clubje vanavond. Maar wel gezellig.

Thomas was het eerste klaar. Die had weinig moeite met Ab’s zelfgetimmerde 6e rij-systeem.

.  Ab – Thomas (8.De2)

Niet dat het altijd wits allerbeste zetten waren maar wel altijd best genoeg om verwarring te zaaien en  voordeel te krijgen. Bij zet13 valt de zwarte constructie al in duigen.

.  Ab – Thomas (13…fxg6)

14. De6+  ! Kh7  15. Pe4!

Mat dreigt voor zwart, maar dat komt er niet van, maar wel groot materieel voordeel voor wit.

Danny  (met zwart) Hij speelt in de CaroKann- doorschuifvariant de eigenaardige zet 3. .. c6-c5.

. Peter – Danny (3…c5)

(1 e4 c6 2 d4 d5 3 e5 c5) Ik herinner me: ooit speelde  Botwinnik dat in een match om het WK, en dat veroorzaakte nogal wat ophef. In eerste instantie denk je immers aan tempoverlies. Tegen welke grote grootmeester was dat ook al weer? Dat weet ik niet meer.

Danny  krijgt langzaam druk op Peter’s witte stelling. En dat betaalt zich uit in materieel voordeel.  Misschien onnodig. Dacht ik ter plekke.

 Peter – Danny (14…Pxd4)

15. Tc3 ? (15. Tf2!?  Maar wellicht is dan na  15. .. , Lc5 de situatie ook wel genoeg ellendig. Maar dat kon ik niet meer bekijken, want ze waren al aan het analyseren. Thuis even met digitale hulp controleren.) .Pc2.!

Bij Martin was het iets geworden dat op een vrij normale Siciliaan leek.

  Gerrit-Martin (7.Pf3)

Het werd spannend rond zet 18. Wel pionwinst of toch maar niet.

. Gerrit – Martin (18.Lb5? )

Martin won een pion na 18 … Te7 ( T uit de penning). 

. Martin – Gerrit (23.Dxf3)

23. … , Dxe5

Later vertelde Martin dat hij ook had gedacht aan wilde aanvalsmogelijkheden , maar dat bleek toch wat te riskant. Hij koos toch voor pionwinst.

Bij de post mortem dachten Gerrit en ik zo’n aanval weerlegd te hebben, mar daar blijkt thuis de computer het niet mee eens te zijn.

Een eindspel met zware stukken en met slechts 1 pion meer is nog niet vanzeelfsprekend gewonnen, tenzij de tegenstander blundert. . En dat doet Gerrit.

Martin – Gerrit (23…Dxe5)

24. Dxb7 ?? met een dame in de aanbieding.

Ron had weer eens een wonderlijke opening tussen de spinraggen op zijn volgepakte schaakzolder gevonden. 1. b3 !? Rekende natuurlijk op Hollands van Marc, en dat kwam. En na zet 4 wist Marc het ook niet meer, en moest hij alles zelf bedenken.

 Ron – Marc (4.e5)

Dat lukte wel een beetje, dacht ik. Maar Marc moest er wel voor zwoegen. Maar toen ik  vertrok, zag ik wel dat zijn stukken nog steeds een tikkie in hun domicilie vast zaten. Waar konden ze nog naartoe om zich verdienstelijk te maken?

 Ron – Marc (17…Le7)

Als ik de partij van Marc opgestuurd krijg kan ik zien of het hem nog gelukt is er beweging in te krijgen.

Commentaar van onze kanjers zelf:

Ron:

Ik speel niet zo vaak 1. b3 meer, maar dit is wel goed wapen tegen Hollands. Marc had al een keer aangegeven dat hij dan 2…, e6 wilde proberen. Maar dat heeft wel een bezwaar dus: 3. . e4! Een heel vervelende pion zet hier.

. Ron – MARC (3.e4)

Slaan is natuurlijk niet goed. (Dh5! g6  De5) Op 3…., Pf6 is 4. e5 dan sterkste. Meer wist ik niet meer. Maar kwam heel lekker te staan. In de partij twijfelde ik tussen 15. Tde1 en The1.

 Ron – MARC (14…Dc7)

Maar de laatste is natuurlijk veel beter. De andere toren kan dan gelijk naar c1!
In slotstand, waar ik veel beter stond, bood ik remise aan vanwege ons beider beperkte tijd en de leuke pot die ik al had gespeeld.

  Ron – MARC (29.a3)

Zwart heeft het nog heel lastig, maar gezien onze tijd remise aangeboden, dat direct werd geaccepteerd.
Marc is gewoon een leuke tegenstander.

Danny:

Vanavond mocht ik tegen Peter, en de avond begon erg gezellig met vele verhalen. De wedstrijdleiding greep in en we moesten toch maar eens gaan schaken. Met de winst van het rapid toernooi bij Espion op zak hoopte ik dat het vandaag niet te laat zou worden aangezien ik daar gisteren al 6 uur lang had geschaakt. Maar dit mocht mijn nieuwe voornemen om geduldiger te spelen niet in de weg zitten, met tennis verloor ik vaak belangrijke wedstrijden omdat ik te aanvallend en gehaast speelde. In die valkuil wil ik bij mijn nieuwe hobby niet weer vallen.

  1. e4 c6 2. d4 d5 3. e5 c5 4. c3 Pc6

 Peter – Danny (4…Pc6)

Tot zover theorie, Eddy merkte op dat Botvinnik dit wel eens speelde, en zo bleek, deze variant heet de ‘Caro-Kann Defense: Advance, Botvinnik-Carls Defense’. Reden voor mij om eens naar die partijen te kijken. Het is voor mij een solide opening die mij meestal in staat stelt een stelling neer te zetten die mij bekender oogt dan de tegenstander.

5. Lb5 cxd4 6. Lxc6+ bxc6 7. cxd4 Lf5

 Peter – Danny (7…Lf5)

Frank merkte op dat loper naar a6 in plaats van f5 hier een goede optie is om rokeren te voorkomen bij de tegenstander, ik heb dit online wel eens geprobeerd maar na 8. Pe2 e6 9. O-O zag ik hier niet per se het voordeel van, maar ga het toch weer eens proberen want La6 was hier wel de beste zet.

8.Pf3 e6 9. O-O Pe7 10. Ph4 Db6 11. Pxf5

  Peter – Danny (11.Pxf5)

Peter doet hier eigenlijk precies wat ik hoopte. Pxf5 is volgens de computer dan ook een blunder. In deze variant is de d4 pion van wit altijd erg zwak en daar baseert zwart dan zijn spel op. 11. Pxf5 gevolgd door Pxf5 voert de druk op d4 alleen maar verder op.

..Pxf5 12. f4 Le7!

  Peter – Danny (12…Le7)

Dit was een van de zetten die ik deed omdat ik geduldiger wil spelen, en de computer geeft het een uitroepteken, alsof ie het wist.

13. Rf3 Qxd4+ 14. Qxd4 Nxd4 15. Rc3

 Peter – Danny (14…Pxd4)

De toren naar c3 is een fout, met toren f2 had wit hier de vork kunnen voorkomen maar kwam daarna evengoed onder grote druk te staan, na … Lc5.

..Pe2+ 16. Kh1 Pxc3 17. Pxc3 O-O 18. b3 Tfd8 19. Pe2 c5 20. La3 d4

  Peter – Danny (20…d4)

Geduldig de pionnen naar voren schuiven en de overwinning proberen te pakken. Ik vond mijn loper op e7 wat ongelukkig en met a5 had ik b3 aan kunnen vallen om zo ‘connected past pawns’ te creëren, maar ik dacht dat dit al voldoende zou moeten zijn.

21. Td1 d3 22. Pc3 Td4 23. g3 Tad8 24. Pb5 Te4 25. Pc3 Te3 26. Lc1 d2

  Peter – Danny (26…d2)

De enige zet, Peter had niet gezien dat hij de pion niet kan pakken omdat zijn paard op c3 dan zou hangen aangezien de torens op de d-file elkaar boos aankijken.

27. Lxd2 Txc3 0-1

Thomas:

In de partij tegen de zoals altijd in sneltreinvaart spelende Ab werd de theorie al vrij snel verlaten. Ik kwam nog een partij tegen die met 7.. d5 verder ging ipv 7.. Pe7.

 Ab – Thomas (7…Pe7) .

Mijn 7. h4 was misschien wat voorbarig evenals 10. d5!?

Ab – Thomas (9…Pd7)

Volgens Stockfish verandert de stelling hiermee van iets beter voor wit (+1) naar enkele tienden in de min. Maar zeg ik in alle (on) bescheidenheid wellicht wel een goede taktiek tegen Ab die vrijwel elke zet uitvluggert, terwijl ieder ander toch wel minimaal een paar minuten investeert om de diverse mogelijke slagenwisselingen te overdenken.
In dit geval lukte het me om de meestal in no time opgebouwde muurstelling bij voorbaat te doen afbrokkelen.
En ik moet toegeven dat ik op zet 16 toch ook even gekeken heb of er een mooi dameoffer met 16. Dxg6+ in zat.

Ab – Thomas (15…Pxd5)

Dat blijkt echter op niets uit te lopen, de zwarte koning ontsnapt met medeneming van een groot deel van de witte bruidsschat en wit blijft met lege handen achter. Bovendien waren dat soort combinaties alleen weggelegd voor mensen als Fischer, die al de nodige hulptroepen er bij had gehad.
Over dit verschijnsel had ik al eens meer geschreven. En ik had gezien dat het paardoffer ook kansrijk was, dus waarom risico’s nemen? Na de kwaliteitswinst en vervolgens nog een ontstond al snel een gewonnen stelling voor wit waar de wat actiever geworden stukken van zwart onvoldoende tegenwicht boden .
Ook betrapte ik mezelf er op dat ik soms onbewust de neiging had om “mee te vluggeren” met Ab, of in ieder geval sneller dan gebruikelijk speelde. En daar kunnen soms risico’s aan kleven, zoals de kans op het missen van tactische toevalligheden. Gisteren ging het in ieder geval goed en het belooft ook dit jaar weer een spannende laatste ronde te worden!

Ron – Marc  

7 april 2025 

1.b2-b3 f7-f5 2.Lc1-b2 e7-e6 3.e2-e4 Pg8-f6 4.e4-e5 

Stelling na 4.e4-e5 

Ron is voor mij altijd een lastige tegenstander. Deels omdat hij naar mijn mening de iets sterkere schaker is, maar ook omdat hij niet alleen mijn openingen niet uit de weg gaat maar er juist zichtbaar genoegen in schept om er gaten in te schieten. Dat maakt het lastig, maar ik ben er erg blij mee want ik heb op deze manier al diverse varianten in mijn openingsrepertoire kunnen aanscherpen. 

Nu kreeg ik deze variant (4.e5!) voorgeschoteld. Inderdaad een lastige, en was mij onbekend. Ik wist alleen 4.ef5: ef5: en dan lijkt wit beter na 5.De2 Kf7 6.Pf3 Pc6 7.Pg5 Kg6 8.h4 maar zwart heeft 8..La3! en de dame blijkt op e2 helemaal niet zo gunstig te staan (op dezelfde lijn als de koning en wit moet oppassen voor Te8). De stelling is dan wat rommelig, maar wel leuk en mijn computer vindt het ongeveer gelijk.   

4…Pf6-d5 5.c2-c4 Pd5-b6 6.d2-d4 d7-d5 7.e5xd6ep c7xd6 8.f2-f4 

Stelling na 8.f2-f4 

Mijn computer geeft de voorkeur aan 8.Pc3, maar ik vind 8.f4 een erg sterk plan. Wit wil e6-e5 verhinderen (zodat mijn e6 pion zwak blijft) en met d4-d5 een fantastische loper op b2 creëren. Ik besloot tot Lf8-e7-f6 als verdedigingslinie; om ook de optie erin te houden om misschien toch nog een keer e6-e5 te kunnen spelen.  

8…Lf8-e7 9.Pg1-f3 Le7-f6 10.Pb1-c3 Pb8-c6 11.Dd1-d2 0-0 12.0-0-0 

Stelling na 12.0-0-0 

Het werd nu wel erg lastig om d4-d5 tegen te houden, dus ik speelde het dan zelf maar. Echter, dat vond ik niet zo erg, want als wit neemt op d5 dan is het denk ik wel gelijk (mijn zwakke pion op e6 verdwijnt dan), en als wit doorschuift met c4-c5 dan kan ik misschien breken met b6 en/of a5. 

12…d6-d5 13.c4-c5 Pb6-d7 14.Lf1-b5  

Stelling na 14.Lf1-b5 

De zet Lb5 is gericht tegen b6, wat ik na Dc7 alsnog probeerde te spelen. Dat is ook wat ik al in gedachten had, dus consequent gespeeld. Echter, de coördinatie van mijn stukken is belangrijker en ik had hier Le7 en Pd7-f6-e4 moeten spelen. Had ik eigenlijk wel moeten zien…  

14…Dd8-c7 15.Td1-e1 

Stelling na 15.Td1-e1  

Het is altijd moeilijk om te kiezen welke toren gespeeld moet worden, maar waarschijnlijk was 15.The1 de betere keuze geweest. De toren doet niet zoveel op h1. Na 15.Tde1 speelde ik Pdb8, waar ik tijdens de partij wel tevreden over was aangezien de strijd zich afspeelt op de damevleugel, maar nu ik besef dat dit paard ook op e4 had kunnen staan in plaats van op b8 ben ik er toch minder blij mee. 

15…Pd7-b8 16.Kc1-b1 b7-b6 17.Lb2-a3 Lf6-e7 

Stelling na 17..Lf6-e7 

Ok, ik sta hier niet zo best, maar de zet Le7 gaf mij toch wel wat voldoening. Toen de witte loper op b2 actief dreigde te worden ging mijn loper naar f6, en nu de witte loper een nieuwe diagonaal probeert te vinden om actief op te worden wordt deze weer in de weg gelopen met Le7. 

18.c5xb6 a7xb6 19.La3xe7 Pc6xe7 20.Te1-e2 

Stelling na 20.Te1-e2  

Het is duidelijk, wit wil de druk op mijn e6 pion opvoeren. Als verdediging besloot ik om mijn paard om te spelen via g6 naar f8. Mijn pion is dan definitief veilig, en de rest van mijn stukken kunnen zich dan bezighouden op de damevleugel zonder dat mijn paard daar in de weg loopt. 

20…Pe7-g6 21.g2-g3 Tf8-d8 22.Th1-e1 Pg6-f8 23.Pf3-e5 Lc8-a6 24.Td1-c1 Dc7-b7 25.Dd2-d3 

Stelling na 25.Dd2-d3 

Wit heeft minstens twee zwaktes bij zwart nodig om te kunnen winnen. Misschien heeft wit dit al bereikt, want e6 is zwak en b6 ook. Aan de andere kant, d4 van wit is ook zwak (al kan ik daar nu niet bij), dus dat compenseert misschien, en b6 is niet zo gemakkelijk voor wit om bij te komen. Voor winst is het denk ik voor wit cruciaal om de c-lijn te bemachtigen. 

Ik speelde hier daarom 25..Lb5: met het idee om te vervolgen met Pa6 om de torens te verbinden, om tegengas te kunnen geven op de c-lijn. Het duurt echter te lang, en ruil op b5 was eigenlijk ook niet zo logisch want dat is waarschijnlijk precies wat wit wilde met Dd3.  

Mijn computer geeft als verbetering 25..Pbd7 (dus om het paard te spelen zonder te ruilen op b5), want na 26.Pd7: Td7: staat de loper op b5 gepend. Dat had ik niet gezien, maar het helpt ook eigenlijk niet want na 27.La6: Da6: 28.Da6: Ta6: krijgt wit na 29.Pb5 de c-lijn in handen, blokkeert mijn zwakte op b6, en na Tc6 zie ik niet veel meer voor zwart.  

25…La6xb5 26.Pc3xb5 Pb8-a6 27.Pe5-c6 Td8-d7 28.Te2-c2 Ta8-e8 29.a2-a3  

Stelling na 29.a2-a3 

Ron bood hier remise aan, wat ik uiteraard graag aannam. Er was wel wat wederzijdse tijdnood, maar wit staat hier wel gewonnen (e6 is zwak, b6 is zwak, wit heeft de c-lijn, en zwart heeft niet zoveel zetten meer). Ik had geluk dat Ron niet perse hoefde te winnen, en al tevreden was dat hij succesvol aangetoond had dat de variant met 4.e5 inderdaad toch wel erg lastig is voor zwart. Daar hebben we na de partij nog wat meer naar gekeken, met misschien wat ideeën… 

½-½ 

Het spook verjaagd

Nee, niet het spook MAGNUS. Dat waren wel aardige mensen. Nee het was het spook van de dreigende degradatie.

Ik was vanavond verhinderd, en uit de mij toegezonden berichten bleek me dat dat wel erg jammer was. Waar ik niet op had durven rekenen, gebeurde toch: Aris de Heer won, en ontsnapte zo aan degradatie!

Mij leek Ron de ‘man of the match’. Allen speelden remise, behalve Ron. Die won!’

Maar zelf dacht hij daar anders over:‘Grote hulde voor Martin, hij stond beter, maar had grote tijdnood en zijn tegenstander weigerde remise! Hij won zelfs fraai een stuk, maar zijn tegenstander bleef doorspelen. Niet heel sportief vond ik. Vervolgens in grote tijdnood speelde Martin (goed) op behoud van zijn stelling en veiligheid. Hij gaf wel weer stuk terug, maar daarna potremise.

Martin is de man of de match voor mij. Ook in zijn partij heeft hij goed gewerkt.’

Van de spookverjagende   schakers hieronder het commentaar:

THOMAS:

Nu het team behoed is voor degradatie overheerst natuurlijk de opluchting. Niemand verloren, al zal het bij sommigen niet veel gescheeld hebben, begreep ik uit de geluiden
Tegen mijn tegenstander had ik enkele maanden geleden op zijn zachtst gezegd een lucky escape gehad, destijds vanuit een stelling die na de opening heel prettig leek, maar op een gegeven moment voor mij in een puinhoop was veranderd. Mede door het wegtikkende uurwerk kwam er toch een klein mirakel en een( dacht ik) goed getimed remise aanbod.
Deze keer was het niet zo extreem, maar boeiend was het niet minder!
Ik werd verrast met een Van Geet Opening en deze opening kent  heel veel overgangen naar andere openingen.

Weber – Thomas (1.Pc3)

Gesloten Siciliaans kan ontstaan, Weens en in ons geval iets dat aan het Schots deed denken , alleen met e2-e3 en geen e2-e4 .
De theorie ging voor zover mij bekend verder met 7.. 0-0 maar van 7..g5 had ik al vrij snel spijt.

 

Weber – Thomas (7…g5)

Het tijd gebruik van mijn tegenstander had een waarschuwing kunnen zijn.
Ik zag af van het geplande 8.. Pe4 want de tussenzet 9. Pxc6 stelt zwart voor lastige keuzes.

Weber – Thomas (8…Pe4)

Op 9. dxc6 volgt namelijk verraderlijk 10.Dxd8+, Kxd8 11. 0-0-0+!, Pd6 12. Pe4 al vonden we bij de analyse na de partij dat het allemaal na 12.. Ke7 lijkt mee te vallen. Gecompliceerd is ook 9..bxc6 10. Dd4! met problemen voor zwart.Zowel Th8 als de loper en het paard staan aangevallen (de laatste ook meteen met schaak!)
Bij een “handmatige” analyse achteraf blijkt dat het ook dan na 10.. Lxc3+, 11. bxc3, Pf6 12.
Le5, c5! nog niet zo heel duidelijk is. Maar in de vooruitberekening achter het bord zijn deze varianten natuurlijk niet makkelijk te zien.
Na het afzien van Pe4 was ik vooral niet gerust op een eventueel h2-h4 zeker na een eventuele korte rochade. Dergelijke varianten hoeven niet per se fataal te zijn, maar kunnen je op zijn minst flink afleiden bij eventuele offensieve plannen op de damevleugel.
Zoals het ging na de dameruil was ik al meer opgelucht , want ondanks mijn wat verzwakte pionnenstructuur kreeg ik een behoorlijke druk tegen Pc3 en was de witte koning gedwongen een frisse wandeling over het schaakbord te maken om het ergste te voorkomen.

 Weber – Thomas (14…Pd5)

Op zet 16 heb ik ook 16.. a5 overwogen i.p.v. het gepeelde16. c5

Weber – Thomas (16.Lb3)

maar ik was niet zeker over 17.a3 waarna 17.. Lxc3+ niet zo erg er uit ziet voor wit na 18. Kxc3, zwart lijkt niet van de open koningspositie van wit te kunnen profiteren.
De engine vindt overigens 16. c5 iets beter (-0,4 t.o.v. -0,1) maar veel verschil maakt het dus niet.

Weber – Thomas (18.Kd3)

Na 18. Kd3 heb ik zitten turen naar het pion offer op c4 maar kon niet echt een overtuigend vervolg vinden. De zelfde engine geeft hier trouwens de mogelijkheid 18.. Lc8 met de dreiging La6+. Totaal niet aan gedacht! Lopers mogen gewoon achteruit, in tegenstelling tot pionnen. Leerzaam momentje!

Weber – Thomas (20…Le6)

Vanaf zet 20 kwam er nog een interessante fase, waarin de wegtikkende tijd steeds meer gewicht in de schaal legde. Wit had wat stellingsproblemen opgelost, zwart ook en de witte pionnenstructuur was beter dan de zwarte. Met secuur spel had wit geanticipeerd op mogelijke zwarte tegenacties maar op een bepaald moment had wit nog geen tien minuten meer tegen zwart een klein half uur. Nu is het altijd een riskante strategie om op tijdnood van je tegenstander te spelen. Een vuistregel die je kunt hanteren is dat je dat kan proberen in een slechtere stelling, maar liever niet als je beter staat.
Oa Anatoli Karpov stond er om bekend mee te vluggeren in de tijdnood van de tegenstander, maar dan praten we natuurlijk wel over partijen van een andere orde!
In dit geval was niet altijd duidelijk wie er beter stond.
Wel was duidelijk dat na ongeveer zet 25 mijn pionnen structuur zodanig versplinterd was dat ik het beter niet meer in de lange termijn strategie kon zoeken, maar de dynamiek in de stelling meer praktische kansen bood.

Weber – Thomas (29.Lg3)

Vooral 29. Lg3 stelde me voor het dilemma het in het dubbeltoreneindspel te proberen of pionnen te grabbelen met paard en toren. Ik koos voor het laatste en op een gegeven moment had wit minder dan 5 minuten en ik een kleine twintig. Ik zette na 33. Th7 nog een val op met 33.. Tf2.

Weber – Thomas (33…Tf2)

Verleidelijk is dan 34. Lxc7 met dreiging van torenwinst wat zwart niet lijkt te kunnen voorkomen. Echter er volgt 34.. Txc2+ 35. Ka3, Pc4+! 36. bxc4, Td3 mat!
Ondanks de beperkte tijd doorzag wit deze val en bood remise aan, wat ik accepteerde .
Het stond op dat moment ook ongeveer gelijk.

MARTIN

Op de valreep een sterke partij. Waarbij ik de laatste speler was en de partij in tijdnood moest uitspelen.

Ik ben zelf erg tevreden, op het foutje 19. ….  De5, daar verrekende ik me en kwam met een geisoleerde pion te zitten.

Martin (19.Le4)  

20 Lxd5 exd5

Door actief te blijven spelen en veelal de sterkste zetten te spelen kwam ik eigenlijk niet veel minder te staan. Alhoewel mijn tegenstander en ik toch het gevoel hadden dat dit wit zijn partij zou kunnen worden.

Vanaf zet 32 kwam ik onder de 20 minuten en mijn remise aanbod op zet 39 had ik nog 9 minuten.

Ondanks de tijdnood had ik op zet 44 het beter kunnen doen, en na Da6 naar Dg6 moeten spelen.

 Martin (44…Dd3- c4)   

Beter 44. … Dd3-a6 Dat heb ik niet gezien, ik ging voor die a-pion. Dat werd na een fout van mijn tegenstander een vol stuk, maar ik  had toen nog maar 2,5 minuut.

Ik was bang mat te gaan, en ik wist dat we nog een half punt nodig hadden. De druk was hoog met alle andere partijen al klaar stond er een gespannen publiek.

Ik had niet meer de tijd om te winnen, ik zag op het einde juist heel veel zetten die nog tot dameverlies of een mat zou gaan.

Ik ben dan ook niet teleurgesteld, maar trots dat onder druk we het laatste puntje hebben binnengesleept.

FRANK

Hierbij mijn partij van maandag, die in een remise eindigde.

Ik kreeg een Budapester waarin zwart redelijk goed uit de opening kwam.

 Frank – Magnum (2…e5)

Ron raadde na afloop aan om 2. Pf3 te spelen om e5 te voorkomen.

 Frank – Magnum (17…Td7)

Ik had heel lang over de 18e zet nagedacht en probeerde te zoeken naar een offer met bijv. Pg5.Dat kon helaas weerlegd worden met het leuke Lb4.

De computer geeft nog licht voordeel voor wit na 19 Kf8. Ik moet dan Pd4 spelen, maar zag dan geen vervolg. Dat bleek ook uit het feit dat ik het een zet later wel deed en mijn tegenstander na het pakken remise aanbood.

 Frank – Magnum (21…Lxd4)

Met een kwartier minder dan mijn tegenstander op de klok en een blik op de andere borden (alleen Koen was al klaar en had al remise) besloot ik het aanbod aan te nemen. Ik zag dat Ron zich aan het herpakken was na een zeer moeilijke opening en dat de stelling op de overige borden gelijk was. Ik wilde geen onnodige risico’s nemen, want met een verliespartij zou handhaving heel lastig worden.

RON

Je mag wel zeggen dat vrouwe Fortuna deze keer aan onze zijde stond! Ik had met zwart een Sniper gespeeld, waarin hij met 3. f4 kwam.  Ik speelde 3…, d5. Maar de stelling zoals je die moet spelen daarna, hij speelt 4.e5 , is best lastig. Je kunt je met zwart dan feitelijk geen onnauwkeurigheid permitteren. Ik verzuimde een tijdig Pf5 of f6 en ik heb dan ook zeer slecht/verloren gestaan. Het enige positieve was dat ik aldoor redelijk in mijn tijd zat. Mijn tegenstander zat aldoor slechter in zijn tijd.

Na zijn 22ste zet (22. f5) staat het als volgt. Hij dacht met deze zet te gaan winnen.

 Magnum – Ron (22 f5)

Aan de zwarte stelling is wel te zien hoe moeilijk ik het heb gehad, alleen maar aan verdedigen.

22…, exf5 (als ik gxf5 moet spelen verlies ik) 23. gxf5, Pxf5. 24. Pxf5, Pe7! Deze zet had mijn tegenstander in de voorbereiding gemist, anders sta ik nog steeds verloren. Na 25. Lg4 is het nu nog gelijk, maar in kennelijke wanhoop probeerde hij nu 25. Tc7? Tijdnood speelde bij hem nu ook een rol.

 Magnum – Ron (25.Tc7)

Nu won ik na: 25…, Dxc7. 26. Pxg7, Kxg7. 27. Lh6+, Kg8. 28. Lxf8, Dc1+. 29. Kg2, Dxb2+. 30. Kh1, Da1+. 31. Kg2, Dxa2+. 32. Kg3, Pf5+.

 Magnum – Ron (32 …Pf5+)

33. Kf4? (maar niets helpt meer), Dd2+. 34. Kg4, h5+  0-1.

Ben ik heel goed mee weggekomen dus.

 Martin was toen de enige die nog speelde.

Groet, Ron.

Marc – Noordkopcomb. Magnus

31 maart 2025

1.c2-c4 c7-c6 2.e2-e4 d7-d5 3.e4xd5 c6xd5 4.c4xd5 Pg8-f6 5.Pb1-c3 Pf6xd5 6.Lf1-c4 Pd5-b6 7.Lc4-b3 Lc8-f5 8.d2-d4 e7-e6 9.Pg1-f3 Lf8-e7 10.0-0 0-0

Stelling na 10…0-0

In een stelling met een geïsoleerde pion weet ik momenteel als bezitter van die pion eigenlijk maar twee plannen te bedenken: een koningsaanval met Pe5 en een batterij over de diagonaal b1-h7, of een opmars met de d-pion. Moet ik toch maar eens wat beter bestuderen..(of misschien een leuk onderwerp voor Thomas?), om te zien wat er nog meer allemaal bedacht kan worden. Maar goed, met een loper op f5 vond ik het plan met d5 wat meer voor de hand leggen. Ik speelde daarom 11.De2 met als idee Td1 en d5, maar het is hier te snel. Na 11.De2 had zwart 11..Pc6 kunnen spelen, met als idee om na 12.Td1 met Pa5 de ondersteuning van de d5-opmars door Lb3 te ondermijnen.

11.Dd1-e2 Lf5-g4 12.Tf1-d1 Pb8-c6

Stelling na 13.h2-h3

Mijn plan was dus om d5 te spelen, maar ik vroeg mij af of ik dat meteen zou doen, of dat ik het nog wat kon voorbereiden. Wat ik namelijk niet wilde was na d5 een algehele afruil met een totaal gelijke stelling / pionnenstructuur. Dus eerst h3 Lh5, zodat er ideeën ontstaan met Td5 met een vork op Dd8 en Lh5, bijvoorbeeld: 13.h3 Lh5 14.d5 ed5: 15.Pd5: Pd5: 16.Td5:, echter, zwart heeft 15..Lf3: en de stelling na 16.Df3: Pd5: 17.Td5: Dc8 beviel mij niet. Een beoordelingsfout, want mijn computer vindt de witte stelling beter (nog iets waar ik op een regenachtige dag maar eens wat beter naar moet kijken). Ik zocht naar iets anders, en besloot tot Lb3xd5xc6 om de zwarte pionnenstructuur te beschadigen. Dus na h3 Lh5 eerst g4 Lg6 om mijn paard op f3 te behouden, want daarmee zou ik de te creëren zwakke pion op c6 mooi kunnen aanvallen.

13.h2-h3 Lg4-h5 14.g2-g4 Lh5-g6 15.d4-d5 e6xd5 16.Lb3xd5 Dd8-c7 17.Ld5xc6 b7xc6

Stelling na 17…b7xc6

Zoals gepland, het resultaat van mijn d5 opmars is dat zwart een zwakke pion heeft op c6. Vervolgens 18.De5, hopend op 18..De5: 19.Pe5: Lc2 20.Td2 met een eindspel en het einde van het zwarte loperpaar. Toen mijn tegenstander echter dame ruil uit de weg ging, besefte ik dat het nog weleens lastig zou gaan worden om een zwarte loper uit te schakelen, en dat het eerder zwart is die beter staat.

18.De2-e5 Dc7-b7 19.Pf3-d4 Tf8-e8 20.Pd4-f5 Le7-f6 21.De5-f4 Lf6-e5 22.Df4-f3 Db7-c7 23.h3-h4

Stelling na 23.h3-h4

Ik maakte mij hier zorgen over de ontwikkeling van Lc1 en vooral Ta1. Zwart heeft ideeën als Pc4 en als Ta1 niet snel in het spel komt dan speel ik als het ware met een toren minder en stort alles snel in. De bedoeling van h4 was om zwart op f5 te laten slaan (einde loperpaar), of om na h6, Lh7, misschien een keer g5 en Lg5: met tempo te kunnen spelen en zo mijn stukken te ontwikkelen. Maar het verzwakt natuurlijk wel mijn koningsvleugel (en dat met ontwikkeling achter).

23…h7-h6 24.h4-h5 Lg6-h7 25.Lc1-d2

Stelling na 25.Lc1-d2

Bij nader inzien beviel g5 en Lg5: mij toch niet zo goed en ik begon Ld2 te overwegen, met als plan Tc1 en druk op c6. Ik zag natuurlijk wel dat zwart Pc4 zou kunnen spelen, dan moet ik haast wel b3 doen, zwart neemt op d2… Riskant.., maar in mijn berekeningen kon ik geen winst voor zwart vinden, en mijn toren moet er toch uit.., dus toch maar gespeeld…

25…Pb6-c4 26.b2-b3 Pc4xd2 27.Td1xd2 Lh7xf5 28.g4xf5 Dc7-e7 29.Ta1-d1 De7-g5 30.Kg1-f1

Stelling na 30.Kg1-f1

Na 30…Lc3: 31.Dc3: Dh5: 32.Dc6: wint zwart de pion op f5 en kan zonder veel risico, en met behoud van druk op de witte koning, op winst proberen te spelen. Zwart wilde het sneller afmaken, maar na 30…Lh2 31.Pe4 (enige zet) is de stelling opeens weer volledig gelijk.

30…Le5-h2 31.Pc3-e4 Dg5-g1 32.Kf1-e2 Dg1-g5 33.Ke2-f1 Dg5-g1 34.Kf1-e2 Dg1-g5

Stelling na 34…Dg1-g5

Ik was hier blij dat de stand 2,5-1,5 in ons voordeel was, zodat ik de remise niet uit de weg hoefde te gaan. Dan had ik iets radicaals moeten proberen, zoals mijn koning met Kd3 de andere kant op te sturen, met misschien kansen, maar objectief gezien zou zwart dan veel beter staan. Maar gelukkig had Ron inmiddels gewonnen (samen met Martin de held van de avond!), dus:

35.Ke2-f1 ½ – ½

ES over partij van Koen :

Koen speelde van begin af aan met wit op remise. Dus degelijk, maar al snel zonder een wit initiatief. Via een dubbelfianchetto afruil van stukken.

 Koen – Bergman (9.La3)

Zijn tegenstander verzette zich daar niet erg tegen en na 21 zetten vonden ze het allebei wel best zo. Remise! Goede tactiek van Koen. Vind ik! Bij eventueel verlies tegen Magnus zouden de bordpunten erg belangrijk worden.

Dit was het dan weer. Een mooie avond voor ons kleine maar gezellige clubje!

 

Meester Thomas, les 4

 691A9054XWEB

Alweer de 4e keer. Hulde!

Dit keer was zijn onderwerp: Gambieten. Er wordt in de opening een pion geofferd, maar daar staat compensatie tegenover, bijv. ontwikkelingsvoorsprong, open lijnen, of zoiets. Meestal is de beste aanpak die pion maar te nemen.  Staat tegenover dat de gambietspeler hoopt op kansrijk tactisch spel, en bij weigering van zijn pionnetje is de stand meestal wel gelijk gelijk, maar minder spannend. De gambiet-aanbieder wordt daar meestal niet blij van. Ik speelde vroeger zelf vaak een gambiet (Diemer, Wolga, Marshall Skandinavisch, Schara Hennig, Albin)  en ervoer die teleurstelling geregeld. Hoe sterker je tegenstander hoe meer kans dat ze het aannemen. Schakers met minder openingstheorie-belangstelling denken vaak: ‘Daar weet jij vast meer van, dus daar waag ik me niet aan.’

Ron zei me eens: ‘Ik speel geen Diemer meer. Na 1 d4 d5 2 e4 spelen ze altijd 2 .. e6, en ik heb een hekel aan Frans.’

Het voordeel van zulke gambieten vind ik  dat  voor de normale hoofdvarianten meestal veel dikkere theorieboeken moeten worden doorgeploegd.

Dat gambieten toch ook veel studietijd te kunnen vergen. Bleek ook vanavond. Thomas had voor een hele avond lesstof genoeg met slechts 2 voorbeelden : het Koningsgambiet en het Aangenomen Damegambiet. (Beide toevallig openingen waar toch weer wel heel dikke boeken over volgeschreven zijn.)

Het Koningsgambiet was  vooral midden 19e en  midden 20e eeuw populair. (Spasski, Bronstein, Fischer) Een lekkernij voor tactische schakers. Dat bleek ook vanavond, want al gauw stonden er zeer ingewikkelde, zelfs woeste stellingen op het demonstratiebord. Als zwart zijn gambietpion gaat verdedigen vooral.

 Konings – Gambiet (3…g5)

(Fischer achtte dit de weerlegging van het Koningsgambiet.)

691A9055XWEB

Ook werd gekeken naar de situatie als  zwart zelf met een tegengambiet antwoordt.

Konings – Gambiet (2…d5)

Op het Koningsgambiet volgde een kijkje in het Damegambiet. Accepted,dus  2 …, dxc4

2 …., dxc4

Vreemd vind ik het eigenlijk dat het damegambiet op ons niveau niet erg vaak geaccepteerd wordt. Vaak volgt 2.  .. , e6 . Of 2. .. , c6 . Of het behoorlijk foutieve 2. .., Pf6. 

Uit eigen ervaring herinner ik me van al die ruim 50 jaren schaken, slechts 1 partij met zekerheid. Die speelde ik lang geleden in ons beider dorp De Rijp, tegen Appel (zwart). Die was toen al tegen de 80. Die was meermalen kampioen van De Waagtoren, en Nederlands Veteranenkampioen en dus natuurlijk veel sterker dan ik. Het was vriendschappelijk, zonder klok. Ik was dus blij toen ik, na de hoofdvariant,  in het gevorderde middenspel dacht ietsje beter te staan. Appel stelde remise voor en voegde er aan toe: ‘Als er een klok naast gestaan had, had je al lang verloren.’ Dat was ook zo. Dus maar geaccepteerd.

Thomas behandelde varianten met 1 d4 d5 2 c4 dxc4 3 e4 

 Dame – Gambiet (3.e4)

en met e3. En vooral daarvan de scherpere varianten. De zaal mocht zich erop uitleven.

Al met al weer een gezellige avond.

Voor mij heel nuttig, want het werd me weer akelig duidelijk dat, als je meer dan 10 jaar niets meer aan  die theorie gedaan hebt, je veel aan het vergeten bent. Ik herinnerde me nog wel 1 d2 d4 2 c4 dxc 4 Pf3  a6.

 Dame – Gambiet (3…a6)

En dat ik dat als witspeler lastig vond. Wist niet meer dat dat (ook?) de Aljechin-variant heette. Wist ook niet meer precies hoe het verder ging. Ook herinnerde ik me in dit verband de naam Janovski.  Terecht, bleek me later, maar verder heerste er nogal duisternis. Brrrrrrr.

Beetje jammer  dat vooral de jongere schakers, voor wie zo’n avond heel nuttig kan zijn, nu verhinderd waren.

Het was weer leuk. Dank Thomas voor je tijd en energie.

Thomas stuurde me nog een partij op, die hij al vermeldde in zijn les. Met een wonderbaarlijk offer van hem (zwart) in het Koningsgambiet.

“Dit is het bizarre openingsidee dat ik ooit eens toepaste tegen een van de sterkste spelers vanmijn toenmalige club Vredeburg. Met ” normale” varianten was ik tot dan toe kansloos geweest.”

Aartswoud, 17 maart ’25

Ben er nooit geweest.  Maar nu maar eens wat gegoogeld.  Een dorpje van niks. Handjevol inwoners. Maar die kunnen waarschijnlijk allemaal schaken. Want waar Aartswoud mee bij ons binnenkomt is niet mis. Gemiddelde rating 1996! Ook schijnen ze daar veel belangrijke archeologische  vondsten te hebben gedaan. Jaja,  waarin een kleine plaats groot kan zijn. Hoe dan ook, dit gaat een zware avond worden voor onze kleine, doch gezellige schaakvereniging.

Om 21 uur  zijn er nog geen  aankomende rampen  vast te stellen. Wel is er op het bord van Thomas (zwart) al snel een fel  brandje uitgebroken.

Thomas 9. Pxc6

Ben benieuwd of de brandweer daar tijdig arriveert. Een kwartiertje later lijkt mij Marc wel lekker bezig, hoewel zijn loper op g2 op graniet lijkt te bijten.

Frank is weer aan het granpriejen en zoekt dus aanval. Voorlopig echter daar nog geen echt ontploffingsgevaar.  

  Frank – Ext (10.Dh4)

Ik zie Martin wat beteuterd kijken. Die had waarschijnlijk een plannetje dat niet door kon gaan. Ook ik vind dat het erop lijkt dat zijn tegenstander langzaam een vuurhaardje aan het creëren is.

 Ext – Martin (15.Dg3)

Martin verzinkt in lang gepeins.

Ineens gaan de alarmbellen bij Ron rinkelen. Hij is nauwelijks ontwikkeld, nog niet gerocheerd, tocht rond zijn koning, en na een witte damezet dreigt hij minstens een pion te verliezen. Ook hij verzinkt in diep gepeins.

Martin tracht onheil voor te zijn en probeert dat  met een stukoffer. 15. ..LXe4

Ext – Martin (15…Lxe4)

Zoals men een grotere bosbrand probeert te voorkomen door zelf een klein brandje te stichten.

Het fikkie bij Thomas is intussen geblust, maar smeult nog wel na. Zelf heeft hij 7 nette pionnen + 2 torens en zijn opponent 5 pionnen ( iets minder net) + 1 toren en 2 stukken.  

Tobias Hendriks – Thomas Broek (18.axb3)

Op enkele belendende percelen  begint om 21.45  toch ook wat te broeien. De stelling van Marc maakt onze bekerheld wel ineens heel erg levendig.

Diagram 24.  ..  Dxh3

Zijn tegenstander is daar niet tevreden over en offert een kwaliteit. Met compensatie. Hoe gaat dat aflopen?

Om 22.15 lijkt mij dat Ron aardig compensatie begint te krijgen voor zijn pion achterstand. Het vuurwerk daar lijkt  minder gevaarlijk te worden.

  Ext – Ron (1…Kh8)

Maar zoals gebruikelijk bij hem, die klok! De blussers moeten natuurlijk wel op tijd arriveren.

En het zou me niet verbazen als bij Frank direct ook de boel in de fik zou kunnen gaan.

Koen schaakt zoals we van hem gewend zijn. Rustig, strategisch, zonder gewaagde uitvallen. Zeker geen uitslaand brandje.  Die weet voorlopig  her gevaar op afstand te houden.

  Koen – Ext (10…0-0)

Om 22.20 slaat bij Frank de vlam in de pan. Hij schijnt iets gemist te hebben. Te laat om 112 te bellen, hij geeft op. Ik zie zo gauw niet goed waarom, maar dat zie ik morgen wel.

Bij Martin gaat het vanaf  22.25 ook mis. Zijn compensatie was toch niet voldoende vrees ik.

 Ext – Martin (28.Lf4)

Marc   heeft waarschijnlijk toch terug moeten offeren en staat nu toch ook lastig.  

Diagram

Ik zie Thomas nog niet winnen. Ik denk dat hij blij is als het remise wordt. Die 2 stukken van de tegenstander lijken toch actiever dan zijn toren.

 Tobias Hendriks – Thomas Broek (30.Le5)

Tegen elven wordt ineens akelig duidelijk dat inderdaad Aartswoud sterke schakers heeft. Zij kunnen naar huis bellen: brand meester. Zij wel. Want Marc geeft op,

Thomas gaat alsnog verliezen. Martin denk ik ook, Ron gaat straks door zijn klok en alleen Koen is nog overeind.

 Koen – Ext (24…Df4)

Ik moet weg om 23.30. Ik vrees dat die sterke Noordhollanders ons gaan verslaan met 5,5- 0,5.

Wij zullen moeten gaan puin ruimen. Is dit nu ook weer een gevolg  van klimaatverandering, of lijkt het hier Arnhem wel? Ons klassieke Aris de Heer, oudste club van Noordholland , in het waardevol oud centrum van Middenbeemster, ging  vanavond in vlammen op. Nou ja, Arnhem was veel erger natuurlijk. De zes helden van Aris kunnen toch gewoon weer in hun eigen bed vanavond. Wel zeer de vraag of ze lekker zullen slapen.

De volgende dag mijn Prof Mr Dr K. erbij gehaald, en ook mijn stokvis. Alle partijen op mijn apparaat gezet. Frank was al aan het na-analyseren van zijn partij toen ik wel zag dat hij verloren had. Nu wel gezien hoe dat kwam.

Ja, erg duidelijk.

  Frank – Ext (23…Pxd3)

Wit kan het stuk niet terugnemen omdat hij na Lxg2 zijn dame verliest!

Gezien dat het binnenbrandje bij Thomas allemaal tot zet 15 theorie was. Als principiële  e4-weigeraar wist ik daar niks van.

  Tobias Hendriks – Thomas Broek (15.Le3)

Omdat Ron’s  tegenstander fouten had zitten in zijn notatie en Ron geen zin had om al zijn clubgenoten nu al te laten zien wat hij had bedacht (snap ik ) kwam ik er niet uit hoe dat nu precies gekomen was.

Achteraf vond ik toch dat onze schakers best heel lang goed geschaakt hadden. Frank, Marc, Ron, Koen, stonden halverwege de avond best goed. En Martin tot zijn loperoffer niet slecht, en Thomas demonstreerde een verbijsterende hoeveelheid openingenkennis, en moed.

Maar ja …

Nu onze pechvogels zelf:

Ron:

Wat een dramatische uitslag. Sympathieke club met goede spelers. Ik wilde eens wat anders proberen en heb het vervolgens echt allemaal zelf achter het bord bedacht. Frank gaf aan dat ik eerst moest ontwikkelen, maar met die opzet die ik koos, heb ik daarvoor (eerst) geen tijd. Maar ja, zo’n stelling doorgronden en de klok tikt maar door. Toch speel ik liever zo, dan gelijk niet goed komen te staan. De verdediging met Ld6, wat een pionoffer inhield, kostte mij heel veel tijd. Daarna deed mijn tegenstander het niet nauwkeurig genoeg, want na zet 16 van wit staat het zo. Ik heb dan nog maar 25 minuten op de klok.

  Ext – Ron (1…Kh8)

Zwart is volledig ontwikkeld en wit nog niet. Ik kon hier nu winnen met 16…, Pf5! Eigenlijk niet eens zo moeilijk om te zien. De dreigingen tegen g3 i.c.m. met Dh4 kan wit niet meer oplossen. In onze na-analyse zagen wij dit overigens beiden niet. Maar in bed, met de partij nog malend in mijn hoofd, zag ik deze zet! Ongelofelijk, ik slaap dan dus niet.
In de partij zelf speelde ik Tf6 en probeerde nog wel later truc met kwaliteitsoffer Te3, maar dat coupeerde hij goed en ik verloor daarna kansloos.
Volgens mij heeft Marc ook gewonnen gestaan. Bij Frank ging het niet goed, hij mag zelf vertellen waar het fout ging, ik zag zwart veel te veel tegenspel krijgen tegen zijn Grand-Prix. Thomas had een heel moeilijke partij ook, maar dacht dat hij het wel kon houden. Volgens mij speelde Koen solide (de enige remise) en Martin heb ik niet meegekregen waarom dat fout ging.

Thomas:

Het zag er allemaal spectaculair uit in onze partij, en dat was het ook, echter het was allemaal theorie en ook nog hele oude theorie. Het oudste voorbeeld wat ik vond, was Capablanca – Edward Lasker, New York 1915!
Mijn tegenstander verklaarde na afloop van de partij dat hij diep in zijn geheugen moest graven om de goede voortzettingen naar boven te halen. Zelf had ik even twijfels wat ook alweer te doen tegen 9. f3.

Dat blijkt volgens de engine dus 9.. Dh4 10. fxe4, Lg4!? te zijn, terwijl toch zo’n beetje iedereen op h2 in zou slaan.

Tobias Hendriks - Thomas Broek (9...Lxh2+).jpg

Volgens mij speelde Jan Roebers , de vader van Eline en Bregje, dit enkele jaren geleden in een rapidpartij tegen me, verraste me ermee. Gelukkig kon ik met enig kunst-en-vliegwerk de partij uiteindelijk naar me toetrekken.
Maar we dwalen af. We bleven nog lang in de theorie .
Hoewel de engine er niet zoveel problemen mee lijkt te hebben, was 15. Kc8 niet meer terug te vinden in de databases.

 Tobias Hendriks – Thomas Broek (15…Kc8)

Wel is er eerder nog gespeeld 15. b5 16. Lb3, Lxb3 17. axb3, Kd7 en dat had ik eigenlijk niet verwacht. Wit krijgt mooie steunpunten op c5 en a5 voor het paard of eventueel de toren en ik wilde de opstelling juist wat flexibeler houden met b7-b6 waarbij je zowel c7-c5 als a7-a5 in de stelling houdt.
Bijna vergeten te vermelden dat op zet 14 na 14. Kxh2,

  Tobias Hendriks – Thomas Broek (14.Kxh2)

14.. f5 ook een goede zet lijkt om alvast de pion op e4 te verstevigen, alleen deze zet heeft een groot bezwaar. Na 15. Lg5 mat kunnen de stukken worden opgeruimd. (??? ES)  Toch nieuwsgierig gekeken naar een voorbeeld in de databases, maar (nog) niet gevonden. Mogelijk wel in snelschaak-partijtjes , wie weet!
De materiaalverhouding L+P versus T is lastig te beoordelen,

 Tobias Hendriks – Thomas Broek (22.Pd4)


Tot en met ongeveer zet 20 stond het redelijk gelijk of zelfs een fractie beter voor zwart.

Na 22. Pd4, g6 (beter was Tdf8)
begon het wat te kantelen. Licht voordeel voor wit. Na 24. c3, Thd8

  Tobias Hendriks – Thomas Broek (24…Thd8)

speelde ik met de gedachte om na 25. Lxh6 de kwaliteit te offeren met 25. Txd4 en daar was mijn tegenstander achteraf ook niet zo zeker van. En op 25. b5 had ik het beste kunnen reageren met 25.. axb5 26. Pxb5, T6d7 . Het schaak op a7 ziet er dreigend uit, maar zwart lijkt goede verdedigingsmogelijkheden te hebben. Wit bleef met kleine zetjes tussendoor zijn stelling versterken en mijn pogingen er nog wat te maken, kostten hem bijna al zijn bedenktijd, die na de zeer intensieve opening al danig geslonken was.
Na de partij gaf hij aan dat hij blij was meer dan 1 pion over te houden omdat hij het niet zo zag zitten met nog maar twee minuten met loper en paard te moeten matgeven!
Ondanks het mindere resultaat wel een in alle fasen boeiende partij en over twee weken weer een nieuwe kans.

Martin:

Kansloos, ik dacht echt dat ik 3 pionnen kon krijgen die aaneengesloten waren. Daarna met deze meerwaarde doorstomen en dat stuk weer terugkrijgen.

 Ext – Martin (15.Dg3)

Computer laat net als mijn tegenstander zien dat ik weer eens aan het dromen ben.

15….Pd7 had ik afgeschreven omdat je dan een verdediger verwijderd. Was gewoon speelbaar!

Koen:

Een groot deel van de partij stond ik goed (+1 maar liefst). In de slotstelling stond het 0.00 dus een terechte remise.

 Koen – Ext (11…Lf5)

Na 11… Bf5? is er de sterke voortzetting 12. d5! Nb4 13. Nd4! Bd7 14. a3! Na6

 Koen – Ext (21…Pf4)

En na 21… Nf4? is er de sterke voortzetting 22. b5! Na5 23. Ne5! Nc4 24. Nc4 dc4 

In beide gevallen had ik er dus goed aan gedaan eerst het zwarte paard te verjagen, en dan vervolgens respectievelijk d4 en e5 met mijn paard te bezetten.

Ik had goed gezien dat 22. Ne5! een goede zet was, daarom speelde ik die, alleen had ik er goed aan gedaan eerst de tussenzet 22. b5! te spelen.

De hele partij heb ik in elk geval niet slechter gestaan, doordat ik veel goede zetten heb gevonden en de partij goed wist te controleren. 

Tijdens de partij vond ik zijn 11de en 21ste zet logisch, maar uit de na-analyse blijkt dat deze onnauwkeurig waren en dat ik ervan had kunnen profiteren.

11. d5 Pb4 13. Nd4!

en na

 Koen – Ext (21…Pf4)

En na 21… Nf4? is er de sterke voortzetting 22. b5! Na5 23. Ne5! Nc4 24. Nc4 dc4 

In beide gevallen had ik er dus goed aan gedaan eerst het zwarte paard te verjagen, en dan vervolgens respectievelijk d4 en e5 met mijn paard te bezetten.

Ik had goed gezien dat 22. Ne5! een goede zet was, daarom speelde ik die, alleen had ik er goed aan gedaan eerst de tussenzet 22. b5! te spelen.

De hele partij heb ik in elk geval niet slechter gestaan, doordat ik veel goede zetten heb gevonden en de partij goed wist te controleren. 

Tijdens de partij vond ik zijn 11de en 21ste zet logisch, maar uit de na-analyse blijkt dat deze onnauwkeurig waren en dat ik ervan had kunnen profiteren.

Iets om te onthouden en mee te nemen naar mijn volgende partij(en).

Marc:

Marc – Aartswoud 

17 maart 2025 

1.c2-c4 g7-g6 2.Pb1-c3 Lf8-g7 3.g2-g3 e7-e5 4.Lf1-g2 d7-d6 5.e2-e4 Pg8-e7 6.Pg1-e2 0-0 7.0-0 c7-c6 8.d2-d3 h7-h6 9.Lc1-e3 Pb8-d7 10.Ta1-c1  

Stelling na 10.Ta1-c1 

In plaats van 10.Tc1 ligt 10.Dd2 meer voor de hand, maar ik was bang dat zwart h6 had gespeelt om dit te beantwoorden met g5 (gevolgd door f7-f5-f4). Mijn angst was ten onrechte, want na 10.Dd2 g5 is 11.f4 een goede zet (dus dat is wel goed om te weten voor een volgende keer). Na 9..Pd7 dacht ik dat zwart wellicht Pb6 en d5 van plan was, dus met Tc1 haal ik de toren vast van de diagonaal om Pb6 met b3 te kunnen beantwoorden, en d5 met nemen op d5 en d3-d4. 

10…f7-f5 11.d3-d4 Dd8-c7 12.d4xe5 d6xe5 13.e4xf5 g6xf5 14.f2-f4 e5-e4 15.c4-c5  

Stelling na 15.c4-c5 

15.c5 is een interessant, maar ook wat riskant idee. Het gaat er nu om wie de strijd om de diagonaal a2/g8, en dan met name de velden d5 en e6, gaat winnen. Als zwart een stabiel paard krijgt op d5, dan wint vroeg of laat de gedekte vrijpion op e4. Als wit binnen komt over de diagonaal (bijvoorbeeld via Db3 of Lc4), ondersteund met Le3-d4-e5-d6 of een toren op de d-lijn, dan wint wit. 

15…Pd7-f6 16.Dd1-b3 Kg8-h7 17.Tf1-d1 Pe7-d5 18.Le3-d4 Lc8-e6 19.Ld4-e5 Dc7-c7 20.Pe2-d4  

Stelling na 20.Pe2-d4 

20.Pd4 is een pionoffer (wegens Pd5xf4xe6), maar consequent en eigenlijk gedwongen, want als ik de strijd om de velden d5 en e6 verlies dan sta ik gewoon slecht. De computer is het er mee eens en geeft 20..Pf4: 21.Pe6: Pe6: 22.Tf1 en bijvoorbeeld 22..Pc5: 23.Df7: Tf7: 24.Tf5: met gelijke kansen. Echter, ik reken niet zo goed in deze partij, want in mijn gedachten stond het zwarte paard na 20..Pf4: 21.Pe6: Pe6: gepend tegen de dame op f7 en ik verheugde mij al op ideeën als 22.Td6 of 22.Lg2-f1-c4 (zie wat een prachtige lopers…) terwijl dat natuurlijk helemaal niet kan wegens bijvoorbeeld 22..Pc5: (het paard staat helemaal niet gepend). Zo’n niet bestaande penning in mijn gedachten overkomt me later in de partij nog een keer…   

De computer geeft na 20.Pd4 trouwens 20..Pc3: als beste zet, 21.Pe6:  en nu ging mijn berekening verder met 21..Pd1: 22.Pf8: (schaak) Tf8: en ik dacht een betere stelling want ik heb de d-lijn. De computer vindt het echter ongeveer gelijk, en geeft ook 21..Pe2: als verbetering 22.Kf1 Pc1: met een iets betere stelling voor zwart.  

20…Ta8-e8 21.Pd4xe6 Te8xe6 22.Lg2-h3 Df7-h5 23.Le5xf6 Pd5xf6 

Stelling na 23…Pd5xf6 

Een interessant kwaliteitsoffer. Ik had daar niet serieus naar gekeken, het paard staat immers gepend, maar zelfs een echte penning kan men in deze partij niet op vertrouwen… Na 23..Tef6: (daar ging ik vanuit) of 23..Tff6: valt een zwarte pion na 24.Pd5: cd5: 25.Lf1. Mijn computer geeft in eerste instantie de voorkeur aan een stukoffer met 23..Pf4: (heb ik totaal niet naar gekeken trouwens) 24.Lg2 Tef6: 25.gf4: Tg6 maar geeft dan na 26.Tc2 toch het voordeel aan wit. 

24.Db3xe6 Dh5xh3  

Stelling na 24…Dh5xh3 

Zwart wil Pg4 spelen, maar ik heb nog een zet “over” voordat het zover is. Ik besloot tot 25.Td2 en dan na Pg4 om mijn paard te offeren tegen de twee sterke pionnen op e4 en f5 (ik stond uiteindelijk een kwaliteit voor, dus ik kon wat teruggeven). Na een vervolgens De4-g2 zag ik dan eigenlijk geen aanval meer voor zwart en de stelling leek mij gelijk of misschien zelfs wel iets beter voor mij. Dat bleek toch wat tegen te vallen, en sterker is 25.Td6 zoals ook direct werd aangegeven door Frank na de partij. 

Ik had dus met wat meer aanvallende intenties naar de stelling moeten kijken. In plaats van twee torens in de verdediging te houden (en dan dus Td2/Tc1, in plaats van Tc2/Td1, tegen een Pf6-g4-e3 vork) en aan de noodrem te trekken met Pe4:, had ik hier wat meer tijd moeten investeren om te berekenen of de c-toren de verdediging rond de koning ook alleen had gered, zodat ik de d-toren wat aanvallender had kunnen gebruiken. Ik zat al in het laatste half uur van de bedenktijd, maar dit was wel een belangrijk moment in de partij… 

25.Td1-d2 Pf6-g4 26.Pc3xe4 f5xe4 27.De6xe4 Kh7-h8 28.De4-g2  

Stelling na 28.De4-g2 

Ik was hier eigenlijk uitgegaan van 28..Dg2: 29.Kg2: en had 28..Dh5 niet verwacht omdat dan mijn toren naar d7 kan gaan. Echter, Td2-d7xb7 kan toch niet, want zwart komt dan binnen met Ld4, en/of Tf8-e8-e2 (eventueel ondersteund met Pf6), dus de dames blijven op het bord en mijn koning blijft in de problemen.  

28…Dh3-h5 29.Td2-d7 Tf8-e8 30.b2-b4 Pg4-f6 31.Td6-d2 Pf6-e4  

Stelling na 31…Pf6-e4 

Ik wilde Td2 niet weghalen, en toen kreeg ik een goed idee…, als ik nou eens met Te1 het paard aanval, deze staat dan immers gepend (???) tegen de toren op e8… Ik heb zelfs nog even gekeken naar Df5, g4… Maar dat slaat natuurlijk allemaal nergens op…  

Wel een wat abrupte afsluiting van een leuke partij. Maar als troost, ik stond hier toch al moeilijk, een voorbeeld variant van mijn computer: 32.Td3 Pc3 33.Kf1 Df5 34.Dd2 De4 35.Kf2 Pa2: met voordeel voor zwart al kan ik nog wat tegenspartelen. 

32.Tc1-e1 Pe4xd2 33.Te1xe8 Dh5xe8 34.Dg2xd2 De8-e4 35.h2-h3 Lg7-d4 36.Kg1-h2 De4-e3 0-1. 

Bord 1

7166324 Thomas Broek (2016)

7948600 Tobias Hendriks (2186)

0 – 1


Bord 2

6824180 Marc Holla (1932)

6807218 Marc Helder (2066)

0 – 1


Bord 3

8529532 Ron de Vink (1923)

8460562 Toine Molenaar (1956)

0 – 1


Bord 4

7803114 Frank de Geus (1873)

6257405 Jan Stapel (1911)

0 – 1


Bord 5

7826654 Martin Zwaneveld (1816)

8074814 Pascal Zijlstra (1942)

0 – 1


Bord 6

7887220 Koen van Lankveld (1830)

8199950 Erik van Tooren (1917)

½ – ½



Totaal

Gemiddelde rating: 1898

Gemiddelde rating: 1996

½ – 5½


Wedstrijdleider

Paul Verkooijen