Bakkum op bezoek

Ze trotseerden bakken hemelwater en venijnige windvlagen. Maar daar waren ze weer : De Bakkummers!

Ik noteerde in mijn laatste verslag van de interne dat het er al eens iets was misgegaan in onze strijd om verlenging van onze verblijfsvergunning voor de 2e klasse, ten voordele van ….  Juist! Bakkum! Ik ontdekte inmiddels dat dat niet vorig jaar was, maar in seizoen 2016-2017. En dat we onze thuiswedstrijd in oktober toch niet van hen verloren, ondanks het feit dat we toen aan de laatste borden een nog niet wedstrijdrijpe Niels en een niet in vorm zijnde Jasper herbergden. Maar desondanks ging  Bakkum  ons net in de eindranglijst voorbij, en hadden we daarom moeten degraderen. Maar als door een wonder ging dat toen niet door. Waarom weet ik nog steeds niet.

Dus ja, die Bakkummers, daar moet je voor uitkijken! Sterke mensen natuurlijk.  Fysiek in topvorm. Die lopen voor hun gezondheid elke morgen om 7 uur met hun hond langs de vloedlijn,  weer of geen weer. Struinen elk weekend door het mooie bos daar. En als wij bij de CV zitten te bibberen, gaan zij fijn kite-surfen op de Noordzee. Toch vlakbij.

En  nu waren ze er weer.  Maar gelukkig ook onze onvolprezen legale invallers: Bert K2 en Koen v L.  Nu wij dus wel in onze allersterkste opstelling.

Toen iedereen de oliejassen en de zuidwesters aan de kapstok had gehangen kon het gevecht beginnen. En dat werd het wel, een halve avond!

2S7A7333WEB

Bert met wit (damegambiet, tegen Tarrasch-variant) en Ron met zwart (tegen Engels) deden hun best, maar zagen geen kans door de solide stellingen van hun tegenstanders heen te breken. Gewoon alsmaar luchtdruk constant.  Geen dichtbijeenliggende isobaren.  Het bleef rustig op die borden.  Ze gingen, wel terecht, al vroeg in de avond  akkoord met remise.

2S7A7342WEB

2S7A7338WEB

Paul  met zwart (Siciliaans ) had het al gauw niet eenvoudig, en ik dacht zelfs dat hij al snel gewoon slecht stond. Ik dacht aan code geel.

Martin (Engels) zat te zwoegen, en was duidelijk niet blij met zijn stelling. Die hoopt natuurlijk –dat is nu eenmaal zijn aard – op leuke tactisch complicaties, maar dat zat er heel lang helemaal niet in. Zijn agressie-barometer wilde maar niet vooruit gaan.

Gerrit moest heel lang nadenken over het dreigend naderende onweersfront  met aanvallende bedoelingen van zijn tegenstander  (ja, daar moet je tegen kunnen als  je als Philidor speelt), maar hield het  wel zo’n beetje overeind.  

2S7A7345WEB

Koen (Siciliaans) moest veel geduld hebben. Stond lang iets minder, tot een wonderlijke fout van Kemperink hem flink de wind in de rug  bezorgde.

2S7A7343WEB

Frank deed het aardig, maar moest ook lang geduld hebben.  Het zicht werd daar voorlopig ernstig belemmerd door mist.

Alleen Bert Kaizer  (met wit, Kalashnikov)  liet al direct zien dat hij wel wat van theorie weet. In ieder geval meer dan zijn tegenstander, die de sterkste vijfde zet miste en daarna alleen nog maar mocht hopen dat zijn buienradar het fout had.

Halverwege de avond begon zich voorzichtig af te tekenen dat het gevecht wel zo’n beetje gestreden was. Een tornado met bijbehorende schade zou het niet meer worden.  Wij waren eigenlijk misschien wel al tevreden met een gelijkspel, en dat zat er toen al absoluut wel al in, maar het kon ook nog wel winst worden.

Want Paul had ineens remise. Volgens Prof. Mr.  Dr.  K. niet helemaal terecht, maar des te prettiger voor ons. Dus die code geel was niet helemaal terecht. Ja dat gebeurt tegenwoordig herhaaldelijk.  Ja ook uw weerdienst wil absoluut niet later worden beschuldigd van te veel optimisme en wettelijk aansprakelijk worden gesteld voor stormschade of zoiets.

Bert Kaizer verzeilde met zeer degelijk spel in een gewonnen eindspel. In onze kwakkelwinter eindelijk weer eens echt even zonneschijn.  Klein interessant voorval: tegenstander gooide wat stukken om, zette ze weer op het bord. Maar deed dat fout met zijn paard. Bert merkte het niet op. Dus eigenlijk onreglementair allemaal. De verkeerde opstelling was voor Bob Bakker iets gunstiger, doch desondanks bleef Bert2 wat beter staan. En bouwde zijn voordeeltje toch knap uit. Hij ontdekte het de volgende dag pas toen hij de partij in zijn computer wilde invoeren. Zoiets maak je niet elke week mee.

2S7A7335WEB

Bij Martin klaarde de lucht ineens op. Ineens geen wolkje meer aan de lucht. Hij kreeg een stelling waar hij van houdt en bij de 32e zet gebeurde waar hij op wacht: zijn tegenstander raakte in de complexiteit van de stelling even zijn controle kwijt en daar profiteerde Martin genadeloos van.

Bij Frank trok de grondnevel ineens snel op. Nu werd ineens zichtbaar dat hij vanaf zet 8 beter stond wegens een verkeerde  paardzet van zijn tegenstander, vanaf zet 12 al heel goed stond, na zet  13 stukken beter, na zijn 21 La3 zwart het wel had kunnen opgeven.  Vanaf zet 30 kreeg hij de kans om blijk te geven van zijn ons van eerdere partijen  bekende handigheid met twee verbonden torens waarvan één op de voorlaatste lijn.

Gerrit bleek uiteindelijk  niet opgewassen tegen de aanwakkerende storm op zijn bord, misschien vooral psychisch niet, want hij gaf -misschien te vlug- op. Ik  kom hier verderop op terug.

Resteerde heel laat op avond alleen nog Koen. Met heel veel inmiddels werkeloze  toeschouwers bij zijn bord. Het was dan ook een boeiend schouwspel. Zijn tegenstander was door de te gulzige consumptie van een vergiftigde  pion een stuk achtergeraakt. Eerst tegen twee pionnen. Later nog maar tegen één. Toch probeerde hij met veel list zijn scheepje  tegen de hoge golven en de storm in op koers te houden.  Hield het tot ver in het eindspel toch heel spannend. Helaas ging het ergens mis met de notatie en dus kan ik helaas dat eindspel niet meer voor u diafragmeren.  Het kwam erop neer dat Koen moest gaan uitkijken dat niet alle pionnen eraf gingen want met alleen een loper extra kun je niet meer winnen. En soms met L+pion tegen K ook niet.  Maar gelukkig had hij goed uitgerekend dat bij de wederzijdse pionnenstorm naar de overzijde die loper gebruikt kon worden om op te offeren tegen een gepromoveerde vrijpion en zijn eigen vrijpion dan niet meer ingehaald kon worden.

Aldus werd dus hedenavond duidelijk dat de diepe depressie van degradatie aan Middenbeemster voorbij zou trekken. Wij zijn nu safe. Laat nu die cycloon van Purmerend maar komen. Wij hebben ons heel goed voorbereid. Alle loszittende onderdelen zijn vastgeschroefd,  vensters  dichtgetimmerd, en dammen opgeworpen. Ons kan niet niets meer gebeuren. Zeker niet zolang we op Bert Kaizer en Koen van Lankveld mogen blijven rekenen. Die waren vanavond van grote waarde.

Nog even geheel terzijde: als Frank en Martin nog even zo doorgaan, gaan die een forse sprong voorwaarts in hun Elo-rating beleven. Gezien hun huidige TPR in deze competitie.

Nog wat highlights:

Gerrit gaf op na 27. Lg5. Niet helemaal ten onrechte. En hij was murw. Het was moeilijk, maar het was eigenlijk toch nog niet zomaar uit!



Hoe  Bert Kaizer  openingsvoordeel verwierf:



Hoe Bert Kaizer een eindspel wint. Hij heeft slechts een kwaliteit (en een pion) meer. Dus hij moet toch heel wakker blijven.



Hoe  Martin ineens ging winnen:



Waar Frank het mes er echt inzette:



Hoe Koen ineens wind mee kreeg:



Waarom Paul  wel een beetje mazzelde:



Misschien was de ‘man of the match’ dit keer wel Bert Kaizer. De man met een betere opening door meer kennis, en een volkomen foutloze uitbouw van wat voordeel tot winst!

Niet alleen zijn bord was boeiend om naar te kijken, maar vooral ook hijzelf. De man met de vele gezichten:

Aldus geschiedde op een regenachtige en winderige winteravond: 

Aris de Heer,  van harte gefeliciteerd met deze belangrijke overwinning.

Uw opgeluchte weer/web-master

Eddy

eindcorrectie moet nog plaatsvinden




Bord 1

Ron de Vink (1904) – Henk van der Eng (1766) ½ – ½

Bord 2

Bert Kuijer (1790) – Pim Hoff (1697) ½ – ½


Bord 3

Paul Verkooijen (1773) — Peter Siekerman (1689) ½ – ½


Bord 4

Martin Zwaneveld (1704) – Arno Schlosser (1739) 1 – 0


Bord 5

Koen van Lankveld (1712) – Han Kemperink (1598) 1 – 0


Bord 6

Frank de Geus (1692) – Jacob Bleijendaal (1560) 1 – 0


Bord 7

Gerrit van Dok (1551) – Gren Noteboom (1556) 0 – 1


Bord 8

Bert Kaizer (1671)- Bob Bakker (1535) 1 – 0



Totaal 5½ – 2½

Gemiddelde rating: 1725 Gemiddelde rating: 1643

eindcorrectie moet nog plaatsvinden


Stand na ronde 17

Wit Zwart Uitslag
Ab Hauer Gerrit van Dok 0-1
Martin Zwaneveld Ron de Vink ½-½
Peter van Putten arnd schuur 1-0
Matthijs Groot Bert Kuijer 0-1
Herman Zwaneveld Afwezig met geldige reden
Frank de Geus Paul Verkooijen 1-0

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 17

Nr Naam Punten Gsp Gw Rm Vl Perc
1 Ron de Vink 189,17 16 7 9 0 71,9
2 Bert Kuijer 181,33 17 8 8 1 70,6
3 Frank de Geus 159,33 12 6 5 1 70,8
4 Martin Zwaneveld 150,00 15 7 4 4 60,0
5 Paul Verkooijen 150,00 12 6 4 2 66,7
6 Gerrit van Dok 118,33 15 4 3 8 36,7
7 Ab Hauer 114,67 14 3 3 8 32,1
8 Matthijs Groot 96,33 9 2 2 5 33,3
9 Peter van Putten 87,33 11 2 0 9 18,2
10 Herman Zwaneveld 58,67 6 1 0 5 16,7
11 Arend Schuur 17,00 1 0 0 1 0,0

Ronde 17, afl. 3

Resteren de partijen van Martin en Ron  en Matthijs-Bert.

Ron koos voor de afwisseling zelf eens met zwart de lijfvariant van clubrivaal Bert. Daar heeft hij met wit dus veel ervaring mee. Maar Martin verliet ogenblikkelijk de geijkte paden met 3 b3!? Dat bleek nota bene ook nog wel te kunnen. Voordeel: daar heeft Ron natuurlijk helemaal geen ervaring mee, en het komt in boeken en artikelen ook nooit voor. Gek genoeg, het wordt best wel eens gespeeld. Ik vond in mijn database 2700 partijen. Ron moest het verder helemaal zelf doen, en koos dan maar d7-d5. Indachtig de regel: als je zonder bezwaar in het Siciliaans d5 kunt spelen, dan direct doen! Misschien is dat hier toch niet de sterkste. Maar erg veel beter is er ook niet. Dus wie zal het zeggen. Martin had duidelijk succes met zijn verrassingstactiek. Ron’s  5 … a6 , hoewel in de Kan – variant bijna sjablone, is hier nu misschien wat aan de trage kant. Martin is natuurlijk al blij als hij Ron een beetje aan de teugel kan houden. En dat lukt. Maar  bij zet 11 schemert er iets verleidelijks in de verte. Zou Ron daar in trappen? Ik sta er naast, en denk : ‘Heus niet! Daar trapt die vent echt niet in.’

  Martin – Ron (10…cxd4)

Hij hoeft niet gelijk op d4 terug te nemen ( zie ook ‘levend diagram’ hieronder) maar stel nu eens dat ….   11.Lxd4 dxc4 12.Pxc4 Dxd4? 13.Lxh7+ met damewinst.

Ik denk dat Martin ver vooruit dacht, maar een kleinigheidje miste, nl

Martin – Ron (12.Pxc4)

Na 12. ..  Lxf3 kan wit niet terugslaan met de Dame. Want dan is hij wel die loper op d4 kwijt! Dus moet het wel met die pion. Ik murmel tegen Ron, hij moet wel met de pion terugslaan en dan staat hij slecht! Kwetsbare koning en in het eindspel een zwakke geïsoleerde dubbelpion!

En zo geschiedt. Alleen tot mijn verbazing vindt Prof Dr Mr K. dat het best nog wel een beetje meevalt. En als Ron dan ook nog een klein foutje maakt met 14. … Ph5   Ik begreep dit ter plekke niet erg. Wat moet dat? Ron vertelde me vandaag bij een ontmoeting in de sportschool dat hij iets wilde met Pf4 en Dc8 en Dh3, maar daar krijgt hij de tijd niet voor. Nu  is het inderdaad behoorlijk gelijk. Ron had in de eindstelling desondanks eigenwijs door kunnen spelen, en hopen dat die dubbelpion in het eindspel hem nog iets kon opleveren, maar daar had hij geen zin meer in.




Daar viel dus voor de buitenstaander, wat eenvoudiger van geest, dus ook nog wel wat te genieten.

Matthijs deed het een poosje wel aardig tegen Bert.

Bert wachtte in zijn jagershut rustig af. Ooit zou het konijn wel langs komen.

MatthijsBert 14. Ta8-d8

Dat gebeurt bij zet 15   Ta2?

Ik probeerde die te begrijpen. Wil Matthiis die toren naar d2 krijgen om zo penningen over de d-lijn te voorkomen? Maar dat is toch al te laat! Kost een extra zet met c2. 15. Pd2 was toch veel logischer. Nu kan Bert al gewoon slaan op e4. Die doet dat niet. Ik denk omdat dat wel tot wat stukkenruil gaat leiden en hij wil het waarschijnlijk wat ingewikkelder  houden met meer stukken op het bord. Maar hij kan op de volgende zetten ook op e4 slaan, en blijft dat weigeren, maar daardoor krijgt Matthijs wel tijd om de verdediging tegen die penning door die toren nog wat te repareren.

Matthijs – Bert (16…bxc4)

Na 17.  Pd2 gaat het nog wel allemaal. Maar na 17. d4?? (toch alsnog onderschatting van die penning?) wordt het dus heel naar voor wit.  Daar is het konijn dan, en hij is haast niet te missen.  



Met een stuk achterstand rommelt Matthijs nog 7 zetten door, maar daarvoor hoeft Bert zijn schuilhut niet meer op te zoeken. Lekker maaltje vanavond!

Zo, beetje laat, maar toch voltooid.  Van het digitale gedoe te mijnent intussen het meeste wel opgelost, dus volgende keer hopelijk wat meer op tijd.

As maandag een heel belangrijke externe wedstrijd. Als we tegen Bakkum winnen of desnoods gelijkspelen, dan zijn we echt veilig. Maar was het niet vorig jaar tegen Bakkum dat we ineens in een situatie kwamen te verkeren waardoor alleen een wonder degradatie kom voorkomen. Dus ……  onderschat ze niet!  We zijn zoals het er nu naar uitziet in onze sterkste  opstelling. Dus doe je best!

eindcorrectie ……. enz.

Ronde 17, afl 2

Verder nog wat te beleven vanavond? Jawel. Ik stond verbaasd te bezien hoe Paul door Frank werd afgedroogd. Ik vond Paul eigenlijk even geen schaduw van zichzelf vanavond. Misschien te weinig geschaakt  de laatste tijd? Moet er weer even inkomen. Hij speelde een Pirc.      1. e4 g6  2. d4 Lg7    Frank kiest hier voor 3. Lc4  

  Frank – Paul (3.Lc4)

Niet heel gebruikelijk, en ook niet de scherpste of gevaarlijkste. Maar toch. Er was een tijd dat ik tegen e4 vrijwel uitsluitend Pirc speelde met zwart. En ik herinnerde me gelijk een niet al te prettige ervaring tegen zo’n opstelling met Lc4. Ik weet nog dat het was in een externe wedstrijd van Aris de Heer tegen Caïssa in Hoorn. Hoe ging dat ook alweer? Mijn notatieboekjes uit de kast gehaald. Het bleek tegen ene mijnheer De Gruiter, begin 1979! Ik herinner me zelfs nu nog dat het zweten werd, en dat ik blij was dat ik na 38 zetten met remise wegkwam. Ik speelde zoals het hoort in een Pirc.   Met   d6.  En dan later e5 of c5 om ook iets in het centrum te hebben.  Paul voorkwam eventueel gezeur (dat mij destijds overkwam , ook door niet de beste zetten te spelen, want ik had me er nog nooit in verdiept .) namens  Lc4, door 3. …. e6 te spelen.   Even gelijk een barrièretje tegen die loper op c4!  Maar het bezwaar is dat dat ook weer niet zo goed past bij een Pirc. Je krijgt nu onherroepelijk weer ander gezeur over andere zwakke velden: een loper op g5 wordt dan weer lastiger! Ik was zo eigenwijs na afloop tegen Paul te zeggen dat het gedonder voor hem al begonnen was met zijn  e6  in plaats van d6.   Raadpleging van Komodo leert me dat ik me eens wat bescheidener moet gaan opstellen.  Prof Mr Dr K. vindt dat het allemaal wel meevalt. Natuurlijk is de witte stelling dan, wat prettiger dan de zwarte, maar dat is het dan wel. Nee ‘het gedonder’ begon pas bij zet 11.

  Frank – Paul (11.Pc3)

11. …  e5 ?  Niet het goede moment.   Daarbij speelt ook nog een rol dat zwart de loper op g5 verjaagd heeft met f6 in plaats van met h6. Dat vraagt om een lastige penning.  (beter 11. …  Pb4!?)  12  exd5 Pxd5

   Frank – Paul (12…Pxd5)

En nu wordt het voor Frank en voor toeschouwers dus leuk om aan te zien. Voor Paul wat minder.



En opgegeven.  Lollig allemaal. En wat was Frank sterk bezig!

Ab liet iets minder van zijn sjablones zien. Hij rocheerde nu wel snel. Maar de stelling na zet 8 is toch wel typerend voor hem.

Actie in het centrum uitgesteld, en 5 pionnen op de derde rij. Beetje passief.

Ab – Gerrit (8…c5)

En stelling van Gerrit zoals het hoort. Centrum bezet. Meeste stukken ontwikkeld. De rest gaat  vlug volgen.

Hierna begint Ab dan toch tegengas te geven met e4 en f4. En houdt de boel toch nog wel een beetje overeind. Tot zet 17. Dan zet Gerrit een val uit.

  Ab – Gerrit (17.b3)

Gerrit speelt hier 17. …..  d3. (Eigenlijk niet wit’s beste zet:  17. …. Lg5!?)  Maar nu is er wel even de dreiging Dd4 met schaak èn aanval op toren a1. Vrij doorzichtig, maar Ab trapt erin. Die slaat op d3, waarna 18. ..  Dd4+ volgt. Als hij eerst even 18. Lb2 had gespeeld, staat hij zelfs beter! Nu kan hij opgeven. Maar hij doet dat pas na zet 21.

Wordt vervolgd

Ronde 17, 17 februari , afl. 1

Omdat ik wegens te mijnent veel digitaal gedoe weer wat achter lig op mijn schema, ga ik dit verslag voorlopig in afleveringen op de site zetten. Zo hoeft niet iedereen  alsmaar te wachten op mijn ongelofelijk n(tr)uttige  commentaar.

Iedereen was er. Behalve Jasper. Behalve Herman. Maar die had daartoe een erg geldige reden! Ik wens hem vanaf hier, en ook namens clubgenoten, het beste wat denkbaar is. 

Ik begin met waar ik veel interessants in ontdekte. De partij Peter- Arend.

Het begon als een Philidor :  1. e4 e5  2. Pf3 d6  

  Peter – Arend (2…d6)

Bij Wikipedia kunt u hierover lezen :

‘Deze verdediging is vernoemd naar François Philidor (1726-1795). In de 18e eeuw werd deze opening vaak gespeeld, maar later nam de belangstelling voor de opening af, omdat zwart geen actieve stelling krijgt en het opschuiven naar f5, wat oorspronkelijk de bedoeling was, uiteindelijk ongunstig blijkt te zijn voor zwart. Toch wordt de verdediging nog wel gespeeld door meesters als Bacrot, Aronian en Nisipeanu.’

Graag wil ik hier aan toevoegen:  ‘en meesters als Gerrit van Dok, en aanstormende talenten als  Peter van Putten en Arend Schuur.’

Het hierboven genoemde “minder actieve” zit  ‘m erin  dat dezwarte koningsloper voorlopig weinig actief achter die d6-pion blijft zitten. Dat Peter al gauw wat beter spel krijgt, zit hem echter niet in zijn beste aanpak   ( dat is 3.  d2-d4 exd4  4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 Le7 6. Le2 ) , want hij sluit nu ook zijn eigen witte koningsloper op, achter 4. d3. Nee, het zit hem in de wat mindere aanpak van Arend:  Die ruilt de actiefste van zijn twee lopers gelijk af, en speelt daarna het wat twijfelachtige Df6.

  Peter – Arend (6…Df6)

Ik denk dat hij op die manier op de snelst mogelijke manier lang wil rocheren. Op zichzelf wel een lofwaardig idee. (Maar dat komt er nog even niet van. )  En dat Komodo dit nu taxeert als 1.00 voor wit, komt – denk ik –  omdat het nu voor zwart wel even scharrelen wordt om die stukken van die koningsvleugel nuttig te ontwikkelen.  Df6 houdt het logische veld voor Pg8 bezet en Pe7 is dan weer niet zo prettig voor die loper op f8.

Gelukkig voor Arend gaat Peter op de 10e zet dameruil aanbieden (beetje passief) en dan gaat het er weer wat prettiger uitzien voor zwart.

 Peter – Arend (14…Pd4)

Na 14. … Pd4 moet wit wel Ld1 spelen  want ook pion c2 moet gedekt worden.  Beetje rare plek voor die loper , maar na bijv. c3 zijn er nieuwe mogelijkheden, dan moet dat paard weer weg en kan bijv.  Ld1-a4.

Maar Peter speelt  15. c4 en dat heeft de volgende bezwaren : wit zit daarna met een geïsoleerde dubbelpion op de f-lijn en is bovendien zijn ‘loperpaar’ kwijt.  Hier murmelde ik tegen Arend: “geef mij maar zwart”. 

Arend speelt inderdaad sterk verder. 

Een spannende situatie ontstaat rond zet 23.

(Klik op de zetten of pijltje om het diagram te laten veranderen.)



Hierna lijkt de stelling geleidelijk aan in een remisestelling te veranderen.  Even gaat er iets fout. Als mijn gegevens kloppen kan Peter ergens gewoon een stuk slaan, maar doet hij dat niet. Of is er iets mis met de notatie. Interessanter vind ik dat er even later ineens een heel boeiend en leerzaam eindspel op het bord staat. En opnieuw had zwart kunnen winnen. Maar best wel nogal moeilijk allemaal! Na zet 34  ging het aldus:



Voor ik nu verder ga om te laten zien hoe zwart deze stelling met een op promotie beluste vrijpion wint, wil ik eerst nog even iets laten zien voor de enkele theoretisch wat minder geschoolden onder ons. Wellicht wordt het vervolg dan duidelijker!

Als je wilt weten of een koning een naar promotie snellende pion nog kan inhalen is er een handig trucje. Teken in gedachten een vierkant als in het diagram hieronder.

Tel het aantal vakjes van vrijpion tot promotieveld (e8), ga vandaar hetzelfde aantal vakjes naar links  (naar b8), dan weer terug naar de rij waar de vrijpion staat (5e rij), en dan weer naar rechts naar de vrijpion. Zo ontstaat een vierkant. Doe dat in gedachten! Als je echt een viltstift gaat zoeken en op het bord gaat tekenen, word je geroyeerd als lid.

  Promotievierkant

Als zwart aan zet is zal hij met Kb5 of Kb6 dat vierkant kunnen binnengaan. Dan haalt hij de witte vrijpion in! Als wit aan zet is niet. Die speelt dan e6, en dan wordt het vierkant kleiner en komt zwart er niet meer in! Dus te laat!

Natuurlijk hangt van de stelling af in welke richting je het vierkant bedenkt. Hier naar links. Maar in een andere stelling misschien naar rechts.

Zo , nu terug naar de stelling die ik verliet voor bovenstaand geschoolmeester.



Al met al een heel boeiend potje. Beetje teleurstellend voor Arend dat hij in een gewonnen stelling opgaf. Ik zag echter wel –eigenlijk vaak van beide kanten- heel goed spel. Maar wellicht leerzaam!

Wordt vervolgd