Vrouwenschaak

Ik ervaar met enige bevreemding dat vrouwen mij nog steeds flink interesseren.  Beetje vreemd als je 88 bent.  Ik bedoel inmiddels wel vooral hun geestelijke mogelijkheden. Dat wel! Maar ik heb dat altijd wel een beetje gehad. Ik was als jonge docent Nederlands een poosje werkzaam op een Middelbare Meisjes School. Die bestond toen nog. Het was de mooiste tijd uit mijn lerarenbestaan. Als je een gedicht op de tafeltjes legde , was de reactie vaak: ’Fijn, we gaan een gedicht doen’ . Als je dat later op een HAVO of VWO deed hoorde je : ‘ Jasses, kan die man dat niet gewoon zeggen?’ Ik herinner me een jongedame die i.p.v. een boekenlijst met de verplichte15 titels op haar eindexamenlijst, er even  35 op noteerde! Vond ze leuk! Dat ging bij jonge mannen anders. Ik weet niet meer welke Kuijer van onze schaakclub het was, maar een van de twee vertelde me, nog scholier, eens dat hij echt niet van plan was om die boeken te gaan lezen.  Hij zocht wel wat uittreksels bij elkaar. Ik wist gelukkig het geknars van mijn tanden verborgen te houden.

Ik weet nog dat ik in de begintijd van mijn schakerij ook probeerde te achterhalen hoe Vera Menchik (1906-1944, wereldkampioen vrouwen 1927-1940) het toen gedaan had. En in de krant volgde wat de actuele resultaten van Fennie Heemskerk(1919- 2007, Nederlands kampioene 1937-1960)  waren. Als man kon  ik nog wel vrij lang toch enige meewarigheid voelen. Ze waren wel heel goed, maar ja natuurlijk niet zo sterk als sterke Nederlandse mannen als Max Euwe, Lodewijk Prins, Hans Bouwmeester, v. Scheltinga  en dat type van soort. Dat kon natuurlijk niet. Het waren tenslotte vrouwen.

Ik weet nog dat ik ergens in NoordHolland deelnam aan een simultaan door een Nederlandse sterke schaakster. Ben vergeten wie. Op zichzelf al een  veelbetekenend  feit.  Ik verkeerde bij Aris de Heer al een poosje in de hoogste regionen, dus ik dacht dat varkentje snel even te gaan wassen. Maar binnen een uur kon ik opgeven. Mijn conclusie had moeten zijn dat die mevrouw gewoon flink sterker was dan ik. Maar moreel was ik toen nog niet zo ver. Volgens mij had ze had gewoon  de mazzel gehad dat ik kennelijk even niet in mijn beste doen was.

Er begon iets aan zulke opvattingen van mij te veranderen toen ik in de krant had gelezen dat er een meisje was op een internationaal schaaktoernooi in Amsterdam-Zuid , 13  jaar, die iedereen versteld deed staan. Ze speelde in de meestergroep. Eén verdieping hoger speelden de grootmeesters. Grote jongens. Kortsnoi bijvoorbeeld. Anand. Etc. Het schaakpubliek wordt meestal gevormd door schaakmannen die met pensioen zijn. Die werken niet en kunnen bij een schaaktoernooi gaan kijken. Het grappige was dat die middelbare mannen deze keer niet naar de toppers gingen kijken, maar naar het iets kleinere vertrek met de iets mindere schaakmeesters afdaalden, dat bomvol stond. Allemaal wat oudere mannen die dat lieve meisje -met paardenstaart – wilden volgen. De organisatoren kozen na enige dagen eieren voor hun geld en verplaatsten het meisje ook maar naar het vertrek met de grootmeesters. Ook ik heb daar ademloos naar haar en haar schaakzetten staan kijken.  In ieder geval werd me duidelijk dat wij zelf maar prutsers waren. Ze heette Judith Polgar en woonde in Hongarije. Ze werd geboren in 1976. Ze ging niet naar school maar kreeg onderwijs van haar ouders. Haar moeder gaf haar talen, en voor vader mocht ze kiezen : wiskunde of schaken. Vader Laszlo  voerde een ijzeren regiem. Elke dag 30 schaakproblemen oplossen, elke dag snelschaak, gewoon schaak, en studeren in schaakboeken. Beetje idioot wel, en kindonvriendelijk. Zoals men soms jonge tennissers of turnsters mishandelt. Zou je zeggen. Maar volgens Polgar zelf, achteraf, viel dat best wel mee. Ze had er best plezier in. Ook haar twee zusters kregen schaakles,  en werden ook sterke schaaksters. Maar niet zo sterk als Judith. Die had aanleg. Maar volgens Laszlo lag dat anders. Volgens hem kon door exclusieve, gerichte aandacht en studie op zeer jonge leeftijd, van elk kind een ‘wonderkind’ gemaakt worden. De bedoeling van zijn experiment met zijn dochters was dat te bewijzen. Hij was zelfverzekerd. Maar toch ook wel eens wat minder. Ik was een keer bij het Hoogoventoernooi en stond te kijken naar de schakers achter de balie.  Judith speelde nog in de meestergroep. Trok ook hier veel aandacht. Een mijnheer naast me sprak me aan. Auf deutsch. Een beetje zenuwachtig: ‘ Denkt u dat ze goed staat?’ Sta ik nota bene naast haar intussen ook al beroemde vader! Die had beter een sterker iemand kunnen uitkiezen om een mening te vragen, want weet ik veel?! Ik stotterde maar dat ik dacht van wel.

Deze Judith ontwikkelde zich pijlsnel tot een grootmeester.  Dat werd ze al toen ze 15 jaar en 4 maanden was, omdat ze kampioen van Hongarije was geworden. (Bij de mannen). Daarmee was ze toen de jongste grootmeester ooit. Nog jonger dan de toenmalige recordhouder Bobby  Fischer. Als voorbeeld onderstaand de ontknoping van een partijtje toen ze 8 lentes (acht!!) oud was.

Live diagram

Al jong wilde ze niet meer in vrouwencompetities spelen. Daar was ze te sterk voor. En als ze nog sterker wilde worden moest ze bij de mannen spelen. Vond ze zelf al gauw. Haar zus Susan Polgar deed dat niet. Werd wel in 1996 wereldkampioen bij de vrouwen, maar kwam niet verder.

Judith  boekte daarna talloze successen in de mannencompetities. Stond al gauw in de top10  van de Fide. Supergrootmeester dus. Won af en toe een toernooi. (Tata bijv.) Zat vaak bij de bovensten in de ranglijst. Won ook zelfs wel eens van Kasparov. Oorspronkelijk was ze berucht en geliefd om haar tactische hoogstandjes. Later ging ze wat strategischer spelen en werd toen nog sterker. Ik ben haar schaakverrichtingen altijd blijven volgen. Altijd interessant.

Ze was ook een zeer trouwe deelnemer aan het jaarlijkse schaaktoernooi in Hoogeveen. Won dat ook enkele malen. Ik ging daar ook af en toe heen. Ik nam daar ook eens iets waar wat me de overtuiging opleverde dat Polgar niet alleen een oersterk schaker was, maar ook een aardig mens.

Ik stond er al voor de aanvang. Op anderhalve meter afstand van waar Polgar moest gaan spelen. Ze moest straks tegen de Nederlandse grootmeester Sokolov. Die zat al achter het bord, en staarde diep geconcentreerd naar zijn witte schaakstukken. Judith kwam eraan, nam plaats en rangschikte al haar spulletjes ordelijk op de tafel. Sokolov zag niets anders dan zijn stukken. In diep gepeins verzonken. Hij zal wel gedacht hebben: ‘Ik krijg het  moeilijk vanavond. Hoe kan ik dat het beste aanpakken? ‘  Judith wilde hem kennelijk vriendelijk groeten. Sokolov zag nog steeds niets. Judith  dook naar beneden, legde haar kin op de tafel, en blikte met een brede glimlach  schuin omhoog naar de ogen van Sokolov. Toen zag hij het eindelijk. Hij stak zijn hand uit en glimlachte. Ik weet nog dat ik toen dacht: ‘Polgar, jij beschouwt je collega-schakers niet als tegenstanders, maar als vrienden!’

De hele familie Polgar was vriendelijk.  Ze waren Joods. Maar in de periode dat ex-wereldkampioen Bobby Fischer voor de verdere wereld onvindbaar was, maar wel afschuwelijke antisemitische praatjes ventileerde, had de familie Polgar nog wel contact met hem, en ze boden hem de mogelijkheid in Hongarije bij hen te komen logeren. Dat heeft hij aangenomen. Niemand wist dat. Het werd pas veel later bekend. Hij had het er naar zijn zin. Schaken met Judith, gesprekken over schaken en over de wereld, de mooie natuur in. Maar ook doorgaan met zijn antisemitische laster. Vader Laszlo Polgar heeft het vrij lang volgehouden, maar hem toen tenslotte toch maar de deur uit gezet.

Een andere  gebeurtenis die m.i. duidde op grote beschaving was de volgende: Judith speelde in een officieel, zwaar, toernooi tegen Kasparov. Ze zette een valletje. Kaparov trapte erin, deed een zet, liet zijn stuk los. Zag toen pas wat er ging gebeuren en hij pakte het stuk weer vast en zette het terug. Polgar zei niets! Ze had natuurlijk de wedstrijdleider erbij kunnen halen. Pas toen de partij klaar was, en Kasparov gewonnen had,  zei ze : ‘Garry, wat flikte je me nu?’ En liet het daarbij. Respect voor haar formidabele collega?

Kasparov won dit wel tenslotte, maar het had zonder zijn onsportiviteit remise geworden, en waren er ook mogelijkheden voor missers van hem gebleven.

Schaakt Polgar nog? In 2004 kreeg ze haar eerste kind. Toen moest de schakerij, slechts een korte periode, op een wat lager pitje. Maar  in 2014 maakte ze bekend dat ze zich uit het echte persoonlijke wedstrijdschaak ging terugtrekken . Wel bleef ze voor de schaaksport actief: schreef boeken, gaf cursussen, commentaarverzorger bij grote toernooien, en zelf nog  schaken op bescheidener niveau.

Waarom schrijf ik nu ineens over Judith Polgar? Weer door een boek. Er was een aanbieding van New in Chess voor ebook, met ‘levende’ diagrammen, Voor 7,50 € . Dat kon ik niet laten lopen.

Ze was vooral bekend om haar agressieve stijl. Uit dat boek zou ik vast wat stellingen kunnen plukken waar u van kunt smullen.

En dat klopte. Ik ga u er even wat van laten zien. Het boek staat er vol mee.

Kasparov verloor vrijwel nooit. Maar tegen hem won Polgar wel eens. Waarom werd ze toch geen wereldkampioen? Omdat Anand en Kramnik haar in de weg zaten. Die waren haar te machtig. Vooral Kramnik. Ik geloof dat ze daar nooit van heeft kunnen winnen. Van Anand slechts een enkel keertje.

Hoofdstuk 5 van het boek geef voorbeelden van beslissende momenten in haar partijen, De auteur noemt haar beslissende zetten ‘shots’. Laat ook zien hoe ze tot zo’n stelling kwam, maar dat laat ik hier maar even weg, Alleen wat  ‘shots’. Dat is het leukst. :

Zapata – Polgar, New York 1989

Ik wijs u er nog even op dat Polgar in dit voorbeeld nog pas 13 is.

Amsterdam 1990, 07.06.2025

In dit boek  komen veel complete schaakpartijen voor die ze van heel grote jongens won: Ivantsjoek, Shirov, Topalov. Kortchnoi, Anand, Short, Spasski, etc.

Hieronder de winst tegen Anatoli Karpov, lang wereldkampioen, tot 1985. Weliswaar in 2003 zijn allersterkste periode achter de rug, maar evengoed nog beresterk!

Ik ga het hier maar even bij laten.

Hopelijk kon u zich in het schaakloze tijdperk met deze greep in al dat materiaal een beetje amuseren.

Voorlaatste wereldkampioene Yifan Hou (2016)

De huidige is Ju Wenjun,

(Daar heb ik geen eigen plaatje van)