Het paard van Ree.

Uw verhinderde verslaggever hoopte op een kerstrecesje. Maar niks hoor. Alle clubgenoten die afgelopen dinsdag aan de bekerwedstrijd tegen Het Paard van Ree hadden aangezeten  zonden mij ongevraagd hun commentaar en partijen toe. Dat deed mij wel veel deugd. Daaruit meen ik te mogen afleiden dat ze onze website inderdaad toch wel belangrijk vinden. En dus voor mij  toch werk aan de winkel. Ach, toch een goede manier om saaie feestdagen door te komen.

Het Paard van Ree werd opgericht in 1986, en dankt zijn naam aan een hoogsteigenaardige, verliezende zet van Hans Ree ( vele malen Kampioen van  Nederland)in een partij tegen de Finse grootmeester Westerinen, Hoogoventoernooi, Wijk aan Zee,  1970.

Ree=Westerinen

1. Pa1 ??

Een wonderlijke stelling. Vreemde materiaalverhouding. Zwart zou volgens K. een fractie beter staan na wits 35. Pb4.  Materieel toch ongeveer gelijk. Maar Ree speelde hier 35 . Pa1 ? Daar kwam het paard nooit meer weg. Vanaf nu speelt wit met den stuk minder. Na nog 10 zetten moest Ree opgeven.

Achteraf zou Donner hebben opgemerkt : ‘Ach ja, dat paard van Ree’ . Zo kwam deze schaakvereniging aan zijn naam. Ree was er niet blij mee. De vereniging organiseerde heel veel later in een  jubileumjaar een korte match tussen  Westerinen en Ree. Kon die proberen revanche te krijgen. Ree kwam daarvoor wel naar Wijk aan Zee. Dus toen waren de scherpe kantjes er wel af.

Het Paard van Ree uit Wijk aan Zee. Hun team had gemiddeld een flink wat lagere rating dan dat van Aris de Heer, waarin zelfs ‘onze gehele grote drie’ acte de précense gaven. Eitje dus? Nee dus!

Ron stuurde het uitvoerigste matchverslag.

‘Ik hoop dat je van de anderen ook verslag krijgt, want tegen Paard van Ree viel het dus echt niet mee. Het had zo 2-2 kunnen worden of 2 1/2 – 1 1/2 voor hen!  De enige die regulier won en niet in gevaar is geweest, was Bert! Frank en ik hadden kunnen verliezen en Thomas kwam niet echt goed uit de opening. Zijn Pe5 was niet goed. Daarna heeft Thomas het later nog wel heel spannend gemaakt door een toren te offeren, maar meer dan remise zat er niet in.’

Mijn partij was weer heel leerzaam voor mij. Bert weet veel van de Kan en gaf aan dat eerst b5 en Lb7 een beter plan is dan gelijk mijn 8…, Pe5.

PaardvR – Ron (8.Pc3)

Hij heeft daar wel een punt, maar wit kan dan wel op c6 ruilen en dan is het lastig te winnen met zwart, wit staat tikkie beter. Maar mijn 8…, Pe5 bleek verrassend daar nog theorie en de meest gespeelde zet. Maar dan moet ik erna wel b5 spelen (Bert snapt het dus wel), want dan kan mijn paard na een wit f4 wel goed naar c4 en andere paard vervolgens na e5 naar d5 en vanwege de snelle dreiging op g2 (na Lb7 en mijn dame op d5 na ruil) blijft de stelling dan alsnog in evenwicht! Na mijn 8…, Pe5 speelde mijn tegenstander heel goed 9. Le2 wat ik beter vind dan 9. h3 (ook theorie). Nu moet dus weer 9…, b5 (Bert).

PaardvR – Ron (9.Le2)

  9…,d6 is niet verliezend, maar geeft wit al belangrijk voordeel. Na het logische 10. f4 moet ik toch 10…, Pc4 spelen al sta ik niet lekker na ruil en dan e5 of Df3. Dat is niet wat je wilt met zwart. Maar na 10…, Ped7? heb ik dus feitelijk wel een tempo verloren. Wit profiteert gelijk. 11. f5!, e5

PaardvR – Ron (11…e5)

 12. Pe6!!

 Prachtig gespeeld, na een andere paardzet sta ik na b5 verrassend nog gelijk. Ik was er zeker van dat ik nu ging verliezen, maar echt gemakkelijk blijkt het vervolg toch niet. 13…, Pb6 is de enige om nog kans te hebben te overleven. Nu is dus 14. Lh5+ winnend! Verrassend bleek zijn 14. Txf6 -wat er volstrekt logisch uit ziet- dat niet te zijn. Dat offer kan zo nodig later alsnog, ik kan toch niet op h5 nemen. Na 15. Lh5+ is 15…,Ke7 ,wat er heel eng uitziet, weer de enige.

PaardvR - Ron (15...Ke7).jpg

Nu moest hij dus 16. Pd5! spelen. Na 16…, Pxd5 17. exd5 zit ik helemaal opgesloten. Maar 17…, b5 blijkt dan nog reddend! Wit moet dan zelfs gelijk 18. c4! spelen, om niet te verliezen. Ongelofelijk.
Na zijn 16. Lf7? kan ik mij verdedigen. Bert merkte terecht op dat ik gezwijnd had. Mijn koning kan nu in veiligheid kruipen.

PaardvR – Ron (22.Kh1)

22. … Dc7

22…., Dc7! was overigens nog wel nodig, want na 22…., Dxb2 maakt hij met 23. De6+ alsnog remise! Na het gespeelde 23 Pd5, Df7 24. Tf1 , h5 is mijn koning eindelijk veilig en met toren minder gaf hij nu op. Maar chapeau voor mijn tegenstander.’

Bert:

We hebben de beker wedstrijd met 3,5 – 0,5 gewonnen. Ik was snel klaar want mijn tegenstander deed het erg fout in de opening . Waardoor hij een pion verloor en een slechte stelling had.

Bert - beker (9...c5 ).jpg

9 …. c5 ???  Zwart mag niet terugslaan wegens de vork met b4   10. dxc5 b6 11. b4!

Ik bleef hem gewoon maar onder druk zetten en zijn bewegingsvrijheid werd steeds minder. Toen hij ook nog een stuk weggaf hield hij het voor gezien.

  Bert – beker (18.e4)

18. … Lb5?  19. Pxb5 Pxb5  20. Txc8 Dxc8  20. Lxb5

Ron was niet zo goed op dreef en kwam zelfs verloren te staan. Ik weet niet of hij zijn partij nog opstuurt . (ES: tuurlijk wel! Zie hierboven)

Frank won wat pionnen maar stond een beetje gedrukt. Er was een moment waarop hij een stuk had kunnen verliezen maar dat zagen zij beiden niet. Daarna won hij met een prima initiatief.

Thomas had zoals gewoonlijk een hele ingewikkelde partij die ik niet zo goed kan duiden. Zijn tegenstander bleef maar goede zetten doen dus het bleef lang spannend. Uiteindelijk wikkelde hij af naar remise.

Frank:

Hierbij mijn partij. Ik was niet helemaal fit en zag daardoor over het hoofd dat wit eigenlijk een stuk kon winnen twee zetten lang.

Beker - Frank (24...h5).jpg

25. Taf1 ??  (25.  TXe4! dxe4  26. Lxe4+ en de Toren op a8 gaat eraf)

Op die fout na wel redelijk gespeeld denk ik.

Thomas

Thomas – Kemperink (7…Pc6)

8. Pe5 is niet zo goed als het eruitziet. Beter is 8. cxd5 exd5 9. e3 en wit staat iets prettiger. Het paard op c6 staat niet zo goed omdat een natuurlijke zet als c7- c5 of eventueel c7-c6 voorlopig niet mogelijk is. 9. 00 was een onaangename verrassing, ik had gedacht dat Ld7 nodig was en zwart (?) is zijn rochade kwijt. Het was nog bekend tot zet 17.

Thomas - Kemperink (16...Tfc8).jpg

17. Db2  Eerder is 17. La6 gespeeld. Deze partij verloor wit wel.

Ondanks het lichte nadeel dat ik had, kreeg ik na 19.  g6 hoop op een koningsaanval.

19  ……  g6

Zwart bleef zich echter goed verdedigen en ondanks mijn pogingen kwam er geen doorbraak. De toren op c6 vervult zowel verdedigende als ( tegen-) aanvallende taken. Na 32.. Kxh6

Broek – Kemperink (32…Kxh6)

33. Dh2

was 33. g7, Kh7  34. gxfP+ , Dxf8 35. Tg3 kansrijker (+1) maar overduidelijk gewonnen is het zeker niet. Vermeld dient nog te worden dat

na 28 …. Kxg7   29. Lxf5 niet werkt vanwege 29.. Dxf5 30. Dxc3, Dxh5+  31. Kg2, De2+ met eeuwig schaak.

Wel een boeiende partij tegen mijn oud-clubgenoot van Castricum!

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden

Herman +

En zo bescheiden

En zo sociaal

En meer dan wij

Wij allemaal.

Kon niet vermijden

Morgen ik, en heden gij

Het eind van een goed leven.

Hij hielp wel even

Als we met weinig waren

Dat deed hij vaak

We wilden hem zo graag bewaren

Na een mooi schaak

en dan, dan  overkomt ons dat

Verdrietig voor ons allemaal

Alweer zo’n droevig mat.

Uilen op bezoek

De Uil is toch een beetje mysterieus wezen. Het zinnebeeld van wijsheid. Als metgezel van Pallas Athene, respectievelijk Minerva, godin van de wijsheid. Maar vreemd genoeg tegelijk ook zinnebeeld van de domheid, geschikt om iemand misprijzend te kunnen toevoegen dat hij een uilskuiken is.

Wij kregen De Uil op bezoek. De wijze variant.  De Uil  had de ‘olmen’ verlaten ‘bij het vallen van de nacht’. Waar hij in een oud liedje zat. En had zich nu onder de linden genesteld.

Wel een flink eind vliegen.  Nog meer uilengeheimzinnigheid. Hillegom ligt toch in Zuidholland? Wat doet die Uil dan in de Noordhollandse schaakbond?

Maar terzake. Een verslag van  Uw partijen. Wat er door mij heenging  tijdens en na deze gedenkwaardige avond. Beetje overbodig eigenlijk. Het maken van zo’n verslag voelt een beetje als  ‘uilen naar Athene dragen’. U hebt het immers allemaal zelf kunnen zien.

De Uil staat ook laag op de huidige ranglijst. Als we toch nog wat in die eerste klasse NHSB willen laten zien zal dat deze avond moeten gebeuren.

2S7A0457WEB

(foto’s groter? Erop klikken.)

Viel me op dat aan de koppen te zien de verendracht van deze uilen overwegend wit was. Allemaal middelbaar dus, of nog erger. Zeven sneeuwuilen. En eentje in de rui. Daarbij vergeleken waren zelfs wij gemiddeld wel een beetje jonger.

Het waren voor zover na te gaan behulpzame wezens. Als ik achteraf om het notatieboekje voor de kiek vroeg, werd daar niet moeilijk over gedaan. Eentje maakte er een geintje bij. ‘Dat kan niet hoor, dat is privé-bezit’. Ik beloofde  als tegenprestatie aardig over hem te zullen schrijven.  Toen mocht het.

Daarom het volgende :

Het was zeker de meest opvallende verschijning van de zwerm. Het meest ontspannen, het grappigst,  en het kleurigst uitgedost.

2S7A0470XWEB

En schaken kon hij ook. Koens Engelse opzet maakte het hem wel even lastig.  Maar Koen zat waarschijnlijk bij zet 12 even een uiltje te knappen, want hij gaf Jan Koopman de kans op grappige wijze een pion te winnen.

Koen – Uil (11.Pge2)

 11. Pe2? Dxb2 want na  12 Dxb2 Pd3 met familieschaak.

Gelukkig voor Koen zat hij 2 zetten later misschien zelf ook even te dutten,  want op soortgelijke, grappige wijze gaf hij zelf ook een pion weg. Of vond hij het niet eerlijk dat hij Koen zo laaghartig  een pion had ontfutseld en als integer en sportief wezen gunde hij Koen  een herkansing? Gewoon een aardig gebaar?

Koen – Uil (14.f4)

14 ….  Pg4?  (Ped7!) 15. Lxc6 !!

Daarna stond Koen vrijwel voortdurend beter, maar Jan Koopman bouwde een stevig en veilig nest (toegegeven, Koen hielp zelf een beetje met het verzamelen van de takjes en de strootjes)  en trok zich daarin terug. Het lukte Koen niet er een doortocht in te bewerkstelligen. Het was al een vroege remise.

2S7A0458WEB

Nog sneller was alleen de remise bij Bert. In zijn Kan-variant houd je het wel vaak vrij gemakkelijk gelijk, maar het is ook weer niet de ideale als je eens lekker op winst zou willen spelen. Dat weet ik helaas uit ervaring. Er volgde ook nu veel logische stukkenruil. Na 17 zetten was de lol er voor de heren af. Hoewel na een niet echt imponerende witte 17e zet had zwart eindelijk nog wel iets kunnen proberen en na de niet echt imponerende 17e zet van zwart had wit nog wel wat had kunnen wagen.

  17.Tad1 Lh3   (……Lxd5 en ….. Td6  en dan belegering van die geïsoleerde pion?)

Ik vergast u eerst op mijn verdere eigen ervaringen op deze avond, lang voor ik er mijn eigen Grote Wijze Uil   (voorheen Prof. Mr Dr K.)  voor had ingeschakeld. Er wacht u dus wellicht af en toe grote onzin.

2S7A0466WEB Onze drie toppers

  Ik zag hoe Thomas weer eens met een pion minder speelde.  Geen reden tot ongerustheid, want daar heeft hij ervaring mee. Zag hoe hij kans zag om toch flinke verwikkelingen te creëren  Daar heeft hij ook veel ervaring mee. En zo toch remise te bereiken.

Ik zag hoe Ron uit alle macht probeerde wat voordeel met wit te bereiken en daar heel veel tijd in stopte. Zo werkte hij  vooral aan een tijdnoodfase die er mocht wezen. (Nou ja, bij wijze van spreken) Waar ook hij veel ervaring mee heeft! En waar uw  nerveuze verslaggever  geregeld de koude rillingen van krijgt. Schaak je om die reden niet meer zelf,  gieren toch de zenuwen je weer door het lijf! En in een stelling die er voor mij eigenlijk alleen maar verdachter ging uitzien. En dan met enkele minuten resterend maakt hij de zaak extra ingewikkeld en ziet warempel nog kans er een remise uit te peuteren. Ik vermoed met list en bedrog,  maar daar moet ik nog even Prof. Mr Dr Uil voor raadplegen. Dat volgt verderop.   

2S7A0475WEB

 Paul werd geconfronteerd met een Koningsgambiet. Even dacht ik dat hij tegen zijn gewoonte in daar de theoretische varianten van had bestudeerd. 1 e4 e5 2 f4 exf4 3 Pf3 d5! Maar gelukkig bleek op de volgende zet dat hij nog steeds aan eigen originaliteit en creativiteit de voorkeur geeft. Want na 4. exd5 speelde Botwinnik en adepten 4 …… Pf6 en niet Dxd5. Maar met zijn eigen vinding redt hij het redelijk. Tot zet 12. Want dan krijgt wit agressieve bedoelingen. Even vreesde ik  deze uil wel een valk te zijn.

Maar onze mooie, kleurige zangvogel weet met een listige zwenking te ontsnappen. En als de rover daarna met een schijnbeweging opnieuw aanvalt, blijkt zijn schijnoffer voorlopig alleen maar negatief uit te werken.

Uil – Paul (14…a6)

 15.c4 axb5 16.cxd5 Dxd5 17.Lc3 b4 met flink voordeel voor zwart

Toch geeft wit niet op. En dan wordt het lang erg spannend. Beurtelings lijken wit en zwart kansen te hebben. De witte pion achterstand blijft echter.

Laat op de avond denk ik dat Paul kan winnen.

UilPaul 36Txb7

Is Df4+ en Tc8 hier niet erg sterk? Paul speelt Dxd4. En die zal wel gelijk hebben. Ik moet morgen thuis de digitale hulptroepen maar even raadplegen.

Paul houdt in het laatste deel van de partij toch de betere kansen, maar is intussen in tijdnood geraakt. En accepteert derhalve remise in een toren-eindspel met 3 verbonden pionnen tegen 2 idem, aan dezelfde zijde van het bord. En dat zal ook echt wel remise zijn.

2S7A0462WEB

Frank speelde met zwart een klassiek damegambiet. Zelf hield ik daar met wit niet van. Moeilijk om er spanning in te krijgen. Ik hoorde Paul van der Sterren (expert daarin) eens bij een commentaar op een partij zeggen : ‘Ach dat klassiek damegambiet met Lg5 daar valt echt niets meer in te ontdekken. Misschien kun je nog wat met Lf4 proberen.’ Ook in de partij van Frank bleef het tam. En werd het dus ook niet al te  laat remise.

Sven kon ik lang niet zo goed  volgen. Hij zat in een voor mij lastig te bereiken  hoekje. Vanuit de verte  kon ik het hele bord niet goed overzien. Ik dacht dat het wel redelijk gelijk opging en dat Sven rond zet 17 pogingen ging ondernemen om aan te vallen.   Daar heb ik bij Sven wel vertrouwen in. Maar even mijn aandacht laten uitgaan naar de partijen die ik wel goed kon zien. Die  van Martin en Paul, die er beide spannend uitzagen. Laat op de avond volgen teleurstellingen: Paul kan toch niet winnen, en ineens blijkt Sven verloren te hebben. Hoe kan dat nou? Thuis zijn partij maar invoeren. Blundertje?

2S7A0459WEB

 Nu stonden we toch ineens weer achter. 3 – 4. Alles kwam nu op de schouders van Martin te rusten. Die leek voortdurend het initiatief te hebben. Maar zijn tegenstander was niet bereid zich zomaar te laten oppeuzelen. Die verweerde zich met scherpe snavel en klauwen . Was wellicht van dit langdurige gevecht om half twaalf vermoeid geraakt, want gaf in toegegeven veel mindere stelling – dat wel, een kwaliteit en een pion achter-  pardoes een loper weg. En zo werd Martin : The Man of The Match. Die ervoor zorgde dat we nu eens een keertje niet verloren : 4-4

Met de bus van 23.50 keerde ik laat huiswaarts. Morgen vroeg op.  Proberen nog even een uiltje te knappen. Na inmiddels begrepen te hebben dat dat uiltje waarschijnlijk  geen vogel  is, maar een vlinder!

De volgende dag nog even de wildcamera aangezet :

  1. De bloedstollende tijdnoodfase bij Ron

  • 2. Remise bij Koen
31 Td5.

Die zwarte d pion lijkt zwak. Maar profiteer er maar eens van. Dat lukte dus niet.

  • 3 Kon Paul winnen?
Uil – Paul (36.Txb7)

  Ja, ik krijg gelijk van Prof Mr Dr U.    want  

36…Df4+ ! 37.Kh1 (37.Kg1 Tc8) 37…Tc8!! en mat is alleen te verhinderen door groot materiaalverlies]

Is zijn eindstelling remise?

Ik denk het wel!

Zal wel een theoretische remisestelling zijn. En Paul (zwart) zat in tijdnood.

4 Hoe ging her mis bij Sven?

Sven – Uil (18…b5)

19.Pb1? (Pd1!) d5! 20.e5? Lxe5! [omdat wit niet mag terugnemen wegens vreselijks op f1]

Dus geen grote eenmalige blunder maar een langzame aftakeling

5     Rons list en bedrog?

Ja, inderdaad, het wordt wel digitaal zichtbaar, bij Ron speelde tijdnood een enorme rol, en zijn tegenstander , zoals zo vaak gebeurt, begon ten onrechte ook te snel te spelen.

6.  Brilliancies bij onze Messi:

Martin – Uil (18…Lf8)

  19. Lh3! De7  20  Pd6! Dat is een kwaliteit tegen een pion

zet 24 …. Lg7 

25 La3!  Want na Dxa3  volgt Dxd8

  Martin – Uil (48.h3)

48   …… g4   49.  h4! , Lh6 ?  50 Txh6

Nagekomen commentaar:

Frank: “Erg ingewikkeld, maar wederom een terechte uitslag. …. Zelf niet genoeg gecreëerd”

Martin:  “Een stabiele partij, waar ik toch wel tevreden over ben. …..  In dit geval wist ik op het juiste moment door te breken in het centrum met een dreigende aanval op de koningsvleugel. Dit zorgde voor een leuke combinatie met het opsluiten van de toren door de dame. Daarna is het toch wel zwoegen, de verloren centrumpion zorgt ervoor dat het nog gemakkelijk remise kan worden. … Ik kwam lang in tijdnood en ook de druk van de laatste partij te zijn voel je toch wel in zo’n stelling. Gelukkig kon ik weer tijd terugwinnen op mijn tegenstander en hem in een mindere opzet duwen waarbij de c-pion los kwam te staan en een onoverkomelijke zwakte werd na de dame-afruil. Zijn weggeven van de loper was intussen een formaliteit. Ik had gezien dat ik zou winnen door het doorlopen met de a en b- pionnen.   Ik ben tevreden!

Thomas:

‘Zo’n 35 jaar geleden ben ik de Grünfeld gaan spelen, wat mij eigenlijk tot nog toe het best is bevallen.

Uil – Thomas (7.Pxd4)

 7 Pxd4 verraste me en ik had beter kunnen voortzetten met dxc4 of Pe4 wat in ieder geval geen pion kost. Na 9. Ph5 gaan alle voorbeelden verder met het veel lastiger 10 Lg5.   

Uil-Thomas (9…Ph5)

 10 Lg3 geeft het loperpaar op en eigenlijk hoeft zwart zich niet meer echt zorgen te maken. Hij komt zelfs licht In het voordeel ( -0,5) en dat is met een pion minder en zwart mooi meegenomen.

Uil – Thomas (15.Dxb3)

  De beste kans op het uitbouwen van het lichte voordeel was

15.. b5 16. a3, Tfb8.  Ik heb wel gekeken naar 15. … La4 16. Da3 , b5 maar na 17. b4 is het eerder wit die In het voordeel komt. Op zich geen slechte partij maar je hoopt in zo’n stelling altijd op meer. Het zat er nu helaas niet in. Volgende keer beter!’

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden

Pakjesavond ( ronde 13)

Er was maar weinig belangstelling. Logisch, want velen moesten natuurlijk elders kadootjes laten uitpakken door kinderen of kleinkinderen. Slechts drie partijen. En Hans Pelt was de witte Piet vanavond, die het lekkers mocht uitdelen. Dat deed hij voortreffelijk. En hij bleef de hele avond, wat opmerkelijk was. Meestal blijven die Pieten maar heel even, en weg zijn ze weer, op weg naar andere hunkerende adressen.

Er waren hier maar weinig echte presentjes vanavond. Alleen even iets leuks voor Bert, laat op de avond, en ook wat kleine surprises voor Gerrit. Sven kreeg niks cadeau. Maar waarschijnlijk omdat hij een kruis sloeg (echt!) ,bij zet 20 ,was de goedheiligman hem toch goed gesint. Sorry, spelfoutje, gezind natuurlijk

Je zou op zo’n  avond toch wel wat Spaans verwachten, maar de Ruy Lopez had men heden thuisgelaten.

Geen grote cadeaus dus, maar wel veel smakelijk strooigoed.

Van Fjodor en Gerrit kan ik daar niets van laten zien. Fjodor schrijft nooit iets op. Niemand zou trouwens aan dat Slavisch   iets hebben. En Gerrit zijn notatie vertoonde  te snel al  onoplosbare mankementen. We zullen het dit keer nog door de vingers zien, maar als het vaker voorkomt gaat dat in het Grote Boek, en hoeft hij volgend jaar niet meer op surprises te rekenen. Want die waren er nu nog wel voor hem. Hij verknoeide namelijk grandioos zijn opening, liep forse materiële achterstand op. Fjodor speelde lang echt overtuigend. Maar onze brave Gerrit deed daarna enorm zijn best om alles weer goed te maken. Fjodor vond dat kennelijk zo ontroerend dat hij nu zelf voor sinterklaas ging spelen. Hij begon met stukken te strooien. Die natuurlijk smakelijk  geconsumeerd werden.

Wouter hield lang stand tegen onze voormalige meervoudige clubkampioen. Het kostte Bert veel denkwerk om iets tastbaars uit zijn KoningsIndisch tevoorschijn te toveren. Het werd ook mij snel duidelijk dar ook Wouter een poosje goed weet waar het om draait in deze opening.

Hij staat gewoon  goed na zet 10. Maar

wouter – bert (10…te8)

  nu 11. Le3 kan wel maar lokt wel 11 ….  Pg4 uit. Dus was eerst 11 h3 en daarna Le3 logischer geweest. Zelfs het tempoverlies na 11. Le3 met daarna direct 12. Lg5 of zelfs 12. Lc1 is beter dan je loperpaar kosteloos prijs geven met 12. De2.

Omdat zwart hierna niet op d4 pakt, blijft de schade toch beperkt. Dat zou niet het geval moeten zijn na 14. c5? (14 d5! De standaardzet tegen het KI).

Player – Player (14.c5)

 Maar na het mindere 14dxc5  15 dxc5 (d5!! ) Pe6! komt er desondanks nog wat leven in de zwarte brouwerij. Veel is het niet, doch Wouter moet wel flink gaan nadenken.

wouter – bert (23…f4)

 Dat nadenken lukt goed, want tot hier houdt wit  redelijk stand.

Maar dan gaat het mis.

wouter – bert (24 g4)

  Als ik als toeschouwer geen flauw idee meer heb hoe zwart verder moet, gaat Bert bij zet 24  een toren op d4 zetten. Als wit die slaat, wordt de zwarte koningsloper heel sterk. Hoeft niet gelijk rampzalig te zijn, maar misschien wel lastig. Maar dat vindt Wouter kennelijk ook.  Dus die slaat niet. Maar toch  beginnen ook nu de zwarte stukken hinderlijk op te dringen. En dat wordt wit te veel.

wouter – bert (28.de2)

  Na 28 De2 (Lf1!) Gaat zwart met ragfjjne zetjes de druk verhogen , tot het konijn langskomt. Het paaskonijn? Nee natuurlijk niet, toch niet in December!?, Nu gewoon een marsepeinen sinterklaaskonijn?

Pang !

WOUTER – bERT (31…Lh6)

 32. Lxc4 Dxc4  33 Dc2? (Maar er is niks meer)

  wouter – bert (33.dc2)

Txd1 34  Dxd1 Dxc3 en de rest kun je aan Bert wel overlaten. Helaas voor wit gaat eeuwig schaak er niet inzitten. Na Dd8 kan Lf8 ertussen.

Martin  tegen Sven, dat werd voor mij weer een verbluffend  sinterklaaskadootje in surprise-verpakking. Werd Martin vorig jaar kampioen met een degelijke stijl, beetje als die van een wetenschappelijke verhandeling, dit jaar heeft hij meer het fantastisch sprookjesachtige,  de stijl van de alchemist ( die van lood goud probeert te maken in zijn pruttelende kolven en retorten. ) Het werd alweer een heksenketel. Sven nam het initiatief daartoe:

Sven – Martin (6.h4)

  Eventuele tochtige hoeken in de koningsstelling neemt men voor lief. Vooruit, aanvallen ! Niet dat benauwde, laat dat maar aan Louis van Gaal over. En Martin ging er gretig op in.

Sven – Martin (7…Pc6)

 Waarom laat hij 8. Pb5 toe? (eerst 7.  …. Ld7 !?)

Sven – Martin (8.Pb5)

  8  …, e5   Oh daarom. Kan dat echt? Het ziet er wel leuk uit. Maar is het genoeg? Ik  sta erbij en kijk ernaar. Ik stel me voor : 9 dxe5 a6 10 exf6 axb5 11 fxg7 Lxg7 en dan zit ik aan mijn horizon.  Dat zal op die manier wel niet goed zijn. Zwart heeft geen koningsstelling meer en een pion minder, en de pionnen die hij heeft zijn allemaal geïsoleerd. Tot die gevolgtrekking komt Martin kennelijk ook. Dus die speelt 9 ….Pe4 Oef! Dat is een offer. De toren op a8,  of minstens een kwaliteit als zwart dat paard in de hoek later zou kunnen terugpakken. En dat moeten we nog maar zien.

Sven – Martin (9.dxe5)

 9. ….. Pe4  Leuk was nu geweest 10. Dxd5! DXd5 11 Pc7+Kd8 12. Pxd5 en wit staat op winst.  Maar Sven speelt 1o. e6. Ook leuk!

1Sven – Martin   e6

Zwart had zijn acrobatiek nu kunnen voltooien met 10. Lc5! Waarna mijn stokvisje een bijna gelijke stand aangeeft. In een  stortvloed van adembenemende varianten. Verderop daarvan een levend diagram.

Maar Martin slaat  10…… fxe6 En Sven pakt op a8. 11. Pc7+Kf7  12 Pxa8

  Sven – Martin (12.Pxa8)

Zwart staat nu een toren achter. Ik zie het niet meer zitten voor zwart. Maar ja, je weet het nooit met die alchemist uit Middenbeemster.

Tot zet 19 volgen wederzijds leuke zetten (ik kan toch niet alles laten zien) maar wit komt steeds beter te staan. Martin heeft intussen steeds meer  zijn toevlucht gezocht tot een heksenketel. Zo eentje  waar heksen hun toverdrankjes in brouwen.

Sven – Martin (19.bxc3)

  19. … Pd4!? Leuk, maar helaas niet voldoende

Hier zie ik Sven demonstratief een kruis slaan voor hij zijn volgende zet doet. Echt. Die kan het ook allemaal niet overzien. Op hoop van zegen! 20. 000. Lang niet de beste maar goed genoeg en beter te overzien dan het 20. Dg3! van de computer. Dat is niet geschikt voor gewone stervelingen. Nu volgt een reeks van wederzijds meestal noodzakelijke zetten  (La3+ 21.Kb1 Pxf3 22.Txd8+ Kxd8 23.Pxf3 Lf5+ 24.Ka1 Ld6 25.Td1  25…Ke7 26.Te1 Txa8)  en dan heeft warempel Martin toch zijn  toren terug en na een wat mindere (eindelijk) 28e zet van wit is het zwarte nadeel sterk geslonken.

Sven – Martin (28.Pf7)

  Mijn computerwijsneus geeft hier het voor de hand liggende La3 als voldoende voor grote kans op remise.  

Maar hierna speelt Martin te snel de volgende 2 zetten, die hem de partij kosten.

28. Lc7? (La3!?) Le3 een valstrik  29 Te8?? (Pe4!?)

Sven – Martin (30 Te8)

30 ….  Lc5 !!  En zwart moet opgeven.

Een boeiende partij : wit opent agressief, zwart neemt groot risico, mist de beste en raakt in ernstige materiële achterstand. Met ijzeren doorzettingsvermogen blijft hij vechten, ziet toch kans  remise-mogelijkheden te verwerven, en trapt dan in een valstrik.

Van de beginsituatie waar alles al uit voorkwam alsnog een levend diagram:

Einde bericht. Veel succes as maandag.

eindcorrectie moet nog plaatsvinden