Categorie archieven: Interne competitie

Beker, Het Spaarne

Van onze speciale correspondenten:

RON:

We zijn door, vooral dankzij weer eens heel goed spel van Marc. Maar ik had geen leuke avond. Een onzorgvuldigheid van mij in de opening (niet eerst rocheren), brak me lelijk op.

 Ron – Jan Vos (10.dxe4)

10. dxe4? Le6  11. Dd3 Pg4! 12. f4 Db6!

Dat kostte gelijk een pion, omdat hij nog veld e5 had door zijn zetvolgorde voor zijn paard (!), daarna heb ik nog wel lang gesparteld, maar mijn sympathieke tegenstander speelde het secuur uit.

THOMAS:

Ik kende Sander nog van een training die ik bij Jop Delemarre in Beverwijk volgde. Sinds de coronaperiode wordt deze training online gegeven en is men niet meer teruggekeerd naar “live” training. Maar nuttig is het wel. Zo stond deze partij vooral in het teken van de strijd tegen een loperpaar (met pion voorsprong). En dat is een lastige strijd. In het Scandinavisch

Thomas B- Sander Schilthuizen (2.exd5)   

2. .. Pf6  Marshall-gambiet

volgden we tot zet 14 de theorie.

Thomas B – Sander Schilthuizen (14.Dc3)

Zwart speelde 14.. Dc7, waar eerder meestal 14.. Ld5 was gespeeld. Een zet later volgde dit toch.
Ik was eerst wel tevreden met mijn pluspion, maar hoe langer ik nadacht, des te meer ik het toch moeilijk vond de praktische problemen op te lossen. Vooral het feit dat zwart nog geen f7-f5 had gespeeld, maakte het lastig vorderingen te maken. De engine geeft mij steeds een klein voordeeltje, maar het stelt niet veel voor en dus kan een onnauwkeurigheid of tempoverlies gauw de balans doen omslaan ten voordele van zwart.
Na 16. f6 vond ik het moeilijk te kiezen tussen Pc4 en Pd3 (Pg4 viel al snel af)

Thomas Broek – Sander Schilthu (16…f6)

De engine heeft een lichte voorkeur voor 17.Pc4 met als variant 17. e5 18. Pd6. a5 19.dxe5, fxe5 20.. Ld2 met een in de plus. Maar de verschillen zijn niet heel groot, en ook 17. Pg4 was mogelijk geweest.

Thomas B- Sander Schilthuizen (22…Df5)

Zelf dames ruilen met 23. Dxf5 was minder nauwkeurig dan 23. Pd3. Ik kwam hierna na een licht voordeel gehad te hebben, licht in het nadeel en zwart werd erg actief. Ook kwam de pion terug voor zwart, al had ik ook wel weer kleine succesjes geboekt. Zo kwamen de mogelijkheden Lg5 en Td6 in de stelling en was mijn pionnen structuur wat beter.

Thomas B – Sander Schilthuizen(25…Lxa2)

Mijn tegenstander vond 26. g3 minder goed, de zet 26. Pc3 blijkt volgens Stockfish iets beter, maar de zet die ik achteraf beter had gevonden, beoordeelt hij als nog iets minder dan 26. g3. En dit zijn nog de beste 3 zetten.
Tot nu toe bewoog het nog een beetje rond de nullijn, maar na 31.. e4 werd het allemaal moeilijker voor wit en begon ik mij onbehaaglijker te voelen.

Thomas Broek – Sander Schilthu (31…e4)

Ik gaf ook nog een pion weg op c5 en ik had ook de verdedigende optie 32. Pb1 gemist met het idee 32.. Lxb2 33. Pd2 met spel tegen de ook kwetsbare pionnen. Het nadeel blijft dan binnen de perken.

Thomas Broek – Sander Schilthu (33…a5)

Ik heb lang getwijfeld over 35. Td8+ maar het leek mij de beste praktische kans met ook kans op een eindspel met ongelijke lopers.

Thomas Broek – Sander Schilthu (35.Td8+)

Ik had wel de mogelijkheid 36..Lxc3 37. bxc3, Td5 gezien met vervelende druk op de witte stelling, maar het loper offer na 35. .. Txd8 36. Lxd8  36.. Th5 niet.

Ook zag ik geen alternatieven. Na de winst van de tweede pion voor zwart was ik wel blij dat mijn koning eindelijk uit zijn kooi was ontsnapt. In deze fase had ik nog ongeveer een kwartier, mijn tegenstander nog ongeveer drie minuten, dus er was nog hoop op een ontsnapping. Waarschijnlijk had deze er niet meer ingezeten

Thomas Broek – Sander Schilthu (41.Kh3)

na 41. Tg2 ipv 41. Tg5 , vermoedelijk wilde mijn tegenstander de koning nog zo lang mogelijk in bedwang houden? Zoals het ging bleek het actievere spel met de witte stukken wat praktische kansen te bieden. Vlak voor het einde zag ik af van 46 Txd6+  ( ES : Txc6?)  omdat dit eindspel me niet aanstond.

Thomas Broek – Sander Schilthu (45…Kd6)

Ik wilde mede gezien zwarts mindere tijd zo veel mogelijk stukken op het bord houden. Als zwart zet herhaling had willen vermijden, had hij 47.. c5 moeten doen

Thomas Broek – Sander Schilthu (45…Kd6)

waarna 48. Ta4 in ieder geval weer een pion terugwint voor wit
Blijft wel staan dat ik duidelijk aan een nederlaag ben ontsnapt en dat het loperpaar een niet te onderschatten troef kan zijn!

MARC:

Het Spaarne Z – Marc

13 maart 2025

1.e2-e4 d7-d5 2.e4xd5 c7-c6 3.Pg1-f3 c6xd5 4.d2-d4 Pb8-c6 5.Pb1-c3 Pg8-f6 6.Lf1-e2 Lc8-f5 7.0-0 e7-e6 8.a2-a3 Lf8-d6 9.Lc1-g5 a7-a6 10.Tf1-e1 0-0 11.Pf3-h4 Lf5-g6 12.Ph4xg6 h7xg6 13.g2-g3 Dd8-b6

Stelling na 13…Dd8-b6

Het is ergens wel jammer dat bijna niemand het pionoffer op zet 2 aanneemt want het geeft leuk spel, maar aan de andere kant, het afslaan van het offer geeft mij over het algemeen redelijk gemakkelijk een gelijke stelling. Ook nu ben ik wel tevreden over de positie na de opening.

13..Db6 is een elegante manier om uit de penning te stappen, want na 14.Lf6: gf6: gaat de witte pion op d4 verloren. Wit moet wel 14.Le3 spelen, en dan speel ik mijn dame terug naar waar ik haar eigenlijk wilde hebben, namelijk op c7 (gevolgd door pion naar b5).

14.Lg5-e3 Db6-c7 15.f2-f4

Stelling na 15.f2-f4

Het witte plan was waarschijnlijk f4, h3, g4, f5, maar ik denk dat wit mij teveel mijn gang laat gaan op de damevleugel en daardoor wat in de problemen komt. Beter is denk ik Pc3-a2-c1-d3 (het ideale veld voor het paard om een minderheidsaanval op te vangen).

15…b7-b5 16.Te1-f1 Pc6-a5 17.Dd1-e1 Pa5-c4 18.Le3-c1 Tf8-c8 19.De1-f2 Pc4xa3

Stelling na 19…Pc4xa3

Dit wint een pion, ook na 20..Pd5: 21.ba3: Dc2:, terwijl 20.Ta3: La3: 21.Pb5: ab5: 22.ba3: wit een kwaliteit zou kosten. 

20.Le2-d3 Pa3-c4 21.h2-h3 Tc8-b8 22.g3-g4 Tb8-d8

Stelling na 22…Tb8-d8

Ik had het gevoel dat mijn tegenstander op de volgende zet f5 wilde spelen, wat ik niet wilde ontmoedigen, want ik wilde dat beantwoorden met gf5: gf5: en e5 (aangezien wit niet de5: kan spelen vanwege Lc5). Ik zocht dus een neutrale zet, vandaar Tbd8. Mijn tegenstander ging het f5-idee echter verder voorbereiden met Pe2, dus toen werd het tijd voor de noodrem met Pe4 en f5.

23.Pc3-e2 Pf6-e4 24.Ld3xe4 d5xe4 25.Pe2-g3 f7-f5 26.c2-c3

Stelling na 26.c2-c3

Mijn paard staat mooi op c4, maar nog mooier op d5. Vandaar Pc4-b6-d5 met druk op f4, eventueel ter verdediging van mijn koning, en ter ondersteuning van de opmars van mijn b-pion.

26…Pc4-b6 27.h3-h4 Pb6-d5 28.g4-g5 b5-b4 29.Lc1-d2 b4xc3 30.b2xc3 Td8-b8

Stelling na 30…Td8-b8

De zwarte toren keert weer terug naar de b-lijn. De witte aanval zet niet door want dan zou zwart binnenkomen met Tb2.

31.Tf1-b1 Tb8xb1 32.Ta1xb1 Ta8-b8 33.Tb1xb8 Dc7xb8 34.Pg3-e2 Db8-b2 35.Df2-e1 Db2-c2

Stelling na 35…Db2-c2

De dame is de witte stelling binnengedrongen en het wordt wel erg lastig voor wit. Zo dreigt er nu bijvoorbeeld e3, Lc1 (daarom moest de dame alvast even opzij), Lf4:.

36.De1-c1 Dc2-d3 37.c3-c4

Stelling na 37.c3-c4

Tijd om te rekenen (37..De2:, 37..e3, of 37..La3), wat een beetje lastig was aangezien het toch wel wat rumoerig was in de speelzaal, en vooral de steeds open en dicht gaande automatische deur vond ik wel wat storend. Maar goed, dat is een ongemak voor beide spelers, dus dat gaf mij geen voor- of nadeel.

Ik keek allereerst naar 37..De2: 38.cd5: ed5: maar ik wilde eigenlijk mijn mooie paard op d5 behouden. Vervolgens 37..e3 (dit heeft de voorkeur van de computer), maar na 38.cd5: ed2: heeft wit

39.Dd1 (al is het goed voor zwart na 39..De3 40.Kg2 ed5:) hetgeen mijn vrijpion op d2 tegenhoudt. Toen zag ik 37..La3 38.Da1 e3 39.cd5: De2: 40.Da3: ed2: en nu loopt de pion door. Dit probeerde ik dus maar snel, want de tijd begon ook te dringen…

37…Ld6-a3 38.Dc1-e1 Dd3xc4 39.h4-h5 La3-b2 40.h5xg6 Lb2xd4 41.Kg1-h1 Pd5-e7

Stelling na 41…Pd5-e7

Het paard komt de koning te hulp, met als plan Pg6:, wit heeft geen tegenspel meer

42.Pe2xd4 Dc4xd4 43.Ld2-c3 Dd4-d3 44.De1-h4 Dd3xc3 45.Dh4-h7 Kg8-f8 46.Dh7-h8 Pe7-g8 47.Dh8-h2 Dc3-e1 0-1.

Bord 1

8517069 Sander Schilthuizen (1938)

7166324 Thomas Broek (2009)

½ – ½


Bord 2

6225516 Frans Arp (1944)

6824180 Marc Holla (1922)

0 – 1


Bord 3

7185651 Jan Vos (1841)

8529532 Ron de Vink (1908)

1 – 0


Bord 4

7037591 Keimpe Knijft (1789)

7803114 Frank de Geus (1876)

½ – ½



Totaal

Gemiddelde rating: 1878

Gemiddelde rating: 1929

2 – 2

Schaak te boek 3,   Godfried Bomans

Er was eens …

(in de zestiger en zeventiger jaren) ,

een in Nederland, maar ook daarbuiten, enorm bekende man, die prachtige sprookjes schreef.

Maar ook andere verhalen. Zijn boeken stonden  altijd direct na verschijnen op de eerste plaats in de bestsellerlijsten. Hoger dan die van zijn toen evenzeer beroemde tijdgenoten als Mulisch, Wolkers, Reve, Haasse, e.a. Het meest bekend werd hij echter van radio-uitzendingen en daarna van programma’s  toen de TV was uitgevonden. Programma’s  als ‘Kopstukken’ en ‘Houd je aan je woord’  werden massaal beluisterd en  bekeken. Daarin werden andere toentertijd beroemde deelnemers , als Hella Haasse, Harry Mulisch, Victor v. Vriesland -hoewel ook zeer snedig, geestig en alert- toch weggespeeld.  Het publiek  zat ongeduldig te wachten tot de ster van de prgramma’s aan het woord zou komen : de verstrooid , aarzelend, onhandig  overkomende maar altijd met zijn uitspraken enorme lachsalvo’s opwekkende GODFRIED BOMANS. Ontelbare malen werd hij uitgenodigd om lezingen te geven, overal in den lande, maar ook  in Duitsland, USA, Italië, Israel, enz.  De zalen zaten altijd bomvol. Zijn start van de lezing was vaak een zorgvuldig voorbereide act waarin hij gespeeld warhoofdig en onhandig iets vreemds deed waardoor het publiek gelijk al in lachen uitbarstte. Eens bijvoorbeeld door zwijgend zijn tas op de lessenaar te zetten en lang vergeefs erin te gaan zoeken naar de tekst van zijn lezing, daarbij tenslotte van alles tevoorschijn halend. Zijn pijjama bijvoorbeeld.

Zijn beroemdste boeken waren ‘Erik of het klein insectenboek’ en ‘Pieter Bas’.

Uit ‘Erik’ las ik toen ik nog op de basisschool werkte (1959- 1965) mijn leerlingen stukken voor. Die vonden het prachtig.

Toen enkele weken geleden er een vuistdikke (824 blz) biografie van deze auteur, acteur, presentator, interviewer, humorist, journalist, columnist,  enz, enz verscheen moest ik die gauw kopen. Want   ook ik had destijds  van hem genoten en wist dat er ook vele mysteries aan hem kleefden en ik wilde daar wel meer van weten.

‘VLEUGELMAN,  Godfried Bomans, 1913-1971’   door Gé Vaartjes.

Het leest gemakkelijk. Heel boeiend, vond ik. Ik kwam veel aan de weet. Over zijn blijvende verbondenheid met de RoomsKatholieke kerk, zijn  worsteling tegen depressies, zijn zoeken naar de zin van het bestaan, zijn ontelbare relaties met vrouwen , en nog veel meer.  En nu ter zake:  Ik las ook meer over

BOMANS en het SCHAAKSPEL.

Ik wist wel dat  Bomans wel hield van een potje schaak. Bekend was dat hij veel te jong overleed, aan een hartstilstand, kort na terugkeer van een schaakpartijtje. Ik dacht tegen Lodewijk van Deyssel, toen een zeer bekend auteur, met wie hij bevriend was, en vaak schaakte. Dat bleek onjuist. Hij kwam terug van zijn schaakclub, voelde zich niet goed, klopte dus maar aan bij een vriendin, ging daar op de bank liggen en stierf. In de biografie las ik dat hij in zijn clubpartij die avond twee keer dacht remise te staan, maar toch verloor. In niet al te beste conditie had hij de club verlaten . Ik wist niet dat hij meer en intensiever schaakte dan een gelegenheids-schaker. Hij was lid van het  nog steeds bestaande sc Bloemendaal. (Hun eerste team speelt nu nog in de topklasse van de NHSB.  )

Ik heb geprobeerd schaakpartijen van hem terug te vinden in de bekende databases, maar ik heb niets kunnen vinden. Jammer. Dus geen idee hoe sterk hij was. Wel las ik in de biografie dat hij ooit  remise had gespeeld tegen een sterke Tsjechische grootmeester. En  dat hij elk jaar meedeed in het Hoogoventoernooi (nu Tata). In een niet hoge groep bij de amateurs. Er was een jaar dat hij verhinderd was en dat leverde in zijn Volkskrantcolumn wel de volgende Bomansiaanse reactie op: ‘ Voor het eerst sinds jaren wordt het Hoogoven Schaaktoernooi zonder Godfried Bomans gehouden. Ik zou mij aan valse bescheidenheid schuldig maken als ik niet toegaf dat dit voor de organisatoren een geweldige tegenvaller is. Men mag zich zelfs de vraag stellen of het toernooi nog enige zin heeft.’

Ik las verbaasd dat Harry Mulisch een poos met Bomans bevriend was. Veel serieuze schrijvers keken op dat werk van Bomans neer. Ze vonden dat werk van humoristen niet als ‘literatuur’ beschouwd kom worden. Bomans heeft ook nooit een literaire prijs gekregen. Ook al was hij de meest gelezen auteur in Nederland. Mulisch was het daar niet mee eens. Later kwam er  nog een vriend bij: Anton Heyboer, die maffe kunstschilder. Dit driemanschap vermaakte zich met gezamenlijke uitstapjes en gesprekken. De vriendschap met Mulisch liep een deuk op toen die  bij een bezoek aan Bomans zijn  boezemvriend meebracht: schaakgrootmeester Jan Hein Donner!Dat klikte voor Bomans niet. Hij vondDonner een zelfingenomen praatjesmaker. Bomans gedroeg zich  ongeïnteresseerd, afstandelijk, en keek hem de deur uit.  Dat kwetste Mulisch.Enkele jaren later werd de  verstandhouding wel weer wat beter.Bomans zou ook wel eens met Mulisch geschaakt te hebben. Met Donner dus niet.

Bomans gedroeg zich vaak hoogsteigenaardig. Zo kwam het voor dat een volle zaal op zijn lezing zat te wachten, maar hij veel te laat  op kwam dagen en soms zelfs helemaal niet. Omdat hij even met een bekende in een café een potje wilde schaken.

Bomans had altijd een overvolle agenda, en waa ook vaak doodmoe van al dat werk. Maar verscheen dan toch op een schaaktoernooi.  Bijvoorbeeld in 1973 bij een avondlijk en nachtelijk snelschaaktoernoo in Rotterdam, bedacht door Jan Timman. Er kwamen  meer bekende personen opdraven: Donner, Hans Ree, Ton Sijbrants (wereldkampioen dammen), de schrijver Cees Buddingh, en vele anderen.

Een poos had Bomans een TV-programma waarin hij bekende personen interviewde. In de eerste aflevering daarvan interviewde hij Dr Max Euwe . De pers was er zeer positief over. Weliswaar was  Bomans soms wat de ijdeltuiterig, te oubollig,  en te kwajongensachtig, maar hij wist met de geïnterviewde ‘een relatie aan te gaan en dat lukt zelden op de TV. ‘ Bomans was volgens sommigen de beste interviewer van Nederland.

Dat is het wel wat ik in dit dikke boek tegenkwam over de rol van het schaakspel in het drukke leven van Godfried Bomans. Ik dacht, dat ik ook u dat maar even moest laten weten.

Keizer, 3 maart 25

Nieuwe ronde Keizer . Alleen de bovenste helft van de ranglijst is aanwezig. Die anderen zitten aan hun huiswerk. Of hebben andere belangrijke afspraken.

Er is wel wat te zien. Er is weer een nieuwe tentoonstelling. Nu van Carine van de Noord. Passend in de nieuwe trend van neorealisme in de schilderkunst. Wel fraai vind ik. Daar zit een wulps wezen naar Ron te loeren.

Maar Ron ziet niks. Die heeft geen tijd. Die moet Danny zien te verslaan. En dat vraagt best veel concentratie.

Ron speelde een Svesnikov. Is dat nog niet in Danny’s zoektocht naar openingenkennis langs gekomen? Of speelt hij bewust iets ongebruikelijks? : 1 e4, c5  2 Pf3, Pc6 3 d4, cxd4  4 Pxd4, Pf6  5 Pc3 e5!?

 Danny – Ron (5…e5)

6. Pxc6  ? (Pb5!)

Je kunt het spelen natuurlijk, maar hierna heeft zwart echt geen problemen meer met zijn zet achterstand. Na Pxc6 bxc6 kan zwart zich gaan opmaken voor ooit een d5. Maar OK, wit kan die vuistdikke boeken over de Svesnikov dus nog even lekker ongeopend laten. Dat wel. Ron staat gelijk comfortabel genoeg en speelt rustig verder. Af en toe zit hij wel nee te schudden, maar dat zegt niet zo veel bij Ron.

Leuk wordt het voor mij als Danny te veel hooi op zijn vork neemt 

  Danny – Ron (20…Lxh4)

21. Td7 ??

Leek hem waarschijnlijk een  niks bedervende tussenzet, maar dat is het niet. Het verliest nateriaal. Zowel Lc8 als Dc8 zijn goed. Na lang nadenken speelt Ron Lc8.

Na Dxh4 Dxd7 Dxh5  staat zwart een kwaliteit voor in een overzichtelijke stelling. Die gaat winnen, verwacht ik, als ik om 23.00 het pand verlaat om mij op te stellen voor busvervoer.

Ik denk dat vrijwel niemand van de aanwezige schakers lette op wat er nu onder de linden weer voor moois op de wand hangt. Gerrit had een fraaie raadsvrouwe, voor hem alleen, achter zich. Die ziet een stelling zonder naar het bord te kijken. Dat doen grote schakers wel vaker. Marrtin doet het ook wel eens. Maar Gerrit wist dat niet, anders had hij haar wel raad gevraagd. Deed hij niet, dus verloor hij van Martin.

691A8997XWEB

Rond de 17e zet creëert Martin  iets wat op Grieks-Romeins worstelen op een schaakbord lijkt. Ik vind het geweldig wat hij daar op het bord zet. En ik realiseer me met spijt dat ik het zelf allemaal even niet meer kon uitrekenen. Tja, toch een dagje ouder.

Toch lijkt Gerrit  met mazzel  nog overeind te blijven,  maar dan verblundert hij het toch nog , en wit blijft een stuk voor tegen 2 zwakke pionnen

Frank tegen Thomas :

Een opening met 1 e4 en 2 Lc4 3 Pc3 . Daar weet ik niets van, speelde zelf nooit 1 e4 en beantwoordde nooit met zwart e4 met e5. Dus wat de heren op het bord zetten zegt me niets. Wel zag ik ineens een zet van Frank die op een blunder leek. Dat was zo, demonstreerde Thomas

 Frank – Thomas (14.Pce2)

14 ….. Pc5!! Dat gaat wit een stuk kosten. Wel tegen 2 pionnen. Maar daar heeft Thomas geen moeite mee.

Resteert Hugo tegen Marc. Beiden met hun favoriete opstellingen. Hugo doet het lang goed.

Maar houdt zijn defensieve aanpak iets te lang vol en dat geeft Marc de gelegenheid om de logische Hollandse aanval in te zetten met g5 .

Als ik vertrek is het voor mij nog niet helemaal duidelijk maar ik denk wel dat Marc gaat winnen.

Nu de coryfeeën zelf:

Ron:

Wat is schaken toch leuk en gecompliceerd. Ik kan iedereen adviseren om verschillende openingen en varianten te proberen. Dat leert je om bepaalde stellingskenmerken te doorgronden en begrijpen. Ook wat je in bepaalde stellingen moet vermijden. Zo wordt de Wolga/Benko op topniveau bijna niet meer gespeeld, vanwege de vervelende (snelle) Lg5 variant, voordat zwart g6 heeft kunnen spelen. Maar vanuit een KI opzet zijn wel diverse overgangen naar een Wolga opzet mogelijk!

Ik zag Frank nu tegen Thomas bijvoorbeeld nalaten om op zijn c6 direct het principiële en  thematische d4 te spelen, zodat hij gelijk minder kwam te staan en vervolgens al snel in de problemen kwam. Niet nodig.

Martin blijft goed oefenen met zijn c4 variant en opzet en overspeelde Gerrit. Zijn e5 was fraai winnend, al begreep ik nog wel van hem later dat hij het ergens nog onseccuur had gedaan, maar we blijven mensen (zie verderop wat ik in mijn partij laat liggen).

Hugo tegen Marc was een genot om te zien. Marc speelde heel thematisch en geduldig tegen de solide opzet van Hugo (KI in de voorhand). Toen Hugo verzuimde om zelf voldoende tegenspel te creëren, kreeg Marc geleidelijk de overhand. Zeer fraai gespeeld, hij zal hier zelf wel iets over zeggen.

Dan mijn partij. Leerzaam en beslist niet zonder diverse fouten. Ik wilde weer eens Svesnikov proberen, wat ik heel vroeger wel eens heb geprobeerd. Maar zijn 6. Pxc6 heb ik nog nooit tegen me gehad.

Danny – Ron (5…e5)

6.Pxc6 bxc6

Na zijn 7. Lg5 schijnt 7…, Le7 of Tb8 (!) theorie te zijn, maar mijn 7…, h6 is dus ook goed.

 Danny – Ron (8.Lh4)

9. Lc4, 0-0

Na 8. Lh4 had ik al kunnen profiteren met 8…., Tb8 die nu veel sterker is geworden dan de zet ervoor. Daarom is de Siciliaan ook zo leuk, altijd complex spel met diverse kansen.
Na zijn 9. Lc4 heb ik al zitten rekenen of schijnoffer met 9…, Pxe4 kon. Het kan wel, maar levert zwart niets op, wit komt iets beter te staan. Maar na nu 9…, Db6 dreigt dat wel, wit is verplicht dan om alsnog op f6 te nemen.
I.p.v. het logisch eruit ziende

  Danny – Ron (11…Dc7)

11…., Dc7 kan ik beter 11…., Ph5 spelen. Na mijn 13…., Lb7

  Danny – Ron (13…Lb7)

had hij met zijn dame uit de penning op de d-lijn moeten gaan. Op 14. Lg3 (?)  kon ik nu heel sterk 14…, d5 spelen! Ik had gemist dat deze pion vervolgens kan doorstomen naar d4! Ik word ook een dagje ouder, want ik heb hier echt heel lang naar gekeken. Nu kwam ik minder te staan, Danny grijpt met 15. f4 zijn kans, waarop ik alsnog het beste 15…., d5 kan spelen! Met 17. Tf5 had hij nu kunnen winnen.

  Danny – Ron (15.f4)


Zijn 17. Lh4 was niet verkeerd, maar wel zijn 18. Dg3 (?).

  Danny – Ron (18.Dg3)

Met 18…, g5 kan ik nu stuk winnen, maar dorst dat niet aan. Na slaan op g5 zag ik namelijk Td3 komen en zag niet hoe ik dan mat kon voorkomen (maar met Ph7 en Lg5 kan zwart zich verdedigen, je moet dat maar zien).
Na mijn 19…, Ph5 was het gelijk. Tenzij hij in een val trapt, op 21. Td7? wint 21…., Lc8 (overigens ook 21…, Dc8).

  Danny – Ron (20…Lxh4)

21. Td7 ??

Daarna was het een kwestie van techniek.

Danny:

Deze partij mocht ik tegen Ron, waar ik nog niet eerder tegen had gespeeld. Maar de stand van de interne competitie vertelde mij genoeg. Dit wordt een zware avond.

1. e4 c5 2. Nf3 Nc6 3. Nc3 Nf6 4. d4 cxd4

Siciliaans kom ik steeds vaker tegen online, maar deze traditionele variant met 4 paarden had ik nog niet eerder gezien. Ik was dus al vrij snel onbekend met de stelling.

5. Nxd4 e5

Na e5 is er eigenlijk maar één zet om de voorsprong te houden, het paard naar b5. Ik koos ervoor om het paard op c6 te pakken, de op één na beste optie en in principe nog steeds theorie.

6. Nxc6 bxc6 7. Bg5 h6 8.Bh4 Be7 9. Bc4 O-O 10. O-O d6 11. Qd3 Qc7 12. Rad1 Rd8 13. Kh1

  Danny – Ron (13.Kh1)

Ik behield de druk op d5 en het paard op f6. Mijn plan was om f4 te gaan spelen op het juiste moment, met kh1 voorkom ik allerlei schaakjes die mijn pion op b2 zwak maken en pogingen van wit om mij onder druk te zetten voorkomen.

Bb7 14. Bg3 a5 15. f4

 Danny – Ron (15.f4)

Dankzij het boek van Jeremy Silman ‘How to reassess your chess’ leer ik steeds beter zwaktes te creëren of van zwaktes te profiteren. f4 is hier ook de beste zet waar ik erg blij mee was, in de partij had ik het idee dan ik na 15…Rf8 beter stond. De computer is het daar mee eens maar dan moet je bij voorkeur deze zetten wel opvolgen met extra druk op e5 na 16. fxe5 dxe5, door toren f5 te spelen.

Rf8 16. fxe5 dxe5 17. Bh4 Rad8 18. Qg3 Rxd1 19. Rxd1

  Danny – Ron (19.Txd1)

Hier had Ron mijn loper kunnen winnen, eerder zag ik dit wel toen ik ervoor koos om mijn paard niet te manoeuvreren naar g3. Slordig, maar ik kom er mee weg na Nh5 20. Qg4 Bxh4. Op dit moment zie ik een trucje, en begin ik met het doorrekenen hiervan. We zijn inmiddels al zo’n 2,5 uur bezig en dan word ik nog wel eens wat ongeduldig zoals eerder ook tegen Frank. Zonde, want als ik hier gewoon het paard of de loper pak staan we gelijk. Ik ga op avontuur met 21. Rd7 met als doel materiaal te winnen met de druk op f7.

  Danny – Ron (21.Td7)

Maar dit werkt helemaal niet. Ik ging ook volledig voorbij aan het feit dat na 21.Rd7 Ron gewoon Bc8 of Qc8 kan spelen. Dit doet hij dan ook.

21.Rd7 Bc8 22. Qxh4 Qxd7 23. Qxh5 Qd6 24. h3 Be6 25. Bd3 Rb8 26. b3 f6 27. a4 Qb4 28. Ne2 Qe1+ 29. Kh2 Qf2 30. Ng1 Kh7 31. Nf3 g6 32. Qh4 Qxh4 33. Nxh4 Rd8

Niet ontevreden over de partij. Ron is een hele sterke speler, en ik heb nog veel te leren. Misschien dat de resterende 383 pagina’s van het boek mij ertoe in staat brengen het Ron nog moeilijker te maken de volgende keer. Ik moet het nu doen met wat momenten waarop ik in ieder geval het gevoel kreeg dat hij flink moest nadenken.

Martin:

Wel mooi gespeeld, maar zeker niet foutloos. Ik zag bij zet 21 niet meer het winnende gevolg, en de computer zegt ook dat die er niet is!

 Martin – Gerrit (21.Df4)

Ik schreef meteen een uitroepteken achter 21….Pg4!

En zag de afwikkeling naar een vrij gelijke die waarschijnlijk in een toreneindspel remise zou verzanden. Zonde van mijn mooie stelling.

Die pionnen in het centrum opspelen is het juiste idee, maar nog niet helemaal goed uitgevoerd.

Dus met wat geluk toch gewonnen. 

Thomas:

Ik speelde een keer geen Siciliaans tegen Frank en werd getrakteerd op het Klassieke Loperspel, een opening die zeer
populair was in de 19e eeuw, maar tegenwoordig vaak overgaat in het Italiaans.
We waren al vrij snel uit de theorie. Frank speelde al vroeg 4. a3 , bekend was nog de zet 4. d4, al zijn er diverse andere voortzettingen geprobeerd.
Ik was blij het centrum in handen te krijgen met d7-d5 , alleen de verdere afwerking was niet zo nauwkeurig.

 Frank – Thomas (6.Lb5+)

Na 6. Pc6 ipv 6.. Pbd7 had ik bijna -1 voordeel gehad volgens de engine, nu was het alweer bijna gelijk
Het pionoffer na 8. .. Le7 nam Frank niet aan, maar achteraf (!) blijkt het best mogelijk te zijn geweest.

  Frank – Thomas (8…Le7)

Na 9. Pxd5, Pxd5 10. Dxd5, 0-0 heeft zwart een lichte ontwikkelingsvoorsprong, maar wit staat nog een tikkeltje beter.
Maar achter het bord, op het moment zelf zijn dergelijke beslissingen vaak lastiger te nemen. In zijn plaats zou ik me ook wel drie keer bedacht hebben. Veel aan de hand was er nog niet  14. Pce2? was pas de echte fout.

  Frank – Thomas (14.Pce2)

Na 14. Pxe6, Lxe6 15. Pce2, Tc8 staat zwart iets beter, maar veel stelt het niet voor. Na het stukverlies tegen twee pionnen (14. .. , Pc5!) probeerde Frank er nog wat complicaties in te gooien (daar is hij, als hij de kans krijgt, erg goed in!) en ik was in deze fase erg blij nog een damevleugel-pion over te hebben. Met een “kale” damevleugel zou het technisch een stuk lastiger zijn geweest. Nu gaf na nog enkele afruilen Frank zich gewonnen.

 Marc:

1.Pg1-f3 f7-f5 2.c2-c4 Pg8-f6 3.g2-g3 g7-g6 4.Lf1-g2 Lf8-g7 5.0-0 0-0 6.Pb1-c3 d7-d6 7.d2-d3 a7-a5 8.b2-b3  

Stelling na 8.b2-b3 

Als plan voor wit weet ik alleen b2-b4-b5 (meestal voorbereid met 8.Tb1 en 9.a3) en dan op een gegeven moment Pf3-d2 met druk over de h1/a8-diagonaal. Het idee voor zwart is om het witte plan te vertragen, en ondertussen tegenspel te zoeken met het f5/e5-pionnenduo.  

De zet 8.b3 had ik nog niet eerder gezien. Het lijkt erop dat wit een wat afwachtende houding aanneemt (de loper kan immers ook naar b2 na Tb1, a3, b2-b4-b5). Het nadeel van b3 is dat het tijdelijk de zwarte velden in het witte kamp verzwakt, maar ik kon geen manier vinden om daarvan te profiteren (bijvoorbeeld 8..Pe4 9.de4: Lc3: 10.Tb1 fe4: 11.Dd5 e6 12.De4: of nog beter 10.Lh6 met voordeel voor wit).  

8…e7-e5 9.Lc1-b2 c7-c6 10.e2-e3  

Stelling na 10.e2-e3 

In het Hollands hoop je natuurlijk op varianten als 10.e4 f4 11.gf4: Ph5 12.fe5: Lg4, gevolgd door Ph5-f4xg2, of ideeën met Lf3: en Dg5, enz. Niet gedwongen allemaal, maar wel thematisch in deze opening.  

Na 10.e3 hoopte ik dat wit d3-d4 van plan was, want dan komt e5-e4 gevolgd door d6-d5. Ik speel dat graag, het creëert een soort muur door het midden van het bord (langs de diagonalen g1/a7, h1/h8). Bijvoorbeeld 10.e3 Pa6 11.d4 e4 12.Pe1 d5 en mogelijk 13.c5 g5, waarbij de punt van de zwarte pionnenstructuur in de richting van de witte koningsstelling is gericht (hetgeen er op wijst dat er daar wellicht mogelijkheden zijn, al is het allemaal nog niet zo gemakkelijk uiteraard). 

10…Pb8-a6 11.a2-a3 h7-h6 12.Pf3-d2  

Stelling na 12.Pf3-d2 

Wit wil waarschijnlijk f4 spelen, al vergt dat wat voorbereiding met Dc2 (maakt plaats voor Ta1) en Tae1 (dekt het veld e3) omdat op f4 direct zwart Pg4 kan antwoorden. Ik besloot daarom om maar zo snel mogelijk zelf f5-f4 te spelen.   

12…g6-g5 (voorkomt ook e3-e4 aangezien ik dan gemakkelijker f4 kan antwoorden) 13.Dd1-c2 f5-f4 14.Ta1-e1 Lc8-f5 15.Pc3-d1 

Stelling na 15.Pc3-d1 

Tijdens de partij had ik hier nog niet door wat de bedoeling was van Pd1, maar Hugo wil eerst de d3-pion ontpennen met e3-e4 en dan d3-d4 opspelen. Had ik over het hoofd gezien, maar pakte gelukkig voor mij toch redelijk uit. 

De computer geeft als aanbeveling 15.gf4: en claimt dan dat wit beter staat, maar dat moet je wel durven na bijvoorbeeld 15..gf4: 16.ef4: Ph5 17.fe5: Pf4 18.Pce4 d5 of 18.Te3 de5: 19.Pce4 Pa6-c7-e6. 

15…Ta8-c8 16.e3-e4 Lf5-e6 17.d3-d4 Pf6-h5 18.Pd2-f3 

Stelling na 18.Pd2-f3 

18.d5 was beter geweest, al staat ook dan zwart iets beter, maar 18.Pf3 is goed gevonden. Het idee is dat na 18..g4 19.de5: gf3: 20.Lf3: het paard op h5 in de problemen komt. 

18…g5-g4 19.d4xe5 g4xf3 20.Lg2xf3  

Stelling na 20.Lg2xf3 

Ik speelde hier 20..Pg3:. De computer geeft 20..Dg5 als beter, maar ik vind het er wat riskant uitzien, aangezien na 21.ed6: Tcd8 22.e5 het paard op h5 (en de dame op g5 trouwens ook) nog steeds geen velden heeft (22..fg3: 23.fg3: Pf4 24.Lc1) terwijl wit alvast drie pionnen voor zijn stuk heeft. 

20…Ph5xg3 21.f2xg3 f4xg3 22.h2xg3 d6xe5  

Stelling na 22…d6xe5 

Hugo speelde hier Lc1, waarschijnlijk om Db6 met Le3 op te vangen, maar het speelt “achteruit” en geeft zwart wat initiatief. Beter was 23.Pe3 waarbij de stelling gelijk of ietsje beter is voor wit.  

23.Lb2-c1 Pa6-c5 24.Lf3-e2  

Stelling na 24.Lf3-e2 

De zet Le2 is wel logisch, want met Pc5 dreigde zwart veld d3 onder controle te krijgen, maar het is opnieuw “naar achteren”. Beter was 24.Le3 met een gelijke stelling. De tijd begon hier trouwens ook een rol te spelen.  

24…Dd8-b6 25.Lc1-e3 Db6xb3  

Stelling na 25…Db6xb3 

Wit raakt hier denk ik in paniek-modus. Heel herkenbaar: vermoeidheid, tijdsdruk, stelling tegen, dan zie je het even niet meer en er is ook niet genoeg tijd om even een pauze te nemen om te herstellen. Wit speelde 26.Dc1 en verliest een tweede pion en daarmee is de partij eigenlijk wel over. Beter was 26.Dc3 Dc3: 27.Pc3: waarna zwart weliswaar beter staat, maar wit nog niet verloren (en veel tijd had ik zelf ook niet meer). 

26.Dc2-c1 Pc5xe4 27.Kg1-g2 b7-b5 28.c4-c5 Le6-d5 29.Kg2-h3 Tf8xf1 30.Te1xf1 Tc8-f8 31.Tf1xf8 Lg7xf8 32.Dc1-b2 (wit heeft genoeg van de penning, als Le3 speelt volgt Dg3X) Db3xb2 33.Pd1xb2 Lf8xc5 (na het verlies van een derde pion vind Hugo het wel mooi geweest, maar het was een leuke en spannende partij) 0-1. 

Spasski +

Ex-wereldkampioen Boris Spasski is overleden. Algemeen bekend na zijn verloren tweekamp met Robert Fischer in 1972. Zijn gezondheid was al een poos een reden voor zorg,. Ik schreef een artikel over hem op de site op 24 juli 2024. Alweer een voor mij belangrijk persoon uit ons tranendal vertrokken. Hij was 88 jaar.

Keizer, 24 febr 25

Rumoer in de tent. Journalist, schaakdocent,en sterke schaker Warner de Weerd bezoekt met een fotograaf ons schaakhol, want hij wil een stuk in de krant over Aris de Heer.

691A8968XWEB

Ik denk dat zijn bedoeling is wat reclame voor ons te maken met de bedoeling nieuwe leden voor ons te trekken.

Dus erg aardig van hem en nuttig! Het wordt een leuk gesprek met velen. Hij zegt het bijzonder te vinden dat zo’n oude schaakvereniging (misschien wel de oudste (1906)van NoordHolland ) met zo weinig leden zo hoog in de competitie speelt. Al gauw proberen enkele AdH-ers zijn mening aan de weet te komen over de geheimen van groei van een vereniging en het lokken van jeugd. Daar heeft hij ervaring mee. Het was een leuke en wellicht ook nuttige start van de clubavond.

  691A8972DXWEB

En de avond zelf was ook wel interessant.

Ik zag hoe Thomas Gerrits favoriete Philidor snel onderuit haalde. Ik denk dat Gerrit graag Philidor speelt om zo de theorie te omzeilen met openingsaanvallen op het kritieke veld f7. Gerrit houdt niet zo van openingstheorie. Maar nu was het na 8 zetten al uit wegens ……… toch een aanval op de ongerocheerde koning middels bedreiging van f7!!

 Thomas – Gerrit (8…Pf6)

Ron won ook al vrij vlug van Mink. Die de opening best goed speelde, maar onvoldoende bleef profiteren van de niet al te glorieuze opzet van Ron.

  Ron – Mink (16.f5)

26. Tc6 (Te8)

Daarna gaf Ron onze  jonge belofte voor de toekomst nog wat schaakles, en de rest van de avond zaten Ron en Thomas met elkaar te vluggeren en te analyseren.

Ik zag hoe Marc Holla het ook nu niet laten kon om met wit wat onrust te bewerkstelligen middels een pionoffer. Maar hoe die man, verscholen onder die pet  – wie is dat? Verrek dat is Danny- vernuftig tegengas gaf. Het was best alsmaar spannend.

 Marc – Danny (16…bxc6)

Was het pionoffer misschien toch niet goed? Nu heeft wit toch wel wat. Maar dat is toch ook wel weer goed van zwart! Ik ging met Ab mee  naar huis toen ze nog volop in de weer waren. Ik had geen idee wie er beter stond. Maar vertrouwde erop dat uiteindelijk toch Marc wel aan het langste eind zou trekken. Dat is tenslotte niet de eerste de beste.  

Het meest verbazingwekkend speelden vanavond Ab en Chris. Martin probeerde vat te krijgen op de opening van Ab, die vanavond afweek van zijn altijd gedemonstreerde wonderbaarlijke openingsideeën, en nu echt een normale stelling opbouwde met klein voordeel.

Ab – Martin (17…Pcd7)

Martin ging te ver met verwoede pogingen complicaties te scheppen, en Ab ging dat met een serie krachtzetten afstraffen. Hij was geweldig op dreef vanavond. Hij won.

  Ab – Martin (41.Pf4)

Niet leuk voor Martin, die het al een poosje niet erg meezit, maar wel leuk voor Ab en dus ook voor de club! Hetzelfde kan gezegd worden van Chris. Toen ik onze schaakdomicilie verliet, was  het duidelijk dat winst hem niet meer kon ontgaan. Die ging nota bene winnen van Frank!

  Chris – Frank (22.Lxd5+)

Uit, over, afgelopen

Heel goed dat lager op de ranglijst vertoevende schakers de stimulans ervaren van een overwinning op kampioenen (ex of komend). Ze gaan dan voorlopig nog niet weg. Dus goed voor de club.

Dus leuke avond.

Nu – dinsdagochtend, 10.30- zit ik mijn verslagje te schrijven. Heb zojuist gezien dat Martin nu gelukkig toch de rubriek ’interne competities’ heeft kunnen bijwerken, en zag met ongeloof hoe Marc verloren had van Danny en met verbijstering dat Chris verloren had van Frank. Onvoorstelbaar. Ik moet echt niet meer eerder weggaan  want dan gebeuren er prompt de raarste dingen. Ik wacht nog op de rest van de partij om die wonderbaarlijke wederopstanding te kunnen zien en tonen.

Nu de commentaren van de schakers zelf:

Thomas:

Poging tot een verhaaltje bij de partij van gisteren:
Wat moet je schrijven bij een partij van acht zetten? Ten eerste dat het (voor beiden!) niet bevredigend moet zijn geweest. Dat het iedereen kan gebeuren, de openingsfase kan soms een slangenkuil zijn. In de simultaan had ik tegen Gerrit een prettige stelling (dacht ik) maar plotseling kon ik opsluiting van mijn loper niet meer voorkomen. Ik spartelde nog wat, maar Gerrit gaf mij geen kans er nog wat van te maken.
In het half-Italiaans waren we op zet 5 al op redelijk onbekend terrein .
In 2008 was in Azerbeidzjan een partij gespeeld tussen een 2400+ en een 2200+ speler gespeeld die ipv 5.. Le7

 Thomas – Gerrit (5.d4)

verder ging met 5…. De7 en uiteindelijk na een grillig verloop werd gewonnen door zwart, de speler met de lagere rating.

  Thomas – Gerrit (6…Pxe5)

6..Pxe5? was een ongelukkige keuze. Stockfish geeft 6..Lg4 of 6 ..dxe5 als beter, maar toch nog met zo’n anderhalf in de plus voor wit.
Het apparaat switcht nog een beetje tussen 8. Dh5 en 8. Db3 als beste zet .

 Thomas – Gerrit (8…Pf6)

Nu de mogelijkheid Pc6-a5 uit de stelling is, inderdaad ook een aantrekkelijke optie echter niet overwogen. Een dergelijke truc heb ik al meer gehad in iets andere openingen dus dan sta je daar niet zo bij stil.
Relatief het beste voor zwart was nog 8.. g6 9. Dxe5, Pf6 10. Lh6, Tg8 en na 11. f3 is wit in het voordeel, maar opgeven voor zwart is misschien nog niet aan de orde. Na 8.. Pf6 zag Gerrit
er geen redding meer in en na 9..Dxf7+ heeft wit een veel groter voordeel als in de genoemde variant (plus drie t.o.v. anderhalf) met ook nog een zeer onveilige koningspositie voor zwart.

Eddy: Ik werd verblijd met een commentaar van Danny, die aankondigt vaker materiaal tor te zenden. Prachtig!

Danny:

Ik zou ook graag mijn analyse op de partijen vanaf nu delen – zo leer ik er ook weer van en wordt jouw verslag weer aangevuld. En waar beter te beginnen dan met een overwinning.

Leuk om ook eens een stukje te schrijven – en goed voor mijn eigen ontwikkeling. Laat ik dit nu bedacht hebben op de dag dat ik mijn tweede klassieke partij win. 

Ik mocht deze avond tegen Marc met wit welteverstaan, wat inhoudt dat ik tegen het Engels speel. Een opening die ik online nog steeds niet ben tegengekomen, maar op de club toch geregeld voor de voeten krijg. Ik heb me meerdere malen verdiept in deze opening maar vind nog steeds 1. c4 c6 het fijnst spelen – ik speel met zwart namelijk de Caro-Kann. Het nadeel kan zijn dat als je niet oplet rokeren een zorg wordt, wat ik ook deze avond weer ondervond omdat ik een pion pakken verkoos boven een veilige thuishaven voor de koning.

1.c4 c6 2. e4 d5 3. exd5 cxd5 4. cxd5 Qxd5 5. Nc3 Qa5 6. d4 Nf6 7. Bc4 e6 8. Nf3 Bb4

  Marc – Danny (8…Lb4)

Na een redelijk solide opening dacht ik dat ik het redelijk maakte tegen Marc.

9. O-O Lxc3 10. bxc3 Dxc3

  Marc – Danny (10…Dxc3)

Dit was de eerste fout aan mijn kant. Ik had 11. Ld2 wel gezien, maar niet dat ik de loper op c4 niet kon pakken zonder ook een toren te pakken die mij daarna voor een lastig keuze zou zetten.

  Marc – Danny (11.Ld2)

Eenmaal zo ver heb ik na 11. Ld2 wel lang nagedacht om dit toch te doen – maar ik was bang dat ik tegen een sterkere speler de dame nodig zou hebben om enige weerstand te bieden. Het was hier wel het beste om de loper op c4 te pakken en na toren c1 de toren op f1 te pakken. Ik koos voor Da3.

12. Tb1 Pc6 13. Pe5 a5 14. Lb5 O-O

 Marc – Danny (14…0-0)

Ik kon op deze manier ontsnappen aan pogingen om het rokeren te voorkomen – ik was blij dat ik deze combinatie gevonden had maar ik voelde gelijk de druk op mijn positie en enige spijt dat ik eerder niet rokeerde in plaats van de ‘gratis’ pion.

15. Pc4

Deze zag ik niet aankomen – al had ik eerder wel gezien dat er nog een uitweg was voor mijn dame. Ik dacht dat Marc hier voor mijn pion ging op b7. Hier zegt de computer dat het voordeel voor Marc – die een veel betere opening had – verdwijnt na

16. Lxc6, bxc6  17. Pxa5, Dd7 18. Da4, Dd5 19. Tfc1 Bd7

  Marc – Danny (19…Ld7)

De eenzame loper die al het hele spel wordt overgeslagen mag hier de ‘zwakke’ pion gaan verdedigen, een ondankbare taak maar wel de beste zet. Later blijkt dit duo de wedstrijd naar zich toe te trekken door de hoofdrol op te eisen.

20. Tc5 Dd6 21. g3 Pe4

 Marc – Danny (21…Pe4)

Marc gaf aan dat hij g3 speelde om dame f4 in combinatie met paard e4 te voorkomen. Direct paard e4 had hij over het hoofd gezien. Ik zag hier wel kansen want als hij de loper op d2 zou verdedigen met toren c2, zou zijn paard op a5 hangen na een paar zetten. Hij vond echter de beste zet met loper b4. 

22. Lb4 Dxd4 23. Tc2 c5 24. Db3 cxb4

  Marc – Danny (24…cxb4)

Ik had hier blijkbaar d4 niet mogen pakken, maar de dreigingen die het met zich meebracht waren voor mij redenen om het wel te doen. c5 gaf hier de doorslag – de zwakke pion en buitengesloten loper beslissen de wedstrijd. 

Martin:

Ik maakte de inschatting dat mijn opening wel goed was. En ik met h5 rustig een aanval kan gaan opbouwen.

 Ab – Martin (24…Pe5) (  Komodo:  +-  5.50  !!!   )

Misschien een kleine positionele vergissing, maar het gaat snel bergafwaards en na b5 is het helemaal mis.

  Ab – Martin (23…axb5)

en zo wordt mijn hele stelling meegesleurd als door een rivier.

Zonde, maar complimenten voor Ab. Weemoedig constateer ik dat kleine oplevingen in speelsterkte nog niet structureel zijn.

Ron:

Feitelijk te frivool gespeeld. 11. gxf4 was niet goed, gewoon Lxf4.

 Ron – Mink (10…exf4)

Want na 11…., Ph5! was ik echt niet blij. Ik zei gelijk al tegen Mink dat dit een heel goede zet was. Maar de stelling is complex. Je moet zien dat je vervolgens gelijk Pd4 moet spelen en op f5 aansturen. Na zijn 12…,Te8 stond ik alweer beter.

 Ron – Mink (13…Te6 )

 Zijn 13…, Te6 begreep ik niet. Ik kan daar gelijk 14. f5 spelen, maar Lf3 is goed genoeg. Ik wilde van dat vervelende paard op h5 af. Daarna doet hij het onnauwkeurig, maar is het al uit.
 
Ron – Mink (24.Dg7+)

Ron – Mink (24.Dg7+)

Ongelofelijk was dat Chris heel fraai Frank veraste, een dame won, maar dat nog wist te verliezen. Ik had als Frank zijnde allang opgegeven. Associaties met bepaalde diersoorten (wel lekker) komen bij me op.Marc verloor ook best spectaculair.

Marc:


Marc – Danny

25 februari 2025

1.c2-c4 c7-c6 2.e2-e4 d7-d5 3.e4xd5 c6xd5 4.c4xd5 Dd8xd5 5.Pb1-c3 Dd5-a5 6.d2-d4

Stelling na 6.d2-d4

De stelling lijkt op een Scandinavische opening, 1.e4 d5 2.ed5: Dd5: 3.Pc3 Da5 4.d4, maar dan met een geïsoleerde pion voor wit, en zonder de c-pionnen. In de partij lukte het mij om van de ontbrekende pionnen te profiteren…

6…Pg8-f6 7.Lf1-c4 (Meer voor de hand ligt 7.Pf3 maar vanwege mijn geïsoleerde pion wilde ik e7-e6 uitlokken om Lc8 in te sluiten en zo veel mogelijk eventuele afruil van stukken te voorkomen. Aan de andere kant, als de zwarte pion op e6 staat, dan staat de loper meestal beter op d3…) e7-e6 8.Pg1-f3 Lf8-b4 9.0-0 (een pionoffer gebaseerd op het ontbreken van de c-pionnen) 9…Lb4xc3 10.b2xc3 Da5xc3 11.Lc1-d2 Dc3-a3 (zwart kan niet slaan op c4 wegens Ta1-c1xc8) 12.Ta1-b1 Pb8-c6 (gericht tegen Lb4 met dame-winst)

Stelling na 12…Pb8-c6

Ik heb meer dan genoeg compensatie voor de pion, want alle witte stukken zijn al in het spel, terwijl zwart nog een aantal zetten te gaan heeft.

Bij een ontwikkelingsvoorsprong is de volgende stap het openen van de positie, om zo optimaal van de betere ontwikkeling te kunnen profiteren. Mijn oorspronkelijke plan was dan ook 13.d5 en dan bijvoorbeeld 13..Pd5: 14.Ld5: ed5: 15.Te1 Le6 16.Tb7: 0-0 17.Dc2. Hoewel wit dan beter staat, vond ik het toch niet zo overtuigend. Een ander aanknopingspunt is dat de zwarte dame niet veel velden heeft, dus na enige twijfel (en tot mijn vreugde achteraf goedgekeurd door de computer) besloot ik tot 13.Pe5 met als dreiging Pc6: en Lb4.

Stelling na 13 Pe5

13.Pf3-e5 a7-a5 (na 13..Dd6 14.Pc6: bc6: 15.Lb4 heeft wit het loperpaar en kan zwart niet rokeren) 14.Lc4-b5

Stelling na 14.Lc4-b5

Het lijkt zo logisch om na a7-a5 met Lb5 het zojuist verzwakte veld b5 in te nemen, en nog wel met een penning. Ik speelde dit dan ook zonder veel nadenken. Echter, nog veel logischer, en ook veel beter en consequenter, is om als zwart Ld2 met a7-a5 de toegang tot b4 verspert, deze simpelweg naar a3 om te spelen. Bijvoorbeeld 14.Lc1 Dd6 15.Da4+-. Ik weet niet waarom ik dit niet zag, misschien omdat het een zet “naar achteren” is (loper van d2 terug naar c1).

Na 14.Lb5 verwachte ik 14..Dd6. Mijn computer geeft dan 15.Dc1 0-0 16.Pc6: bc6: 17.Lf4 al had ik het idee van Dc1 en Lf4 in de partij waarschijnlijk niet gezien (ik dacht aan 15.Da4). Na 15.Dc1 Ld7 geeft de computer trouwens 16.Pc4 De7 17.Pb6 Ta7 18.Le3 met d4-d5 ideeën wat ook een interessant motief is.

14…0-0

Stelling na 14..0-0

Sterk gespeeld. Na 15.Pc6: bc6: 16.Lc6: La6 heb ik mijn pion terug, maar zie ik niet veel voordeel meer voor wit terwijl een eindspel zelfs nog lastig wordt met een geïsoleerde pion. Ik besloot om mijn pion terug te winnen op a5.

15.Pe5-c4 Da3-e7 (15..Da2: 16.Ta1)

Stelling na 15…Da3-e7

Het motief met Pb6 en Le3 werkt hier niet meer: 16.Pb6 Ta7 17.Le3 want zwart speelt eenvoudig 17..Pd5 aangezien zwart met de koning uit het midden niet meer bang hoeft te zijn voor Pd5: ed5:.

Mijn computer geeft de voorkeur aan 16.Pb6 Ta7 13.Lg5 waarbij het rustig afwacht en de stukken beter neerzet. Dat is de juiste manier van spelen. Ik merk dat ik toch nog te materialistisch ben in mijn spel, want ik was in de partij te gehaast met het terugwinnen van mijn pion.

16.Lb5xc6 b7xc6 17.Pc4xa5 De7-d7 (gaat Lb4 uit de weg en zet druk op d4)

Stelling na 17…De7-d7

In de partij dacht ik hier goed te staan. Ik heb mijn pion terug, druk op c6, en voor de toekomst een mooie vrijpion op a2. Mijn computer is het daar niet mee eens, en geeft aan dat de stelling is omgeslagen en dat het nu eerder zwart is die hier iets beter staat. Sterker nog, na 17..Dc7 (in plaats van Dd7) 18.Da4 Ld7 19.Db4 Pe4 20.Pc4 Tfb8 21.De7 Te8 22.Db4 Ta2: 23.Le3 is het duidelijk zwart die op winst kan spelen.

18.Dd1-a4 Dd7-d5 19.Tf1-c1 (tegen c5) Lc8-d7 (dreigt opnieuw c5) 20.Tc1-c5 (opnieuw tegen c5) Dd5-d6

Stelling na 20…Dd5-d6

Het is psychologisch moeilijk om te schakelen van het zoeken naar actieve zetten naar het zoeken naar verdedigende zetten. Na 21.Dc2 (tegen Pe4) staat het gelijk (Dd4:, Pc6:), maar ik speelde g3 om Lb4 te kunnen spelen… Echter, Danny laat zien dat het niet verstandig is om hem te onderschatten…

21.g2-g3 (geen goed idee) Pf6-e4 22.Ld2-b4 Dd6xd4

Stelling na 22…Dd6xd4

Mijn computer geeft 22..Tfd8 als nog beter, en na 22..Dd4: 21.Dc2 als een betere verdediging (al blijft zwart beter), maar ik was hier al in paniek-modus en speelde hier 23.Tc2 (dekt f2, valt f8 aan) vergetend dat de toren op c5 stond voor een reden…

23.Tc5-c2 c6-c5 24.Da4-b3 c5xb4 0-1