Ronde 4, 27 sept `21

Tjonge. Dat was me wat. Voor mij : een avondje genieten van bijna overal hevig spektakel. Maar ook aanleiding voor weemoedige overpeinzingen.

Spektakel bij woeste aanvallen op de vijandelijke koningen ( mooier kan toch niet!) op nota bene drie borden, bij Frank, bij Martin, bij Ron. Andersoortige spanning bij Hans die in een vroeg stadium  een stuk verloor voor 2 pionnen maar heel veel compensatie had , en bij Arend die al vroeg een pion won en daarna ondervond dat zijn tegenstander het voor hem toch nog spannend  kon  maken , en dus ook voor uw meester Pennewip. Vijf partijen en niet één saaie.

Hoezo weemoedige overpeinzingen? Bij de analyse achteraf met meester Komodo, kom ik steeds meer verbaasd te staan over de kwaliteit van bijna alles. Bij 80 procent van alle zetten knikt meester K. goedkeurend, en fluistert ‘ Goedzo. Dat is de beste!‘ Bij 10 procent hoor ik ‘Niet slecht, maar kan nog beter’  en ja een enkele keer slechts ‘ Jammer, dat is niet goed’. En niet één keer ‘ Wat een blunder’. Is het schaakniveau van onderbond- amateurs dan in een jaar of twintig  zo verschrikkelijk gestegen? Ik zie steeds vaker zetten die ik zelf niet zou kunnen bedenken. Of is mijn eigen schaakniveau in die tijd dan zo verschrikkelijk gedaald?

Ik zag vanavond geen blunders. Andere overpeinzing van meester Pennewip: wanneer spreek je eigenlijk terecht van een ‘blunder’?  Misschien niet als je een combinatie van 2 of 3 zetten niet voorzag? Dan deed je misschien een “zwakke zet”. Wel als  je niet zag dat je bij de volgende tegenzet materiaal gaat verliezen? Maar als je dat nu wel zag, maar bewust toeliet?  

Was zet 7 …  Pd4 van Peter deze avond een blunder?  (8.  Pxd4 exd4  9. Dxd4)

Arend – Peter (7.d5)

Of was het een bewuste keuze? Zoiets als : Ik kan wel Pb8 of  Pa5 spelen, maar dat is ook onprettig. Weet je wat , ik geef gewoon een pion en dan houd ik misschien wel spel.

Was zet    28. Tc1   van Arend  een blunder? ( i.p.v. 28. Ta2 waarna wit toch wat voordeel behoudt!) Kun je dat zo noemen als er een ‘petite combination’ volgt die hem de partij lijkt te kosten?

Arend – Peter (27…Tc3)

28. Tc1? Tfc8!

Welnee . Het kwam  ten eerste door een vroegere , zwakke ( dat wel) 22e  zet Tb1 ( =) i.p.v.  Ta2! (met voordeel voor wit). En zelfs na het gespeelde  28.Tfc8! hoeft wit nog niet te verliezen.  Zie hieronder!  (klik op de zet om het diagram te veranderen). Zelfs 28. Tc1 is niet handig, maar nog niet eens een echte blunder. Misschien dan 29. Kf1?  Maar de remise-zet 29. Ta1! vraagt wel om vier (!) zetten vooruit denken. Tja! Dat kun je toch geen blunder meer noemen.

Was bij MartinMatthijs zet 3 …  e6 een blunder?

Martin – matthijs (3…e6)

Wel als hij mijn  vorige verslag heeft gelezen waarin ik schrijf dat je in de Draak beter g7g6 en e7e6 niet kunt combineren, omdat na Lg7 er bijna altijd problemen ontstaan op d6. Wat ook in deze partij gebeurt.

Martin – mattijs (12…0-0)

Maar ja, ik denk dat Matthijs mijn verslagen slechts af en toe globaal leest, en dat dus gewoon niet gezien heeft. Of hij gelooft gewoon niet in  mijn evangelie, alleen in zichzelf. En hij  wil dat even  tonen. Kan natuurlijk ook.  Geen blunder dus dat 3 …  e6 , maar wel een zwakkere zetl

En later, zet 23 …    d5 , is dat een blunder?

Welnee, want de stand is inmiddels zo beroerd , er is niks meer goed. Mat is zowiezo onvermijdelijk.  Dus dan doe je maar wat.  Het is gewoon een lollig slot. Niet moeilijk. Wel grappigvoor de toeschouwer.  Daarom hieronder maar ‘live’

Was zet  10 Ld3 van Hans tegen Bert  een blunder? Ontging hem even een ‘petite combination’ ? Wellicht. Maar hij krijgt wel compensatie! Zelfs als hem het antwoord van Bert  (10 …  e5!)   was ontgaan, is het dan wel een blunder? Of een missertje? Kun je misschien alleen van een blunder spreken als je niet gezien hebt dat je op de volgende zet mat gaat of materiaal verliest zonder er iets voor terug te krijgen? Hans krijgt dat wel! ( En zelfs meer terug dan waar hij op gerekend had (had hij dat?) omdat Bert 2 zetten verwisselde, en daarna volgens K. de hele partij wat minder staat (in plaats van wat beter) ). Hoewel dat de hele partij moeilijk te beoordelen blijft.

(klik op de zetten)

Was zet 23   ….   d5 van Sven tegen Frank een blunder?

Welnee, Goede raad was duur. Te duur!  De stelling was zo ingewikkeld en zo pijnlijk voor zwart . Er was niks goeds meer.

Ook lollig voor de toeschouwer. Ook maar even ‘live’ dus.

Was zet 23 . Lxg5 van  Gerrit tegen Ron een blunder?

Gerrit – Ron (22…g5)

Toen ik het zag dacht : Hallo, nieuwe verschijning van de oerdegelijke Gerrit. Die offert een stuk voor de aanval, maar dat is vast niet goed. Maar Gerrit zelf zei grinnikend : ‘ja, maar ik kon niet anders! Ik moest wel’ Hij had inderdaad goed gezien dat 23. Lg3 na f5 en f4 ook materiaal verliest, evenals na 23. Le5 f6! Bovendien bleek de hele verdere avond dat het heel erg moeilijk was eventuele incorrectheid ook echt aan te tonen, Ron moest verschrikkelijk diep gaan om te winnen, Zo diep dat hij na afloop  tegenover mij zijn wangen opblies en een lange diepe zucht uitblies om aan te tonen hoe zwaar het was geweest. Dus nee, absoluut geen blunder!

Dat waren dus mijn overpeinzingen.

Nu kort nog een beetje gewoon verslag  :

Arend-Peter

Na het hierboven vermelde pionverlies van Peter bij zet9 speelt Arend een prima partijtje.Hij heeft uiteraard voordeel met die pion meer en dat wordt steeds belangrijker. Het enige wat Komodo aanmerkt is dat hij misschien beter zijn invloed in het centrum had kunnen vergroten en dreigender actief had kunnen spelen met f4 op de  14e of de 16e of zelfs alsnog op de 20e zet. Daarmee was het sterke veld e5 aan zijn tegenstander ontnomen! Ik had hem dat na afloop al gesuggereerd. En gelukkig vond Meester Komodo dat later ook. (Meester Pennewip staat niet graag in zijn hemd achteraf. Dat gebeurt zowiezo al wat te vaak.)

Maar ook Peter speelt verder foutloos. Erg veel plezier heeft hij niet van zijn vroege pionoffer, maar ach, hij maakt er best het beste van. Tot de fase  hierboven al vermeld waarbij mindere zetten van Arend (nee, dus geen blunders!!) hem toch de wind in de rug bezorgen en hij mooi naar de overwinning kan fietsen. Zoials ik al bij het begin voorspelde: Eén van  jullie beiden gaat vanavond zijn eerste wiunstpunt scoren! Peter dus! En het was best een mooi, en redelijk gaaf  partijtje!

Martin-Matthijs

Na de reeds vermelde weinig gelukkige openings-opzet staat Matthijs niet direct, maar toch al gauw wat minder.  Met een lange rochade op zet 11  geeft wit al aan dat hij de zwarte koningsvleugel wil gaan aanvallen. Daarom is zet  14. …..   h7-h5   niet zo logisch. Dat leidt alleen maar tot een snellere verzwakking van de zwarte koningsveste! Hierna komt hij er eigenlijk niet meer aan te pas.

Martin – mattijs (14.a3)

14. …..  h5??  15. gxh5 gxh5  16.Pf3  en dankzij de open g-lijn beginnen de gevaren rond te gieren. Grootmeester Donner schreef eens dat je hem gerust een achterstand kon laten wegwerken maar dat hij een prutser was als hij een gewonnen stelling moest winnen.  Er is altijd het gevaar dat de betere stelling uitnodigt tot zelfgenoegzame onoplettendheid, onderschatting van de capaciteiten van de tegenstander,  het te veel nemen van risico. Iedere echte schaker is dus in deze fase extra zenuwachtig aan het worden. Ja, ik moet nu wel winnen, maar ik weet  niet zo gauw hoe. Dat zal ook wel bij Martin aanwezig zijn geweest. Matthijs blijft steeds maar zetten vinden die weliswaar niet afdoende zijn, maar wel steeds de eerste dreiging opheft, en nieuwe problemen oproept. Maar Martin redt het. De slotfase speelt hij keurig uit. Een mooie winst! En Matthijs bewijst dat hij toch steeds wat sterker aan het worden is.

Hans-Bert  Na het nogal tactische intermezzo in de opening waarin Hans een stuk verliest voor twee pionnen werd het een nogal strategisch gevecht. Want Hans heeft een heel imposant pionnencentrum  als compensatie.

“Nou niet verprutsen”

2S7A9286WEB.jpg 

Ik zag hem worstelen met de vraag wanneer je stelling rijp is om met een van die pionnen  op te stomen. En met welke dan. Als je te vroeg bent, of de verkeerde  neemt, kunnen  zomaar zwaktes in je stelling ontstaan waardoor je hele voordeel plotseling naar de gallemiezen is. 

Hoe nu verder? Beide spelers weten het ook niet precies. Ze schuiven behoedzaam verder. Soms kan het bij beiden wat beter, soms niet. Maar Hans houdt voordeel. De bedoeling van zijn plannen  begrijp ik af en toe niet, maar dat ligt beslist aan mij. K. geeft groot voordeel voor wit bij zet  31. Tot het daarna voor wit mis gaat

32.  c6?  (K. geeft 32. ..  Td6! Met c6 toch weer te vroeg opgestooomd?) Na 32 ….  bxc6 33 dxc6 Pe6! is wit ineens veel voordeel kwijt. En na 34. Kb5? zelfs alle, en zou er zelfs voordeel voor zwart in kunnen gaan  zitten. K. geeft 34. …. Td8 als sterke mogelijkheid.

Hans – Bert (34.Kb5)

Maar Bert ziet een herhaling van zetten schemeren. De heren zijn moe na een  zwaar gevecht, de klok begint ook flink mee te tellen, en om nu nog te gaan uitrekenen hoe gevaarlijk de vrijpion van wit nu wel of niet is, dat is wel veel gevraagd. Na 34….. Pc7 +  35. Kb4 Pe6 36. Kb5 Pc7+  37.Kb4 blijkt ook Hans het zo wel goed  te vinden. Remise.

Frank – Sven

Ik weet dat Frank tegen de Siciliaan graag de Grand Prix_variant speelde.   1. e4 c5 2.  f4. Ik heb hem ook vaak met Martin Koningsgambiet ( 1 e5 e5 2 f4 ) zien verkennen. Zelf mocht ik graag tegen de Pirc snel f4 spelen.: 1 e4 d6 2 d4 Pf6 3 Pc3 g6 4 f4.

Maar 1 e4 d6 en nu  2 f4 heb ik geloof ik nog nooit eerder ergens gezien. Dat speelt Frank. Verrassing. Is dit een geheel eigen vondst : de Geuzenvariant? Daarna  kan het vele kanten op. De Siciliaanse Grand Prix. Alsnog Koningsgambiet. Of de Pirc, met 4 f4 , de Oostenrijkse variant. Misschien vergeet ik wel wat. Sven lijkt er een Koningsgambiet van te willen maken. 1 e4 d6 2 f4 e5. (Slaan op e5 kan niet wegens Dh4+.)  Maar het grappige is dat hij na Pf3 weigert op f4 te slaan. Dan zou je zeggen dat dan al snel wit op e5 gaat slaan. Halfopen f-lijn en nu zonder pionoffer. Dat is toch leuk? Maar nee. De heren ontwikkelen hun stukken gewoon, alsof er hier geen probleempje in het centrum om aandacht vraagt.

Pas bij zet 14 gaat zwart dan eindelijk op f4 slaan. Grappig.

Frank – Sven (14.cxb3)

14. …  e5xf4  De stand is dan ongeveer gelijk volgens K.

Maar Sven blijft goed bij de tijd. De zwarte stelling wordt langzaam wat beter dan de witte.  Bij zet  19 vindt K. dat het – 0.80 staat.

Frank – Sven (19.Pd6)

Nu zou zwart gewoon moeten nemen op d6, maar Sven probeert wat leukers:  19. ….  La6 ???  Daar heeft K. geen goed woord voor over! En ook Frank ziet het ogenblikkelijk : 20. Pf5 !!!   (Er is ineens niks meer voor zwart. Was dus 19…. La6 een blunder? Ach , misschien.) g6 (Lf6 20 e5!) Ja en zoiets moet je tegen Frank niet op je bord hebben. Die ziet dat wel! 21. Pe5! En voor het nu volgende mat in 4 zetten verwijs ik naar hierboven het diagram bij de babbel over  blunders.

Heel spannend was dus Gerrit-Ron.

Als gebruikelijk speelde Gerrit weer erg terughoudend in de opening.  Hij heeft het er nu eenmaal voor over van openingsvoordeel af te zien , om maar geen theorie te hoeven bestuderen. Maar dus was Ron na wit d3 i.p.v. d4 al bij zet  3 het nadeel van de nazet kwijt, en kon toen al d5 spelen, wat iedere Sicilianist als een zegen beschouwt.

Gerrit – Ron (3…d5)

Al gauw is dus Ron’s stelling echt plezierig. Maar ja, omzetten in winst is wel even een opgave. Als gebruikelijk gaat Ron over tot heel lang nadenken en bedenkt dan een plan dat ik niet erg begrijp.

Gerrit - Ron (18.Dc1).jpg   

18. Kh7 niet slecht, maar ook niet echt sterk.  K. suggereert hier van alles dat beter is . O.a. d4 of Tfc8. Maar goed, Ron is kennelijk bezig een g5 voor te bereiden en vindt dat Kh7 daartoe nuttig is. Hij heeft natuurlijk ook al eerder gekeken naar het witte slaan op g5!

Een flink aantal zetten later volgt dan dat g5. En na het hierboven al eerder aangegeven 23. Lxg5 wordt het heel erg spannend. Gerrit moet aanvallen. Doet dat niet onverdienstelijk. Ron moet erg uitkijken, maar verdedigt uiterst nauwkeurig! Met steeds de sterkste zetten!

Beide hoofden  werden geleidelijk steeds rooier! Wat een spanning!

Om u van de climax te laten meegenieten daarvan een ‘levend diagram’ met wat commentaar van K.

(Sorry Hans en Gerrit.Ik moest ze even kwijt. Ik ben soms trots op mijn portretten. Nu dus ook.)

Zo dit was het dan weer. Tot maandag.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.

Ronde 3, supplement

Ik kreeg laat in de week nog 2 partijen aangeleverd.  Waarvoor mijn dank. Hoewel ik niet sta te trappelen om na vrijdag opnieuw werk aan de website te hebben, vond ik het toch te onvriendelijk om Hugo en Frank niet te belonen voor hun zending. Dus hieronder alsnog mijn commentaar en dat van prof. Mr. Dr. Komodo. (in omgekeerde volgorde)

Frank-Hans vond ik lang een gave partij. Het is Spaans, met Lc5, en tot zet 11 pure theorie. En als ze het niet uit de boeken hebben ,maar zelf bedacht, is dat nog indrukwekkender. Dan gaat Hans een eigen koers varen, en daarbij is zet 13 wellicht minder gelukkig.

13,  … Lb7 ? omdat na e4 die loper daar niet veel vooruitzichten heeft. ”Die beukt op graniet” zeggen ze dan. Komodo geeft hier f5. Wit staat nu wat beter. Frank speelt lang heel sterk verder. Maar verliest toch een beetje invloed vanaf zet  20. Komodo ziet Frank’s plan – opmars van de damevleugel- niet als het beste. Maar vanaf zet 22. Krijgt Hans echt vat op het spel.

22. axb5?  ( Dxb4!) a5 !!! De witte pion op b5 is kwetsbaar, en de zwarte pionnen op  a5 en b4 worden lastig! Bij zet 27 volgt dan een prachtige zet van Hans. Hij offert een kwaliteit voor twee pionnen. Ik vraag me af of ik dat gedurfd zou hebben. Maar het blijkt ijzersterk!!

24. …. Txc4!!!  25. dx4  Dxb6!

Mede omdat Frank ook af en toe niet de allersterkste vindt, blijft de stelling veel prettiger voor zwart. Tot aan het eind.

Toch wordt dan tot remise besloten.

Ik  weet natuurlijk niet wat hier meespeelde. De klok? Geen zin meer? Te laat geworden? Wie bood remise aan? Je zou zeggen dat met dit bord vol stukken, met die lastige pionnen op a4 en b4, en ook verder gezellig opgestelde zwarte stukken, zwart het nog wel even had kunnen proberen. Of vertrouwde Hans zijn kwaliteitje achterstand niet, en zag hij te weinig compensatie.

Maar wel een mooi partijtje!!

Ron- Hugo

Was een partij die voor Ron inspirerend was (volgens zijn reactie mijwaarts). Prettig om te horen.  En begrijpelijk. Want het was een Pirc , die best volgens de boekjes werd gespeeld. Dat laatste daar houdt Ron van. Hij is de beste theoriekenner van ons clubje. Hij speelde hem op scherp, met een snel f4. Ik herken die opzet, want zelf doe ik het nooit anders op internet. Hugo weet duidelijk ook waar hij mee bezig is. Ron kreeg licht voordeel, zoals wel een beetje hoort in deze variant. Hugo’s 8. … c6 helpt daarbij wel een handje.  Dat moet kennelijk een beetje anders. ( c5 ?  Le6? ) Zo staat bij zet 15 wit wel erg goed.

RonHugo(15Pd2)

Frisse stelling. Maar ja hoe moet je verder? Maar het gaat daarna best wel goed voor wit. Doch bij zet 17 zet Hugo, die begrijpelijkerwijs best tevreden is met remise, een valletje

RonHugo (17…Dd6)

Met 18 Dd3  houdt wit veel voordeel vast. Met het voor de hand liggende 18. Pe4 gaat er veel van verloren. Na 18. …  Txf1 19. Kxf1 komen ze remise overeen. Na dameruil, waar zwart op aanstuurde, staat wit nog steeds een klein beetje beter. Zegt Prof Dr K. Zal wel zijn wegens de geïsoleerde pion op e6. Maar Ron heeft bij dit nieuwe schaakdebuut wel weer genoeg genoten en houdt het verder voor gezien.

Inderdaad een kort, maar leuk partijtje.

Frank en Hugo , dank voor jullie informatie.

Verslag ronde 3

Ik was deze maandag verhinderd, maar de uitslagen kwamen netjes binnen. En  Martin en Gerrit stuurden me hun partijen. Waarvoor veel dank. Ik kan me zodoende wel een beeld vormen van wat er gebeurde. Opvallend vond ik de remises van Hugo en Hans, die laten zien dat ze geduchte nieuwe tegenstanders zullen zijn in de ‘hogere’ regionen van AdH.

De partij van Arend tegen Martin leverde het volgende commentaar van Martin op  : ‘ Ik vond Arend goed spelen en hij zal zijn punten dan ook vast gaan pakken dit jaar.’

Omdat er meer spelers in de club zijn die het Siciliaans wat passief benaderen geef ik hieronder de opening op ‘levend diagram’

Arend-Martin 2

Arend blijft wel lang goed in de buurt, maar verblundert helaas een stuk bij zet 21.

Sven probeerde de London-opening tegen Gerrit.  Maar kreeg niet veel initiatief. Beide spelers spelen wel lang zetten die wel gebruikelijk zijn.  (Misschien krijgt Sven ooit nog eens de kans om bij Ron mee te kijken om te ervaren hoe je zoiets nog beter aanpakt.)

Omdat ik verder niet veel te schrijven heb zal ik de hele analyse van Komodo hier aflleveren. Met mijn eigen babbels er omheen.

Eindcontrole moet nog plaatsvinden.

De stand en uitslag na ronde 3

Di 21-9-2021 9:09

PosNameGmsWDLScoreVal
1Hans Pelt32107330
2Bert Kuijer31206628
3Sven Damen31206226
4Frank de Geus211061,724
5Paul Verkooijen110046,722
6Gerrit van Dok211043,320
7Hugo Ent202041,718
8Matthijs Groot31023216
9Martin Zwaneveld31022614
10Ab Hauer210120,712
11Ron de Vink10102010
12Arend Schuur3003148
13Peter van Putten200213,36
Nr.WhiteBlackResult
1Frank de GeusHans Pelt½-½
2Sven DamenGerrit van Dok½-½
3Ron de VinkHugo Ent½-½
4Matthijs GrootBert Kuijer0-1
5Ab HauerPeter van Putten1 – 0
6Arend SchuurMartin Zwaneveld0-1

Ik geloof dat er een onnauwkeurigheid in de stand zit. Daar ga ik nog even naar kijken.

Ronde 2

Ik heb me best wel weer geamuseerd bij deze tweede voorstelling in theater Over de Linden. Ik kom niet zo veel meer in theaters omdat ik de acteurs met mijn dovemansoren veelvuldig niet meer kan verstaan. Cabarettiers houden vlak voor de pointe van de grap  even in, om dan achteloos en  sneller sprekend de clou  van de grap prijs te geven. Als ik het tot zover wel redelijk heb kunnen volgen is het erg frustrerend als je dan de zaal in lachen hoort uitbarsten en alleen jij hebt geen idee waarom. Kijk, dat probleem heb ik  bij het Caissa-gezelschap in theater Onder De Linden helemaal niet. Als Gerrit in een stevige lach schiet of Hans of Matthijs een brede grijns laten zien, dan weet ik heel goed van welke grap dat de pointe is.

Bij Gerrit nu omdat hij kans zag een stelling die erg aan een damstelling deed denken (Een hekstelling ? Zijn er nog dammers in de zaal?) in winst om te zetten.

Bij Matthijs omdat hij na een lange avond zwoegen om een stelling met een loper meer eindelijk na veel wederzijds diepzinnig  denkwerk na 60 zetten in winst had kunnen omzetten.

Bij Hans omdat hij een sterke stelling pas na een hele avond buffelen, mede dankzij een blunder in tijddwang van zijn tegenstander,  eindelijk echt als overwinning in zijn conduitestaat kon laten noteren.

Bij Sven een schuchtere glimlach omdat hij na een zware inventieve partij zijn voordeel toch  leek te zijn  kwijtgeraakt en er vervolgens zelfs problemen voor hem dreigden, en toch plotseling Bert remise aanbood. Wellicht te sportief om op de klok te willen winnen?

Gerrit-Ab 

Zoals vaak was Gerrit’s opening met wit niet slecht maar ook niet erg agressief en dus lukte het Ab om  even zelf het initiatief te pakken.  

GERRIT – Ab (12.Pe1)

Maar onze Formule 1 -schaker  raakte met zijn gebruikelijke aanvallende inhaalstijl even van de weg, bij zet 14

GERRIT – Ab (14…Tf6? )

Want de stelling is nog niet rijp voor een aanval.Daar maakt Gerrit gebruik van. Maar de stelling heeft een klein nadeel. Zit alles nu vast? Hekstelling? Hoe verder?

GERRIT – Ab (26.a4)

Moet gezegd dat Gerrit dat inventief aanpakt. En onze schaak-Verstappen te snel is om dat te kunnen doorgronden.

Bij zet 38 beginnen  zich dreigingen  af te tekenen. In mijn hoogmoed dacht ik dat Gerrit de mooiste voortzetting liet liggen. Maar mijn idee 38. b6 was wel leuk, maar toch was er eenvoudig de scherpste kant aan te ontnemen. Nee , de voortzetting van Gerrit was nog veel sterker.

Want zo’n  eindspelletje  is natuurlijk  feest voor Gerrit. Jammer dat bij beide spelers de notatie rond zet 59 in het ongerede raakt, Want ook het slot is aardigl Ab die ziet dat het mis gaat,  gaat na een  pitstop  over tot een gewaagde inhaalactie, hopend op een wonder. Gerrit trekt er zich niks van aan, zou  hem  gemakkelijk kunnen blokkeren,  maar laat hem nog even gaan,  moediger dan ooit,  omdat hij gezien heeft dat  er een pionnenrace gaat komen en hij als eerste over de finishlijn  zal scheuren.  Maar ik kan u helaas  niet laten meegenieten.

Arend-Matthijs   

Arend  speelde weer Frans. Hij weet er nu al meer van dan Matthijs. Maar zijn 7e zet e5 is niet handig.

Echt fout ging het bij zet 11. Toen gaf Arend pardoes een loper weg.

Onbegrijpelijk. Want als je ziet hoe secuur hij daarna  de hele avond  gaat spelen kun je je niet voorstellen dat zo’n misser ook tot zijn mogelijkheden behoort. Hij blijft na zet 11 vechten voor lijfsbehoud en doet dat zeer verdienstelijk.

Voor de toeschouwer blijft het toch nog spannend. Stel dat zwart die pion kan pakken , dan is het remise. Met alleen een paard kun je niet mat zetten. Of kan de koning de opmars van die pion blokkeren? Zal wel niet, maar toch.

Het kan dus niet! Blijkt uit het vervolg.

Matthijs heeft 60 zetten nodig om eindelijk de winst te kunnen aantekenen.

Martin-Hans

Martin speelde – niet geheel onverwacht- een potje Engels. Hans antwoordde met wat mij ook eigenlijk tegen deze lastige opening het beste en het eenvoudigste lijkt. Gewoon doen alsof je een open spel tegen je hebt. Niks ingewikkelds met c6 of c5. Gewoon vlug zoveel mogelijk ontwikkelen.

Martin – Hans (6…Lf5)

Als Martin gewoon sjablonezetten blijft doen, zit hij ineens ernstig in  problemen:

Martin – Hans (7…a5)

8. e3 ??? Ld3 !!  

Krijg die loper daar maar eens weg. En die belemmert je ontwikkeling ernstig! In de kortste keren staat wit allerbelabberdst. Hans speelt dit gedeelte buitengewoon sterk!

 Enkele zetten later zit Martin voor een stelling die men niet meer met droge ogen kan aanzien. Hij speelde Te4 wat direct tot verwoesting had kunnen leiden. Te6 was beter geweest, maar ook totaal onvoldoende.

Martin – Hans (21.Te4)

21 …  Le3+ !   ( 21 … Pd4 !!!) 22. Ke1  Df2+  (22. …  Pd4!!)

Langzaam lijkt Hans de grip een beetje kwijt te raken. Natuurlijk wil geen mens achter de witte stukken zitten, en toch begon ik me af te vragen of die drommelse Martin met mazzel toch nog zou kunnen ontsnappen.

Martin – Hans (26…Df2)

22. Kb1  (22. De4!)

Het wordt gek genoeg best lastig om de winnende zetten te vinden. Het lijkt niet op te schieten. Aardig gedemonstreerd met de volgende zetten:

Martin – Hans (32.Ka2)

32. .. Df7+  33. Kb1  Df1

Maar Hans mag dan wel eens een sterkste zet gemist hebben, een slechte doet hij ook niet. Hij blijft problemen stellen. En hij staat aanmerkelijk beter op de klok! Uiteindelijk wordt de aanhoudende druk Martin toch te machtig .

Martin – Hans (35…Df2!)

36. Tb1? Txf1!  opgegeven. Wit  kan niet terugnemen op f1 wegens mat op b2.

Bert-Sven

Bert opende met KoningsIndisch, met wit, in de ‘voorhand’  dus.  Dat is niet erg gevaarlijk voor zwart, maar wel degelijk en de theorie is voor een kenner van het echte KI erg overzichtelijk. Maar Sven heeft er niet veel moeite mee. Na een niet al te gelukkige zet van wit krijgt hij zelfs de betere kansen.

Bert – Sven (11…d5)

12. e5?  Lf5!

Bert moet gaan verdedigen. En doet dat geduldig en secuur. Zijn sterke punt: geduldig en kalmte bewaren. Een mens zou hier een beetje van in paniek kunnen raken, maar dat overkomt Bert niet vaak. Rustig afwachten tot de tegenstander het ook niet zo helder meer voor ogen heeft. Dat gebeurt bij zet 21

Bert – Sven (21.Ld2)

21. .. cxd4? ( 21. .. b6! 22. Pd3 Db5!) 22. Pxd4

Wit krijgt nu het heft in handen, en staat weldra gewonnen. Maar net als vorige week laat Bert de winst dan weer schieten,

Bij zet 37  opperde ik achteraf  Te1, bij de post mortem . Dat wezen de kemphanen af. Tot mijn genoegen vindt Prof mr dr K dat toch ook de sterkste, zij het met een aantal varianten die aanmerkelijk vernuftiger waren dan die ik in mijn hoofd had.

Dat was het weer even. Volgende week ben ik even verhinderd, maar daarna ben ik er weer. Deo volente! Ik hoop de uitslagen en de stand opgestuurd te krijgen. Eventueel een boeiende partij, maar ik weet inmiddels nergens op te mogen rekenen.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.