Alle berichten van Eddy Saraber

Vrouwenschaak

Ik ervaar met enige bevreemding dat vrouwen mij nog steeds flink interesseren.  Beetje vreemd als je 88 bent.  Ik bedoel inmiddels wel vooral hun geestelijke mogelijkheden. Dat wel! Maar ik heb dat altijd wel een beetje gehad. Ik was als jonge docent Nederlands een poosje werkzaam op een Middelbare Meisjes School. Die bestond toen nog. Het was de mooiste tijd uit mijn lerarenbestaan. Als je een gedicht op de tafeltjes legde , was de reactie vaak: ’Fijn, we gaan een gedicht doen’ . Als je dat later op een HAVO of VWO deed hoorde je : ‘ Jasses, kan die man dat niet gewoon zeggen?’ Ik herinner me een jongedame die i.p.v. een boekenlijst met de verplichte15 titels op haar eindexamenlijst, er even  35 op noteerde! Vond ze leuk! Dat ging bij jonge mannen anders. Ik weet niet meer welke Kuijer van onze schaakclub het was, maar een van de twee vertelde me, nog scholier, eens dat hij echt niet van plan was om die boeken te gaan lezen.  Hij zocht wel wat uittreksels bij elkaar. Ik wist gelukkig het geknars van mijn tanden verborgen te houden.

Ik weet nog dat ik in de begintijd van mijn schakerij ook probeerde te achterhalen hoe Vera Menchik (1906-1944, wereldkampioen vrouwen 1927-1940) het toen gedaan had. En in de krant volgde wat de actuele resultaten van Fennie Heemskerk(1919- 2007, Nederlands kampioene 1937-1960)  waren. Als man kon  ik nog wel vrij lang toch enige meewarigheid voelen. Ze waren wel heel goed, maar ja natuurlijk niet zo sterk als sterke Nederlandse mannen als Max Euwe, Lodewijk Prins, Hans Bouwmeester, v. Scheltinga  en dat type van soort. Dat kon natuurlijk niet. Het waren tenslotte vrouwen.

Ik weet nog dat ik ergens in NoordHolland deelnam aan een simultaan door een Nederlandse sterke schaakster. Ben vergeten wie. Op zichzelf al een  veelbetekenend  feit.  Ik verkeerde bij Aris de Heer al een poosje in de hoogste regionen, dus ik dacht dat varkentje snel even te gaan wassen. Maar binnen een uur kon ik opgeven. Mijn conclusie had moeten zijn dat die mevrouw gewoon flink sterker was dan ik. Maar moreel was ik toen nog niet zo ver. Volgens mij had ze had gewoon  de mazzel gehad dat ik kennelijk even niet in mijn beste doen was.

Er begon iets aan zulke opvattingen van mij te veranderen toen ik in de krant had gelezen dat er een meisje was op een internationaal schaaktoernooi in Amsterdam-Zuid , 13  jaar, die iedereen versteld deed staan. Ze speelde in de meestergroep. Eén verdieping hoger speelden de grootmeesters. Grote jongens. Kortsnoi bijvoorbeeld. Anand. Etc. Het schaakpubliek wordt meestal gevormd door schaakmannen die met pensioen zijn. Die werken niet en kunnen bij een schaaktoernooi gaan kijken. Het grappige was dat die middelbare mannen deze keer niet naar de toppers gingen kijken, maar naar het iets kleinere vertrek met de iets mindere schaakmeesters afdaalden, dat bomvol stond. Allemaal wat oudere mannen die dat lieve meisje -met paardenstaart – wilden volgen. De organisatoren kozen na enige dagen eieren voor hun geld en verplaatsten het meisje ook maar naar het vertrek met de grootmeesters. Ook ik heb daar ademloos naar haar en haar schaakzetten staan kijken.  In ieder geval werd me duidelijk dat wij zelf maar prutsers waren. Ze heette Judith Polgar en woonde in Hongarije. Ze werd geboren in 1976. Ze ging niet naar school maar kreeg onderwijs van haar ouders. Haar moeder gaf haar talen, en voor vader mocht ze kiezen : wiskunde of schaken. Vader Laszlo  voerde een ijzeren regiem. Elke dag 30 schaakproblemen oplossen, elke dag snelschaak, gewoon schaak, en studeren in schaakboeken. Beetje idioot wel, en kindonvriendelijk. Zoals men soms jonge tennissers of turnsters mishandelt. Zou je zeggen. Maar volgens Polgar zelf, achteraf, viel dat best wel mee. Ze had er best plezier in. Ook haar twee zusters kregen schaakles,  en werden ook sterke schaaksters. Maar niet zo sterk als Judith. Die had aanleg. Maar volgens Laszlo lag dat anders. Volgens hem kon door exclusieve, gerichte aandacht en studie op zeer jonge leeftijd, van elk kind een ‘wonderkind’ gemaakt worden. De bedoeling van zijn experiment met zijn dochters was dat te bewijzen. Hij was zelfverzekerd. Maar toch ook wel eens wat minder. Ik was een keer bij het Hoogoventoernooi en stond te kijken naar de schakers achter de balie.  Judith speelde nog in de meestergroep. Trok ook hier veel aandacht. Een mijnheer naast me sprak me aan. Auf deutsch. Een beetje zenuwachtig: ‘ Denkt u dat ze goed staat?’ Sta ik nota bene naast haar intussen ook al beroemde vader! Die had beter een sterker iemand kunnen uitkiezen om een mening te vragen, want weet ik veel?! Ik stotterde maar dat ik dacht van wel.

Deze Judith ontwikkelde zich pijlsnel tot een grootmeester.  Dat werd ze al toen ze 15 jaar en 4 maanden was, omdat ze kampioen van Hongarije was geworden. (Bij de mannen). Daarmee was ze toen de jongste grootmeester ooit. Nog jonger dan de toenmalige recordhouder Bobby  Fischer. Als voorbeeld onderstaand de ontknoping van een partijtje toen ze 8 lentes (acht!!) oud was.

Live diagram

Al jong wilde ze niet meer in vrouwencompetities spelen. Daar was ze te sterk voor. En als ze nog sterker wilde worden moest ze bij de mannen spelen. Vond ze zelf al gauw. Haar zus Susan Polgar deed dat niet. Werd wel in 1996 wereldkampioen bij de vrouwen, maar kwam niet verder.

Judith  boekte daarna talloze successen in de mannencompetities. Stond al gauw in de top10  van de Fide. Supergrootmeester dus. Won af en toe een toernooi. (Tata bijv.) Zat vaak bij de bovensten in de ranglijst. Won ook zelfs wel eens van Kasparov. Oorspronkelijk was ze berucht en geliefd om haar tactische hoogstandjes. Later ging ze wat strategischer spelen en werd toen nog sterker. Ik ben haar schaakverrichtingen altijd blijven volgen. Altijd interessant.

Ze was ook een zeer trouwe deelnemer aan het jaarlijkse schaaktoernooi in Hoogeveen. Won dat ook enkele malen. Ik ging daar ook af en toe heen. Ik nam daar ook eens iets waar wat me de overtuiging opleverde dat Polgar niet alleen een oersterk schaker was, maar ook een aardig mens.

Ik stond er al voor de aanvang. Op anderhalve meter afstand van waar Polgar moest gaan spelen. Ze moest straks tegen de Nederlandse grootmeester Sokolov. Die zat al achter het bord, en staarde diep geconcentreerd naar zijn witte schaakstukken. Judith kwam eraan, nam plaats en rangschikte al haar spulletjes ordelijk op de tafel. Sokolov zag niets anders dan zijn stukken. In diep gepeins verzonken. Hij zal wel gedacht hebben: ‘Ik krijg het  moeilijk vanavond. Hoe kan ik dat het beste aanpakken? ‘  Judith wilde hem kennelijk vriendelijk groeten. Sokolov zag nog steeds niets. Judith  dook naar beneden, legde haar kin op de tafel, en blikte met een brede glimlach  schuin omhoog naar de ogen van Sokolov. Toen zag hij het eindelijk. Hij stak zijn hand uit en glimlachte. Ik weet nog dat ik toen dacht: ‘Polgar, jij beschouwt je collega-schakers niet als tegenstanders, maar als vrienden!’

De hele familie Polgar was vriendelijk.  Ze waren Joods. Maar in de periode dat ex-wereldkampioen Bobby Fischer voor de verdere wereld onvindbaar was, maar wel afschuwelijke antisemitische praatjes ventileerde, had de familie Polgar nog wel contact met hem, en ze boden hem de mogelijkheid in Hongarije bij hen te komen logeren. Dat heeft hij aangenomen. Niemand wist dat. Het werd pas veel later bekend. Hij had het er naar zijn zin. Schaken met Judith, gesprekken over schaken en over de wereld, de mooie natuur in. Maar ook doorgaan met zijn antisemitische laster. Vader Laszlo Polgar heeft het vrij lang volgehouden, maar hem toen tenslotte toch maar de deur uit gezet.

Een andere  gebeurtenis die m.i. duidde op grote beschaving was de volgende: Judith speelde in een officieel, zwaar, toernooi tegen Kasparov. Ze zette een valletje. Kaparov trapte erin, deed een zet, liet zijn stuk los. Zag toen pas wat er ging gebeuren en hij pakte het stuk weer vast en zette het terug. Polgar zei niets! Ze had natuurlijk de wedstrijdleider erbij kunnen halen. Pas toen de partij klaar was, en Kasparov gewonnen had,  zei ze : ‘Garry, wat flikte je me nu?’ En liet het daarbij. Respect voor haar formidabele collega?

Kasparov won dit wel tenslotte, maar het had zonder zijn onsportiviteit remise geworden, en waren er ook mogelijkheden voor missers van hem gebleven.

Schaakt Polgar nog? In 2004 kreeg ze haar eerste kind. Toen moest de schakerij, slechts een korte periode, op een wat lager pitje. Maar  in 2014 maakte ze bekend dat ze zich uit het echte persoonlijke wedstrijdschaak ging terugtrekken . Wel bleef ze voor de schaaksport actief: schreef boeken, gaf cursussen, commentaarverzorger bij grote toernooien, en zelf nog  schaken op bescheidener niveau.

Waarom schrijf ik nu ineens over Judith Polgar? Weer door een boek. Er was een aanbieding van New in Chess voor ebook, met ‘levende’ diagrammen, Voor 7,50 € . Dat kon ik niet laten lopen.

Ze was vooral bekend om haar agressieve stijl. Uit dat boek zou ik vast wat stellingen kunnen plukken waar u van kunt smullen.

En dat klopte. Ik ga u er even wat van laten zien. Het boek staat er vol mee.

Kasparov verloor vrijwel nooit. Maar tegen hem won Polgar wel eens. Waarom werd ze toch geen wereldkampioen? Omdat Anand en Kramnik haar in de weg zaten. Die waren haar te machtig. Vooral Kramnik. Ik geloof dat ze daar nooit van heeft kunnen winnen. Van Anand slechts een enkel keertje.

Hoofdstuk 5 van het boek geef voorbeelden van beslissende momenten in haar partijen, De auteur noemt haar beslissende zetten ‘shots’. Laat ook zien hoe ze tot zo’n stelling kwam, maar dat laat ik hier maar even weg, Alleen wat  ‘shots’. Dat is het leukst. :

Zapata – Polgar, New York 1989

Ik wijs u er nog even op dat Polgar in dit voorbeeld nog pas 13 is.

Amsterdam 1990, 07.06.2025

In dit boek  komen veel complete schaakpartijen voor die ze van heel grote jongens won: Ivantsjoek, Shirov, Topalov. Kortchnoi, Anand, Short, Spasski, etc.

Hieronder de winst tegen Anatoli Karpov, lang wereldkampioen, tot 1985. Weliswaar in 2003 zijn allersterkste periode achter de rug, maar evengoed nog beresterk!

Ik ga het hier maar even bij laten.

Hopelijk kon u zich in het schaakloze tijdperk met deze greep in al dat materiaal een beetje amuseren.

Voorlaatste wereldkampioene Yifan Hou (2016)

De huidige is Ju Wenjun,

(Daar heb ik geen eigen plaatje van)

Impressie Jaarvergadering ‘25

We hoefden gelukkig geen extra grote zaal in te huren. Het paste er gemakkelijk allemaal  in.

691A9104XWEB

Maar die waren dan ook extra alert!

Ach , erg moeizaam verliep het allemaal niet. Het moeilijkste onderwerp kwam niet echt aan de orde: hoe wordt ons ledental weer groter? Vorige keren wel, maar dat leidde helaas ook niet tot erg wonderbaarlijke  ontwikkelingen.

De sfeer was prima. Ons huidige bestuur had er veel plezier in. Er werd heel veel gelachen.

Ik vond dat de prijsuitreiking ook dit jaar wel iets aardigs  had:

691A9106XWEB

Een prijs voor het oudste nog schakende lid van de club. Leuk idee! Uitgereikt aan Gerrit. Niet alleen het oudste lid, maar ook een van de trouwste. Hij slaat zelden over. En is ook een principiële schaakliehebber. Paar keer achter elkaar veloren? Geeft niet, het spelletje blijft toch gewoon leuk!

691A9107XWEB

Ook aardig: het gezicht van Thomas. Kennelijk heel verrukt, mooie beker! Het schijnt hem toch nog steeds iets te doen. Mooi ding om naast die andere 30 (?) te zetten. Absoluut een  mooie foto waard.

691A9112XWEB

Ook leuk zou het gezicht geweest zijn van de begunstigde bij het in ontvangst nemen van de beker voor het meestbelovende, talentvolle  nieuwe lid. Danny dus. Maar die was er niet! Pech.

Besproken onderwerpen:

Het contributiebedrag. Gehandhaafd.

De agenda: afgelopen seizoen door verschillende oorzaken een wat te klein aantal Keizeravonden. Nieuwe agenda zal daar iets aan proberen te doen.

Tussendoor een simultaan organiseren van een sterke schaker van buiten. Bleek bewerkelijk. Omdat Paul nu gepensioneerd is lukt het volgend jaar misschien wel.

Externe resultaten van afgelopen seizoen: heel mooi.

Website : Wie gaat dat overnemen als Eddy binnenkort wegens ouderdom gaat omvallen?

Dit is wat ik me kan herinneren (en wat ik wel kon verstaan). Voor meer details verwijs ik u naar de notulen onder kopje ‘Organisatie’, van Paul. Onze onvolprezen secretaris.

Dank aan ons bestuur, voor al hun werk.

Alle leden een prettige zomer toegewenst, en dan met frisse moed gestart met een nieuw jaar, van  onze kleine, zeer oude, doch gezellige schaakvereniging.

Beker, have finale

En weer hebben ze het gefikst. Nu met een team zonder invallers. Maar weer met een gelijkspel, maar met een gunstige resultaatverdeling. Nu was de stand bekeken bij de eerste drie borden nog steeds gelijk. Dan kijken ze naar de eerste twee borden, en dan wonnen wij. dankzij een overwinning van Thomas. Op naar de finale! Een geweldige prestatie.

Thomas, beker

Mooi dat we door zijn naar de finale en ook ben ik blij dat ik daar deze keer met een vol punt aan mocht bijdragen.
Tot nu toe liep de score in mijn externe partijen wat stroef, vooral veel (soms benauwde) remises , een paar nederlagen en dan sporadisch een overwinning. Maar goed, we zijn weer verder.
De opening was de Tsjigorin -variant van het Frans, die al aan het eind van de 19e eeuw gespeeld werd. Het leidt meestal tot een soort Koningsindisch in de voorhand.
Je zou alleen kunnen betogen dat de dame ontwikkeling naar e2 op de tweede zet wat vroeg is, in de jaren zestig won Robert Fischer heel wat partijen met wit met een dergelijke opzet (zonder meteen De2) dus wellicht was de naamgever in de 19e eeuw zijn tijd ver vooruit.

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (2.De2)

We volgden een tijdje de theorie, pas op zet 11 was eerder 11. b4 gespeeld in plaats van 11. La6.

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (11…La6)

Maar volgens de engine staat het -0,5 voor zwart en de waarderingen voor andere zetten lopen niet ver uiteen.
Zelf bekroop me het gevoel dat ik zwart wel wat ver had laten komen op de damevleugel en dat ik er wat eerder a2-a3 in had moeten gooien.
Zelf had zwart met 13. b4 ipv 13. Tc8

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (13…Tc8)

licht voordeel kunnen behouden, het stond toen weer ongeveer gelijk.
Op zet 14 was dat ook nog beter geweest, op zet 15 was het wel creatief en op het moment zelfs even een niet zo leuke verrassing (zie mijn opmerkingen in vorige verslagen over het “damsyndroom”) maar na rustig nadenken bleek het allemaal mee te vallen.

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (15…b4)

De grootste verrassing bij het invoeren van de partij kwam
eigenlijk op zet 18. In plaats van het reeds geplande 18. Pd6
was namelijk 18. Pf6+! beslissend geweest.

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (18.Pd6)

Ik had daar wel even naar gekeken maar zag geen vervolg na 18. gxf6 19. exf6, Ld6. Maar er volgt simpel 20. Lxd6, Dxd6 21. Pe5! met spoedig mat of groot materiaalverlies. Stel je dan eens voor dat ik niet gewonnen had…
De andere kant van de medaille is wel dat het vervolg wel boeiend was, mede door de vindingrijkheid waarmee mijn tegenstander zich tegen de koningsaanval nog wist te verdedigen.
Toen mijn tegenstander nog aan het nadenken was over 18. Lxd6 was ik niet helemaal gerust op het kwaliteitsoffer na
18.. dxc4 19. Pxc8, Txc8.
De zwarte stukken ogen zeer actief de witte dame kan een aanvalsobject worden en mogelijk moet wit daarom wel weer de kwaliteit terugofferen om het zwarte initiatief te beteugelen. Maar gelukkig speelde hij wat anders en greep ik de kans om enthousiast in de aanval te gaan. Echter helemaal recht toe recht aan ging het niet.
In de fase na plm zet 20

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (20…Pc6)

brak een spannende en spectaculaire fase aan. Ik kon niet alles precies uitrekenen maar had wel het idee dat ik na een eventueel stukoffers genoeg pionnen zou overhouden. De verbonden vrij pionnen op de c-l en d-lijn gaven wel het idee dat ik genoeg had . Na 26. Le4

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (26.Le4)

was 26.. g6 een betere verdediging geweest al is wit na 27. Dxg5
(dreigt Dxa5) fxg3 28. Dxg3 nog steeds in het voordeel (+3)

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (30…Lb5)

Rond zet 30 had ik ruim voldoende pionnen voor het stuk, maar na verdere afwikkelingen en terugwinnen van het stuk bleven er uiteindelijk “slechts” 2 van over, bij sterk uitgedund materiaal.

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (35.Le6)

Het lastigste moment vond ik nog zet 35. Ik koos uiteindelijk voor 35. Le6 omdat na andere zet, bijvoorbeeld 35. Lg4 zwart 35. fxg3 36. fxg3, Tc3 kan spelen en zwart wint een pion terug.. Toch geeft Stockfish ook na mijn 35. Le6 dezelfde manoeuvre als relatief hardnekkigste verdediging aan.

Thomas Broek – – Stefan Jorritsm (44.a4)

In het eindspel van loper en paard won 44. a6 ook, maar dan heeft zwart nog 44. Pb5 gevolgd door Pa7 al is dat ook op den duur niet voldoende .
44. a4 is volgens de engine het meest nauwkeurig.

De momenten die ik besprak waren een selectie want ik zou bij elke zet wel een variantenbrij kunnen opdissen, maar dat maakt het er niet overzichtelijker op. Rond twaalven vertrokken wij tevreden richting Beemster en nu maar flink in training voor de
bekerfinale!

Marc:

Wijker Toren Z – Marc Holla

15 mei 2025

1.d2-d4 f7-f5 2.e2-e4 f5xe4 3.f2-f3 e7-e6

Stelling na 3…e7-e6

In plaats van 3.f3 wordt meestal 3.Pc3 Pf6 en pas later f3 gespeelt. Een nadeel van 3.f3 direct is dat zwart nog geen Pf6 heeft gespeelt, waardoor zwart eventueel Dh4 kan spelen (door f3 is immers de diagonaal h4-e1 verzwakt). Wit vervolgde na 3…e6 met 4.Le3 en Pd2, wat een interessant idee is; ik kende alleen 4.Pc3 en dan bijvoorbeeld 4…Lb4 5.a3 Lc3: 6.bc3: c5. Door het paard naar d2 te spelen heeft de zet Lb4 geen zin meer (en heeft wit dus meer druk op e4), maar ik vind het er toch wat passief uit zien.

4.Lc1-e3 d7-d5 5.Pb1-d2 Pg8-f6 6.f3xe4 d5xe4 7.c2-c4 Pb8-c6 8.Pd2-b3 a7-a5 9.a2-a3 a5-a4

Stelling na 9…a5-a4

De opening is goed verlopen en wit is al in de problemen. De zet 9…a4 koste wel wat rekenwerk, want na 10.Pc5 zou de a4-pion twee keer aangevallen staan. Ik was van plan 10…e5 11.d5 en dan 11…Pg4, en dat leek mij goed voor zwart.

10.Pb3-c1 e7-e5 11.d4-d5 Pf6-g4 12.Dd1-d2 Pg4xe3 13.Dd2xe3 Pc6-d4 14.De3xe4 Lc8-f5

Stelling na 14…Lc8-f5

Ik twijfelde hier tussen 14…Ld6 15.Ld3 Lf5 16.De3 en tussen het pionoffer 14…Lf5. Het pionoffer leek mij het meest kansrijk.

15.De4xe5 Dd8-e7 16.De5xe7 Lf8xe7 17.Ke1-d1 Pd4-c2 18.Ta1-a2 Pc2-e3 19.Kd1-e1 Lf5-b1

Stelling na 19…Lf5-b1

Het heeft goed uitgepakt, zwart wint een kwaliteit.

20.Pg1-f3 Lb1xa2 21.Pc1xa2 Le7-f6 22.Ke1-d2 Pe3xf1 23.Th1xf1 Lf6xb2 24.Tf1-b1 Lb2xa3 25.Tb1xb7 0-0

Stelling na 25…0-0

Opnieuw een pionoffer. Wit krijgt twee mooie verbonden vrijpionnen, maar de zwarte torens worden actief en geven meer dan voldoende compensatie.

26.Tb7xc7 Ta8-b8 27.Pa2-c3 Tb8-b2 28.Kd2-d3 Tb2xg2 29.Pf3-d4 Tg2xh2 30.Pc3-e4 Th2-h3 31.Kd3-e2 Tf8-f4

Stelling na 31…Tf8-f4

Hier begint de partij te kantelen. Ik was te optimistisch geworden en speelde dit te nonchalant. Ik dacht een paard te winnen, maar dat is niet zo. Ik had hier beter moeten rekenen, want het weghalen van de toren van de onderste rij heeft een prijs. Veel beter was 31…Lc1 met als plan a3.

32.Pe4-g5 Th3-h2 33.Ke2-d3 Th2-g2

Stelling na 33…Th2-g2

Beter was 33…h6 (zoals ook direct na de partij aangegeven door Frank) om de koning wat lucht te geven. Ik rekende na 33…Tg2 op 34.Pge6, maar mijn tegenstander speelde het veel sterkere Pde6, waarna mijn computer de stelling al als gelijk beoordeeld. Mijn voordeel is hier dus al weg.

34.Pd4-e6 Tg2-g3 35.Kd3-e2 Tf4-f5

Stelling na 35…Tf4-f5

Tja, ik had Tg7: niet eens gezien… De beoordeling gaat nu van gelijk naar veel beter voor wit, en zwart zal moeten vechten voor een remise.

36.Tc7xg7 Kg8-h8 37.Tg7xh7 Kh8-g8 38.Th7-g7 Kg8-h8 39.Pg5-f7 Tf5xf7

Stelling na 39…Tf5xf7

Wit speelde hier Tg3:, maar de toren staat beter op f7 dan op g3. Vanaf f7 kan de toren gemakkelijk naar a7 om de zwarte pion tegen te houden. Mijn computer vindt de stelling na 40.Tg3: weer gelijk.

40.Tg7xg3 La3-b2 41.c4-c5 a4-a3 42.Tg3-b3 Tf7-e7

Stelling na 42…Tf7-e7

Een vergissing, na 42…Ta7 of 42…a2 was de stelling gelijk gebleven. Wit had nu kunnen winnen met 43.Tb3-b8-a8, maar na het gespeelde 43.c6 is het weer gelijk.

43.c5-c6 a3-a2 44.Tb3-b8 Kh8-h7 45.Tb8-a8 a2-a1D 46.Ta8xa1 Lb2xa1 47.c6-c7 Te7xc7 48.Pe6xc7 La1-e5 49.Pc7-e6 Kh7-g8 50.Ke2-d3 Kg8-f7 51.Kd3-e4 Le5-b8 52.Ke4-d4

en na nog een paar zetten remise (wit kan niet de d-pion opspelen zonder dat deze door de loper geslagen zal worden) ½ – ½.


Laatste ronde Keizer, 2025

6 ( zegge zes!) schakers aanwezig.  Tjonge. Terwijl er echt wel wat belangrijks op het spel stond. Een soort Ajax-PSV, laatste speeldag. In ons geval Thomas-Ron. Het gaat maar liefst om het kampioenschap Aris De Heer 2025. Thomas’ voorsprong is nog net niet voldoende. Als hij vanavond zou verliezen gaat het kampioenschap aan zijn neus voorbij. Zo te zien zit hij daar niet mee. Hij heeft er al genoeg op zijn naam staan. En Ron is duidelijk van plan eens even af te wijken van zijn repertoire, in de hoop daarmee zijn tegenstander een beetje uit diens doen te krijgen. Hij speelt nota bene  Scandinavisch. Waarop Thomas het m.i. eigenaardige 2 Pc3 antwoordt. Hij denkt waarschijnlijk : ‘Wil jij onze gebaande paden ontwijken, OK, daar zal ik je dan bij helpen.‘ Als iemand anders dit gespeeld zou hebben, zou ik hier afkeurende reacties geventileerd hebben. Maar ja, als Thomas dat speelt, kan ik maar beter even het zwijgen ertoe doen. Na 2. … d4! 3. Pe2 e5

Thomas – Ron (3…e5)

is zwart het nadeel van de zet minder nu al kwijt!

Danny tegen Paul moet ook al gauw zelf gaan nadenken, want theoretische steun is hij al gauw kwijtgeraakt. Het wordt al snel best even spannend.

  Danny – Paul (11.Lg5)

11. … Tad8  Kan wit op e4 slaan, denk ik dan even.

Ook bij Gerrit – Frank zie ik een levendige stelling. Frank lijkt een beetje  beter te staan maar Gerrit probeert echt wel leuke dingen te bedenken.

  Gerrit – Frank (14.e5)

Ik weet niet of Ron wel goed genoeg profiteert van zijn kado gekregen sterke  centrum. Rond zet 18 denk ik dat wit toch best nog wel meedraait.

  Thomas – Ron (18.f4)

Ben benieuwd wat Ron nu gaat verzinnen. g5 voorbereiden?

Danny raakt een pion achter. Maar probeert een aanvalletje op te zetten. Even lijkt Paul in zijn knollentuin. Rustig dreigingen pareren, zijn stukken sterk opstellen en dan ooit van die pluspion  gaan profiteren. Maar Danny bedenkt nieuwe verwikkelingen, en die zijn niet mis. Wellicht dat hier Paul de beste mist.

  Danny – Paul (18…De5)

Wat gaat Dh6 uitrichten? Wint wit die pion terug op de damevleugel?

Bij Gerrit lijkt  Frank het initiatief over te gaan nemen. Een flink opgerukte vrijpion met een dubbele toren ter ondersteuning,

 Gerrit – Frank (25.c3?)

Bij Ron zie ik dat Thomas toch weer tegenactie uit zijn toverhoed tevoorschijn haalt. Het zal niet !

  Thomas – Ron (23.b4)

Bij Paul dat die zijn pluspion kwijt raakt.

Bij Frank dat die zijn vrijpion niet zo gauw tot gelding zal kunnen brengen.

En ik zie dat in deze laatste speelronde er niet alleen weinig deelnemers zijn, maar ook dat de vechtlust van de wel aanwezigen snel wegebt. Overal wordt al om 22.00 uur tot remise besloten.  Alleen bij Ron-Thomas is dat nog van belang voor de eindstand.

Erg gefeliciteerd Thomas! En voor ons clubje wel goed dat je eindzege toch niet volautomatisch tot stand kwam. Dat zal jou eigenlijk toch ook wel plezieren.

 Thomas – Ron (26.Txa7)

Wit staat wat beter, maar heeft aan remise voldoende

Danny – Paul (24…Td1+)

Remise. Duidelijk!

  Gerrit – Frank (27.Kf1)

Remise. Begrijpelijk, als het voor de eindstand niets uitmaakt.  Veel heeft zwart niet.

Nu de artiesten zelf nog even op het podium:

Danny:

De laatste ronde alweer, voor wat voor mij een half seizoen was, ongeveer, sinds ik begon ergens in november 2024. Inmiddels al veel mogen leren, en ik blijf nog veel nieuwe dingen zien. Ik leerde ooit hoe het paardje beweegt tijds corona en speelde sindsdien hier en daar nog eens wat maandjes online. In november vorig jaar pakte ik het weer eens op en dacht dat ik het toch wat serieuzer moest nemen met mijn lidmaatschap bij Aris de Heer en wat boeken. Ik heb het idee dat de klassieke partijen op de vereniging mij van alles het meeste gebracht hebben, de lange partijen en het visualiseren van de stellingen zijn een goede voeding voor mijn ontwikkeling. Vanavond mocht ik tegen Paul, de beker held. Oppassen dus.

Een redelijk scherpe partij met aan het begin een kleine plus voor mij en na de opening voor Paul. Maar eigenlijk stond het 2 uur lang gelijk. Met een accuracy van 96,5 voor mij en 96,6 voor Paul mogen we terugkijken op een hele solide partij waar we beiden niet echt de weg vonden naar een aanval. En gefeliciteerd Thomas met het kampioenschap!

Paul:

5  Le7 van mij was niet echt briljant

  Danny – Paul (5…Le7)

ik had 9. Lg5 verwacht, waar ik toch een beetje bang voor was

  Danny – Paul (8…d5)

9. 0-0 ?

Danny – Paul (18…De5)

achteraf was 18. …  Te8 beter ipv 18. …  De5

  Danny – Paul (19…Da1+)

Danny – Paul (19…Da1+ )

natuurlijk eerst Da1 ipv Dg7

Voor de rest ging het gelijk op.

Thomas:

Waren in andere jaren de verschillen al niet groot, dit jaar was het helemaal een “fotofinish”. En evenals tegen Marc vorig seizoen maakte ik tegen Ron benauwde momenten door. De opening was Scandinavisch maar ging al gauw over in een Van Geet.  ( 1 Pc3)

Dit is op zich een prima opening, maar je moet met wit wel oppassen om niet positioneel een beetje klem gezet te worden. Een manier om wat spel te houden is 4. g3 later gevolgd door f2-f4 hoewel het gespeelde 4. Pf3 ook nog wel bekend is uit de praktijk.

  Thomas – Ron (4.Pf3)

Ik speelde 6. b3 in eerste instantie om de loper op c4 te zetten maar na zwarts 6.. g6

  Thomas – Ron (6.b3)

beviel 7. Lxc4, Lxc4 8. bxc4, d3!? me niet zo. Wel is het na 9.c3  onduidelijk of de d-pion sterk is of juist belegerd kan worden middels korte rochade, Pf3-e1 en Df3. Voorlopig denk ik dat dat een zo omslachtig en tijdrovend plan is dat je wel een enorm goede positiespeler moet zijn om dat te doen.

Er volgde een vrij lange fase waarin ik zoekende was naar een manier om uit deze toch wat verstikkende situatie te komen, me af en toe ook afvragend waar en hoe het zo mis heeft kunnen gaan. Terzijde, de engine geeft eigenlijk gedurende een groot deel van de partij voordeel voor zwart.

  Thomas – Ron (8…De7)

Een iets mindere zet van zwart was 8. De7 waar Ron zelf ook ontevreden over was en hij vond 8. c5 bete. Alleen 8.. h5 schat het platte analysehulpje nog iets hoger in, daarom twijfelde ik ook regelmatig om zelf h2-h4 te spelen. Ik had namelijk het idee dat ik daarom, als mens van vlees en bloed, zwart juist aanknopingspunten voor de aanval zou geven. Uiteindelijk kwam toch h7-h5 en moest het damepaard(!) voor straf in de hoek gaan staan.

  Thomas – Ron (13…h4)

Uiteindelijk toen het koningspaard (!) op de damevleugel was beland kwam er wat lucht. Na manoeuvres die eindeloos leken te duren kon ik het bevrijdende f2-f4 spelen op zet 18.

  Thomas – Ron (18 f4)

Na wat afruilen en het tijdelijke pionoffer op de damevleugel kon ik wat spel creëren en werd zwarts koningsstelling ook wat onveiliger. Toen Ron remise aanbood, stond ik inmiddels ook wat beter.

  Thomas – Ron (26.Txa7)

Ik zou waarschijnlijk 27. Ta8+, Kc7 28. Txd8, Txd8 29. exf5, gxf5 hebben gespeeld en volgens de engine heeft wit na 30. Dh5 een voordeel van ruim +1 maar dat was wel na geruime tijd onder de nullijn. Wit heeft wel een betere pionnenstructuur maar het materiaal begint sowieso uitgedund te raken en ik vraag me af of dat in een ”must win “situatie voldoende was geweest. Gelukkig dus met een banddikte kampioen al heeft Ron het me bijzonder lastig gemaakt!

Ron:

Thomas is de terechte kampioen. Je weet ik speel normaliter niet Scandinavisch. Het werd direct Van Geet opening. Daar weet ik wel iets van. Ik wist dat je dus f6 kunt spelen en daarna Le6. Vervolgens weer op eigen kompas’

  Thomas – Ron (5…Le6)

Thomas speelde als gebruikelijk op zijn eigen originele wijze, maar ik had gelijk wel gevoel dat ik beter stond. Over De7 was ik achteraf niet tevreden.

  Thomas – Ron (8…De7)

Gelijk c5 is beter, als Thomas dan zelfde plan volgt als in de partij (aansturen op f4) heb ik tempo meer. Ik kreeg vervolgens zeker kansen op meer voordeel (o.a. h3 spelen). Maar vervolgens gaf ik hem toch de kans om terug te komen, het wordt opeens weer plus voor hem. Op eind staat hij duidelijk beter, al dachten wij eerst dat het nog wel gelijk was.

  Thomas – Ron (26.Txa7)

Remise-aanbod werd door hem gelijk geaccepteerd. Thomas wederom kampioen!
Verdiend en van harte gegund.

Zo, dat was alweer een heel seizoen Keizer. Minder rondes dan voorheen. Wat mij betreft iets te veel minder.

Resteert me nog dank uit te schrijven voor al het werk dat Martin voor de schaakclub verricht (evenals Frank, en Paul). Martin was vanavond oneven maar had natuurlijk nog wel wat te doen: het materiaal controleren.

Een grappig gezicht.

Keizer, 7 april 25

Klein clubje vanavond. Maar wel gezellig.

Thomas was het eerste klaar. Die had weinig moeite met Ab’s zelfgetimmerde 6e rij-systeem.

.  Ab – Thomas (8.De2)

Niet dat het altijd wits allerbeste zetten waren maar wel altijd best genoeg om verwarring te zaaien en  voordeel te krijgen. Bij zet13 valt de zwarte constructie al in duigen.

.  Ab – Thomas (13…fxg6)

14. De6+  ! Kh7  15. Pe4!

Mat dreigt voor zwart, maar dat komt er niet van, maar wel groot materieel voordeel voor wit.

Danny  (met zwart) Hij speelt in de CaroKann- doorschuifvariant de eigenaardige zet 3. .. c6-c5.

. Peter – Danny (3…c5)

(1 e4 c6 2 d4 d5 3 e5 c5) Ik herinner me: ooit speelde  Botwinnik dat in een match om het WK, en dat veroorzaakte nogal wat ophef. In eerste instantie denk je immers aan tempoverlies. Tegen welke grote grootmeester was dat ook al weer? Dat weet ik niet meer.

Danny  krijgt langzaam druk op Peter’s witte stelling. En dat betaalt zich uit in materieel voordeel.  Misschien onnodig. Dacht ik ter plekke.

 Peter – Danny (14…Pxd4)

15. Tc3 ? (15. Tf2!?  Maar wellicht is dan na  15. .. , Lc5 de situatie ook wel genoeg ellendig. Maar dat kon ik niet meer bekijken, want ze waren al aan het analyseren. Thuis even met digitale hulp controleren.) .Pc2.!

Bij Martin was het iets geworden dat op een vrij normale Siciliaan leek.

  Gerrit-Martin (7.Pf3)

Het werd spannend rond zet 18. Wel pionwinst of toch maar niet.

. Gerrit – Martin (18.Lb5? )

Martin won een pion na 18 … Te7 ( T uit de penning). 

. Martin – Gerrit (23.Dxf3)

23. … , Dxe5

Later vertelde Martin dat hij ook had gedacht aan wilde aanvalsmogelijkheden , maar dat bleek toch wat te riskant. Hij koos toch voor pionwinst.

Bij de post mortem dachten Gerrit en ik zo’n aanval weerlegd te hebben, mar daar blijkt thuis de computer het niet mee eens te zijn.

Een eindspel met zware stukken en met slechts 1 pion meer is nog niet vanzeelfsprekend gewonnen, tenzij de tegenstander blundert. . En dat doet Gerrit.

Martin – Gerrit (23…Dxe5)

24. Dxb7 ?? met een dame in de aanbieding.

Ron had weer eens een wonderlijke opening tussen de spinraggen op zijn volgepakte schaakzolder gevonden. 1. b3 !? Rekende natuurlijk op Hollands van Marc, en dat kwam. En na zet 4 wist Marc het ook niet meer, en moest hij alles zelf bedenken.

 Ron – Marc (4.e5)

Dat lukte wel een beetje, dacht ik. Maar Marc moest er wel voor zwoegen. Maar toen ik  vertrok, zag ik wel dat zijn stukken nog steeds een tikkie in hun domicilie vast zaten. Waar konden ze nog naartoe om zich verdienstelijk te maken?

 Ron – Marc (17…Le7)

Als ik de partij van Marc opgestuurd krijg kan ik zien of het hem nog gelukt is er beweging in te krijgen.

Commentaar van onze kanjers zelf:

Ron:

Ik speel niet zo vaak 1. b3 meer, maar dit is wel goed wapen tegen Hollands. Marc had al een keer aangegeven dat hij dan 2…, e6 wilde proberen. Maar dat heeft wel een bezwaar dus: 3. . e4! Een heel vervelende pion zet hier.

. Ron – MARC (3.e4)

Slaan is natuurlijk niet goed. (Dh5! g6  De5) Op 3…., Pf6 is 4. e5 dan sterkste. Meer wist ik niet meer. Maar kwam heel lekker te staan. In de partij twijfelde ik tussen 15. Tde1 en The1.

 Ron – MARC (14…Dc7)

Maar de laatste is natuurlijk veel beter. De andere toren kan dan gelijk naar c1!
In slotstand, waar ik veel beter stond, bood ik remise aan vanwege ons beider beperkte tijd en de leuke pot die ik al had gespeeld.

  Ron – MARC (29.a3)

Zwart heeft het nog heel lastig, maar gezien onze tijd remise aangeboden, dat direct werd geaccepteerd.
Marc is gewoon een leuke tegenstander.

Danny:

Vanavond mocht ik tegen Peter, en de avond begon erg gezellig met vele verhalen. De wedstrijdleiding greep in en we moesten toch maar eens gaan schaken. Met de winst van het rapid toernooi bij Espion op zak hoopte ik dat het vandaag niet te laat zou worden aangezien ik daar gisteren al 6 uur lang had geschaakt. Maar dit mocht mijn nieuwe voornemen om geduldiger te spelen niet in de weg zitten, met tennis verloor ik vaak belangrijke wedstrijden omdat ik te aanvallend en gehaast speelde. In die valkuil wil ik bij mijn nieuwe hobby niet weer vallen.

  1. e4 c6 2. d4 d5 3. e5 c5 4. c3 Pc6

 Peter – Danny (4…Pc6)

Tot zover theorie, Eddy merkte op dat Botvinnik dit wel eens speelde, en zo bleek, deze variant heet de ‘Caro-Kann Defense: Advance, Botvinnik-Carls Defense’. Reden voor mij om eens naar die partijen te kijken. Het is voor mij een solide opening die mij meestal in staat stelt een stelling neer te zetten die mij bekender oogt dan de tegenstander.

5. Lb5 cxd4 6. Lxc6+ bxc6 7. cxd4 Lf5

 Peter – Danny (7…Lf5)

Frank merkte op dat loper naar a6 in plaats van f5 hier een goede optie is om rokeren te voorkomen bij de tegenstander, ik heb dit online wel eens geprobeerd maar na 8. Pe2 e6 9. O-O zag ik hier niet per se het voordeel van, maar ga het toch weer eens proberen want La6 was hier wel de beste zet.

8.Pf3 e6 9. O-O Pe7 10. Ph4 Db6 11. Pxf5

  Peter – Danny (11.Pxf5)

Peter doet hier eigenlijk precies wat ik hoopte. Pxf5 is volgens de computer dan ook een blunder. In deze variant is de d4 pion van wit altijd erg zwak en daar baseert zwart dan zijn spel op. 11. Pxf5 gevolgd door Pxf5 voert de druk op d4 alleen maar verder op.

..Pxf5 12. f4 Le7!

  Peter – Danny (12…Le7)

Dit was een van de zetten die ik deed omdat ik geduldiger wil spelen, en de computer geeft het een uitroepteken, alsof ie het wist.

13. Rf3 Qxd4+ 14. Qxd4 Nxd4 15. Rc3

 Peter – Danny (14…Pxd4)

De toren naar c3 is een fout, met toren f2 had wit hier de vork kunnen voorkomen maar kwam daarna evengoed onder grote druk te staan, na … Lc5.

..Pe2+ 16. Kh1 Pxc3 17. Pxc3 O-O 18. b3 Tfd8 19. Pe2 c5 20. La3 d4

  Peter – Danny (20…d4)

Geduldig de pionnen naar voren schuiven en de overwinning proberen te pakken. Ik vond mijn loper op e7 wat ongelukkig en met a5 had ik b3 aan kunnen vallen om zo ‘connected past pawns’ te creëren, maar ik dacht dat dit al voldoende zou moeten zijn.

21. Td1 d3 22. Pc3 Td4 23. g3 Tad8 24. Pb5 Te4 25. Pc3 Te3 26. Lc1 d2

  Peter – Danny (26…d2)

De enige zet, Peter had niet gezien dat hij de pion niet kan pakken omdat zijn paard op c3 dan zou hangen aangezien de torens op de d-file elkaar boos aankijken.

27. Lxd2 Txc3 0-1

Thomas:

In de partij tegen de zoals altijd in sneltreinvaart spelende Ab werd de theorie al vrij snel verlaten. Ik kwam nog een partij tegen die met 7.. d5 verder ging ipv 7.. Pe7.

 Ab – Thomas (7…Pe7) .

Mijn 7. h4 was misschien wat voorbarig evenals 10. d5!?

Ab – Thomas (9…Pd7)

Volgens Stockfish verandert de stelling hiermee van iets beter voor wit (+1) naar enkele tienden in de min. Maar zeg ik in alle (on) bescheidenheid wellicht wel een goede taktiek tegen Ab die vrijwel elke zet uitvluggert, terwijl ieder ander toch wel minimaal een paar minuten investeert om de diverse mogelijke slagenwisselingen te overdenken.
In dit geval lukte het me om de meestal in no time opgebouwde muurstelling bij voorbaat te doen afbrokkelen.
En ik moet toegeven dat ik op zet 16 toch ook even gekeken heb of er een mooi dameoffer met 16. Dxg6+ in zat.

Ab – Thomas (15…Pxd5)

Dat blijkt echter op niets uit te lopen, de zwarte koning ontsnapt met medeneming van een groot deel van de witte bruidsschat en wit blijft met lege handen achter. Bovendien waren dat soort combinaties alleen weggelegd voor mensen als Fischer, die al de nodige hulptroepen er bij had gehad.
Over dit verschijnsel had ik al eens meer geschreven. En ik had gezien dat het paardoffer ook kansrijk was, dus waarom risico’s nemen? Na de kwaliteitswinst en vervolgens nog een ontstond al snel een gewonnen stelling voor wit waar de wat actiever geworden stukken van zwart onvoldoende tegenwicht boden .
Ook betrapte ik mezelf er op dat ik soms onbewust de neiging had om “mee te vluggeren” met Ab, of in ieder geval sneller dan gebruikelijk speelde. En daar kunnen soms risico’s aan kleven, zoals de kans op het missen van tactische toevalligheden. Gisteren ging het in ieder geval goed en het belooft ook dit jaar weer een spannende laatste ronde te worden!

Ron – Marc  

7 april 2025 

1.b2-b3 f7-f5 2.Lc1-b2 e7-e6 3.e2-e4 Pg8-f6 4.e4-e5 

Stelling na 4.e4-e5 

Ron is voor mij altijd een lastige tegenstander. Deels omdat hij naar mijn mening de iets sterkere schaker is, maar ook omdat hij niet alleen mijn openingen niet uit de weg gaat maar er juist zichtbaar genoegen in schept om er gaten in te schieten. Dat maakt het lastig, maar ik ben er erg blij mee want ik heb op deze manier al diverse varianten in mijn openingsrepertoire kunnen aanscherpen. 

Nu kreeg ik deze variant (4.e5!) voorgeschoteld. Inderdaad een lastige, en was mij onbekend. Ik wist alleen 4.ef5: ef5: en dan lijkt wit beter na 5.De2 Kf7 6.Pf3 Pc6 7.Pg5 Kg6 8.h4 maar zwart heeft 8..La3! en de dame blijkt op e2 helemaal niet zo gunstig te staan (op dezelfde lijn als de koning en wit moet oppassen voor Te8). De stelling is dan wat rommelig, maar wel leuk en mijn computer vindt het ongeveer gelijk.   

4…Pf6-d5 5.c2-c4 Pd5-b6 6.d2-d4 d7-d5 7.e5xd6ep c7xd6 8.f2-f4 

Stelling na 8.f2-f4 

Mijn computer geeft de voorkeur aan 8.Pc3, maar ik vind 8.f4 een erg sterk plan. Wit wil e6-e5 verhinderen (zodat mijn e6 pion zwak blijft) en met d4-d5 een fantastische loper op b2 creëren. Ik besloot tot Lf8-e7-f6 als verdedigingslinie; om ook de optie erin te houden om misschien toch nog een keer e6-e5 te kunnen spelen.  

8…Lf8-e7 9.Pg1-f3 Le7-f6 10.Pb1-c3 Pb8-c6 11.Dd1-d2 0-0 12.0-0-0 

Stelling na 12.0-0-0 

Het werd nu wel erg lastig om d4-d5 tegen te houden, dus ik speelde het dan zelf maar. Echter, dat vond ik niet zo erg, want als wit neemt op d5 dan is het denk ik wel gelijk (mijn zwakke pion op e6 verdwijnt dan), en als wit doorschuift met c4-c5 dan kan ik misschien breken met b6 en/of a5. 

12…d6-d5 13.c4-c5 Pb6-d7 14.Lf1-b5  

Stelling na 14.Lf1-b5 

De zet Lb5 is gericht tegen b6, wat ik na Dc7 alsnog probeerde te spelen. Dat is ook wat ik al in gedachten had, dus consequent gespeeld. Echter, de coördinatie van mijn stukken is belangrijker en ik had hier Le7 en Pd7-f6-e4 moeten spelen. Had ik eigenlijk wel moeten zien…  

14…Dd8-c7 15.Td1-e1 

Stelling na 15.Td1-e1  

Het is altijd moeilijk om te kiezen welke toren gespeeld moet worden, maar waarschijnlijk was 15.The1 de betere keuze geweest. De toren doet niet zoveel op h1. Na 15.Tde1 speelde ik Pdb8, waar ik tijdens de partij wel tevreden over was aangezien de strijd zich afspeelt op de damevleugel, maar nu ik besef dat dit paard ook op e4 had kunnen staan in plaats van op b8 ben ik er toch minder blij mee. 

15…Pd7-b8 16.Kc1-b1 b7-b6 17.Lb2-a3 Lf6-e7 

Stelling na 17..Lf6-e7 

Ok, ik sta hier niet zo best, maar de zet Le7 gaf mij toch wel wat voldoening. Toen de witte loper op b2 actief dreigde te worden ging mijn loper naar f6, en nu de witte loper een nieuwe diagonaal probeert te vinden om actief op te worden wordt deze weer in de weg gelopen met Le7. 

18.c5xb6 a7xb6 19.La3xe7 Pc6xe7 20.Te1-e2 

Stelling na 20.Te1-e2  

Het is duidelijk, wit wil de druk op mijn e6 pion opvoeren. Als verdediging besloot ik om mijn paard om te spelen via g6 naar f8. Mijn pion is dan definitief veilig, en de rest van mijn stukken kunnen zich dan bezighouden op de damevleugel zonder dat mijn paard daar in de weg loopt. 

20…Pe7-g6 21.g2-g3 Tf8-d8 22.Th1-e1 Pg6-f8 23.Pf3-e5 Lc8-a6 24.Td1-c1 Dc7-b7 25.Dd2-d3 

Stelling na 25.Dd2-d3 

Wit heeft minstens twee zwaktes bij zwart nodig om te kunnen winnen. Misschien heeft wit dit al bereikt, want e6 is zwak en b6 ook. Aan de andere kant, d4 van wit is ook zwak (al kan ik daar nu niet bij), dus dat compenseert misschien, en b6 is niet zo gemakkelijk voor wit om bij te komen. Voor winst is het denk ik voor wit cruciaal om de c-lijn te bemachtigen. 

Ik speelde hier daarom 25..Lb5: met het idee om te vervolgen met Pa6 om de torens te verbinden, om tegengas te kunnen geven op de c-lijn. Het duurt echter te lang, en ruil op b5 was eigenlijk ook niet zo logisch want dat is waarschijnlijk precies wat wit wilde met Dd3.  

Mijn computer geeft als verbetering 25..Pbd7 (dus om het paard te spelen zonder te ruilen op b5), want na 26.Pd7: Td7: staat de loper op b5 gepend. Dat had ik niet gezien, maar het helpt ook eigenlijk niet want na 27.La6: Da6: 28.Da6: Ta6: krijgt wit na 29.Pb5 de c-lijn in handen, blokkeert mijn zwakte op b6, en na Tc6 zie ik niet veel meer voor zwart.  

25…La6xb5 26.Pc3xb5 Pb8-a6 27.Pe5-c6 Td8-d7 28.Te2-c2 Ta8-e8 29.a2-a3  

Stelling na 29.a2-a3 

Ron bood hier remise aan, wat ik uiteraard graag aannam. Er was wel wat wederzijdse tijdnood, maar wit staat hier wel gewonnen (e6 is zwak, b6 is zwak, wit heeft de c-lijn, en zwart heeft niet zoveel zetten meer). Ik had geluk dat Ron niet perse hoefde te winnen, en al tevreden was dat hij succesvol aangetoond had dat de variant met 4.e5 inderdaad toch wel erg lastig is voor zwart. Daar hebben we na de partij nog wat meer naar gekeken, met misschien wat ideeën… 

½-½