Categorie archieven: Schaak diversen

Hoera! Herstart!

plaatjes groter? Klik erop!

Hoera, we mogen weer (even?). Er waren veel afmeldingen. Hopelijk gewoon omdat velen overvallen werden door het goede nieuws. Hadden nog geen gelegenheid gehad om hun alternatieve maandagavondbezigheid af te zeggen. ‘Tante Marie zal het vreselijk vinden dat we op maandagavond niet meer komen ganzenborden. Die moeten we er eerst voorzichtig op voorbereiden.’ Hopelijk geen afzeggingen wegens corona-quarantaine, zoals bij Martin. Beterschap voor je kind Martin!

Dus maar beginnen met vluggeren. Om er weer in te komen. En ook omdat er maar 7 deelnemers waren. Wel allemaal heel hongerig naar schaakspektakel. Dat was kennelijk nu even belangrijker dan de zoete vreugde van een partijtje winnen. Mij viel op dat iedereen reuze vrolijk reageerde op eigen verbazingwekkende misstappen.  Met een glimlach van oor tot oor demonstreerde Paul hoe hij  zijn stuk voorsprong naar de rasmodee  hielp door een mat achter de paaltjes even niet te hebben opgemerkt. Dat zal hem voor het laatst zijn overkomen toen hij 12 was. Feestvreugde bij iedereen, maar vooral bij bofkont Matthijs natuurlijk.

‘Verrek! Wat is dat nou?’

Misstappen in overvloed vanavond. Ja, logisch, iedereen moest weer een beetje op gang komen. En het was vanavond toch alleen maar voor de lol! Opvallend dat er heel vaak een toren een rol in speelde. Met een Toren meer toch verliezen! En er gingen ook verschillende torens gewoon de vernieling in, en restauratie bleek dan onmogelijk.  Frank geeft tegen Gerrit een toren weg. Frank wint een partij met een toren achterstand. Matthijs geeft tegen Sven een Toren weg. Sven was zelf trouwens ook wat te kwistig met zijn onderofficieren.

Fouten leiden vaak tot leuke stellingen. Door wat onnauwkeurigheden van Ab kon Gerrit hem in de laatste ronde heel fraai mat zetten:

(Let op  de Loper op e5)

En hoe Frank bezweek onder meerdere penningen. En hij weet toch beter dan iedereen dat alles in onze maatschappij draait om de penningen!

(Df2 staat gepend door de zwarte Toren op e2. De Toren op g3 staat gepend door de zwarte Dame op d6. Dameverlies!)

Omdat alle kanshebbers op hun beurt hun voorsprong vergokten, konden de slowstartende coryfeeën toch bovenaan eindigen. Uit de stand blijkt hoe spannend het werd. En wonderbaarlijk dat toch Frank ondanks alles bijna voor de zoveelste keer een vluggertjes-toernooi wint.  Het lukt net niet omdat Ron in de loop van de avond zijn vorm terugvindt en in zijn laatste partij zich vanuit een gellijke stelling tegen Matthijs toch naar een eindspel zwoegt waar Matthijs geen chocola meer van kan maken. Een heel boeiende stelling trouwens.

Zwart is aan zet!!

  1.  Ron   4,5
  2.  Frank  4
  3.  Sven    4  
  4.  Gerrit   3,5
  5.   Paul      3
  6.   Ab         1
  7.   Matthijs   1

En nu maar hopen dat we heelhuids de einddatum van de interne competitie halen.

Klaas de Heer

Ik kreeg kort geleden nog een reactie op mijn artikeltje over mijn bezoek aan de Beemsteraar Roet, in het bezit van wat aris-objecten. Omdat er veel interessants staat in zijn mail zal ik die -met zijn toestemming- citeren:

Geachte heer Saraber,

allereerst de beste wensen voor 2022!

Op de website van de Schaak- en Damvereniging Aris de Heer kwam ik uw geweldige vondst tegen van de medaille uit 1886, gewonnen door Klaas de Heer.

Mijn belangstelling voor de familie de Heer vloeit voort uit mijn hobby: het damspel en de belangstelling voor de geschiedenis van het pel.

Zie hiervoor bijv. http://draughtshistory.hoofdlijn.nl/index.php/bekende-dammers/aris-de-heer

Op deze website staan ook alle achterhaalde damtoernooien uit de 19e eeuw en zien we dat Klaas een echte veelvraat was. Ook zeer bedreven in het schaken!

Over Amiens1886 is binnen de damwereld het nodige vastgelegd, maar nog niet alles. Ik heb nog wat materiaal liggen, o.a. advertenties in Nederlandse kranten voor het toernooi, en ben van plan om deze informatie te bundelen, met als hoogtepunt  de medaille, en een artikel te plaatsen in het blad Hoofdlijn (zie bovengenoemde website) met bronvermelding natuurlijk.

E.e.a. roept natuurlijk ook weer vragen op .. hoe komt deze medaille in het bezit van de heer Cor Roet? Is het mogelijk meer gegevens over de medaille te achterhalen .. zoals diameter, gewicht etc.

U spreekt in het artikel ook over een archief … het archief van de Schaak- en Damclub, waarbij vooral de aandacht bij het dammen ligt, is te terug te vinden in het Waterlandarchief in Purmerend.  ik heb daar menig uur doorgebracht …. maar van het bestaan van de medaille was niemand op de hoogte. 

Rond 1960 zijn een aantal mannen in de weer geweest, o.a. een zoon van A. Zomerdijk en Gerrit Beets uit de Zaanstreek, om een heus dammuseum op te richten …. Museum Betje Wolff is het uiteindelijk niet geworden. 

Wellicht heeft u nog meer info over deze medaille, gaat u akkoord met het gebruik van de afbeeldingen voor een artikel in Hoofdlijn en wie weet wat er eventueel nog meer boven water komt.

Alvast mijn hartelijke dank voor uw medewerking!

met vriendelijke groet

Jan de Ruiter, Amersfoort

NB-1:

U kent deze publicatie?

https://www.historischgenootschapbeemster.nl/wp-content/uploads/2019-11-Schouwschuit.pdf

NB-2:

De inventaris van Klaas de Heer is ergens terug te vinden op internet. Ik zal eens zoeken of deze medaille daarin vermeld wordt!

NB-3:

Samen met nog twee andere geschiedvorsers:

Chess, Draughts, Merels and Tables / Position in Past & Present

een recensie is o.a. te vinden op blz. 18 via deze link:

https://drive.google.com/file/d/1ryps3SqEYer6YntEhkgICCbChRS-qBSZ/view

In memoriam

Joop Kuijer

Volgens mij was het een jaar of tien  geleden dat hij ineens met zijn  zoon meekwam.  Ik herinner me dat hij toen tegen mij zei dat hij vond dat het toch echt niet kon zijn dat zo’n oude club eenvoudig ging doodbloeden. Dat proces was inderdaad toen begonnen. Iedere keer weer een toer om een team voor de externe bij elkaar te krijgen. Hij zei dat hij er zelf niks van kon, van schaken, maar dat er dan tenminste weer een lid bij was. En hij was ook zo vriendelijk om  indien nodig gewoon aan het achtste bord  plaats te nemen om zo de schande van een reglementaire nul te voorkomen.

Altijd opgewekt! Altijd tijd voor een praatje. Hij vertelde mij -toen hij 85 was of zoiets – dat de mij van vroeger welbekende zoon Paul gepensioneerd was, een huis in Nederland gekocht had  en uit Genève terug zou keren naar Nederland en dat zijn vader nu even de keuken daar  voor hem aan het verbouwen was.  Ik opperde bezorgd dat hij wel een beetje moest uitkijken met zijn hartproblemen, en dat dat op zijn leeftijd wel heel aardig van hem was, maar toch iedere  keer een eind rijden, en wellicht toch te zwaar werk. Dat was hij niet met me eens. Nee , ik voel me best en ik doe het allemaal heel kalm aan, en ik vind zulk werk nu eenmaal leuk. Ik heb mijn hele leven met mijn handen gewerkt! Dan heb ik wat te doen. Ik weet nog dat ik een beetje verbijsterd was.

Een hobby van hem was biljarten. Lang trof ik hem bijna iedere week in ‘De Kloek’ Hij stond daar in de horecaruimte  biljartles te geven. Dat heeft hij heel lang volgehouden, ook toen hij zelf fysieke klachten had aan zijn handen. Hij ging gewoon door. Volgens mij altijd. Hartproblemen? Oogproblemen?  Doorgaan!  Ik zag hem bezig als ik op weg was naar de fitnesszaal, en ging dan even naar hem toe om een praatje te maken. Daar nam hij dan altijd even de tijd voor. De laatste tijd miste ik hem daar. Ik vond dat geen goed teken.

En nu is hij er niet meer. Een mooie leeftijd, 91 jaar. Opgenomen in de wegtrekkende lange stoet van mensen die ik bewonderde. Om zijn altijd aanwezige vriendelijkheid, zijn doorzettingsvermogen, zijn hulpvaardigheid, zijn optimisme, zijn gelijkmatigheid. Een mooi mens.

Gezien de foto uit 2012 die ik van hem heb met een aanminnige kleindochter, was hij ook een gewaardeerde opa !

Alweer iemand om te missen.

We wensen de familie veel sterkte toe.

Eddy Saraber

De Heer – lijke historie

Even een tussendoortje.  Frank had een mijnheer Roet gesproken. Die vertelde dat hij nog wat in huis had uit het roemrijke verleden van onze  Dam-en Schaakvereniging Aris de Heer. O.a. een medaille, en foto’s. Frank opperde dat ik misschien wel belangstelling had en gaf mij een telefoonnummer. Leek me wel wat voor een stukje op uw site en ik dus gebeld en er gisteren even heen. Ik dacht: welllicht een nazaat van Th. Roet, 12 keer kampioen van de schakers. Tegen wie ik ontelbare keren heb gespeeld. Veel goede herinneringen heb ik aan die man.   Misschien een medaille van een van zijn successen?  (Destijds deed Aris de Heer niet aan bekers. Je kreeg een klein medailletje als je kampioen werd. Lekker gemakkelijk kwijt te raken. Ik zou tenminste niet meer weten waar de mijne zijn gebleven. ) Mijnheer Roet ontving me gastvrij. Hij was inderdaad familie. Dirk Roet was een oom van hem. Maar was dat mijn Th. Roet ? En de medaille was er in geen geval een van mijn Roet, maar nog veel mooier. Het was een medaille die een legendarische dam-nazaat, Klaas de Heer, won in 1886 , in  Amiens. Bij een zeer zwaar bezet damtoernooi. Cor Roet dacht dat hij van Aris de Heer was, maar die was in 1874 overleden.

Dankzij een vooruitziende blik had ik een kamera bij me met een macrolens. Zou het lukken ?

Als u hem aanklikt en vergroot kunt u de tekst lezen. Hij is echt!! Een van de  oervaders van de club heeft deze medaille in zijn handen gehad. Zijn vingerafdrukken moeten er nog opstaan. Of misschien toch  niet, want zo te zien is het ding echt wel eens opgepoetst. Dit bijna anderhalve eeuw oud  object ziet er nog uit als nieuw.

Ook had hij een oeroude schaakklok van onze vereniging in zijn bezit. Het sentiment gierde door me heen. Zo zagen de klokken eruit waar ik op de club ook nog mee  gespeeld heb toen ik lid werd. Dat moet rond 1970 geweest zijn. Wellicht had de club toen ook al een moderner model in huis, maar nog niet genoeg voor een club met ongeveer 35 leden. Dus hier moest je op hameren. Vaak ging het op die antieke apparaten  niet zo erg soepel meer!

Waarschijnlijk werden ze ook wel eens op een toernooi gebruikt,  samen met exemplaren van andere verengingen, want een ijverige materiaalbeheerder voorzag hem van een eigendomsaanduiding. Ze ware duur die dingen, en  voor de club was de aanschaf van een klok kennelijk een forse aderlating!

Cor Roet blijkt al heel lang een verzamelaar te zijn van materiaal dat betrekking heeft op de geschiedenis van Middenbeemster. O.a. bezit hij ongeveer 9000 foto’s. Alle gedigitaliseerd, en op zijn computer ordelijk opgeborgen. Hij gebruikt ze bij de talloze lezingen, die hij samen met zijn vrouw  Lida organiseerde. Moeiteloos zoekt hij een stuk of acht foto ’s op die met Schaak-en Damvereniging Aris de Heer te maken hebben. Ik mag er likkebaardend naar kijken. Zou ze graag meenemen. Maar dat gaat niet lukken. Hij geeft ze principieel niet uit handen. Begrijpelijk. Maar wel jammer. Voor mij. En voor U.

Hij vertelt nog dat hij ooit een doos in huis had bomvol met  heel oud materiaal van de club. Notatie-formulieren, uitslagen, standen, correspondentie. Ooit geschonken aan het Betje Wolff-museum . Die zouden  dat weer doorgegeven hebben aan een museum ergens  in de noordelijke provincies. Hem niet bekend waar.  Wellicht kan ik daarnaar eens informeren bij het Betje Wolff.

Ik vond het een leuk bezoek. Ik ga aanstalten maken om te vertrekken, nadat ik nog even een aanlooppoes heb geportretteerd. Het moeten aardige mensen zijn, want ook de poes voelde zich duidlelijk  daar heel erg op haar gemak.

,en ik heb vermoedelijk wel een nette en betrouwbare indruk achtergelaten want tot mijn grote verrassing en blijdschap kreeg ik toch een foto mee. Van de hele club, rond 1970. (?) Compleet met namenlijst. Een aantal namen herken ik nog. Waarschijnlijk Bert ook nog wel. Want nogal wat personen bleven nog een poosje lid.

Dam en schaakvereniging Aris de Heer:

achterste rij v.l.n.r.Jb Zeeman,       ?      , Ten Brugge Cater, Jb Aberkrom, W Stroet, W Elzinga, Aad Hoogkarspel, De Hoon,       ?      ,G Haster, J Noome, P Bakker.

tussen rij v.l.n.r. J Beunder, J Duin, Ettekoven, D Waal, H Struving, P van Twisk, M Noome,

K. Koelemay, K Zijp, Dekker.

voorste rij v.l.n.r. L Smit, C de Heer, Schmidt, D Roet

burgemeester Pesman, A Noome, A Eijsen, W Zomerdijk, Blokland.

Vet gedrukt de schakers waar ik nog partijen van in mijn boekje heb staan, cursief dammers die ik me nog wel herinner.

SVESHNIKOV OVERLEDEN

Het schokte me wel even. Op mijn leeftijd word je wat te vaak geconfronteerd met de eindigheid van het bestaan. En nu Sveshnikov weer. Alweer zo’n mens die ooit invloed op je had. Waar je ooit wat van geleerd hebt. Anders dan veel andere schakers waar ik ooit wat over schreef (Bronstein, Kortsnoi, Talj, Donner, Prins, Fischer, o.a.) kan ik me niet herinneren hem ooit in levenden lijve te hebben zien optreden. Misschien was hij niet zo vaak in Nederland. Ik zie nu wel bij Wikipedia dat hij in 1981 derde werd bij het Hoogoventoernooi. Misschien dat ik mij toen even van de schakerij had afgewend. Hij won wel enkele toernooien elders, niet zoveel als sommige landgenoten, maar  bijna altijd eindigde hij wel in de top.

Zijn grootste  verdienste voor de schaaksport echter is, denk ik, dat hij rond 1970 een opening uitvond  die er voor de schakers die met de lessen van meester Euwe zijn opgegroeid  belachelijk primitief uitzag. Zwarte koningstelling aan gruzelementen, achtergebleven zwarte pion op d6 , een sterk veld op d5 voor de tegenstander.   Maar tot ieders verbazing bleek het niet echt weerlegd te kunnen worden. Zwart krijgt er sterke mogelijkheden voor terug : centrumpionnen en snelle stukontwikkeling. En nu 50 jaar later wordt het  nog steeds  gespeeld door supertoppers. Bijv door Carlsen tegen Caruana in de match om het wereldkampioenschap. Voor schakers met een superdelux geheugen is het minstens een remisewapen geworden.

Ik heb in mijn leven vaak gezocht naar openingen die me konden helpen om op  ons armzalige onderbondniveau en met mijn armoedige schaakkwaliteit ook eens een partijtje te winnen. Dat lukte gelukkig wel eens dankzij wat meer kennis van een toenmaals nog bijna nooit in onze contreien zichtbare  opening. Liefst moest de kennis daarvan ook kunnen voorkomen dat ik ongelofelijk veel andere openingstheorie in mijn  wrakke geheugen moest zien te injecteren.  Ik was er bij mijn eerste pogingen om wat schaaktheorie machtig te worden, ik was toen 19,   al gauw achter gekomen dat het voor mij onbegonnen werk was om al die openingenboekjes van Euwe door te worstelen en dan ook nog te onthouden. Siciliaans leek me wel wat, maar pffff ……  de Scheveninger, de Najdorf, de Boleslavski, de Draak, de Grand Prix, de  ‘gesloten’  variant , iedere variant  goed voor een heel boek.  Eén van mijn eerste studie-objecten was derhalve wat toen de Jachtvariant heette, ofwel de Lasker-Pelikan heette. 1 e4 c5 2. Pf3 Pc6 3 d4 cxd4 4 Pxd4 e5  Het had geen geweldige reputatie maar het was niet zo bekend!

Niet dat ik er nu zo vaak mee won – gek genoeg werd het in deze agressieve opening toch vaak remise, maar dat was met zwart  toch al iets – maar het gaf wel het genoegen de grote ogen en de schrikachtige blik te zien die de witspeler na je vierde zet opzette. Later werd die variant verder onderzocht en ging tenslotte de Kalasnikov  heten. Vaak echter toch overgaand in de Svesnikov , die ontstaat na 1 e4 c5 2. Pf3 Pc6 3 d4 cxd4 4 Pxd4 Pf6! Pc3 e5 ! Dus als zwart een zet later begint te ‘jagen’.

Ik hield direct na het lid worden van mijn eerste schaakclub (Het Vrije Veld, in 1955) mijn notatieboekjes goed bij. Ik heb ze allemaal nog en ben erin gaan spitten. Mijn eerste ‘jachtspel’  was in 1959. Bij schaakclub Tarrasch.  Mijn eerste ‘jachtspel’ bij Aris de Heer was in maart 1975 tegen Paul(!) Kuijer. En  toen begon al gauw ook bij mij de  Sveshnikov -variatie door te dringen . Een verbeterd jachtspel, hoera !!!!!!  Dat was spekkie voor mijn bekkie. Er kwam steeds meer literatuur over aan de markt !  Ik ging dapper aan de studie. De eerste keer dat ik het gebruikte was in 1977 tegen Th.  Roet, die inmiddels een keer of tien kampioen van (het toen veel ledenrijkere) Aris de Heer was geworden. Het werd de partij uit mijn schaakverleden waar ik het meest trots op ben. Die speelde bovendien een erg belangrijke rol bij het verwerven van mijn 2e clubkampioenschap. Weshalve  hier alsnog mijn dank aan die geweldenaar  Sveshnikov. Ik heb die partij  al eens eerder voor u afgedrukt, dus nu maar niet. (Waar blijven trouwens uw partijen waar u zulke goede (of slechte) herinneringen aan heeft?) Daarna ging ook Roet er zich wat in verdiepen. Maar dat hielp voorlopig niet erg. Een paar weken later was het weer raak. Weer een Sveshnikov, Die ging  als volgt. Roet was niet op zijn best. Wellicht had hij de moed al opgegeven, of begonnen voor hem toen ook de jaren te tellen.

Dankuwel mijnheer Svesnikov.

Hierna vind ik nog wel een twintigtal partijen in mijn notatieboekjes met deze opening, Mijn belangstelling ervoor begon wel te tanen toen ik merkte dat op ons niveau vrijwel niemand het sterkste  6 Pdb5 speelde, maar wegens gebrek aan kennis 6. Pb3 of 6.  Pf3, waarna zwart wel gelijk alle problemen van de nazet te boven is, maar waarna die leuke agressieve stellingen meestal ook gelijk van de baan zijn, met te vaak remise tot gevolg. Althans bij mij.

Inmiddels is de Svesnikov bijna tot op het bot geanalyseerd. Bijna. Want hoewel er inmiddels veel heel dikke boeken over zijn geschreven, worden er nog steeds wel nieuwe mogelijkheden ontdekt. Svesnikov zelf heeft eens opgemerkt dat wit beter de zwarte ‘jacht’-opzet kan voorkomen door 3. Lb5. Een andere mogelijkheid om de Svesnikov (en veel andere Sicilianen) te omzeilen is beginnen met  2 c3. Veel tegenstanders van Svesnikov zagen het al gauw niet meer zitten om tegen deze man het normale Siciliaans te spelen en probeerden het met de Alapin (2 c3) . Met als logisch gevolg dat dit schaakgenie zich daar ook fors in verdiepte. Wat leidde tot een vuistdik boek (574 bladzijden) in 2010 : Evgeny  Sveshnikov : ‘The complete c3 Sicilian  The Alapin Variation by its greatest Expert‘  Hij concludeert met heel veel bewijsmateriaal dat van de 2 mogelijke beste antwoorden – 2 d5 en 2 Pf6 – de laatste toch de beste is. Daar heb ik ook nog wel wat voorbeelden van in mijn boekje, maar die zal ik u besparen, u heeft waarschijnlijk wel genoeg van mijn egotripperij. Maar ik wilde alleen even benadrukken dat ik met het voorafgaande alleen even wilde benadrukken hoe belangrijjk die Svesnikov was. Zelfs voor sommige onderbondschakers. Ik was na enige tijd niet meer de enige adept. Ik verloor bijv. smadelijk in 2001 tegen A. Laan van Caïssa die kennelijk inmiddels ook goed op de hoogte was. Ja, toen was voor mij de  lol er wel een beetje af. Mijn recentere partijen ermee op internet laten ook zien dat er naar mijn  smaak nu te veel eenvoudige schakers zijn die het ook kennen.

Nu even een partij van de grote meester zelf:

Het moge u hieruit duidelijk worden dat Sveshnikov hoorde tot de categorie van agressieve schakers die probeerde de stellingen lekker leuk te houden.

Svesnikov werd in 2017 nog wereldkampioen bij de senioren. Kort voor zijn dood was hij nog actief. Hij stierf woensdag 18 augustus jongstleden op 71-jarige leeftijd aan latere  complicaties van Corona.

Alweer een door mij bewonderd mens overleden. Bah!

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden