SCHAAKHERINNERINGEN (9 jan.’23)

Als je ouder wordt, worden er alsmaar meer herinneringen in je brein opgeslagen. Daar ga je mee leven.  Als je nog ouder wordt dreigen ze wel langzaam een beetje te vervagen. Voor sommige herinneringen niet erg. Die leiden slechts tot schaamte. Maar voor vele wel jammer. Herinneringen aan mooie, spannende, blij-makende momenten in je leven. Die wil je koesteren. Fijn als er nu iets gebeurt wat zulke herinneringen doet opborrelen.

Op de clubavond van 9 januari was dat zo. De partijen Wouter-Ab  en Sven-Ron wekten mooie herinneringen aan eigen leuke schaakmomenten in het verre verleden.

Bij Wouter- Ab al na 2 zetten. 1 d4 d5 2 c4 Pf6?

WouterAb 2… Pf6

Daar heb ik al eens eerder over geschreven. Ik weet niet meer wanneer, waarschijnlijk lang geleden. (Ach ja dat heb je wel eens met herinneringen.) Nog maar eens. Gewoon koesteren! Misschien voor nieuwere lezers van de site.

Het is 24 april 1957. Er is een paastoernooi voor jeugd gaande in Het Amsterdamse Schaakhuis in de Henri Polaklaan. Een prachtige locatie. Heel ruim, heel mooi. Bijna luxe. Heerlijk om daar als heel jonge man te mogen spelen. Aan een tafel en met stukken waar ook grootheden als Euwe en Aljechin en andere beroemdheden zich van bediend hebben. Hun vingerafdrukken staan er nog op. Denk je dan. Ik speel voor mijn schoolteam, schoolschaakkampioen van Nederland.  Ik heb al een klein beetje schaaktheorie verorberd. Mijn partij  gaat aldus: 1 d4  d5 2 c4 Pf6.  Oef. Ik had daar toch iets over in een boekje gelezen? Hoe zat dat ook alweer?? Na wat nadenken vermoedde ik dat ik het wel nog een beetje wist. Dat was volgens Euwe niet goed omdat dan wit te snel een sterk centrum krijgt.      3 cxd5 Pxd5

EddyS – Borensztain (2…Pf6)

  O ja, nu moet je volgens Euwe eerst 4. Pf3 spelen omdat anders e5 lastig is.  4. Pf3 Pc6 5.e4 Pf6 6.Pc3 Lg4

7. d5!! Hier kreeg ik al een beetje last van hartkloppingen.

7 …. Pe5?!?!  Klopt dit nu echt wel?  Laat mijn herinnering me niet in de steek ? 

Eddy – Borensztain (7…Pe5

  Nou ja, vooruit maar : 8. Pxe5 !?

In zeer korte tijd verspreidde er zich een bericht door het schaakhuis: iemand offert een dame bij zet 8! En binnen enkele minuten stonden er heel veel schakers rond mijn tafeltje.

En ja, het was goed. De details was ik vergeten, maar kon ik achter het bord wel weer bedenken.

Zo ging het verder:

Dat was al lollig.  Maar het kreeg nog een leuk vervolg. Minstens 15 jaar later. Komt er op school een leerling naar me toe uit Havo 4. ‘Ik ben oude KNSB-bladen aan het doorbladeren. Ergens kwam ik de naam Saraber tegen. Hebt u familie die schaakt? ‘Nee, niet dat ik weet. Ik schaak zelf een beetje, maar dat kan niet in een KNSB-blad verzeild zijn. Te onbeduidend.’ ‘ Ik zal een fotokopie ervan meebrengen’  Toen ik het onder ogen kreeg,  bleek het toen al een  minstens 15 jaar oud artikel te zijn van Max Pam. Die schreef toen geregeld voor het KNSB-blad. (Nu is hij columnist voor de Volkskrant en voor Het Parool. Schreef een aantal boeken en verzorgde met Tim Krabbé de  verzameling met journalistiek werk van Donner, het prachtige boek ‘De Koning’.)  Maar het desbetreffende artikel bleek te gaan over een jeugdtoernooi en tot mijn enorme  verbazing te handelen over mijn partijtje en het dame-offer en de commotie die dat verwekt had. Tjonge, was ik dus toch ongeweten wereldberoemd intussen.

Veel theorie-weigeraars hanteren het argument dat het te veel werk is en dat je het toch nooit meer tegenkomt. Voor hen: ik ben deze 2 …..  Pf6? -grap in mijn schaakleven vier keer tegengekomen. De tweede keer was in 1975 tegen Paul Kuijer. (broer van). Na 10 zetten opgegeven door zwart. Ook had ik het een keer in de externe.

Maar er was meer afgelopen maandag dat herinneringen opriep.  Ik stond bij het bord Sven-Ron na zet 18.

Sven – Ron (18.Tb5)

 Onstuitbaar drong zich een herinnering op. Aan ‘de match van de eeuw ‘ in 1972. Spassky moest bewijzen dat de Russische schakers, de Russische schaakschool, de Russische samenleving nog steeds superieur waren aan de westerse. Zeker nu Taimanov in de voorronde door Bobby Fischer met 0-6 was ingeblikt. De spanningen tussen De USSR en de USA liepen al heel lang hoog op. Het was de tijd van ‘de koude oorlog’. Fischer was een lastig mens. De prijzenpot was te weinig gevuld, de plaats waar de match gespeeld moest worden was niet zijn keuze. De stoel niet goed. De stukken te klein. De TV-kamera’s maakten te veel herrie. Enz., enz. Iedere keer dreigde hij af te haken. Dan kreeg hij zijn zin weer. En dan had hij weer wat anders. Bijna niemand geloofde  nog dat die match zou doorgaan.  Henri Kiesinger, toenmalig zeer belangrijk man, minister van buitenlandse zaken van de VS belde langdurig met Fischer en wist hem ervan te overtuigen dat hij echt Spasski moest verslaan, en voor de VS dus Rusland! Van hem hing alles af. De eer van zijn vaderland stond op het spel. Fischer bleek van deze bemoeienis van hoger hand onder de indruk. Hij ging toch maar spelen, in IJsland.

Maar hij verloor de eerste partij. Door een blunder? Door een zet die zelfs onze betere spelers niet gauw zouden doen. De kranten die al weken berichten publiceerden over Fischer en de match,  stonden er gelijk vol van. Ik volgde alles in de krant. Live op TV, je computer, of op je telefoon, dat bestond nog niet in 1972. Kort bericht op de radio bij het nieuws en de volgende dag de partij in de krant.

Spassky – Fischer 29.b5

    Na 29.   b5 Lxh2? 30 . g3

Het is nooit duidelijk geworden wat de reden of de oorzaak was. Men kon zich bij een Fischer gewoon niet voorstellen dat die op die manier kon blunderen. Was het de druk, zelfs te veel voor een Fischer? Was het psychologische oorlogvoering? Wilde Fischer zijn tegenstander op het verkeerde been zetten ? Een onterecht superioriteitsgevoel bezorgen?  Was het een poging om hem te intimideren? Ik kan me zelfs tegen jou zoiets veroorloven? Of had hij diep in het vervolg echt iets gemist. Hoogleraren in de schaakkunde hebben later aangetoond dat zelfs na dit stukverlies de partij misschien toch nog te redden was geweest. Maar in mijn computerprogramma’s ben ik dat niet duidelijk  tegengekomen. De loper wordt ingesloten en gaat verloren. Zo ging het verder.

Bij de tweede partij kwam Fischer niet opdagen. Toen stond hij al met 0-2 achter. De westerse schaakwereld begon te wanhopen. Dit ging niet meer goedkomen. De Russen waren beledigd, en vonden dat Spassky maar naar huis moest komen. Maar Spassky was een gentleman, en bewonderde Fischer, ondanks alles. Hij bleef, ook toen Fischer later ook weer af en toe moeilijk ging doen. Spassky bleef. Maar was toch misschien wel een beetje aangedaan. Fischer maakte snel de stand weer gelijk, met superieur schaak.  Spassky bleef een heer, maar werd daarna pijnlijk verslagen. Met winst met 12,5 tegen 8,5 werd Fischer wereldkampioen. En volgens velen de sterkste ooit. En ik mocht van dit alles, ver weg en met vertraging,  getuige zijn. Mooie herinneringen!

En bij Ron?

Sven – Ron (18.Tb5)

  Kan hij hier wel slaan? (Op a2 ) Ron denkt een poosje na. Ja, de situatie is hier wel anders. De a-pion is al een stap verder  op de weg naar verlossing van de loper, dan destijds de h-pion van Fischer.  De loper op g7 kan na e4  misschien ook een duit in het zakje doen. Ron besluit dapper : het moet kunnen! Het zal minstens tot remise leiden en daar kon Ron wegens zijn pion achterstand en tijdnood best tevreden mee zijn. Maar misschien kon er wel meer !

En hij krijgt gelijk. Zo ging het verder

En zo kwam bij mij ineens het verleden weer tot leven.

eindcorrectie moet nog plaatsvinden

Het verslag van deze avond volgt spoedig