Verslag Ronde 8, 1 nov

Ik hoefde me alweer niet te vervelen. Bij Martin een leuke aanval tegen Ab, die best lang stand hield. Maar het  toen toch vergokte.  Bij Arend die heel lang mooi gelijk spel hield tegen Gerrit en pas laat zijn stelling verprutste.  Sven die  het ook lang niet cadeau kreeg tegen Matthijs die het tenslotte toch verknoeide. Peter die best een poosje netjes stand hield tegen Bert, maar toen strategisch de plank missloeg. Vier uitslagen die niet lastig te voorspellen waren. Maar toch niet zonder slag of stoot tot stand kwamen, Het fraaist vanavond  was natuurlijk weer een gevecht van Hans, nu tegen Hugo.

En inderdaad, bij ons is er nog geen sprake van de ‘remisedood van het schaken’. Niet één remise!

Eregast was vanavond ons oud-lid  Kees Pruis, die zat te sparren met een nog enigszins medisch gecamoufleerde Ron, en zo te zien onze kampioen best aardig partij gaf.

Wat details:

Ab spotte in de opening met alle wetten van de schaaklogica door in een Philidor op de 3e zet f6 te spelen. Onze leermeester K., barstte uit in hoongelach!

MartinAb 3 f6

‘Weet die nu nog niet dat f7 het kwetsbaarste veld is in alle open spelen! Korte rochade kan zwart nu wel op zijn buik schrijven’ mompelde hij.  Na  4. Lc4 Pd7 geeft  Prof. Mr Dr  K.  voor wit  +1.85.  ! Zwart zou volgens hem kunnen opgeven. Maar ja. Bij zet 9 raakt Martin een klein beetje uit de koers. Krijgt die Snelle Appie het toch nog voor mekaar om lang te rocheren! Staat zijn koning nu toch nog veilig? Dat is toch niet te geloven. Het is ook niet echt zo. Martin denkt, OK, dan maar aan de damezijde aanvallen. En dat doet hij volgens het boekje: pionnen naar voren, torens erachter.

MartinAb  19 Dc7

 En hier verzinkt Martin in gepeins. Omdat je zoiets met wit ook gemakkelijk te simpel kan afhandelen om dan ineens niks meer over te hebben. ( Zo is het maar net, hè Hans?) Doordat Ab enkele zetten eerder (toen hij nog wel een beetje overeind stond) een tempo weggaf met Pc6 , kan nu met tempowinst b6! Als die Dame nu niet op c7 had gestaan,  had zwart met a6 de boel dicht kunnen schuiven. Maar dat kan nu niet. Maar b5-b6 is wel een pionoffer! En een paard op b6 dekt veld a8 voor de toren af. En na een kwaliteitsoffer op b6 heeft de zwarte koning een vluchtveld op c7!  Tja, er gaat heel wat door een mens heen in zo’n situatie! Martin besluit dat het moet kunnen. En dat is terecht! En dat wordt door hem overduidelijk aangetoond. Na zet 24 rest slechts diepe, diepe ellende voor zwart.

Martin – Ab (24.Txb6)

Nou opgeven maar! Nee, onze coureur hoopt nog op een klapband van de concurrent en slingert nog door tot nr 40, en dan heeft hij zelf totaal geen reliëf meer op zijn tires.

Arend deed het lang heel goed. Bij zet 11 heeft hij tegen Gerrit’s Philidor met normale degelijke openingszetten een mooie stelling bereikt. Zijn voordeel ebt een beetje weg, maar blijft, en  krimpt maar groeit weer en is nooit helemaal weg. Tot zet 20

Arend – Gerrit (19…Lf5)

Als wit hier zijn minder gelukkige zet 19 Pd4-f3 weer herstelt met 20. Pf3-d4 staat hij nog steeds heel aardig.  ( Na Ld7 bijv. h3 en g4 ) Maar met 20. Td3-d5?  en later 21. Pg5  (Th1-d1!?)  loopt zijn schip uit het roer. Zwart veert op, krijgt het initiatief, een pion, en de wind in de zeilen , en nog een stuk. Arend wil het zich in de nog volgende 25 zetten ook laten bewijzen en hoopt op een wonder. Maar Gerrit geeft niets weg. Mirakel  blijft uit. Toch: 21 zetten heel degelijk schaak van wit! Binnenkort vast van hem een nog langere lijst van zulke goede zetten! Die lijst is duidelijk groeiende.

Matthijs(wit) speelt de opening solide tegen Sven. Die wacht geduldig op betere tijden. Vanaf zet 11 komen die. Wit brengt zijn koningspaard van f3 naar b3. En dat is te langzaam en te passief. Zwart  grijpt het initiatief.

Matthijs – Sven (15…Lxc5)

Hier had 16. Pe2 nog wat kunnen betekenen, maar wit overziet de akelige dreiging en na 16. Df3? Verliest hij een stuk , na …  Ld4!  En als de kruitdamp is opgetrokken blijkt na enkele zetten dat hij een toren achter staat.  Tja , dan valr er niet veel meer te beleven. Dat Sven uiteindelijk met een toren meer matdreigingen kan crëeren is wel even grappig maar niet zo verbazingwekkend. Dit is vanavond trouwens nu al de derde partij waarin in totaal hopeloze staat het slachtoffer doorgaat tot het gaatje. Ik denk dat dat komt doordat het op de clubavond zo gezellig is dat men eigenlijk nog niet naar huis wil.  Of het misschien liever wat later wil maken om je ellende thuis althans vandaag nog niet aan een slaperige echtgenote te hoeven meedelen. Morgen maar!

Peter deed het wel een poosje redelijk tegen Bert. Hij stond wel gauw ietsje minder, maar toch niet onrustbarend. Een paard op a7 stond wat ongelukkig, maar Bert’s pion op d4 maakte ook geen sterke indruk. Bij zet 20 is de stand eigenlijk erg gelijk. Als zwart nu gewoon wat op ruil aangestuurd had, was het voor Bert niet zo eenvoudig geworden om te winnen.

Bert – Peter (19.h3)

Maar 19 … h6 blijkt wat te langzaam. En na 20. Tc5 moet zwart niet op c5 ruilen, want dan heeft wit na dxc5 zijn wat zwakkere pion veranderd in een gevaarlijke niet meer “geïsoleerde” vrijpion! Dat doet Peter wel. Beter was 20. … Pd7! geweest. En nu kan wit gaan profiteren van zijn oersterke loperpaar, op de vijand gericht, klaar om te vuren!

BertPeter Tc5

Na 25. Dd3 !  krijgt wit eindelijk de kans om te laten zien waarom hij al op zet 17 de wellicht voor Peter mysterieuze zet Lb1 speelde (voor mij was dat toen al wel duidelijk) . Aaaanvallluuuuhhh!  Deze stelling gaat de tactische mogelijkheden van Peter te boven! Na 25…. Pf6?? 26.Pg4!! Le4 27.Pxf6+ gxf6 28.Dxe4 is er een zwart stuk zomaar verdwenen. Afgelopen, uit! Zwart rommelt nog 6 zetten door. Hij wil ook nog niet naar huis!

Meest enerverend alweer de partij van Hans, nu tegen Hugo. Toen ik na afloop Hugo meedeelde dat hij voor mij intussen Mister Fianchetto was gaan heten, vertelde hij dat vroeger nooit deed. Maar wel bij ons. Ik denk dat hij de overblijfselen van zijn eigen openingsrepertoire niet meer vertrouwt, en dus voorlopig voor wit en voor zwart deze eenvoudig te onthouden en toe te passen standaardopstelling prefereert. En tegen Hans een poos met succes! Want die kreeg 18 zetten geen kans om de van hem bekende aanvalsstelling te creëren.

Hugo – Hans (18…Tad8)

De stand is absoluut gelijk na 19. De2 ! Echter niet na het gespeelde Dc2? Heeft een groot nadeel: veld g4 wordt niet meer gedekt. Dus 19. … Pg4!!

Hierna wordt het lang een ingewikkelde heksenketel. Beide partijen missen dus af en toe wel eens de sterkste. Doch het is wel een feest om naar te kijken. De betere schakers van onze club liepen er langdurig tegen elkaar zetten mompelend omheen. Uiteindelijk blijkt Hans toch meer tactische vondsten in huis te hebben dan Hugo aankan. Zwart wint. Volgens mij toch verdiend! Omdat het zo leuk is, volgt hier alles maar om het na te spelen, met analyses van Komodo 14.

eindcorrectie moet nog plaatsvinden