BDG7 Vienna

Het wordt nu tijd om goed te gaan opletten voor zwartspelers die op 1. d4 meestal 1. … d5 antwoorden en voorbereid willen zijn op een onvrijwillige ontmoeting met mijnheer Diemer. Want ik raak nu in de omgeving van antwoorden met een spoedig zwart Lf5 Ik denk dat daar de beste mogelijkheden voor zwart zitten. Dat is ook niet onlogisch, want zo kan die dameloper deelnemen aan de verdediging van de zwarte koningsstelling, want daar heeft wit het toch echt op gemunt, tegen betaling van zegge en schrijve één gambietpion. En een stuk ontwikkelen kan nooit kwaad.We beginnen met de zgn. Weense verdediging. Hoe komen ze toch aan al die namen? In dit geval is die variant zo genoemd omdat hij het eerst werd aanbevolen door een bekende Oostenrijkse meester: Hans Müller (1896-1971, in Wenen). Tot grootmeester werd die nooit benoemd, maar zijn hoogste rating was toch 2580! Hij schreef een indrukwekkende reeks schaakboeken. O.a. een boek over Aljechin, en een boek over de match Botwinnik- Bronstein (over die match schreef ik eerder, op uw site in De Tovenaarsleerling, deel 1, juli 2015 .) .

In de Weense variant neemt zwart de gambietpion eerst niet, maar meestal later toch!

 1.d4 d5 2.e4 dxe4 3.Pc3 Pf6 4.f3

BDG71  BDG71

4. .. Lf5!?

Nu heeft wit twee voor de hand liggende mogelijkheden.      I  5. fxe4  (rustig)  of  II  5. g4!?  (wild)

BDG72   BDG72

  I.    Eerst maar   5. fxe4   Waarom niet!?  In de ‘normale ‘varianten van het BDG offert wit zijn f-pion om een open f-lijn te krijgen voor zijn toren.  Die krijgt hij nu ook!  5.   …  Pxe4  Lijkt logisch, maar 5. …  Lxe4 kan ook. Zou ik zelf niet doen, en uw tegenstander meestal ook niet. Het zal wel komen doordat ik (en wrsch. ook uw tegenstander) een ‘loperpaar-fetisjist’ ben (term waarmee  André Mulder mij ooit optuigde). Maar eerlijk gezegd vind ik met wit 5. .. Lxe4 toch lastiger. (Maar ik ontdekte nu bij het schrijven dezes dat Komodo dat niet vindt.) 

6. Df3 Een leuke zet, en vrijwel altijd gespeeld. Ik kan me herinneren het ook wel eens in een vluggertje tegen Martin Z. te hebben benut. Die het kennelijk maar lastig vond, want na afloop vroeg hij hoe je dit nu eigenlijk moest spelen. Ik zei dat je dus misschien beter met de loper kon slaan. Misschien was dat advies dus niet 100% juist.

BDG73  BDG73

Echt iets voor de Diemer-fanaat. Zwart moet oppassen voor wat tactische wendingen. De zwarte loper staat in, en het zwarte paard. Dus er zijn maar twee zetten mogelijk  A. 6 …  Pxc3  en B.  6. .. Pd6. Ze ontlopen elkaar weinig in sterkte. K. geeft resp. – 0.44 en -0.16. Heel erg minimaal superklein beetje beter,  voor zwart dus! Maar daar wordt u als BDG-adept toch niet nerveus van !?

Eerst maar:   6. … Pxc3

BDG74  BDG74

Nu kan wit slaan op f5. Of slaan op c3.  7. bxc3 (natuurlijk niet Dxc3 want die dame staat veel te goed op f3) schijnt beter te zijn dan Dxf5.   

(7. Dxf5!?  e6 (tussenzetje, en zwart moet vooral niet bezwijken voor de charme van die pion op d4, want dat gaat natuurlijk fout. 7. … Dxd4?? 8 Dc8+ !!  Zie aan het eind van dit artikel het speelbaar diagram.  Dat zijn dus van die grapjes waar wit op hoopt. )  8. Dg4  Pd5 (in veiligheid) Vertrouwend op het negatieve oordeel van mijn boekjes heb ik dit dus zelf nooit geprobeerd.)

BDG75  BDG75

Dus 7 bxc3 en nu is er het een en ander aan de hand. Wat gaan we doen? Die loper op f5 wegzetten of dekken? En wat met die pion op b7?

      a.     7. ..   Lxc2   of            b.    7. ..  Dc8.    of        c.     7. ..   e6 heel koelbloedig  

  • 7 … Lxc2.

BDG76 BDG76

Dat had ik eens in een vluggertje met …….. Joop Kuijer! Ik speelde toen het gebruikelijke  8. Dxb7 Pd7  en probeerde in plaats van het hier bijna altijd gespeelde  9. Lb5 eens 9. Lf4. En later Tc1. Maar dat beviel niet echt. Ik zag me zo nog niet zo snel winnen! Van … Joop Kuijer! Dat was toch eigenlijk wel mijn bedoeling. En het ergste was … Bert stond achter zijn vader en zag het allemaal grijnzend aan.

De boekjes geven o.a.  9. Lb5 Tb8  10. Lxd7 Kd7 11. Da6

BDG77  BDG77

En het is best een grappige stelling, waarin veel te schaken valt. Maar er zijn wel veel lichte stukken van het bord. Daar houdt de Diemer-fanaat niet echt van.

Komodo geeft hier een veel aardiger, want principiëler  voortzetting. U wist niet dat computer-programma’s er principes op nahouden? Nou wel dus!  Mijn boekjesschrijvers hadden kennelijk nog geen Komodo.

BDG76  BDG76

Na 7. .. Lxc2 speelt Komodo  8. Ph3 !?  De bedoeling schijnt om eerst even af te wachten, met een zetje dat op zich best wel nuttig is: een zet sneller bij de rochade. en wellicht later het paard naar g5 of f4. Afwachten wat zwart doet, en daarna de juiste behandelwijze te kiezen.

En nu staat zwart voor de keuze:  -Ga ik pion b7 beschermen? -Ga ik mijn Loper op c2 naar een betere plek spelen?  –Ga ik e6 spelen om mijn koningsloper ruimte te geven?  Enz.       Komodo weet er er altijd wel wat op:       

8…e6 9.Pg5 Lf5 10.g4 =

8…a6 9.Pg5 Lg6 10.Lc4 e6 11.0–0 Le7 12.Pxf7 Lxf7 +- 13. Dxf7

8…h6 9.Lc4 e6 10.0–0 Lg6 11.Pf4 Lf5 12.g4 Lxg4   +-

8…Lg6 9.Pf4=

8…Pd7 9.Pg5=

8…c6 9.Lc4 e6 10.0–0 Lf5 (10…Dd7 11.Pg5; 10…a6 11. Dxf7 ) 11.Pg5 a6 (11…Df6 12.g4 Lg6 13.Dh3) 12.Pxf7 Kxf7 13.Dxf5+

8…Dc8 9.Lc4 Df5 (9…e6 10.0–0 Lf5 11.g4) 10.Dxb7 De4+ 11.Dxe4 Lxe4 12.0–0 e6 13.Ld2

Als speelbaar diagram:  +-  veel beter voor wit   += een beetje beter voor wit  = gelijk    -+ veel beter voor zwart   =+ een beetje beter voor zwart 

Ik zou het maar proberen als ik u was. Het lijkt er dus wegens .8.Ph3 op dat  na 6. …  Pxc3 7. bxc3 het slaan op c2 wat te hebberig is. Maar als gezegd er waren dus nog andere zwarte zetten, die trouwens vaker gespeeld worden:

b.  7. ….   Dc8 Om pion b7 en de loper te dekken. Dat is een raar plekje voor die dame en dat heeft dat witte gambietpionnetje toch maar voor elkaar gekregen.

BDG78  BDG78

Hier geven de boeken van Lane en Sawyer 8. Lc4 als het interessantst. Maar Komodo vindt 8. Tb1 , met tweede aanval op b7 beter. En die wil dus die gambietpion indien mogelijk gauw terug hebben, en als zwart daar niet aan wil meedoen toch zwarte concessies afdwingen, c6 of Pc6.   Ik kan op de site niet alles uitwerken, dus ik houd me maar even bij 8. Lc4, omdat ik daar ook een beetje ervaring mee heb. Ik geef hieronder een eigen partijtje met wat analysevarianten als speelbaar diagram, en een partij van Diemer zelf. Als u Tb1 wilt uitproberen, wat let u? (Als u wensen hebt, laat het me weten, dan kan ik daar altijd later nog wat verder naar kijken)

ES-Walter,  1-12-2013

  1-0

Diemer – Stehle Scheveningen, 1937

En dan was er nog die derde mogelijkheid, de koelbloedige:

c   7. …e6        Zwart geeft direct zijn gambietpionnetje terug, en wil gewoon snel ontwikkelen. Ook geen slecht idee.  Bijvoorbeeld: 

  Maar zwart hoeft na 6. Df3 natuurlijk niet op c3 te slaan. U had nog een tweede mogelijkheid te goed. En die is eigenlijk beter.

BDG73  BDG73    

 het beste antwoord op 6. Df3  komt nu:

  • 6. …. Pd6     Het paard ontloopt de aanval, dekt pion b7, en dekt de loper of f5. Mooi toch!?  Het antwoord is altijd   7. Lf4

BDG713  BDG713

Het paard op d6 werkt aan veel taken en wordt dus direct aangevallen.

Wat gaat zwart doen?  In geen geval op c2 slaan!    Een voorbeeldje daarvan uit eigen stal:  ES- Willem    15.06.2015

Geen 7. Lxc2??  En natuurlijk ook geen 7. c6??   (Lxd6!)  Wat dan wel?

  • 7. ….. e6   Het meest gespeeld.   (Maar dan moet je wel weten dat winnen van pion b7 wit niet helpt.  8. Lxd6? Lxd6  9. Dxb7? Pd710. 0-0-0 0-0 en zwartstaat wat beter.)   8. 0-0-0 Le7 en de stand is ongeveer gelijk.
  • 7. …… Dc8  Weer dat rare plekje voor de dame om de pion te dekken.  8. Lxd6  exd6 9. 0-0-0  Le7  met iets beter spel voor wit ( Lg4? 10. Te1 + Le7  11. De3 is beter voor wit)

Hier nog een voorbeeldje met 6. .. Pd6. Met ene Unzicker achter de zwarte stukken. Ik denk dat het die Unzicker -die ooit gevreesde ijzersterke Duitse grootmeester- was ( 1925-2006 ). (Ik heb geen voorletters bij zijn naam bij deze partij.)  Ik neem het maar aan, want wat is er leuker dan een sterke grootmeester een BD-gambiet te zien verliezen? Engler – Unzicker

En dan was er nog een ‘wilde variant’ na zwarts 4. ….  Lf5

BDG79  BDG79

II      5. g2-g4 !?    Leuk agressief. Met als bezwaar dat de witte koningsstelling gatenkaas wordt. Maar als zwart er niets van weet? En handig dat een aantal volgende zetten bijna vanzelfsprekend zijn.  5. …. Lg6  6. g5!?  (6. h4 is vroeger ook wel eens gespeeld. Om de zwarte Loper te vangen. Maar  na 6. ..  h6 is er weinig aan de hand. En het is de vraag of wit zich deze extra verzwakking kan veroorloven.) 6. … Pd5  (6. …. Ph5 7. fxe4! )

BDG710  BDG710

Het simpelst is nu gewoon 7. Pxe4.   (7. fxe4 kan ook wel, maar na …  Pxc3   8. bxc3  Lxe4 heeft wit een achterstandje in ontwikkeling, staat een pion achter, en zijn koningsstelling is een tochtige oude caravan. Nee , ik vind het niks.)  Meestal wordt nu 7. .. e6 gespeeld.      (maar ook wel eens 7. …Pc6 8. Lb5)

Na 7. … e6.  

BDG715   BDG715

Wit kan uit een aantal plannetjes kiezen.

    1. Hij kan met c4 dat lastige paard van d5 wegjagen en dan wordt tenminste Le3 of Lf4 mogelijk,en dan maar snel lang rocheren.
    1. Hij kan met h4 gelijk doldriest doordrammen. Maar zo creëert hij ook weer zelf gaten in zijn stelling.
  1. Hij kan heel rustig eerst met c3 zijn stelling consolideren en daarna toch weer verder drammen met h4.

Het is niet mogelijk om in dit bestek alles te gaan bekijken. Ik zoek elders een paar lollige partijtjes voor het speelbare diagram, en u moet maar zien of u het inspirerend vindt. Persoonlijk heb ik me nooit aan het  ingewikkelde 5. g4!? gewaagd. Heb het altijd maar op 5. fxe4 gehouden.  Dat kunt u na bestudering van het dienaangaande voorafgaande natuurlijk ook doen. In mijn databases komt 5. fxe4 veel vaker voor, maar de resultaten met 5. g4 zijn een heel klein tikje beter. Maciulewicz – Kent 1997

Tenslotte: U had nog het speelbare diagram te goed van een blunder na 1.d4 d5 2.e4 dxe4 3.Pc3 Pf6 4.f3 Lf5 5.fxe4 Pxe4 6.Df3 Pxc3 7.Dxf5 Dxd4?? 

Zo dit was dus een eerste verkenning van mogelijkheden met Lf5. Volgende keer de m.i. beste varianten tegen het BDG, ook met Lf5, maar na gewoon eerst die gambietpion verorberd te hebben:  4 ..  exf3  5. Pxf3

De eindcorrectie moet nog plaats vinden.