Laatste ronde, 6 april, verslag

Helpers weg, laatste ronde.

De laatste partij , en die deed er nog steeds toe! De grote favoriet zou nog ingehaald kunnen worden door de sterke uitdager.

Maar dat gebeurde niet. Want de kampioen hernieuwde zijn titel. Niet door een knockout, maar op punten.

IMG_2532XWEB

Mark  probeerde het wel met kleine plaagstoten, en het leek erop of hij wel wat initiatief had,  maar hij kwam niet door de gesloten verdediging van Thomas heen. Een vernietigende linkse hoek of rechtse directe zat er niet in. Toen na een zet of twintig Thomas zich  los ging maken, zat er voor de uitdager echt niets meer in, en kon de rechter arm van de nieuwe oude  kampioen triomferend opnieuw worden geheven. Proficiat!

Zie de commentaren van onze twee toppers , verderop.

Nog meer bijzonderheden deze avond?

Dat Joris er weer was, en schaakles kreeg van Frank.

En dat er een familiegebeuren plaats vond in ons kleine, maar gezellige speelzaaltje:

IMG_2539XWEB

Chris tegen Ivar. Een lange inhoudrijke partij. Hadden ze natuurlijk ook gewoon thuis kunnen spelen. Maar hier kwamen ze misschien beter in de stemming. Door het zachte geknars van al die schaakhersenen om hen heen. Ivar kwam materiaal voor, maar Chris gaf het niet op. Die wil natuurlijk niet afgaan tegen zijn jonge nazaat. Dat zou wel een geestelijke dreun zijn. (Ik herinner me nog pijnlijk mijn ontreddering toen ik op mijn vijftigste mijn dochter ineens  niet meer kon bijhouden toen we aan het zwemmen waren.) Maar gelukkig voor  Chris kon Ivar het moeilijke eindspel niet winnen. Jammer voor ons dat  Chris ophield met noteren toen het eindspel erg interessant werd. Onder andere K+P + 2 pionnen tegen K+T. Maar ook al eerder.

Martin had nog een klein kansje derde te worden in de eindstand als vanavond Ron niet zou kunnen winnen  van Peter, die inmiddels  zich ontwikkeld heeft tot reuzenbedwinger. Maar dat gebeurde niet. Bij zet 10 staat het nog gelijk, maar dan komt de oude Peter weer boven en geeft hij onnodig een pion weg.

  Ron – Peter (10.Le2)

10 … Pc6?  (De7!) 11. Lxd6

Als hij dan op de 15e zet nog een pion verliest, en op de 15e nog een stuk is de party al over. Maar ja Peter, het kan natuurlijk niet elke week feest zijn.

Martin kreeg het niet echt gemakkelijk  tegen Wouter. Hij wilde een Budapester gambiet, maar daar  weigerde Wouter zijn medewerking aan te verlenen.

  Wouter – Martin (2…e5)

3. d5  (Budapester: dxe5 4. Pg4 en dan volgen enkele gebruikelijke varianten. Zelf speelde ik dan altijd e4 en daarna f4.)

Daarna duurde het tot zet 19 voor Martin echt wat in  het voordeel raakte. Maar toen er kans ontstond dat voordeel te vergroten ging hij de mist in.

Wouter – Martin (33…Txh2)

Zelf schreef hij

Martin:   Echter is mijn verzonnen plan om te versimpelen en de toren op h2 te ruilen helemaal verkeerd. En leidt het weghalen van de c-toren ertoe dat ik gedwongen mat kan gaan.

Ik denk dat Wouter wel zag dat hij nu eerst schaak op c8 kon geven , maar dat is wel even een torenoffer en de  matcombinatie is wel dwingend en niet erg moeilijk, maar wel heel erg diep. 11 zetten! Je bent natuurlijk bang ergens achter je horizon  iets te gaan  missen.

Hier die combinatie om na te spelen. Een lust om naar te kijken.

Omdat Wouter gewoon terugneemt met Dxh2 houdt Martin voordeel en bij zet 37 worden de zwarte matdreigingen hem te veel en geeft hij op.

Martin schrijft

Ik word wederom gered door bluf, en door tijdnood van mijn tegenstander. Wouter heeft sterk gespeeld gisteren. Het seizoen afgesloten op plaats 4 mag ik blij mee zijn.

Frank schrijft over zijn partij tegen Gerrit :

Het ging gemakkelijker dan de vorige keer tegen Gerrit. Op zet 14 was c5 wat minder, maar na Lf6 was het eigenlijk direct helemaal over. Paar zetten later gaf Gerrit terecht op.

 Frank – Gerrit (16…Lf6 )

Lf6? 17.g5 Pe5? 18.gxf6 Pxd3+ 19.Dxd3 Da5 20.Pd5 g6 21.De3

  Frank – Gerrit (21.De3)

opgegeven wegens mat in 8 (hhh)

Thomas over de  beslissende partij tegen Marc:

Het was nog hard werken tegen Marc de laatste ronde. Direct na de opening was ik beslist niet ontevreden over mijn stelling. Het was theorie tot minimaal zet 10.

 Marc – Thomas (10.Pe4)

Daar was eerder voortgezet met 10…. Ld5, maar met 10. …. Pd5 is niets mis. Het was vooral tegen Lc5 of Pc5 gericht.

Op 11. Pc5 volgt de “desperado”combinatie 11.. Pxe3! 12. Pxd7, Pxd1 met stukwinst. (De term desperado zou afkomstig kunnen zijn van woeste outlaws die in de 19e eeuw het Westen van de Verenigde Staten onveilig maakten, maar zeker weet ik dat niet! )

En 11. Lc5? faalt op 11…f5 12. Lxe7, fxe4 13. dxe4, Pdxe7 eveneens met stukwinst.

Maar voor dergelijke kadootjes hoefde ik bij Marc niet aan te kloppen. Daarna was ik aanvankelijk blij met 11. Pxe3 het loperpaar te kunnen veroveren en ook met het antwoord 12. fxe3.

  Marc – Thomas (12.fxe3)

De open f- lijn en de witte controle op veld d4 zijn wel belangrijke pluspunten van deze zet, dus mijn aanvankelijk enthousiasme werd geleidelijk aan wel getemperd.

 Marc – Thomas (14.Dxc5)

14.. Dd6 was iets minder dan 14.. Pe7 waarna Stockfish een drie-tiende plus belooft i.p.v. het lichte nadeel dat zwart wachtte.

Na dameruil kwam wit nog wat beter te staan, nog wel te overzien(+0,75) maar het ongemak bij mij was toch wel aanwezig.

 Marc – Thomas (24.Th5)

Op zet 24 heb ik 24.. h6 overwogen, maar dat leek me verzwakkend en in het verre eindspel kan zo’n witte koning makkelijk in het” gat” stappen en de zwarte koningsvleugel verorberen.

Ik zou over elke zet wel een verslag kunnen schrijven, maar zal me beperken tot 25. e4 wat ik een hele lastige zet vond.

  Marc – Thomas (25.e4)

Wit dreigt onder omstandigheden met d4-d5 op te rukken en zwart met een passievere stelling op te zadelen.

In de fase daarna zat er nog een winstpoging voor wit in waarbij ik gedwongen was naar een toren- eindspel met een pion minder af te wikkelen, maar dankzij activiteit goede remisekansen zou hebben.

 Marc – Thomas (27…Taf8)

28.Pe5+ Kd6 29.Pc4+ Kd7 30.Pe5+ Kd6 31.Pc4+

Maar zo ver kwam het niet en ik kon het remise aanbod bij de zetherhaling licht opgelucht accepteren. Maar

Marc heeft het me niet gemakkelijk gemaakt!We hebben
dat toreneindspel nog uitgebreid met Frank erbij en volgens mij ook
Martin bekeken, wat best leerzaam was.

Marc over deze partij:

Marc – Thomas

1.c2-c4 e7-e5 2.Pb1-c3 Pg8-f6 3.g2-g3 d7-d5 4.c4xd5 Pf6xd5 5.Lf1-g2 Pd5-b5 6.Pg1-f3 Pb8-c6 7.0-0 Lf8-e7 8.d2-d3 Lc8-e6 9.Lc1-e3 Dd8-d7 10.Pc3-e4 Pb6-d5 11.Dd1-c1 Pd5xe3 12.f2xe3 f7-f6 13.Pe4-c5 Le7xc5 14.Dc1xc5 Dd7-d6 15.Tf1-c1 Le6-d5 16.a2-a3 a7-a5 17.Pf3-d2 Ld5xg2 18.Kg1xg2 Dd6xc5 19.Tc1xc5 Ke8-d7 20.Ta1-c1 Th8-c8 21.b2-b3 Pc6-e7 22.d3-d4 e5xd4 23.e3xd4 b7-b6 24.Tc5-h5 Tc8-h8 25.e2-e4 g7-g6 26.Th5-h4 f6-f5 27.Pd2-c4 Ta8-f8 28.Pc4-e5 Kd7-d6 29.Pe5-c4 Kd6-d7 30.Pc4-e5 Kd7-d6 31.Pe5-c4 ½-½.

Een aantal momenten:

1.

 Stand na 10.Pc3-e4

Foutje in de opening

In plaats van 10.Pc3-e4 is de aanbeveling van mijn computer om 10.d3-d4 te spelen, en ook 10.Ta1-c1 ziet er ok uit. Het idee van 10.Pc3-e4 is om het paard naar c5 te spelen, maar het is te vroeg en Thomas vond een sterke weerlegging.

Hij speelde 10..Pb6-d5, zodat na 11.Pe4-c5 zwart zou winnen met 11..Pd5xe3 12.Pc5xd7 Pe3xd1. Vandaar dat ik 11.Dd1-c1 speelde, en na 11..Pd5xe3 komen we in de volgende stelling:

2.

 Stand na 11..Pd5xe3

Dame x e3 of f-pion x e3?

Ik had de keuze tussen 12.Dc1xe3 en 12.f2xe3 al een zet uitgesteld met 11.Dd1-c1 (houdt beide opties open, in plaats van 11.Ta1-c1), maar nu dan toch maar een beslissing. Het voordeel van Dc1xe3 is dat de pionnenstructuur intact zou blijven, maar ik besloot toch tot f2xe3. Het verzwakt de velden e3 (misschien heeft zwart op termijn iets als Lg5 of Pd5/Pf5 en na g3 misschien een keer h7-h5-h4 of f7-f5-f4), maar het is meer flexibel (heeft een voordeel op beide vleugels). Op de damevleugel ontneemt het voor Pc6 veld d4, misschien na a3, b4, b5, of misschien kan ik het paard vastpinnen over de c-lijn; en op de koningsvleugel heb ik misschien iets over de f-lijn. Wat dit laatste betreft, eventuele ideeën over de f-lijn werden door Thomas in de kiem gesmoord want hij beantwoorde 12.f2xe3 met f7-f6 en dan valt daar niet veel meer te beginnen denk ik. Het oordeel van mijn computer is trouwens dat deze een lichte voorkeur heeft voor 12.Dc1xe3, maar het vindt 12.f2xe3 ook ok.

3.

Stand na 16..a7-a5

Ruilen of niet?

De vraag is of wit ruil uit de weg moet gaan, bijvoorbeeld met Dc5-b5, of juist moet opzoeken, met 17.Pf3-d2 (wat ik speelde). Mijn computer vind 17. Db5 het beste (ook voorgesteld door Frank na de partij als ik mij goed herinner). Ik voelde meer voor de algehele afruil, omdat ik niet zo goed zag hoe zwart Pc6 vrij zou kunnen spelen (staat gepind over de c-lijn), en hoe minder stukken op het bord hoe zwaarder het weegt als een daarvan vast staat. In de partij kwam het paard vrij na Kd7 en Thc8, dus Frank en computer hebben waarschijnlijk wel gelijk.

4.

Stand na 22.d3-d4

Een klein valletje

Zwart heeft zojuist zijn paard vrij gespeeld met 21..Pc6-e7 en deze wil waarschijnlijk naar f5. Vanaf f5 kijkt het paard naar e3 (het veld verzwakt door f2xe3 eerder in de partij). Na iedere zet van de tegenstander is het belangrijk om te proberen te begrijpen wat deze van plan is, maar het is ook van belang om je af te vragen of je dat wel wil tegenhouden of niet. Zoals Thomas mij eerder de mogelijkheid gaf om mijn geplande Pe4-c5 te spelen (wat zou verliezen), zo besloot ik met 22.d3-d4 om Thomas de mogelijkheid te geven om Pe7-f5xe3 te spelen (wit wint na 22.d4 Pf5 23.de5: Pe3: 24.Kf3). Ik weet niet of Thomas daadwerkelijk van plan was om Pe7-f5xe3 te spelen, misschien niet, maar het was een poging waard. Hij trapte er niet in, en speelde het veel betere 22..e5xd4.

5.

Stand na 26..f6-f5

De route naar e5

Iedere zet geeft ook iets op. Zwart heeft zojuist f6-f5 gespeeld, dus ik wil mijn paard graag overbrengen naar e5 (wordt immers niet meer gedekt door een pion op f6). De vraag is, via c4 of via f3? In de partij speelde ik 27.Pd2-c4, zonder na te denken over de route via f3. Meestal (maar niet altijd uiteraard) is “het meest naar voren” trouwens wel het beste, vooral voor een paard die vanwege het relatief korte bereik dicht bij de actie moet zijn. De computer geeft aan Pf3 de voorkeur. Het heeft wel een punt, want vanaf f3 is het veld g5 ook een optie in sommige varianten. Ik weet het niet, vanaf c4 ondersteunt het paard misschien d4-d5-d6, en/of Pb6. In ieder geval wel interessant. 

6.

Stand na 31.Pe5-c4

De eindstand (remise na zetherhaling via Kd7, Pe5, Kd6, Pc4, enz.)

De computer geeft 31.Tc1-f1 of Th4-f4 (ook direct na de partij aangegeven door Thomas) als mogelijkheid om verder te spelen. Ik heb daar niet naar gekeken. Ik zag de zetherhaling, en ik vond het wel mooi zo. Thomas is, op dit moment, de sterkste speler van ons clubje, en de terechte clubkampioen!

Eddy: Nog even een belangrijke ledenvergadering, en dat was dan weer een heel schaakseizoen. Naar wij hopen spreken wij elkaar spoedig in goede gezondheid en met veel schaaklust weer.

eindcorrectie moet nog plaatsvinden

 

 

Een gedachte over “Laatste ronde, 6 april, verslag”

  1. 10. Ta1 – c1 is inderdaad een goed plan. Eerst opbouwen, je hebt ook mogelijkheid van Pa4 dan en eventueel pion a2 weggeven, wat vaak giftig is. Op Tc1 moet zwart kiezen tussen f6 en f5. Maar je kunt heel snel in de problemen geraken. Thomas is de terechte kampioen en Marc een heel goede 2e. Proficiat!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *