Categorie archieven: Schaak diversen

Simultaan v.Wely

Van onze speciale verslaggever:

Loek scoorde in zijn simultaan zaterdag 95% !     Pieter Hopman kwam er niet aan te pas. Er waren 4 remises, waarvan 1 echter door ondergetekende! Ik heb de eer dus hoog gehouden. Het grappige was dat je 1x om advies mocht vragen en 1x ronde overslaan. De jongens kwamen er niet aan te pas. Marco van W.  keek de hele partij tegen een gat op d6 aan met zijn pion op d7 na een mislukte Siciliaan. Dat werd hem toch fataal. Bert heeft dapper gestreden, probeerde g6 en d5 tegen damegambiet maar kwam toch minder uit de opening. Van Wely houdt dan toch perfect de druk vast en na pionverlies hield Bert het voor gezien.
Ikzelf speelde weer eens mijn nieuwe variant. En echt veel theorie beheers ik daar echt niet van hoor. Maar ik begrijp wel de stellingen eruit voortvloeiend. Van Wely koos voor iets dat theorie schijnt te zijn (7. Df3), maar dat ik nog nooit gezien had maar er wel logisch uitziet. Zwart krijgt een dubbelpion en heeft een slechte loper. Maar toch had ik de hele partij vertrouwen. Het verschil is daarbij volgens Houdini nooit groter dan + of – 0.4 geweest! Ik koos het goede plan met 18…, C5. Toen ging ie al moeilijker kijken en vooral na 20…, Lf6, maar het pionverlies is dus helemaal niet erg voor hem. Ben wel tevreden dat ik in vervolg bijna steeds de sterkste zetten vind, al was 33…, Kd7 om Pe6 te verhinderen natuurlijk sterker geweest. Na 31. Lxg6 heb ik wel gevraagd wat hij sterker vond, nemen op g6 wat ik al van plan was of het paard op d5 nemen. Beiden is remise, maar op g6 slaan bied de betere kansen. Al met al dus een goede partij!

Met felicitaties voor en veel dank aan Ron de Vink.

 

 .

 

 

 

Materiaal workshop dec. 2014

Ik vind het  toch  niet zo zinvol om het materiaal op de website te zetten.  Voor een naspeelbaar diagram is het veel te veel en veel te ingewikkeld, en veel te veel werk.

Afdrukken vanaf de website kan wel, maar daar wordt de tekst niet overzichtelijker van.

Ik heb zojuist aan Gerrit het materiaal toegestuurd, zowel als  Wordbestand om te printen, als  als Pgn-bestand voor inladen  in het schaakcomputerprogramma. ( Dat laatste is natuurlijk veel gemakkelijker met naspelen.)

 

ALS U DAT OOK WILT KRIJGEN, STUUR ME EEN MAILTJE. GEEF DAARIN AAN WAT U WILT:

WORDBESTAND                SCHAAKPROGRAMMABESTAND                    of            ALLEBEI

 

 

 

 

Viktor de Verschrikkelijke

Tip:    u kunt foto's en diagrammen vergroten door ze aan te raken. Bij tablets verandert dan de kleur. Dan gelijk loslaten. Let op, dit is niet het vergroten van het hele scherm. Daardoor wordt de foto onscherp. Bij laptops is wellicht aantikken van de foto voldoende. (Let op dat u daarna niet op een kruisje klikt, want dan kunt u helemaal opnieuw beginnen, maar op een of ander pijltje naar links.)

 

In Dortmund was er bij het Sparkassen-toernooi   – als bij alle grote toernooien-  ook een boekenstal. Nu ik net weer wegens ruimtegebrek een stuk of veertig schaakboeken heb weggedaan en omdat ik tegenwoordig dweep met de op het scherm naspeelbare schaak-e-books van Everymanchess probeer ik mijn hebberigheid in bedwang te houden. Dat valt niet mee.

 IMG_6949bWEB

FOTO 6949bWEB

Maar ja, de geest is gewillig, maar het vlees is zwak. Ik bezweek voor een boekje dat ik in Nederland nog nooit gezien had:     Martin Breutigam    "Todeskusse am Brett,  140 Ratsel und Geschichten der Schachgenies von heute".  Uitgave "Verlag Die Werkstatt",  2. Auflage, 2013

Ik bedacht een goede smoes: "Misschien heb ik er iets aan voor de website?"

Er stond ook een stelling in van Viktor Kortsnoi. Daar was ik ooit een fan van. Net als van Talj, Bronstein, Fischer, Donner, Larsen,  en meer van dat soort spannende jongens uit de tijd toen ik nog jong en vitaal was.

Viktor de Verschrikkelijke. Hij begon als Rus. Hij werd geboren in 1931. Leerde schaken toen hij 6 werd. Werd grootmeester in 1956 en voor het eerst kampioen van Rusland in 1960. Kampioen van Rusland worden was toen bijna nog moeilijker dan wereldkampioen worden. Er was daar een enorme concurrentie. (Een honderdtal supergrootmeesters verdienden de kost met schaken. Het was ook een manier om af en toe even in het vrije westen te mogen rondkijken. Weliswaar  altijd met een bewaker van de KGB achter je, maar toch.) En iedere keer trokken ze daar weer een nieuw blik met grootmeesters open. De communisten deden er alles aan om de Sovjet-hegemonie op schaakgebied te handhaven. Kapitalen investeerden ze erin.

Kortsnoi zou het kunststukje -kampioen van Rusland worden-  nog enkele keren herhalen. In 1970 voor de vierde keer! Hij won heel veel grote toernooien. O.a. twee keer ons Hoogoventoernooi, waaraan hij ontelbare malen deelnam. Hij was ettelijke keren heel ver in de strijd om het wereldkampioenschap. Maar iedere keer werd hij het net niet: Hij werd wel gekwalificeerd als  "De sterkste net-niet-wereldkampioen ooit."

1974 Karpov- Kortsnoi  12,5 – 11,5       1978  Karpov – Kortsnoi  6-5          1981  Karpov – Kortsnoi  11-7     1983  Kasparov – Kortsnoi  7- 4

Er was wel vaak veel tumult rond Kortsnoi. Bij de matches om het WK wilde Kortsnoi dat de wedstrijdleiding zou verbieden dat Karpov bekertjes vruchtenyoghurt kreeg uitgereikt, want de kleur van de yoghurt zou een geheime boodschap kunnen betekenen. En ik herinner me iets van iemand in het publiek die zou zijn ingehuurd om Kortsnoi (of Karpov?) te hypnotiseren.  Hij kon ook vreselijke dingen zeggen. Toen hij een keer van Susan Polgar had verloren,  was onze zuurpruim  heel complimenteus:  "Dit is de eerste en de laatste partij die jij ooit van me won!"  En tegen een andere tegenstander nadat hij verloren had:  "Wat een verschrikkelijke slechte stijl hebt u. Volkomen waardeloos!"

Maar het meeste opzien baarde zijn vlucht naar het vrije westen in1976. Na hier het IBM-toernooi te hebben gewonnen, dook hij onder in Nederland en vroeg  asiel aan. Later vertelde hij dat dat niet zozeer om politieke redenen was, maar omdat hij zich in zijn schaakcarrière belemmerd achtte. Met die asielaanvrage ging het hier echter zo lekker niet. Hij kreeg een voorlopige verblijfsvergunning, en mocht  derhalve aan het Nederlands  kampioenschap deelnemen in 1977. Dat won hij natuurlijk. Omdat het allemaal te veel voeten in de aarde had, vertrok hij naar Zwitserland, waar hij wel werd geaccepteerd. Daar woont hij nog.

En hij bleef maar schaken. Iedereen wist dat Kortsnoi niet zonder kon. Hij zou ooit – maar dat moment leek nog heel ver weg –  schakend de kist ingaan.

Ik zag hem in 2008 in Krasnapolsky bij het toernooi van veelbelovende jongeren, tegen grote namen uit het verleden. Daar speelde Caruana, toen 15 jaar oud, tegen Kortsnoi, 77 jaar.  Ik heb in mijn archieven de heel slechte foto gevonden die ik toen van ze maakte. Als u belooft deze foto niet aan te klikken om te vergroten, mag u hem wel eventjes zien: 

IMG_2618.JPGKortsnoiBWEB

IMG_2618.JPGKortsnoiBWEB

Caruana won. Toen al.  Kortsnoi verloor. Toen pas.

Iedereen wist: Kortsnoi blijft schaken tot zijn laatste snik. Ik vond na deze partij minstens 50 nog latere  partijen van hem. Doch in 2012 kreeg hij een beroerte. En zijn familie kondigde aan dat het nu echt met schaken afgelopen zou zijn. Je zou toch denken dat die Viktor wel beter zouden kennen.

Want……   in 2014 dook hij toch weer op!

Hieronder wat Ligterink daarover onlangs schreef in De Volkskrant  (Dat doet hij goed hoor! Veel beter dan ik.) :

"Twee weken geleden ( ES: in 2014 dus), een paar dagen na zijn 83ste verjaardag, keerde Viktor de Verschrikkelijke alsnog terug. Op uitnodiging van de universiteit van Leipzig speelde hij een match van twee partijen tegen de 79-jarige Wolfgang Uhlmann, een meervoudig kampioen van de DDR, die zich in 1970 kwalificeerde voor het kandidatentoernooi. Uhlmann viel in voor Boris Spassky, die zich om gezondheidsredenen had afgemeld.
Fysiek was Kortsjnoi zichtbaar ouder geworden, maar in alle andere opzichten was hij niets veranderd. Hij mompelde verwensingen naar een cameraploeg, die het moment filmde waarop zijn vrouw hem in zijn rolstoel uit zijn jas hielp. Aan kinderen gaf hij bereidwillig handtekeningen, maar met zichtbaar misprijzen voldeed hij aan het verzoek van volwassenen om een van zijn boeken te signeren.
Schaken bleek hij nog te kunnen. Kortsjnoi won de match met 2-0 na een overtuigende zege in de eerste partij en een fortuinlijke ontsnapping in de tweede. Tijdens een persconferentie verzekerde hij zijn gehoor dat we in de toekomst nog van hem zullen horen en dat zijn liefde voor het spel ongebroken is: 'Het schaakspel neem ik mee mijn graf in.'
Daags na de tweekamp gaf Kortsjnoi een simultaanseance aan tien borden  (!!!!) , die hij met 7,5-2,5 won. Een van zijn bedwingers was de 9-jarige Axel Nguyen, die zijn grote tegenstander zag struikelen in gewonnen stand. Kortsjnoi ondertekende het notatieformulier van zijn tegenstander met de mededeling 'U stond totaal verloren.'

Na mijn totaal overbodige uitweidingen hierboven nu dan eindelijk de stelling uit het boekje:

StellingKortsnoi   stelligKortsnoi.jpg

Tatai-Kortsnoi (meer gegevens heb ik nog niet kunnen vinden.)  Zwart speelt en wint!

Wat is het mooi allemaal. Van schaken valt altijd te genieten. (Vooral als je het zelf niet meer doet.)   De oplossing zet ik binnenkort  bij "Schaakproblemen"

Bij het snuffelwerk voor bovenstaande vond ik ook een miniatuurtje, waarin Kortsnoj in 13 zetten verloor. Daarna zat hij een uur verbijsterd achter het bord.  Als ik binnenkort  iets produceer over miniaturen  (waarom stuurt u me  niks?)  zal ik die ook benutten.

 

 

Befaamde krijger van Caïssa gesneuveld

Er is voor mij een stoet van honderden mensen op weg. Zo op 't eerste oog hebben ze niets gemeen. Mannen en vrouwen, driftig of rustig en weloverwogen, vriendelijke types maar ook knorrige, ze zijn timmerman of hoogleraar. Het zijn schoolmeesters, voetballers, acteurs, opvoeders, schilders, schrijvers en schakers.
Geen enkele overeenkomst? Jawel! Dat ze veel of een beetje voor mij betekenden. Dat ze eigenschappen of vaardigheden bezaten die ik ook graag wilde hebben. En dat ik ze allemaal zo voor mijn geestesoog kan oproepen. En dat is maar goed ook. Want een andere overeenkomst is dat ze allemaal dood zijn.
Jan E. Haijer (1922) heeft zich bij het eind van die lange stoet aangesloten. Ik kan hem hier nu nog even uitzwaaien. Ik weet niet zeker of hij nog terugzwaaien zal. Of hij me nog zou kennen. Ik denk het toch wel.
Vijf jaar geleden kwam hij de (schaats/schaak)kantine van Aris de Heer binnen voor een externe wedstrijd van Caïssa 3. "Dag mijnheer Saraber"  zei hij. Ik stond paf. Ik schaakte ooit twee jaar bij Caïssa. Toen al een grote vereniging.  Zo groot dat je er maar weinig leden wat beter kende. En het was  intussen meer dan twintig jaar geleden!
Hij had toen  in 2009 een Elo van tegen de 1700. Hij moet 87 jaren oud geweest zijn. Hij verpletterde Gerard  Maas al snel en liep de rest van de avond onvermoeibaar belangstellend rond te drentelen. (Hij had dat jaar bij Caïssa-3 een score van 81% in de externe.)
Bij Caïssa mocht ik een keer tegen hem spelen. Jan 1988. Ik was net weer met schaken begonnen en overschatte mijn eigen schaakmogelijkheden tomeloos. Die vriendelijke, nette, maar ontegenzeggelijk veel oudere mijnheer (66 vond ik toen oeroud) moest ik als heel vitale net-50-er toch gemakkelijk kunnen hebben. Ik was zowiezo waarschijnlijk beter in de opening.
Hij speelde Nimzo-Indisch. Een beetje een tegenvaller. Niet bepaald het degelijkste deel van mijn openingenrepertoire. Als scholier speelde  ik altijd 4. Dc2, maar won er zelden mee. Ik had later een beetje rondgekeken bij 4. Lg5. Minder gebruikelijk. Wist hij vast niet!
Dat  viel tegen. Ik stond al gauw wat minder. Ik had op de klok veel tijd nodig om me uit lichte problemen te worstelen.  Eindelijk stond ik op de 38e zet een klein pionnetje voor. Maar met een enorme achterstand op de klok en inmiddels een fors respect voor m'n oeroude  tegenstander. Hij was vast ook heel goed in het eindspel. Tandenknarsend bood ik remise aan. Hij nam het aan. (Later las ik dat hij dat meestal niet deed. Zijn principe was: vechten tot de laatste snik.)
Minzaam voegde hij me toe: "U speelde wel een heel erg oude variant. Nog van de jonge Timman!".  "Jjja" stotterde ik en dacht  "Verrek, hij heeft er wel verstand van."
Iets later ontdekte ik dat hij prachtige stukjes schreef voor de clubkrant van Caïssa. Veel over vroeger. Toen hij nog bordenjongen was bij het roemruchte Staunton-toernooi  van 1946. (Botwinnik won het toernooi. Euwe werd tweede.) En dat hij in 1938 bij het al even befaamde AVRO-toernooi als knaap een hand had gekregen van de superkampioen Capablanca. Maar  veel ging over schakers die ik ook nog had bewonderd. En over clubgenoten van Caïssa.


   HaijerImg044WEB

Toen ik las dat  zijn  mooiste verhalen waren gebundeld en uitgegeven onder de titel "Krijger op 64 velden"
dacht ik gelijk :"Dat moet ik hebben."
Het is een prachtig boekje. Ik heb er de laatste dagen weer met veel plezier in zitten grasduinen. Haijer schreef verzorgd Nederlands, vlot en leesbaar, had humor, was zeer belezen (hij bezat een antiquariaat gedurende het werkzame deel van zijn leven), en bleef ondanks dat alles zeer bescheiden.

Een voorbeeld dus.
Met eigenschappen en vaardigheden die ik ook zou willen hebben. Ik weet dat zijn verhaaltjes me voor ogen stonden toen ik voor de website van Aris de Heer ging schrijven.

Daar gaat de stoet. Alweer iemand om uit te zwaaien. Het lijkt wel of het er op mijn leeftijd steeds meer worden.  Ik moet zeggen dat me dat behoorlijk begint te frustreren.

Ik hoop dat Haijer in de stoet Appel ontmoet, en veel andere afgereisde voorbeelden waar ik over schreef : Buddingh en Bomans, Rob Hartoch, Fischer en Bronstein, Tabe Bas, enz. Kunnen ze daarboven wellicht nog een partijtje spelen. Zonder klok natuurlijk. Tijd bestaat daar niet. Zeggen ze.