Lentebode in HeerHugowaard

Het is gewoon al een beetje lente. Ik kan dat niet uit mijn hoofd zetten. Ik zie overal lente. Toen ik 50 jaar geleden uit Amsterdam naar een dorp in Noord-Holland verhuisde,  kwam ik er al gauw achter dat er soms  plotseling van alles veranderde als het lente werd.  Dat was me in de stad nooit opgevallen. Het prille groen aan de bomen, de nieuwe kleuren in de tuintjes, de eerste kievieten op het weiland.  Sindsdien is het een obsessie geworden. Als het lente wordt, zie ik en hoor ik de uitingen van lente overal. In mijn slaap,  in  mijn eten, in alles, zelfs in mijn zien van schaakpartijen. Ik weet dat het verbeelding is, maar toch.  Maakt u niet ongerust, het wordt ook weer zomer. En dan gaat het vanzelf weer over. En als u  mijn beeldspraak in den vervolge dezes een beetje belachelijk vindt, dan vind ik niet erg. Ik kan er nu eenmaal niets aan doen. Het zoekt een uitweg, en is niet te stuiten.

Een mooie -best wel al- lente avond. Wij begeven ons heerhugowaarts. Zes weer eens  ten onrechte naar de derde klasse gedegradeerde schakers. Sterker dan ooit. Twee sterke schakers helaas  even  niet beschikbaar. Geeft niks, intussen  hebben we er na de corona- stops  geheel onverwacht vier sterke schakers bijgekregen, en drie  ervan  zijn er vanavond bij! We zouden moeten kunnen winnen. Wordt dit een ‘lentebode’? Volgens de woordenboeken heeft dit woord twee betekenissen.  Onder andere: voorbode voor betere omstandigheden.  Bijv. politieke of economische. Daar zou ik gaarne aan willen toevoegen : schaakcompetatieve. Maar je weet het bij  het voetballen en schaken nooit zeker. Je kunt winnen van een sterke en verliezen van een zwakkere. Blijkens het leuke verslag over deze avond op de site van Heer Hugowaard hielden ze er daar rekening mee dat ze de rol van David moesten spelen tegen Goliath. Maar ja, David won wel!

Nergens vrolijk vogelenzang. Lag niet aan de omgeving. Aardige speelruimte en veel aardige mensen.

Ik ben intussen lang zo sterk niet meer als de meesten die daar ons clubje vertegenwoordigen, en ik moet steeds aan zes partijen tegelijk even proeven, dus heb ik het geregeld fout. Bovendien ben ik ook nog een zeldzame  pessimist. Toen we vorig  jaar lente een merelnest in ons tuintje hadden, moest ik legio keren per dag dwangmatig gaan kijken of die kleintjes nog wel leefden.  Ik was er ook vanavond niet gerust op dat mijn jonkies het gingen overleven. Gelukkig waren ze wel al geruime tijd uit het ei en misschien toch best bijna toe aan wegvliegen.  

Sloeg dat aanvalletje van Martin wel door of was het gewoon bluf met te weinig stukken  en werd het niet tijd dat hij nu eindelijk zijn damevleugel eens ontwikkelde.

Had Sven overzien dat hij een pion ging verliezen en zijn tegenstander een gevaarlijk dreigende aanval kreeg. Bert speelt een Pirc. Ojee, ik zie f3 op het bord. Als dat een Saemisch wordt (de gevaarlijkste tegen de Pirc) door een kenner, moet ik nog zien of Bert dat kan gaan winnen. En nog erger: tot mijn verbijstering stond ons nieuwe idool  Thomas Broek volgens mij ineens helemaal niet goed. Hij had iets agressiefs tegen een Caro Kan geplant, maar iets moois wilde er nog niet uit opbloeien. Tja, als het zelfs hem niet lukt, kan het best helemaal mis gaan. Zulke gedachten blokkeerden even de bij mij in dit seizoen normale vrolijke lentemuziek in mijn hoofd. Ik hoorde veeleer het panische geroep van een ten hemel stjjgende grutto, die zijn jongen wil beschermen. ‘O Guttegutteguttegut’

Kerkiemeertje, 2018

Maar bij Frank  kwamen ze gelukkig geheel onverwacht en vroeg  al gauw de voor ons schattige sneeuwklokjes tevoorschijn, op het veld, op f7. Wel vreemd. Iedere schaker weet toch dat daar het eerst wonderbaarlijke dingen zichtbaar kunnen worden. Als je dat niet wil moet je op tijd de bolletjes daar uitgraven.  Zijn tegenstander overzag totaal een loperoffer daar ter plekke, gevolgd door een verwoestend aftrekschaak, waarna een kille wind zijn noodzakelijke koningswandeling over het hele bord wel erg onaangenaam maakte. Dat wel dus.

Verder werd mijn geduld behoorlijk op de proef gesteld. Hugo speelde met zwart een nette Pirc. Heel langzaam probeerde hij wat initiatief te pakken. Dat zou kunnen gaan lukken , maar het zag ernaar uit dat het lang zou gaan duren voor ik  me het opgewekte “kiewie kiewie”  van de kieviet  in mijn oren zou kunnen verbeelden.

2018, Eillandspolder

Omdat bij Bert de dames al vroeg waren verdwenen – van het bord wel te verstaan- zou het niet meevallen om daar remise te ontwijken. Dacht ik.

Ik begon me af te vragen of we eigenlijk wel goed genoeg waren voor de 2e klasse nhsb. Of we misschien niet gewoon terecht even in de winterkou hadden gezeten. Gingen ze ons dat hier bij Heer Hugo even op sportieve wijze duidelijk maken? Ik heb ooit aan nestbescherming in het weiland gedaan. Voorkomen dat vossen of landbouwmachines die mooie nieuwe vogeleitjes verpletterden vóór de nieuwe generatie zich een weg had gebaand naar een nieuwe lente. Kon ik ook hier maar om de borden stokjes zetten ter bescherming tegen  onverlaten. Maar dat kan natuurlijk niet. Gelukkig dan maar dat Frank wel al vroeg het eerste kievietsei had gevonden.

Maar plotseling begon de zon te schijnen. Ademloos zag ik hoe Sven de schijnbare aanval van zijn tegenstander ging weerleggen. Hij dacht er wel heel lang bij na omdat hij bij het wieden van dit tuintje veel geniepige stekels tegenkwam. Dat maakt het voor de rondlopende toeschouwers extra spannend. Zou hij wel zien dat ……  wachten, wachten, nee hij heeft nog niet gespeeld, wachten ……  gelukkig hij heeft het gezien! Martin bleef weigeren zijn achtergebleven stukken tot bloei te brengen, maar won wel een beetje materiaal en zijn tegenstander kreeg ook de ruimte niet om er iets moois te planten. Het was aan zijn gezicht af te lezen dat hij er zich niet erg gelukkig bij voelde.  Bert liet toe dat zijn tegenstander de pionnenstelling voor zijn koning ruïneerde. Ik schrok er even van, maar toen ik langer ging kijken, begreep ik dat het wel eens een meesterzet van hem zou kunnen zijn. Hij zette de deuren van de plantenkas open om de zon toe te laten.  Nog wat later stond Thomas nog steeds minder, maar werd duidelijk dat hij niet van plan was zijn gazonnetje zomaar te laten onderdelven. Daar zou veel spitwerk voor zijn tegenstander aan te pas moeten komen. En ik zag bevestigd wat ik al vermoedde: Thomas  is een goed opgeleide  schaaktuinier. Hij is niet alleen goed thuis in de openingentheorie, maar ook in het eindspel. Beter dan wie ook in ons klupje.  Bewonderenswaardig snel en adekwaat voerde hij de noodzakelijke snoeiwerkzaamheden uit. Misschien ging hij het toch nog op remise houden.

Helaas stak er bij bord zes ineens een schrale wind op. Hugo overzag een penning van een pion in zijn koningsstelling en daar kon zijn mooie  heliotroop niet tegen.  Het was precies de situatie als ik begin deze week op de site beschreef. Jammer want hij had de hele partij heel erg goed gespeeld. Zeker nog even geen tijd gehad om de site te lezen. Begrijpelijk, maar jammer.  Gek genoeg was het nog niet eens echt direct desastreus, maar hij was zo geschrokken dat hij zijn gereedschap niet goed meer kon gebruiken en dat  derhalve al gauw naar zijn tuinhuisje kon terugbrengen.

Eind van de avond werd het voor mij steeds mooier. Ik zag ineens weer katjes aan de hazelaar, zwaluwen voorbij scheren, crocussen ,narcissen en tulpen kleuren, een eerste vlinder en hoorde zelfs merelgezang. Gek want die hoor je anders nooit ’s avonds laat.

Want ja, Martin won! En nee Thomas verloor niet. Tot ieders verbijstering won die. Hè ?????? Wat zegt u ???Jazeker. Hoe? Miraculeus. Hij speelde intussen in rapidtempo. Dat ging zijn tegenstander ook doen. Niet verstandig. Thomas schwindelde bij zwart een stuk weg, tegen pionnen. Hij hield daarna op twee fronten vrijpionnen tegen. Snoeide ook de vijandelijke pionnen terug. En maakte zich op voor het laatste wieden. Zwart gaf het op. Die zal ’s nachts wat onprettig gedroomd hebben.

Bert liet daarna zijn tegenstander ontsnappen. Die hoorde ik aan een clubgenoot vertellen dat hij gezwijnd had. Dat was ook zo.

Maar de eindstand was dus 1,5 – 4,5 . Misschien iets te geflatteerd. Het legertje van Heer Hugo had goed weerstand geboden. Bijna net zoals Oekraïne tegen Rusland. O jee, ik ga hiermee  toch Aris de Heer niet achter Poetin scharen? Natuurlijk niet. Gewoon rare niet zo correcte  beeldspraak. Daar maak ik me wel vaker schuldig aan. Nog het meest in de lente.

Vrolijk gingen we huiswaarts. Dit uitstapje bleek hopelijk echt een lentebode in twee betekenissen. Ook schaakcompetatief.

Nu wat highlights:

Frank- Tom Lambooij

De sneeuwklokjes:

fRANK – hEERhUGO (11.fxe3)

 

11 ….  Pg6 ????  12. Lxf7+  !!  Kxf7  13. Pxe5 ++ dubbelschaak  Ke6 14. Dg4  Kd6  15. Dg6 +

En de kille avondwandeling in het mistige bos eindigt aldus:

19. ….  a5  20. Tf4 +  c4  21. Txc4 mat

Gek genoeg  moest er rond zet 17 nog flink worden nagedacht hoe die Koning midden op het bord, temidden van vijanden, nu echt moest worden matgezet. Maar het lukte!

Piet Konijn- Bert

Het geniale  van het vernielen van de eigen koningsstelling:

Player – Player (18…gxh5) (1)

Want enkele zetten later geeft Prof Dr K (XIV)  – 1.30  ,   voor zwart dus.

Player - Player (23.Pe5).jpg

 

Na 23 …. Te8! 

Maar goed, zo liep het niet. Na  Lxd1 verwaterde het wat, en bij zet 28 werd tot remise besloten. Hoewel zwart nog steeds een pion voor stond.

Justin van Ingen –   Martin

Martin heeft slechts twee stukken in de aanval. Maar wit mag niet meer rocheren en kan zelf ook niets. Nog belangrijker is dat Martin twee pionnen voor staat, en zijn aanval niet echt hoeft door te slaan. Afruilen mag ook wel.

  Player – Stockfish 280920 (20.De2)

Na Te3 verliest wit een stuk. Pas bij zet 25 besluit zwart nu toch die andere stukken erbij te halen. Ja, dan helpt er helemaal geen moedertjelief meer aan.

Player – Stockfish 280920 (25.Tg2)

 

Na zet 27 geeft wit dan toch maar eens op.

De geweldige partij  Sven- Mats Bakker

Waar ik dacht dat Sven iets over het hoofd had gezien.

Player - Stockfish 280920 (11.h3).jpg

11. …….  Dg6 !

Daar schrok ik van. Er dreigt zowel Dxe4 als Lxh3. Nou dacht ik: Speel maar Kh1 en jammer dan van die pion op e4, maar een klein beetje compensatie heb je misschien wel. Op die dame kan gejaagd worden. Maar Sven doet na heel lang nadenken:  12. f4  Weliswaar staat zwart dan ook beter, maar het wordt dan wel een heksenketel! Geeft niet als je een pion achter staat, als de stelling maar ingewikkeld genoeg is, wint de sterkste toch wel. Natuurlijk bezwijkt zwart voor de verleiding en slaat op h3. Er dreigt even mat. Logisch toch. Maar toch was Dxe4 beter geweest!

Lxh3

De witte koningsstelling ligt zo’n beetje aan poeier. En er dreigt mat. Dus wie doet hem wat? Ik denk dat bij de heel lange nadenksessie van Sven hij dat allemaal al voorzien heeft! En vastgesteld dat er wel twee zwarte stukken instaan!

Zwart kan het niet mannen. Hij doet een voor de handliggende zet, (Pe5 vlucht naar c6) en die blijkt niet zo goed te zijn. Want Sven speelt à tempo  14  f5 !!!

Als zwart zijn loper op h3 niet wil verliezen moet  de dame op de g-lijn blijven! En die raakt dan in moeilijkheden. En dat maakt dat wit een stuk wint. En daar was werkelijk niets tegen te doen!

Player – Stockfish 280920 (17.Txh3)

 

17. …. Dxe4  Maar echt simpel is het nog steeds niet. Zwart heeft wel 2 pionnen voor dat stuk. En de witte stelling kent ook nog wel een paar nadeeltjes. Maar Sven heeft er geen moeite mee. Hij gaat over tot aanval. Een mooie.  Volg het in onderstaand ‘levend’ diagram. Dat leek me wel de moeite waard.

Gerard Reijnen- Hugo

Hugo speelde zijn Pirc heel verdienstelijk. Zijn tegenstander was zo vriendelijk zijn loperpaar geheel belangeloos van  de hand te doen, en daarna stond het bij Hugo beurtelings gelijk of wat  beter voor hem.

Bij zet 26 …  d4 gebeurt er iets eigenaardigs. Hugo maakt daarmee zijn enige echte fout tot nog toe. Hij mist de penning van pion f7. 27. Dxg6! Dat is schrikken. Voor mij, en natuurlijk helemaal voor Hugo. Ik vermoed dat Hugo daardoor zo van slag was dat hij daarna meer foutjes maakte, en verloor. Maar als ik thuis de partij in het schaakprogramma bekijk, blijkt dat de conclusie daarvan is:

 Player – Player (26…d4)

Dat 27. Dxg6 hier helemaal niet de beste is!

Hierna     dxc3!! 28. Dxf7+ Kh8 en zwart zou nog steeds beter staan! Omdat er dreigingen langs de onderste rij opduiken in combinatie met een pion op c3 die gevaarlijke dingen kan gaan uithalen.  Bijv. c3-c2.  Beter dan Dxg6 vindt K. dus 27. Dd3! Met bijna gelijk spel voor wit. (!)

Na 27. Dxg6 speelt Hugo …. Td6?? in plaats van ….dxc3, wat dus nog steeds best aardig voor zwart zou zijn.

HH - Hugo (27...Td6 ).jpg   HH – Hugo (27…Td6 )

En wit reageert daarna fout met 28. Dg3? in plaats van 28 Lxf7 met groot voordeel voor wit.

Daarna slaat Hugo met de loper op f3, terwijl hij met dxc3 alsnog flink voordeel had kunnen halen. En nu verliest hij.  Ik weet zeker dat zoiets komt doordat Hugo heel erg geschrokken is van het overzien van Dxg6. Schaken is niet alleen logisch denken maar ook emotie! En ik voel me erg schuldig omdat ik direct daarna zelf aan die ontreddering bijdroeg door mijn negatieve reactie naast het bord. Sorry! Sorry!

Ik hoop niet dat Hugo erg gedesillusioneerd is geraakt. Gelukkig eindelijk weer  in staat om te komen schaken, en een heel goede partij gespeeld, en dan door één foutje toch verloren. Volgende keer gaat het vast wel goed!

Thomas – Sergo Asoev

Thomas speelt de agressiefste variant tegen de als rustig, eigenlijk saai bedoelde Caro Kan. De opening waarover Donner ooit schreef dat die daarom verboden moest worden! Ik meen dat hij vond dat spelers die dat speelden gediskwalificeerd dienden te worden. Botwinnik was natuurlijk een absolute superwereldkampioen en die speelde zwaar strategische partijen waar ik in 1960 nog erg weinig van begreep. En die speelde gewoon heel vaak Caro Kan. In zijn partijen om het wereldkampioenschap tegen Talj in 1960 en 1961 vijftien keer!!  In 1960 verloor hij de match, maar de revanchematch in 1961 won hij weer. Ik herinner me mijn verbazing toen hij een keer speelde:  1. e4  c6  2. d4  d5 3. e5 c5 !?  Ik dacht dat zoiets gewoon tempoverlies was. Maar daar dacht Botwinnik dus anders over.

Talj was juist een schaker die het heerlijk vond om het spel heel ingewikkeld te maken, en speelde altijd agressief. Niet geofferd, was  niet geleefd. Later werd vaak aangetoond dat zijn offers lang niet altijd correct waren, maar ze brachten zelfs de sterkstetegenstanders zo van hun stuk dat hij er wereldkampioen mee werd.

Volgens mij is Thomas ook een beetje zo. Zijn aanpak van de Caro kan lijkt ook sprekend op wat we bij Talj tegen Botwinnik al eens kunnen aantreffen:

BroekHugo (9.h4)

Ik dacht al gauw dat zijn tegenstander het bekwaam aanpakte en al gauw wat beter stond. Het eerste is waar, het tweede niet. Prof Dr K. vindt t/m zet 14 zelfs dat wit een klein tikje beter is. Na 15 Le3 wisselt het beeld. Daarna staat volgens ons digitale genie zwart inderdaad comfortabeler. Dat had ik dus toch wel goed gezien. Het gaat wit zelfs een pion op b2 kosten  (gepland door wit), maar wel met wat compensatie. Genoeg?  “Ik herinner me een uitspraak (van wie was het ook al weer) :  ‘to b two or not to b two, that’s the question’ Het lijkt erop of de compensatie voor wit tegenvalt, en dus neemt hij bij zet 23 maar een flink risico met 23  f5.

BroekHugo23f5

Dat werkt want zwart reageert niet op zijn best. ( 23 ….  d4!)  Want na 23 ….Pxe5 staat wit nu redelijk. Maar kennelijk is Thomas niet tevreden met redelijk en gooit er bij zet 25. maar weeriets riskantstegenaan. Hij heeft vast alle partijen va Michel Talj grondig bestudeerd.

  Broek – heerHugo (24…Lxe6)

25. Pxd5? ( Tf6 !!) Dxd2 26. Pf6 en na Ke7 zou zwart verschrikkelijk goed staan, maar hij speelt Kd8 en staat dan alleen maar gewoon goed. Hij wint uiteindelijk met Lxb3 een kwaliteit. Ik ben bang dat dat Thomas even ontgaan was. Hij staat nu een pion en een kwaliteit achter.

Hier  was ik als toeschouwer er van overtuigd dat we heel blij zouden mogen zijn als Thomas er nog een remise uit zou kunnen slepen, maar dat ik dat niet erg zag gebeuren. Ik zei dat Thomas op de gang. Hij glimlachte ontspannen vriendelijk naar me. Hij maakte zich kennelijk daar helemaal niet druk over. Hij speelt in hoog tempo lekker verder. Ik heb ooit iemand eens horen zeggen: ‘Als je weet dat je beter bent, gewoon wachten tot het konijn langs komt, en dan pang.’ Maar bij Thomas krijg je de indruk dat hij de konijnen zelf fokt!

  Broek – heerHugo (29.Pe4)

Ja hoor, daar is het konijn  : 29. ….  Le7 ???  30. Lc3   en dat wint een kwaliteit terug.  30. … Pg6  31. Lxh8   Pxh8   

Maar hij staat nog steeds een pion achter! Maar zijn stukken staan wel wat actiever. Thomas racet ontspannen verder. Het verschil met de andere Verstappen van onze club is dat die op geen stukken na in korte tijd zoveel ziet als onze nieuwe.

Zwart probeert zijn pionnenmeerderheid op de damevleugel tot gelding te brengen en dat maakt het voor de toeschouwers wel weer even een beetje spannend. Maar wit wint nog een pion met zijn actievere toren. Toch houdt zwart kansen in het eindspel.

Daar zit Thomas niet mee. Hij neutraliseert ze. En fokt een nieuw konijn. Dat wordt een belangrijk konijn, zeg maar een paaskonijn.

  Broek – heerHugo (50.Th5)

50. …  Tf8 ???  (Td8!?)  Th2!!!!! Dat wint een paard.

Daarna is het echt wel uit. Nog een beetje opletten voor die vrijpion en wel proberen zelf nog een pion te bewaren, want anders wordt het toch nog ingewikkeld. Thomas maakt het moeiteloos verder af.

  Broek – heerHugo (63.Lg2)

Zwart geeft op. Het verslag op de site van Heer Hugo schreef Piet Konijn (leuke naam in dit verband. Die kwam bij Bert langs , maar stond absoluut geen pang toe.) Hij noemt onze eerstebordspeler de ‘aalgladde Broek’.Dat vind ik een beetje negatief.Ik ga hem in het vervolg anders noemen : Onze Tietatovenaar.

Dat was het dan weer.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.

En geniet van de lente, zolang het kan:

Kerkemeertje. 2018

Een gedachte over “Lentebode in HeerHugowaard”

  1. Fraai verslag Eddy en Aris !! Dit is gewoon genieten geblazen, ook al heb je in de wedstrijd het onderspit moeten delven !

    p.s. leuke sfeerfoto’s

Reacties zijn gesloten.