Alle berichten van Eddy Saraber

Stand na ronde 11 (15 jan. ’18)

 

 

Wit

 

Zwart

Uitslag

Martin Zwaneveld

Herman Zwaneveld

1-0

Bert Kuijer

Gerrit van Dok

1-0

Ab Hauer

Ron de Vink

0-1

Peter van Putten

Paul Verkooijen

0-1

Frank de Geus

Afwezig met geldige reden

 

Jasper Ittmann

Afwezig met geldige reden

 

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 11

Nr

Naam

Punten

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Ron de Vink

126,67

11

7

3

1

77,3

2

Bert Kuijer

121,00

11

7

2

2

72,7

3

Martin Zwaneveld

105,50

8

5

0

3

62,5

4

Paul Verkooijen

104,33

9

5

2

2

66,7

5

Gerrit van Dok

90,33

11

5

1

5

50,0

6

Frank de Geus

81,00

6

3

2

1

66,7

7

Ab Hauer

70,83

10

4

0

6

40,0

8

Peter van Putten

58,33

7

1

2

4

28,6

9

Herman Zwaneveld

52,83

10

0

2

8

10,0

10

Jasper Ittmann

23,67

1

0

0

1

0,0

11

Marco van Wijk

14,00

0

0

0

0

0,0

 

schaakprobleempje

In mijn eigen internetpraktijk kwam ik kort geleden de volgende verrassende situatie tegen:

Wit speelde hier 12. Lf4

Dat is heel erg fout.

Als u zonder computer de beste zet voor zwart vindt, laat het me weten. Via mijn mailadres, eddysaraber@hotmail.com . Beloning: een biertje (of zoiets)

Mark1995Probleem1

Stand na ronde 10, 8 jan. ’18

 

 

Overzicht voor ronde 10, gespeeld op 8 januari 2018

Wit

 

Zwart

Uitslag

Frank de Geus

Bert Kuijer

½-½

Ron de Vink

Martin Zwaneveld

1-0

Ab Hauer

Herman Zwaneveld

1-0

Paul Verkooijen

Gerrit van Dok

1-0

Jasper Ittmann

Afwezig met geldige reden

 

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

Peter van Putten

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 10

Nr

Naam

Punten

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Ron de Vink

115,67

10

6

3

1

75,0

2

Bert Kuijer

108,00

10

6

2

2

70,0

3

Martin Zwaneveld

96,50

7

4

0

3

57,1

4

Paul Verkooijen

94,33

8

4

2

2

62,5

5

Gerrit van Dok

85,00

10

5

1

4

55,0

6

Frank de Geus

81,00

6

3

2

1

66,7

7

Ab Hauer

65,17

9

4

0

5

44,4

8

Peter van Putten

53,67

6

1

2

3

33,3

9

Herman Zwaneveld

47,83

9

0

2

7

11,1

10

Jasper Ittmann

23,67

1

0

0

1

0,0

11

Marco van Wijk

14,00

0

0

0

0

0,0

 

Lastige beslissingen

Eerste ronde van het nieuwe jaar. Niet veel sensatie.

Althans voor het passievere deel van het publiek. Voor de schakers zelf viel er natuurlijk wel veel te beslissen, en dat geeft spanning. Soms zelfs sensatie.

Maar dat zei ik al, in ‘Bram Vingerling’.

Ik ben nu echt begonnen aan mijn verslag van 8 januari. Dat probeer ik wat korter te houden. Want U krijgt nu twee produkten voor één geld. Tweede produkt gratis!

Ron-Martin

Je zou zeggen dat Martin het verslag van de vorige ronde wel heeft gelezen. Daarin oppert Ron dat hij Martin wil gaan vermorzelen, liefst in een Blackmar-Diemer-gambiet. Dat lukt vanavond niet,  want Martin zag het dus aankomen, en heeft geen zin in dat gambiet. Hij houdt er wel van, maar niet met zwart!  1. d4 Pf6   Ron geeft hem en zichzelf nog een kansje. 2. Pc3 (i.p.v. c4) en dan is 2. … d5 een logische zet, waarop Ron alsnog 3. e4 kan spelen met uitnodiging tot een BDG. “Mooi niet! Daar trap ik niet in” denkt Martin. 2. … g6 3. e4 met een overstapje naar de Pirc-verdediging.

Je zou zeggen dat Martin het verslag van de vorige ronde niet heeft gelezen. 

Want daarin wordt n.a.v. de partij Ron-Paul betoogd dat je in de Pirc nu niet met e6 verder moet gaan, maar met d6 ( en e5 of c5), omdat je anders zwakke zwarte velden in je koningvleugel creëert. 

10RonMartin1      10RonMartin1

3. … e6 ??  Ron zal hier verrast van hebben opgekeken.  Jij durft! En dat terwijl Paul na zijn desastreuze nederlaag vorige keer zei: ‘Ja dat was ik even vergeten, maar nu weet ik het wel weer.’

Ron gaat energiek aan de slag:

4. e5 Pd5  5. Pe4  en Martin noodgedwongen niet minder energiek 5. … f5 !?

10RonMartin2  10RonMartin2

Vanaf zet 3 staat er al niets meer in de boeken. Met als enig voordeel voor zwart: Ron moet zijn beslissing zelf nemen. En U weet, daar neemt Ron altijd ruimschoots de tijd voor. En passant slaan op f6? Het paard terughalen? Of juist moedig vooruit sturen (Pg5) Of Lg5? Moet ik linksom of rechtsom? Geen idee. Hier waarschijnlijk wegens het bereiken van de horizon. Hij kiest het laatste. Schijnbaar actiefste. Op weg naar de pot met goud?

Maar helaas. Na 6. Lg5 Le7 7. Lxe7 Dxe7 8. Pd2 heeft wit (bijna) niks. Het lijkt wat met die open koningsstelling zonder zwarte loper, maar wat doe je ermee? Dit was niet de bedoeling.  Maar voorspel zoiets maar eens. Wit krijgt nog wel wat kleine nauwelijks zichtbare mogelijkheden maar gebruikt die niet. Misschien met goede redenen, bang voor te vroege vervlakking.

Bij zet  11. staat er weer zo’n stelling op het bord waarvoor een ver dragende beslissing nodig is. En hier wordt die beslissing langdurig uitgesteld.

10RonMartin3  10RonMartin3

Want nu ontstaat er een grappig rondedansje dat zetten lang voortduurt: Ron wil het lastig maken en heeft een pion op d4 in de aanbieding gedaan  en Martin vertrouwt het niet. Beide heren stellen de beslissing maar uit. Komodo geeft nu in volgorde van effectiviteit   11. .. d6  (0.00)  11. … cxd4  (dus toch!) (0.06)  11. … d5  (0.14)  11 … b6   (0.22) Martin speelt 11. …  b6 

Op mijn vraag “Waarom eigenlijk niet op d4 geslagen? “ antwoordt Martin “Dat is een dooie mus!  Na Pb3 ben je die pion toch weer kwijt.´ Ik bleef argwaan voelen. En zeker na Ron’s provocerende antwoord 12. a3. Ik dacht hem zachtjes te horen prevelen: “Je durft niet! Je durft niet. Pak dan als je durft!” Het is waar dat wit die pion terugkrijgt, maar na 12. … cxd4 13. Pb3  (13. b4 d6 ) Lb7!  14. Pfxd4 0-0 geeft K. licht voordeel voor zwart. Misschien wegens een kleine achterstand in ontwikkeling. Hoe gaat wit rocheren? 12. …. a5? (om een later b4 te voorkomen?) en nu had wit toch die pion maar  moeten gaan ophalen. 13. Pb3 Maar  wit blijft provoceren en speelt 13. Le2  Om een lang verhaal kort te houden, die pion op d4 wordt nooit gepakt. De stelling blijft zo’n beetje gelijk  tot zwart op de 17e zet een vreemde fout maakt.

10RonMartin4  10RonMartin4

Na 17….. dxe5 moet hij als de donder lang rocheren. Maar nu trapt Martin wel in de val van de pion-aanbieding:   For sale, 100% korting, laatste kans!  17. …..  Pxf4? Brrrr  18. Pxd6+! Kf8  (Weg rochade. Dat vond Martin kennelijk niet zo belangrijk, maar dat is het wel!) en nu raakt zwart in de problemen.

10RonMartin5  10RonMartin5

Slaan op b7 wat Ron doet is lang niet de beste, maar Martin raakt door al dat geprovoceer nu toch echt de kluts kwijt  19. Pxb7? (Lc4!?) Pxe5 ??? Brrrr  Wat gewoon een stuk verliest omdat de dame nu eenmaal maar één stuk tegelijk kan nemen.  20. Pxe5 !  Hierna hoeft Ron geen diepe beslssingen meer te nemen.

Ok, Martin werd inderdaad ‘vermorzeld’, maar vooral door zichzelf. Daar zal Ron niet heel veel vreugde aan beleefd hebben.

 

Frank-Bert

In Bert’s lijfvariant in het Siciliaans (Paulsen/Kan-variant,  met e6,a6 en Dc7) weet Frank het al gauw niet meer, maar hij speelt intuïtief  redelijke zetten. Niet voldoende voor het bedoelde witte voordeeltje, maar wel voldoende voor bijna-gelijk spel.

Na zet 15.  vindt Bert dat er maar eens wat leven in de brouwerij moet komen. Maar hoe? Linksom of rechtsom? Pg4 of Ph5 of d5 of Tac8 of Tad8 of iets anders. Bert wil eigenlijk wel winnen, want Ron loopt uit in de ranglijst.  Bert is niet te beroerd om daarvoor een klein beetje risico te nemen. Het moment van de ver dragende beslissing. Hij denkt lang na. Een horizon-geval!?

10FrankBert1  10FrankBerrt1.

15. … De5 !? “Nou ja, ik zie wel!” Het lijkt een beetje te werken 16. Db4? Beter gewoon 16. Pf3 met een klein voordeeltje voor wit:  Bijv. 16. …  Dc7  17.  e5! En zwart krijgt wat druk te verduren op zijn achtergebleven d-pion, maar wit moet daar, na een Lxf3, misschien een dubbelpion op f voor accepteren. Mooi voorbeeld van wat schaaktermen uit ‘Oordeel en Plan’ kennen, maar wat schiet je daar nu in de praktijk mee op? Belangrijke beslissingen worden tenslotte vaak gewoon op Fingerspitzengefühl genomen. En dat heeft Frank wel. Want de volgende zetten zijn logisch, maar wel nu wat minder sterk dan na direct 16. Pf3

Nu volgde 16. … Dc7  ( Dc5!?  maar Bert wil remise nog even proberen te voorkomen, en die komt dichterbij na dameruil)  17.  e5! Pd5  18. Dd2!

10FrankBert2  10FrankBert2

Waar zitten de kansen als je wilt winnen. Lastig hoor. Lang nadenken.

18. … d6 dan maar. Dan ben ik die achtergebleven pion vast kwijt, en dan zien we wel weer verder. Nu moet wit lang piekeren. Na de voor de hand liggende zet 19. c4 wordt het even veel minder overzichtelijk. Na 19. …dxe5 20. cxd5  exd4  21. dxe6  Daar zit je toch al gauw aan je horizon.  Dit is voor wit de manier om een licht voordeel te verwerven, maar als je aan je horizon zit kun je natuurlijk altijd de weg van veiliger, en minder weerstand, opzoeken:  19. exd6? En na Dxd6 20. Pf3 is de stand vrijwel gelijk.

Bert probeert toch nog wat  (of  heeft genoeg van het gepriegel en wil na dameruil naar remise?)

10FrankBert3  10FrankBert3

20 …. Df4   

Uw hinderlijk wijsneuzige stukjesfabrikant dacht in de gauwigheid even aan 20. …  Pf4 maar daar hielp Frank hem tijdens de post mortem-sessie snel en hardhandig van af. Dan verliest zwart een dame. Dat ziet ú toch wel hè.  (Voor de zekerheid geef ik later aan het slot van het hele verslag toch even de winnende zet!)

21. Dxf4 Pxf4  22. Le4 Frank vindt remise tegen Bert natuurlijk prima, en Bert ziet nog een stukkenruil aankomen en heeft er genoeg van.

Als je nu je schaakterminologie kent, zou je nu kunnen denken: wit heeft een ‘pionnenmeerderheid op de damevleugel’,  wat in een eindspel een belangrijk voordeel kan zijn. Of gaat het nu om de mogelijkheden van een zwarte ‘minderheidsaanval’?  Waardoor wit altijd met één geïsoleerde pion blijft zitten.

Weet ik veeeel!?  We doen maar wat.

Paul-Gerrit

Gerrit speelde zijn lijfopening , de Philidor. Met daarin een wat op tempoverlies lijkende manoeuvre Lc8-d7-c6 en mede daardoor gaf hij het loperpaar kado. En dus stond wit bij de 13e zet duidelijk beter:

10PaulGerrit1  10PaulGerrit1

Linksom of rechtsom of rechtdoor? 13. b4  of  13. Df3  of  13. De2  Allemaal goed!

En 13. e5 ?  ‘Wat minder!’ meesmuilt Dr K. De stand is weer gelijk. Ja , zo raakt Gerrit nooit af van die saaie Philidor!  13. …. Pxd3  14. Dxd3 Dg4!!

10PaulGerrit2  10PaulGerrit2

Lang piekeren. 15. Dg3  Paul:  ‘Ik denk voor wit de enige zet.’

Komodo geeft echter  15. Dd2!  dxe5  16. Lxf6  gxf6  17. fxe5  Kh8 met gelijk spel. Je zou zeggen dat wit dan wat beter staat maar dat schijnt mee te vallen.  Ver voorbij ons aller horizon. 15. ..  Dxg3 16. hxg3  Zwart staat nu zelfs iets beter.

10PaulGerrit3  10PaulGerrit3

Het grote beslismoment! 16. …. Pd5  Dit ziet er voor mij uit als volstrekt logisch. Hij wil zijn koningsstelling graag even heel houden. (Na 16. ..  dxe5 kan 17. Lxf6 gxf6  18. fxe5 fxe5  19. Txe5  En toch vindt K. dat beter. Onbegrijpelijk voor normale mensen! Ver voorbij de menselijke horizon.) Voor Paul hierna even geen moeilijke beslissingen:

27. Pxd5  Lxd5  18. exd6

10PaulGerrit4  10PaulGerrit4

18. … f6!!  Dwingt de loper naar een minder gezellige plek. Wit moet zelfs een beetje oppassen dat die loper niet wordt ingesloten. Hoeft niet, maar toch …  (Na h6 en g5) 19. Lh4

10PaulGerrit5  10PaulGerrit5

De stand is gelijk. Maar wat nu? We nemen soms verkeerde beslissingen wegens het bereiken van onze horizon, wegens het verwarren van de reële stelling met de stelling in de geest (zie Bram Vingerling) . Of gewoon omdat we even de concentratie verliezen. Maar wat hier gebeurt kan ik niet goed verklaren.  19. c6 ??  Ik fantaseer maar wat: Gerrit kent de schaakwetjes van Euwe en denkt: Ik wil geen geïsoleerde pion op de d-lijn. En na c6 win ik die pion toch wel terug met Td8. Maar dit is nog geen horizon. Ook niet voor Gerrit. Voorlopig staat er een ver opgerukte vrijpion op d6. Het is toch duidelijk  dat vroeg of laat er dan middels Te7 en Tae1 grote gevaren gaan opdoemen.  Ineens staat wit aanmerkelijk beter! 20. b3! Er zijn meer goede zetten, maar deze is ook best. 20. …. Tad8  maar zwart is te laat 21. c4! tempootje Lf7 (meer smaken zijn er niet)  22. c5! Net op tijd d6 gedekt:

10PaulGerrit6  10PaulGerrit6

Dit ziet er niet prettig uit voor zwart. Een akelige gedekte vrijpion op d6. Zwart heeft nog twee kleine mogelijkheidjes:  het ongelijke loperpaar (maar daar gelooft (geloofde?) Gerrit niet echt in) en een mogelijkheidje  om die rare plek van wit’s loper  te benutten  :  22. ….  Lh5!

Paul staat op winst, maar moet daartoe nu dus wel degelijk eerst nog belangrijke besluiten nemen.  Paul  “….  Lh5! verhindert g4 (ES: g2-g4 had gekund bij zet 20, maar was dus niet echt nodig, wat Paul dus aantoonde)”  23. Te7 daar heb je het gedonder, dat zwart bij zet 19 negeerde 23. …  Tf7  24. Tae1 h6   Paul: “Dreigt mijn loper in te sluiten” Maar daar weet Paul iets op :

10PaulGerrit7  10PaulGerrit7

25. Txf7 het simpelst  Lxf7  (want na Kxf7 26. Te7 verliest zwart een pion op b7, om te beginnen).  26. g4!  Witte loper is weer vrij.

Hierna gaat het hard.  26. … b6?  (maar goede zetten zijn er niet meer) 27. Lf2 en verder is het een kwestie van eenvoudige techniek. Grote beslissingen hoeft wit niet meer te nemen. Hij wint. Dankzij die gruwelijke vrijpion op d6.

Paul was zelf kennelijk heel verguld met z’n partijtje met goede beslissingen, want nog nooit had ik zo snel zijn notatie en commentaar binnen.

Ab-Herman

Ze vonden het allebei maar niks, na afloop. Ik moest hun notatie bijna met geweld ontvreemden.  Na raadpleging ervan begrijp ik het wel. Herman verloor al in het begin door een forse blunder een stuk, en desondanks raakte Ab daarna toch in de problemen. Beiden dus niet tevreden.

En toch, opnieuw verbaasde het me dat Herman zonder kennis van de schaakterminologie van ‘Oordeel en Plan’ best aanvoelt waar het om draait.

10AbHerman1 10AbHerman1

Hoe is het mogelijk dat zwart hier met een stuk achter toch op 0.00 staat bij Komodo? Dus: totaal gelijk! Wit heeft veel te weinig ruimte. De sterkste zwarte stukken zijn binnengedrongen. Ook hier weer zijn de gevolgen te zien van een te passief drierijensysteem van wit. Zelfs met een frivool g4. Maar met te weinig actie in het centrum in de opening!  En als wit hier 23. Dd1 speelt i.p.v. 23. Ld1 staat zwart zelfs beter. Na 23. Tfc8 moet wit voor zijn leven vrezen. Wit kan geen vin meer verroeren. En dus heeft zwart de mogelijkheid om rustig met 24. Pf8 en Pg6 en Pf4 ook het paard nog in  te schakelen en een verschrikkelijke aanval op te zetten. Helaas, hier speelt Herman 23. ….  Tc2-c8? Ab vertelde dat hij dacht “Dit gaat na Tfc8 niet goed! Ik kon met mijn stukken niks meer.” en een zucht van opluchting slaakte na 23. …. Tc2-c8. Niet goed te begrijpen waarom dit mis ging. Waarom Herman zijn gevaarlijkste stuk terugtrok. Hierna zijn veel dreigingen dus geheel belangeloos opgeruimd door Herman zelf, en met veel geduld kon Ab nu zich gaan losworstelen uit het net van dreigingen. Dat lukte. Maar het kostte nog wel een hele avond voor het karwei geklaard was.

Dat was het weer.

Volgende week ga ik natuurlijk naar Tata. Zal u er mijn briljante foto’s van doen toekomen.  Beloofd!

o ja, ook beloofd, die zet die een dame zou winnen bij Frank-Bert    Loper h7 schaak !

 

Met Bram Vingerling op een zijspoor

Eerste ronde van het nieuwe jaar. Niet veel sensatie. Althans voor het passievere deel van het publiek. Voor de schakers zelf viel er natuurlijk wel veel te beslissen, en dat geeft spanning. Soms zelfs sensatie.

Ik ben begonnen aan mijn verslag van 8 januari, maar mijn geest dwaalt na deze bovenstaande eerste zinnen gelijk af. Schaken is een spel van alsmaar beslissingen nemen. Grote en kleine.  Saaie simpele en sensationele. Maar waarom is dat vaak zo lastig.  ???

Sorry, dat verslag van 8 januari komt later wel.

In mijn partijen op internet (Helena) valt me steeds meer op dat er zoveel momenten zijn in een schaakpartij dat ik geen flauw idee heb hoe het nu verder moet. Moet ik nu linksom of rechtsom? Is dat de geestelijke achteruitgang door de gevorderde leeftijd, of was dat altijd al zo, maar wilde ik het vroeger niet weten? Ik heb best ook wel wat boeken over strategie bekeken.  (Bijv. het onovertroffen ‘Oordeel en Plan’ van Euwe!!)  Maar die schaakwetjes helpen je vaak geen steek verder.

  • “Maar dan krijg ik een geïsoleerde pion, maar is dat wel erg? Kan ik die na een paar zetten oplossen of is dat helemaal niet nodig? “
  • “Maar dan krijgt hij de macht over die open lijn! “ Later zal blijken dat Komodo dat totaal onbelangrijk vindt. De klap blijkt in een heel andere hoek te zitten.
  • “Dan heb ik het loperpaar, en dat is goed in een open stelling. Maar noemen ze dit nu een open stelling?”

Soms maakt het eigenlijk echt niets uit. Zit je te tobben over linksom of rechtsom, maar is het allebei goed. Of allebei fout!

Meestal komt het gewoon doordat de oplossing van je probleem ‘achter je horizon’  ligt.  De stelling na 3 of 4 zetten krijg ik als mens wel een beetje, maar met geen mogelijkheid nog compleet voor ogen.

Ik vind het vooral moeilijk om stukken die in de combinatie zijn verdwenen ook echt weg te denken.  Dan zie ik die loper gewoon dubbel. Bijv. best wel op g6, maar ook nog steeds op d3.  Stukken die op het bord zie staan kan ik wel naar een ander veld verplaatsen maar toch niet weghalen. Wat ik in de realiteit  zie op het bord, zit het voorstellingsvermogen in mijn geest in de weg. Zitten daarom zelfs topschakers zo vaak naar het plafond te turen als ze nadenken, of zelfs naar het publiek,  in plaats van naar hun bord. Een eigenaardigheid die ik ook op ons clubje soms waarneem. Met name bij Martin Zwaneveld. Ik ben er nog niet achter of dat nu gewoon gewichtigdoenerij  is van hem, of dat hij dan ook niet gestoord wil worden door wat hij op het bord ziet.

Schaken is volgens mij eigenlijk niet zozeer een spel van vooruitdenken, maar vooral van vooruit zien. Wij zijn geen denkers, maar zieners.

Een recent voorbeeld  van het door de realiteit gedwarsboomde kijkvermogen van uw als ziener gehandicapte stukjesschrijver met een verslag van de erbij rondstormende gedachten:

10Beslissing1 10Beslissing      ES- Kwartier  ( 5 jan. 2018 – 11 jan. 2018)

U herkent het vast wel. Het begint met een gevoel “Ik sta beter! Dacht ik toch wel! De zwarte stukken staan er een beetje onbeholpen bij.  Wit heeft ruimteoverwicht. Wat is nu de dodelijke klap?“  Ik ga eindeloos zitten dubben over linksom of rechtsom. Wat ga ik spelen: 10. h4-h5  of  10. Ld3xg6 ? Vooral die laatste zet vraagt om drommels goed vooruit kijken! Want een stuk offeren voor niks is niet aan te bevelen. Maar het is natuurlijk wel de leukste. En deels geforceerd. Geforceerde zetten zijn het gemakkelijkst voor ons als zienertjes.

Doet u mee met het spelletje ” Ik zie ik zie wat jij niet ziet”? Wees nu eens niet te lui, en probeer in de verte te zien! Daarmee oefent u uw voorstellingsvermogen en daar gaat het toch om bij de schakerij. Daar wordt u sterker van.

Het eenvoudigst is :

10. Lxg6  fxg6? 11. Pxe6 (vork, dus daarom stond dat paard op dat wat gekke veld f4) De7 (of wat anders)  12. Dxg7  Maar nu beginnen we aardig aan het eind van ons gezichtsvermogen te geraken. 12. … Dxe6  en o ja dat zie ik nog net 13. Dxh7  

Een kwaliteit gewonnen en 2 pionnen. Maar kan die dame op h7 dan nog in de problemen raken?  Dat zou jammer zijn. Sorry maar dat zie ik niet meer helder. Rond de vierde zet ligt mijn horizon. (En zoals u weet staat achter de horizon toch de pot met goud!)  Ik denk dat de zwarte toren niet op tijd naar h8 kan komen om de dame aan te randen. Dat veld is niet gedekt. Dat kost tijd. Nee, dat zal niks worden voor MeToo. En ziet hoeveel andere zwarte stukken er maar wat hulpeloos bij staan. Gaat even duren voordat die zich in de strijd kunnen mengen!

U weet hoe dat gaat. U gaat nu het hele rijtje zetten nog een keer proberen te zien. En nog eens. En nog eens.  En nog eens. Overzie ik iets? OK, ik geloof het verder wel, wat ik verder niet meer zie, gok ik maar op gevoel, dus ik neem een beslissing :  Zo moet 10. Lxg6 goed zijn.  

Maar nu kijken naar wat er gebeurt als zwart niet met de pion terugneemt maar met de toren.  Ja, dan heb je je geofferde stuk gelijk terug. Is dus ook niks.

10Beslissing1

10. Lxg6  Txg6  11. Dxh7   “Nu staat wit 2 pionnen voor. De witte h-pion is een gevaarlijke vrijpion geworden.  Die gaat lopen!  Wat ben ik toch geniaal. En die zwarte toren op g6 staat aangevallen door het paard. Kan die toren nog wat kwaads aanrichten? Ik vind wel dat m’n dame even wat weinig plekken heeft. Nog eens kijken! Dameruil (Df8-g8) daar schiet hij niet veel mee op. Dat vind ik wel best! Mooi, dan lijkt het erop dat Lxg6 ook na Txg6 wel goed is. Nog een keer kijken …. Maar …. Maar ….     Shit !!  Na 11. Dxh7 kan 11. .. Tg6-h6!  en de dame heeft niet één veld meer. Die kan niet naar g6 wegens pion f7, niet naar f5 wegens pion e6 , niet naar pion e4 wegens pion d5. Dus toch. Wat verschrikkelijk jammer. Nog een keer kijken. Nog een keer. Nee, dat is mis. Beslissing: we spelen geen 10. Lxg6. Jammer, maar helaas. Toch wel knap van me dat ik dat nog kon zien.

Er komt dan maar iets simpels op het bord. Iets wat niet zoveel kwaad kan. Bijv. c2-c3. Niet zo leuk voor de passieve toeschouwer. Maar de schaker heeft heel wat sensationeels meegemaakt in dat laatste kwartier. Hij heeft vreugde beleefd aan een loperoffer en het toch bereiken van zijn horizon. Helaas bleek daar toch geen pot met goud te vinden. En nu is hij zo moe van al dat vooruitkijken dat hij bij die andere mogelijkheid na 10. h4-h5  nog wel ziet dat g6-g5 de dame wel erg gaat belemmeren in haar bewegingsvrijheid en hij heeft dus geen zin meer om dat verder uit te zoeken.

Analyse achteraf met Komodo toont aan: het grootste probleem is bij het vooruitzien om stukken onzichtbaar te maken. Want 10. Lxg6 Txg6  11. Dxh7 Th6 is wel goed voor wit omdat er nu helemaal geen loper meer op d3 staat. En dus kan de Dame wel nog weg:  Dh7 naar d3!!

Om dat te zien  moet je dus zowel de pion op g6 als Loper op d3 even totaal onzichtbaar maken.  

Figuren onzichtbaar maken dat kon in mijn jeugd de bekende kinderboekenfiguur Bram Vingerling moeiteloos, met een door hem ontdekt vloeistofje, maar ik kan het nog steeds niet. U natuurlijk wel!

Nou ja, dit borrelde even bij me boven. Sorry.

Nu moet ik maar eens aan het verslag beginnen.