Ik was helaas
verhinderd. En dan denk ik toch steeds: Hoe zou het daar nu verlopen? Daar is
het vast wel leuk! Maar gelukkig kreeg ik materiaal van partijen en wat
commentaar opgestuurd van Martin, Peter
en Bert. Waarvoor mijn hartelijke dank. Daar kan ik wat mee.
Bert-Matthijs:
Bert: Hij
zette het wel erg ambitieus op met 6. Pe4. Ik kwam toen meteen in het voordeel.
Daarna heb ik niet steeds de beste zet gedaan maar mijn voordeel werd snel
groter toen hij verzuimde met zijn paard op c3 te slaan.
Eddy: Klopt als
een bus.
7.Lb5+!
Pc6 [7…Ld7!?] 8.Pe5! cxd4? [inderdaad 8…Pxc3! 9.bxc3 Dc7 met ong. gelijk spel] 9.Pxc6
bxc6 10.Lxc6+ Ld7+– 11.Lxa8 Heel groot voordeel voor wit.
Bert: 16 Lxh2 had ik even gemist maar toen was er
toch al geen probleem meer voor mij.Eddy: Maar wel
nog even grappig.
Bert – Matthijs
Peter
stuurde
zijn partij, met de volgende verzuchting:
Peter: ERGENS ging het fout – ? Misschien heb jij
zin en tijd. Ik denk dat ik ergens een FOUT heb gemaakt maar het was al laat en
ik ben dan ook op de fiets gestapt. Was heerlijk weer – prachtige sterrenhemel.
Niet verder naar gekeken. Eddy: Een wijze manier
om met zo’n tegenvaller in het reine te komen.
Ik heb zijn partij aan mijnheer Komodo laten zien, die er
heel wat aanmerkingen bij had. Maar ja, dat is zo’n betweter! Daar hoef je je
niks van aan te trekken.
Het gaat lang ongeveer gelijk op. Maar vanaf zet 17 staat wit inderdaad verschrikkelijk goed. Peter gaat daar goed mee om tot zet 24. Daar geeft hij heel veel voordeel weg, maar niet alles. Het ging dus inderdaad ergens echt erg fout, en dat was bij zet 25. Daarna heeft zwart groot voordeel. Die geeft dat op zijn beurt voor een deel weg bij zet 28. Hij geeft ten onrechte een toren voor een slimme combinatie die niet klopt. Maar blijft toch het beste van het spel houden. Toch nog 2 pionnen meer.
Volgt in mindere
stelling nog een onnauwkeurigheid van wit bij zet 33. En daarna is er geen houden meer aan. Herman
maakt het knap af. (Ik schrijf toch elke week dat die al behoorlijk goed kan
schaken! Alleen meestal met weinig
resultaat. Nu dus mooi wel!)
Hieronder het resultaat van de noeste arbeid van de meester
van uw wepmeester. Ga er eens uitvoerig
voor zitten! Mijnheer K. heeft niet voor niets er zo hard aan gewerkt. Eerst
nog maar even de gehanteerde tekentjes:
Peter –
Herman
Hierna
iets over de partij Martin – Gerrit
Tot mijn grote genoegen
zag ik Martin met zetverwisseling afstevenen op een BDG. Heerlijk. Je moet wel
uitkijken tegen wie je het aandurft. Ik kan me voorstellen dat je dat tegen
Gerrit een keer probeert. Tegen hem: hoe tactischer, hoe beter. Alleen vertikt
Gerrit het om een beetje mee te werken. Maar, zeg ik altijd, als je dat gambiet
niet wilt aannemen, krijgt wit toch een open torenlijn, maar zonder daar een
pion voor te offeren. Prof Dr Mr Ir K. was bereid ook hiervan een uitvoerige
analyse door te struren. Tot zet 15 blijft de stelling gelijk, maar wel met
open lijnen en tactische mogelijkheden. En daar was het Martin om te doen. Na
zet 16 mag hij het resultaat van zijn durf en diepe concentratie en ijverig
vooruitdenken gaan oogsten. De zwarte stelling stort na een te weinig
doordachte manoeuvre van zwart ineens in elkaar. Een zwart paard wordt teruggestuurd naar f6 en Martin mag kiezen of
hij de zwarte koningsstelling gaat ruïneren met een eenvoudige zet op f6 of met
een kwaliteitsoffer aldaar. Het laatste is het sterkst. En daar kwam Martin na
afloop diezelfde avond ook al achter, en
toonde mij dat met zijn mailzending ook al aan. Maar ook met Pxf6 heeft
wit voordeel en zeer precies gaat Martin daar gebruik van maken. Gerrit
bezwijkt onder de druk en geeft dan ook nog een dame weg.
Een mooie reclame voor
het BDG. Je hoeft daarmee niet persé voordeel te behalen, maar vaak wordt
de stelling levendig en geschikt voor
tactiek. Leuk.
Martin – Gerrit
Dat was het dan weer. Tot maandag, als het erop aan komt! Geen feesten in het weekend, op tijd naar bed, verstandig met alcoholgebruik.
Je zou denken dat na zo’n zware vrijdagavond er wel wat
afzeggingen zouden zijn. Maar nee, die overwinning in Limmen bleek juist
stimulerend. Iedereen was er. Dat komt maar zelden voor. En dat terwijl de
griepjes van koters enkele vaders toch
wel nachtrust had gekost.
Ik denk niet dat dat nu zozeer de oorzaak kan zijn van hedenavond
waar te nemen gebrek aan oplettendheid
bij Peter. Weg ineens zijn glanzende
vorm van de laatste weken. Ab deed
echt wel zijn best om hem een nieuwe overwinning te bezorgen. Die verzwakte
onverklaarbaar zijn eigen koningsstelling met 4… f6 en bood hem stukwinst
aan bij zet 9.
10. c3? (10 g4 wint een stuk)
Dat vond Peter erg vriendelijk maar wilde daar geen misbruik
van maken. Voorlopig hield hij toch nog wel een redelijke stelling. Doch bij de 15e
t/m 17e zet blies hij zijn
eigen koningsstelling op en bood zo op
zijn beurt de aldaar binnenvallende Ab een stukwinst aan.
19. c4? Die was minder mild en accepteerde het paard (en
een pion) gretig. … Dg3+ Einde bercht.
Herman was
van zijn zware partij van vrijdag nog
niet geheel hersteld. Door een minder goede openingsbehandeling dan we van Herman
vaak te zien krijgen , kreeg Matthijs
met zwart al spoedig een mooi centrum. En daar wist die wel raad mee. Hij gaf op het bord een lesje over ‘het belang van een
sterk centrum’. Bovendien gaf Herman, waarschijnlijk mede daarom, een paard weg, wat we ook van hem gewend zijn.
Even leek het of onze gezellige veteraan toch met een stuk minder nog wat aanvalskansen wist te creëren, zoals
we dat ook van hem kennen, maar daar
wist Matthijs ook wel raad mee.
Met fraaie zetten timmerde Matthijs dus de valse hoop de
bodem in. Op de 20e zet zette hij wit mat. Een miniatuurtje je dus.
Herman is wel de enige speler van ons clubje die daar wel tegen
kan, en niet direct wenend zijn vriendelijke levensgezellin gaat opzoeken om
getroost te worden. Hij bleef nog lang na om rond te kijken bij drie
resterende interessante potjes.
Zoals bij Gerrit
(wit) tegen Paul. Met verwisseling
van zetten verscheen er een Alapinvariant (met 2. c3) tegen de Siciliaan waar Paul het nu
eens mee wilde proberen. Maar ja dat is zijn lijfopening niet. En tegen een dit
keer behoorlijk sterk, zonder tempoverlies, openende Gerrit kwam hij moeilijk
te staan. Bij zet 11 kreeg die zelfs een
kans om het hem zeer lastig temaken.
Maar ook zonder die kans te benutten bleef de witte stelling
prettig. Bij zet 14 echter kreeg Paul op zijn beurt een mooie kans ( .. Dd3! En 0-0-0 ) die hij op zijn beurt
liet liggen.
Toch kreeg zwart geleidelijk aan wat meer grip op het witte
spel. Dat gebeurt op een manier die wat te subtiel is voor mijn amateurverstand,
en kennelijk ook voor dat van Gerrit. Zwart wint een pion. Ik kan niet meer
nagaan hoe, omdat bij beide spelers de notatie begint te haperen dan wel
onleesbaar wordt en ik er niet bij stond. Ik zie later wel de stelling en meen dat Gerrit misschien nog wel een kans
heeft het toreneindspel met 1 pion minder remise te houden. Maar later zie ik dat
hij misschien op soortgelijke onnavolgbare wijze nog een pion is kwijtgeraakt,
wat de kans op remise wel teniet doet, en ik zie hoe Paul het dan ook tamelijk
gemakkelijk wint.
Bert was
waarschijnlijk een beetje verrast door Martin’s
opzet tegen zijn lijfvariant van het Siciliaans. Martin stond spoedig wat beter. Die vertelde me dat
hij zich wel had voorbereid. Wat natuurlijk kan tegen een lijfvariant. Hij
speelde tamelijk agressief. Maar bij zet 10 toch wat te onvoorzichtig en met
sterke zetten nam zwart het initiatief over. Hierna wordt het een mooi gevecht
met beurtelings wisselen van zwart voordeel en gelijkspel. Het vraagt veel van
beide spelers. En bij zet 19 wordt het Martin te veel en doet hij het fout.
Door 19. Pf3? raakt of de witte toren in de problemen of de
witte loper. Bert kiest niet de scherpste mogelijkheden maar wel de zekerste. Hij
staat intussen 2 pionnen voor en ziet daarna een fraaie mogelijkheid om het
spel te beëindigen. De witte toren op g3
blijkt nog steeds geen mogelijkheden meer te hebben om naar veiliger oorden uit
te wijken. Dit leidt op ingenieuze wijze tot stevig materiaalverlies voor
zwart.
[pgn]
[FEN "3rk2r/1p2bppp/p3pn2/4N3/4Q3/1P4R1/PB4PP/2R4K b k - 0 23"]
23... Nxe4 24. Rxg7 {Er zijn nog steeds weinig goede velden voor die toren} (
24. Re3 $2 Bg5 25. Rxe4 (25. Nc4 b5) 25... Bxc1 26. Bxc1 Rd1+) (24. Rh3 $2 Nf2+
) (24. Rg4 $2 Nf2+) (24. Rd3 $2 Nf2+) (24. Rf3 {dit is dan nog het redelijkst,
maar ook niet voldoende} f6 25. Nc4 b5 26. Ne3 Rd2 27. Rc8+ Bd8 28. Bc1 Rxa2)
24... Bf6 $3 25. Rxf7 (25. Nxf7 $2 Bxg7 26. Bxg7 Kxf7) 25... Bxe5 {nu staan er
twee stukken in} 26. Bxe5 Kxf7 {en zwart staat een toren voor} * [/pgn]
Wit staat
ineens een toren achter.Na 29 zetten geeft hij dan maar op.
Ron wilde eens wat anders en speelde 1 e4. En ja hoor, hij
werd door Frank getrakteerd op Frans. Dat had hij kunnen zien aankomen. (Daarom
speelt hij geen Diemer meer, zegt hij, want dat ontwijkt zwart vaak met Frans.
“En daar heb ik een hekel aan”) Misschien
heeft hij toch nog eens een beetje naar dat verfoeide Frans gekeken. Beiden
speelden in ieder geval toch theoretisch bekende zetten. Ik zag tot mijn
verrassing bij het thans gaande Peace-toernooi met wat verwisseling van
zetten bijna dezelfde zettenreeks bij 2
grootmeesters . Zelcic – Nispeanu nov. 2019 :
1 e4 e6 2 d4 d5 3 Pc3 Lb4 4 e5 c5
5 a3 Lxc3 6 bxc3 Pe7 7 Dg4
Alleen rocheerde zwart hier al en dat stelde Frank uit en
dat was misschien niet zo handig. Na zet
9 … c4
Na 9 .. c4 (0-0?) 10. Lxg6hxg6 kwam hij er niet meer aan toe. Of wilde hij bewust zijn toren op de h-lijn
houden om tegendruk te geven op de aanvalspogingen die wit natuurlijk wilde
gaan ondernemen? Dat deed wit toch wel met enig succes. Wit kwam beter te
staan. Maar door iets te veel voorzichtigheid bij zet 14 g4 verdampte dat even.
Maar bij zet 16,18,19,20,21 missen om beurten beide spelers de beste zetten en
golft de beoordeling van PROF Mr Dr Ir K. alsmaar heen en weer tussen wat voordeel voor
wit en beetje beter voor zwart. Deze fase gaat kennelijk de krachten van onze
beide sterspelers wat te boven. De mijne dus zeker. Uiteindelijk blijkt Ron de
langste adem te hebben. Na zet 22 staat
wit echt veel beter , maar omdat hij nog maar 8 minuten over heeft neemt hij genoegen met remise.
22.
…Dc7
[remise
in betere stelling voor wit, wegens de klok
Maar bijv. :
23.Dh4!? Dc8 24.Dh7 Tg8 25.Pxf7
En dat was dus een best wel een interessante ronde 8.
Hartelijke groet van de wepmeester. Prettig weekend. Tot de volgende ronde.