Oplossingen OudGoud 7

29 juli 2016

Oplossing OudGoud7 van 20 juli

FrankRevanche1  Frankrevanche1

Robin Sneeuw (1826) – Frank de Geus (1623), febr. 2012

1.  Noem één van de drie zetten die Komodo10 als sterkste hier aangeeft.

2.  Maar die speelde wit niet. Wit rekende -dacht hij- dieper. Verzon een schijnoffer. Verzin de begrijpelijke doch grootste fout die wit hier kan maken, en die hij dan ook maakte.

3. Verzin de  begrijpelijke, maar niettemin grote fout waarmee in de partij zwart op zijn beurt zijn winst nu vrijwel om zeep hielp.

 

.__________________________________________________________________________

1.

Zwart staat veel beter! Komodo geeft als -naar verhouding- sterkste zetten a. 25. Df3 (-1.74)  b. Tf1  (-1.75)  c. 25.  Thd1 (-1.78)  . Alle dus desondanks met groot voordeel voor zwart.

2. 

Wit zag in de verte een schijnoffer  en speelde   25. Dxd4?   (Toelichting:  25. … Dxh1  en dan geforceerd: 26. Dd7+ Kf8 27. Dxc8+ Kg7 en wit  heeft zijn toren terug. Maar wit zag niet dat daarna 29.  ..  Dh2+  niet te voorkomen is, en daarna de witte  koning veel onveiliger staat dan de zwarte. Zwart wint eenvoudig. Maar dat zag zwart ook niet. Te diep! )

3.  

25.  … Dxd4+  ?? Txd4 en zwart heeft maar een klein voordeel. (-0.40) In zo'n berucht moeilijk te winnen toreneindspel. Maar Frank won toch!! Knap!

Hij had gewoon de toren op h1 moeten slaan, en winnen als aangegeven bij 2.

Ik kreeg maar één reactie binnen. Dat verontrust mij.

________________________________________________________________________________________

OudGoud 6 ,   12 juli 2016

Oudgoud6  OudGoud6

Martin ZwaneveldEddy Saraber ,  april 2012

1. Ik vind dat zwart hier veel beter staat. U ook? Waarom dan wel/niet? (Geen varianten, maar formuleringen)

2. Na 19. cxd4 geeft Houdini als beste 19. .. exd4

Maar ik vind de mijne veel leuker en ook wel goed. Die staat bij Houdini als tweede. Wat denkt u dat ik hier speelde?

3. En na die zet kwamen we remise overeen. Dat zal wel weer een belacheljk initiatief mijnerzijds geweest zijn. Na het bijna geforceerde 20. Pe5 is zwarts antwoord vrijwel winnend. Wat zou zwarts dodelijke antwoord geweest zijn.

________________________________________________________________________

 

Mogelijke antwoorden:

 

1. a. Zwart heeft het loperpaar. Daar heb ik iets mee. Een schaakmakker noemde mij eens een 'loperpaar-fetisjist'.

     b. Zwart heeft meer materiaal en mogeljkheden in het centrum.

     c. het witte paard op a3 staat er wat doelloos bij

 

2. Gerrit signaleerde terecht dat ik met vraag 3 (Pe5) al verklap wat het antwoord op 2 moet zijn. Dat wist ik toen ik het opschreef, maar ik vond het niet erg. Niet alle ADH-ers zijn zo actief en alert als Gerrit.        19. ..  e5-e4

 

 3.  20. … Pc6xd4

Na 20. Lxd4 moet zwart een vluchtveld voor zijn paard zoeken. Gerrit zag deze ook,maar vraagt zich af waarom dat vrijwel winnend, of dodelijk zou zijn.

"Maar na 21. Pe5-c4 zie ik voor zwart niet direct mogelijkheden om verdere winst te behalen. Zwart staat nog wel steeds een pion voor en heeft nog steeds het loperpaar."

Eddy: Zwart staat m.i. gewonnen omdat de extra pion een vrijpion is die door het machtige loperpaar ondersteund een akelig lastpak wordt.

Komodo10 suggereert hier :  (Na 20…Pxd4! 21.Lxd4 [21.De3 Lxe5 22.Tad1 Tad8] 21…Dxd4)

22.Pec4 Dd3!! 23.Dxd3 [23.Tae1 Lc3 24.Dxd3 exd3] 23…exd3 24.Tad1 Tad8 25.Tfe1 b5 26.Pe3 Lg6

_____________________________________________________________________

 

 

Oplossing OUD GOUD 5 van 4 juli

Ben Brouwer- Bert Kuijer,  dec. 2006

BDG6   BDG6

 

1. Waarom verdient 15. ..  Ph5 twee vraagtekens?
2. Ben mist nu de directe winst, maar zijn 16. Dg4 is ook nog wel een aardige zet. Waarom is bijv. 16. .. g6 dan niet goed?

3. Omdat ook na 16. … Pf6 17. Dxg7 Tg8 18. Dxh6 wit duidelijk veel beter staat, kiest zwart voor 16. …. Dg5. Waarop Houdini 3 sterke antwoorden noemt. Noem er eens één.

____________________________________________________________

Antwoord:

15. ….Ph5 16.Dg4

Antwoord1: 16.Df3 wint een stuk

16…Pf6 17.Dxg7 Tg8 18.Dxh6 Lb7 19.g3+–

Antwoord2: 16…g6 17.Lxg6 Pf6 18.Df3 Ta7 19.Le5

16…Dg5

Antwoord3:  Een van de volgende drie:

17.Dxg5 hxg5 18.Le4 Ta7 19.Lb8

17.De4 Ta7 18.h4

17.Df3 Ta7 18.Te5 f5 19.Lxf5

Ik kreeg 3 antwoorden binnen, waarvan 2 goed.

 

Oplossing OudGoud4 (van 28 juni)

OudGoud4  OudGoud4 

Paul Zoon (1504)- Martin Zwaneveld (1515) , dec. 2009

Wit blundert hier met   26. a4

1. Waarom is dat een blunder?

2. Daarna speelt wit de naar verhouding beste zet: 27. P2b3  Wat is hierna het beste (inderdaad gespeelde ) 27e antwoord van zwart?

3. Deze stelling is een demonstratie van de kracht van het loperpaar. Waarom verliest zwart nu altijd (nog) een pion?

_________________________________________

Er kwamen 3 oplossingen binnen. Van Gerrit en van Frank en van Paul.  Die van Frank helemaal goed, die van Gerrit ook bijna. (Enkele kleine onnauwkeurigheden). Frank  wees me erop dat ik me vergist had bij vraag 3: het moet natuurlijk zijn "Waarom verliest wit nu altijd (nog) een pion?"  Pauls antwoord op vraag 1 was  correct, maar op vraag 2 niet, omdat hij de suggestie in vraag 3 niet serieus nam. 27. … Lc5 is trouwens wel een goede zet, maar lang zo sterk niet als de 27.La3 van Gerrit en Frank (en van Martin natuurlijk!) 

___________________________________________________

 

Antwoord:

1. Wegens 26. … Lxb4

2. La3! is de beste zet (ook gespeeld door Martin)

3. Omdat door de sterke positie van de lopers, ook van de loper op g6,  dekking van de pion op c3  niet mogelijk is. Bijv. na La3 kan dekking met T1c2 niet!

________________________________________________________________

 

 

 

 

Oplossing OudGoud3 (van 23 juni 2016)

Pieter Worp (AdH) – Jacob Poel , jan 2007

Dat was al uit na 9 zetten:

Oudgoud3

Wit speelt de sjablonezet   8. Dd2 Een stevige fout!  Wat antwoordt Pieter natuurlijk?  Op de 9e zet begaat wit nog een fout. Welke? Wat is de vernietigende 9e antwoordzet van zwart? Wit geeft op.

____________________________

En wederom mocht ik de uitvoerigste analyse van Gerrit ontvangen. Waar ik weinig aan heb toe te voegen:

Gerrit:

"Denk dat het volgende zich zal hebben afgespeeld. Zwart zal geantwoord hebben met 8. …… Pf6xe4.

 Volgens de vraagstelling heeft wit op zet 9 een fout gemaakt, waarop een vernietigend antwoord volgt.  Hier zal dus mogelijk door wit 9. Lg5xLe7 gespeeld zijn met het idee:  pak jij mijn dame, dan pak ik de jouwe. Maar dat werkt niet: 9. …… PxDd2 en wit kan niet antwoorden met 10. Le7xDd8 i.v.m. aftrekschaak.

Wit kan ook niet spelen: 9. Pc3xPe4 met de bedoeling om loper g5 voldoende dekking te verschaffen.
Dan zal volgen:  9. ……. Le7xLg5.  Wit kan niet antwoorden met DxLg5 want dan volgt dameverlies.
Moet dus met de dame  een vluchtveld opzoeken, bijv. 10. Dd2d1. En dan volgt 10. ……. d6-d5 met verlies van Pe4.

 

Vraag blijft: Is er voor wit nog een mogelijkheid om na 9. …..Pxe4 verder verlies af te wenden?  

Volgens mij helpt 10. Ld3xPe4 ook niet.  Dan zal volgen: 11. ……  Le7xLg5.  De dame moet wederom een vluchtveld opzoeken.  Op 12. Dd3 of Dd1 of De2 volgt: 12. ……d5.

Denk dus dat na de sterke zet voor zwart Pxe4 toch al een uitzichtloze situatie voor wit is ontstaan……"

 

Oplossing OUDGOUD2 van 15 juni 2016

G. Maat – G. v. Dok, oktober 2007

 26 …. Df3!? met matdreiging.

Oudgoud2b   OudGoud2b

Alweer een probleemstelling:  Hier speelde wit  27. Kf1 en bood daarna remise aan. Wat geaccepteerd werd. Terecht. Het is nog een hele klus om al die remisevarianten te bekijken. Wat een prachtige partij was dit. Die Maat toch!  Maar het had nog mooier kunnen worden. Met welke nog genialere 27e zet van wit had Maat alsnog ogenblikkelijk kunnen winnen? En hoe dan wel? Zoek de hele combinatie!  

Gerrit mailde een uitvoerige en correcte  analyse:

" De enige andere mogelijkheid om mat te voorkomen met Dg2 is behalve Kg1-f1 (zoals gespeeld) de onderbreking van de diagonaal Lc6-Df3. M.i. moet de oplossing gezocht worden in 27. Lc4-d5!.

Zwart heeft nu vier mogelijkheden:

1. Dame weg, maar er is maar 1 veld: g4.      2. Toren f8d8.          3. e6xLd5           4. Lc6xLd5

Ad. 1. Indien zwart de dame wegspeelt naar g4 kan wit Tg5 spelen. Zwart moet nu om zijn dame niet te verliezen een keuze maken maar dat maakt voor het vervolg niets uit:   Lg6-f6+    Ook het slaan met de dame van de toren helpt niet meer. DxTg5  Dxg5 en mat is vervolgens ook niet meer te voorkomen.

Ad 2 en 3:  27. …..Tf8d8 of  27. ……e6xLd5 geeft wit direct de mogelijkheid om Dh6 te spelen met directe matdreiging. (pion f6 opspelen helpt ook niet: Te5e7.)

ad 4.: Lc6xLd5. Wit moet nu TxLd5 spelen. De directe matdreiging dreigt immers nog steeds.Zwart moet nu aan twee dreigingen het hoofd bieden. Dd2-g5 of Dd2-h6.   

Kan zwart zich 28. …  DxTd5 permitteren? (ES:  Nee, want ook dan is Dh6 dodelijk. zij het iets ingewikkelder. ( De computer geeft in dat geval een rondedansje van de zwarte koning en de witte dame: 30. Dh8+ Kf7  31. Dxf8 Kg6 32. Dxf6 Kh7 33. Dh6+ Kg8 34. Lf6 met spoedig mat.Stelling hieronder)

Oudgoud2c  OudGoud2c

_________________________________________________________________________________

 

Oplossing OUD GOUD 1 van 14 juni 2016

Oudgoud1

P.Verkooijen – A.H.Kuijer,  april 2012

22. Lb2.  Na 4 sterke zwarte zetten geeft wit op.

Dit waren die zetten:

22.Lb2? (Dc2!?) Lxh2+ 23.Kh1 [23.Kf1 Lg3 24.Dc2 Df4]23…Lg3 24.Tf1 Tg6 25.Pf2 Lxf2