Ik kreeg laat in de week nog 2 partijen aangeleverd. Waarvoor mijn dank. Hoewel ik niet sta te trappelen om na vrijdag opnieuw werk aan de website te hebben, vond ik het toch te onvriendelijk om Hugo en Frank niet te belonen voor hun zending. Dus hieronder alsnog mijn commentaar en dat van prof. Mr. Dr. Komodo. (in omgekeerde volgorde)
Frank-Hans vond ik lang een gave partij. Het is Spaans, met Lc5, en tot zet 11 pure theorie. En als ze het niet uit de boeken hebben ,maar zelf bedacht, is dat nog indrukwekkender. Dan gaat Hans een eigen koers varen, en daarbij is zet 13 wellicht minder gelukkig.
13, … Lb7 ? omdat na e4 die loper daar niet veel vooruitzichten heeft. ”Die beukt op graniet” zeggen ze dan. Komodo geeft hier f5. Wit staat nu wat beter. Frank speelt lang heel sterk verder. Maar verliest toch een beetje invloed vanaf zet 20. Komodo ziet Frank’s plan – opmars van de damevleugel- niet als het beste. Maar vanaf zet 22. Krijgt Hans echt vat op het spel.
22. axb5? ( Dxb4!) a5 !!! De witte pion op b5 is kwetsbaar, en de zwarte pionnen op a5 en b4 worden lastig! Bij zet 27 volgt dan een prachtige zet van Hans. Hij offert een kwaliteit voor twee pionnen. Ik vraag me af of ik dat gedurfd zou hebben. Maar het blijkt ijzersterk!!
24. …. Txc4!!! 25. dx4 Dxb6!
Mede omdat Frank ook af en toe niet de allersterkste vindt, blijft de stelling veel prettiger voor zwart. Tot aan het eind.
Toch wordt dan tot remise besloten.
Ik weet natuurlijk niet wat hier meespeelde. De klok? Geen zin meer? Te laat geworden? Wie bood remise aan? Je zou zeggen dat met dit bord vol stukken, met die lastige pionnen op a4 en b4, en ook verder gezellig opgestelde zwarte stukken, zwart het nog wel even had kunnen proberen. Of vertrouwde Hans zijn kwaliteitje achterstand niet, en zag hij te weinig compensatie.
Maar wel een mooi partijtje!!
Ron- Hugo
Was een partij die voor Ron inspirerend was (volgens zijn reactie mijwaarts). Prettig om te horen. En begrijpelijk. Want het was een Pirc , die best volgens de boekjes werd gespeeld. Dat laatste daar houdt Ron van. Hij is de beste theoriekenner van ons clubje. Hij speelde hem op scherp, met een snel f4. Ik herken die opzet, want zelf doe ik het nooit anders op internet. Hugo weet duidelijk ook waar hij mee bezig is. Ron kreeg licht voordeel, zoals wel een beetje hoort in deze variant. Hugo’s 8. … c6 helpt daarbij wel een handje. Dat moet kennelijk een beetje anders. ( c5 ? Le6? ) Zo staat bij zet 15 wit wel erg goed.
RonHugo(15Pd2)
Frisse stelling. Maar ja hoe moet je verder? Maar het gaat daarna best wel goed voor wit. Doch bij zet 17 zet Hugo, die begrijpelijkerwijs best tevreden is met remise, een valletje
RonHugo (17…Dd6)
Met 18 Dd3 houdt wit veel voordeel vast. Met het voor de hand liggende 18. Pe4 gaat er veel van verloren. Na 18. … Txf1 19. Kxf1 komen ze remise overeen. Na dameruil, waar zwart op aanstuurde, staat wit nog steeds een klein beetje beter. Zegt Prof Dr K. Zal wel zijn wegens de geïsoleerde pion op e6. Maar Ron heeft bij dit nieuwe schaakdebuut wel weer genoeg genoten en houdt het verder voor gezien.
Ik was deze maandag verhinderd, maar de uitslagen kwamen netjes binnen. En Martin en Gerrit stuurden me hun partijen. Waarvoor veel dank. Ik kan me zodoende wel een beeld vormen van wat er gebeurde. Opvallend vond ik de remises van Hugo en Hans, die laten zien dat ze geduchte nieuwe tegenstanders zullen zijn in de ‘hogere’ regionen van AdH.
De partij van Arend tegen Martin leverde het volgende commentaar van Martin op : ‘ Ik vond Arend goed spelen en hij zal zijn punten dan ook vast gaan pakken dit jaar.’
Omdat er meer spelers in de club zijn die het Siciliaans wat passief benaderen geef ik hieronder de opening op ‘levend diagram’
Arend-Martin 2
Arend blijft wel lang goed in de buurt, maar verblundert helaas een stuk bij zet 21.
Sven probeerde de London-opening tegen Gerrit. Maar kreeg niet veel initiatief. Beide spelers spelen wel lang zetten die wel gebruikelijk zijn. (Misschien krijgt Sven ooit nog eens de kans om bij Ron mee te kijken om te ervaren hoe je zoiets nog beter aanpakt.)
Omdat ik verder niet veel te schrijven heb zal ik de hele analyse van Komodo hier aflleveren. Met mijn eigen babbels er omheen.
Ik heb me best wel weer geamuseerd bij deze tweede voorstelling in theater Over de Linden. Ik kom niet zo veel meer in theaters omdat ik de acteurs met mijn dovemansoren veelvuldig niet meer kan verstaan. Cabarettiers houden vlak voor de pointe van de grap even in, om dan achteloos en sneller sprekend de clou van de grap prijs te geven. Als ik het tot zover wel redelijk heb kunnen volgen is het erg frustrerend als je dan de zaal in lachen hoort uitbarsten en alleen jij hebt geen idee waarom. Kijk, dat probleem heb ik bij het Caissa-gezelschap in theater Onder De Linden helemaal niet. Als Gerrit in een stevige lach schiet of Hans of Matthijs een brede grijns laten zien, dan weet ik heel goed van welke grap dat de pointe is.
Bij Gerrit nu omdat hij kans zag een stelling die erg aan een damstelling deed denken (Een hekstelling ? Zijn er nog dammers in de zaal?) in winst om te zetten.
Bij Matthijs omdat hij na een lange avond zwoegen om een stelling met een loper meer eindelijk na veel wederzijds diepzinnig denkwerk na 60 zetten in winst had kunnen omzetten.
Bij Hans omdat hij een sterke stelling pas na een hele avond buffelen, mede dankzij een blunder in tijddwang van zijn tegenstander, eindelijk echt als overwinning in zijn conduitestaat kon laten noteren.
Bij Sven een schuchtere glimlach omdat hij na een zware inventieve partij zijn voordeel toch leek te zijn kwijtgeraakt en er vervolgens zelfs problemen voor hem dreigden, en toch plotseling Bert remise aanbood. Wellicht te sportief om op de klok te willen winnen?
Gerrit-Ab
Zoals vaak was Gerrit’s opening met wit niet slecht maar ook niet erg agressief en dus lukte het Ab om even zelf het initiatief te pakken.
GERRIT – Ab (12.Pe1)
Maar onze Formule 1 -schaker raakte met zijn gebruikelijke aanvallende inhaalstijl even van de weg, bij zet 14
GERRIT – Ab (14…Tf6? )
Want de stelling is nog niet rijp voor een aanval.Daar maakt Gerrit gebruik van. Maar de stelling heeft een klein nadeel. Zit alles nu vast? Hekstelling? Hoe verder?
GERRIT – Ab (26.a4)
Moet gezegd dat Gerrit dat inventief aanpakt. En onze schaak-Verstappen te snel is om dat te kunnen doorgronden.
Bij zet 38 beginnen zich dreigingen af te tekenen. In mijn hoogmoed dacht ik dat Gerrit de mooiste voortzetting liet liggen. Maar mijn idee 38. b6 was wel leuk, maar toch was er eenvoudig de scherpste kant aan te ontnemen. Nee , de voortzetting van Gerrit was nog veel sterker.
Want zo’n eindspelletje is natuurlijk feest voor Gerrit. Jammer dat bij beide spelers de notatie rond zet 59 in het ongerede raakt, Want ook het slot is aardigl Ab die ziet dat het mis gaat, gaat na een pitstop over tot een gewaagde inhaalactie, hopend op een wonder. Gerrit trekt er zich niks van aan, zou hem gemakkelijk kunnen blokkeren, maar laat hem nog even gaan, moediger dan ooit, omdat hij gezien heeft dat er een pionnenrace gaat komen en hij als eerste over de finishlijn zal scheuren. Maar ik kan u helaas niet laten meegenieten.
Arend-Matthijs
Arend speelde weer Frans. Hij weet er nu al meer van dan Matthijs. Maar zijn 7e zet e5 is niet handig.
Echt fout ging het bij zet 11. Toen gaf Arend pardoes een loper weg.
Onbegrijpelijk. Want als je ziet hoe secuur hij daarna de hele avond gaat spelen kun je je niet voorstellen dat zo’n misser ook tot zijn mogelijkheden behoort. Hij blijft na zet 11 vechten voor lijfsbehoud en doet dat zeer verdienstelijk.
Voor de toeschouwer blijft het toch nog spannend. Stel dat zwart die pion kan pakken , dan is het remise. Met alleen een paard kun je niet mat zetten. Of kan de koning de opmars van die pion blokkeren? Zal wel niet, maar toch.
Het kan dus niet! Blijkt uit het vervolg.
Matthijs heeft 60 zetten nodig om eindelijk de winst te kunnen aantekenen.
Martin-Hans
Martin speelde – niet geheel onverwacht- een potje Engels. Hans antwoordde met wat mij ook eigenlijk tegen deze lastige opening het beste en het eenvoudigste lijkt. Gewoon doen alsof je een open spel tegen je hebt. Niks ingewikkelds met c6 of c5. Gewoon vlug zoveel mogelijk ontwikkelen.
Als Martin gewoon sjablonezetten blijft doen, zit hij ineens ernstig in problemen:
Martin – Hans (7…a5)
8. e3 ??? Ld3 !!
Krijg die loper daar maar eens weg. En die belemmert je ontwikkeling ernstig! In de kortste keren staat wit allerbelabberdst. Hans speelt dit gedeelte buitengewoon sterk!
Enkele zetten later zit Martin voor een stelling die men niet meer met droge ogen kan aanzien. Hij speelde Te4 wat direct tot verwoesting had kunnen leiden. Te6 was beter geweest, maar ook totaal onvoldoende.
Langzaam lijkt Hans de grip een beetje kwijt te raken. Natuurlijk wil geen mens achter de witte stukken zitten, en toch begon ik me af te vragen of die drommelse Martin met mazzel toch nog zou kunnen ontsnappen.
Martin – Hans (26…Df2)
22. Kb1 (22. De4!)
Het wordt gek genoeg best lastig om de winnende zetten te vinden. Het lijkt niet op te schieten. Aardig gedemonstreerd met de volgende zetten:
Martin – Hans (32.Ka2)
32. .. Df7+ 33. Kb1 Df1
Maar Hans mag dan wel eens een sterkste zet gemist hebben, een slechte doet hij ook niet. Hij blijft problemen stellen. En hij staat aanmerkelijk beter op de klok! Uiteindelijk wordt de aanhoudende druk Martin toch te machtig .
Martin – Hans (35…Df2!)
36. Tb1? Txf1! opgegeven. Wit kan niet terugnemen op f1 wegens mat op b2.
Bert-Sven
Bert opende met KoningsIndisch, met wit, in de ‘voorhand’ dus. Dat is niet erg gevaarlijk voor zwart, maar wel degelijk en de theorie is voor een kenner van het echte KI erg overzichtelijk. Maar Sven heeft er niet veel moeite mee. Na een niet al te gelukkige zet van wit krijgt hij zelfs de betere kansen.
Bert – Sven (11…d5)
12. e5? Lf5!
Bert moet gaan verdedigen. En doet dat geduldig en secuur. Zijn sterke punt: geduldig en kalmte bewaren. Een mens zou hier een beetje van in paniek kunnen raken, maar dat overkomt Bert niet vaak. Rustig afwachten tot de tegenstander het ook niet zo helder meer voor ogen heeft. Dat gebeurt bij zet 21
Bert – Sven (21.Ld2)
21. .. cxd4? ( 21. .. b6! 22. Pd3 Db5!) 22.Pxd4
Wit krijgt nu het heft in handen, en staat weldra gewonnen. Maar net als vorige week laat Bert de winst dan weer schieten,
Bij zet 37 opperde ik achteraf Te1, bij de post mortem . Dat wezen de kemphanen af. Tot mijn genoegen vindt Prof mr dr K dat toch ook de sterkste, zij het met een aantal varianten die aanmerkelijk vernuftiger waren dan die ik in mijn hoofd had.
Dat was het weer even. Volgende week ben ik even verhinderd, maar daarna ben ik er weer. Deo volente! Ik hoop de uitslagen en de stand opgestuurd te krijgen. Eventueel een boeiende partij, maar ik weet inmiddels nergens op te mogen rekenen.
Heerlijk, eindelijk weer zo’n potje bordboksen. Met die prachtig vormgegeven stukken. Heerlijk zo’n tikkende klok ernaast. O nee, dat was vroeger. Maar toch. Heerlijk die spanning: kan ik het nog een beetje? Of ga ik in ronde 1 al knockout?
Je zou verwachten dat er aardig wat geknoeid zou worden na zo’n wedstrijdloos jaar, maar dat viel mee. Behalve bij Martin tegen Frank. Zelfs de eerste zet was moeilijk, Martin dacht tien minuten na voor hij zijn eerste zet e4 had bedacht. Daarna gebeurde bij Frank ook zoiets. Maar toen kwam bij hem wel een Versnelde Siciliaanse Draak op het bord in plaats van het Frans. Die jongens hebben zoveel partijen tegen elkaar gespeeld, die kennen elkaars repertoire wel aardig. Hoe verras ik mijn tegenstander nog een beetje? Nou dat lukte. Nota bene op de vierde zet wist Martin het niet echt, maar vond hij dat het al zo lang geleden was dat hij een stukoffer bracht. Dus offerde hij pardoes toen al een loper. Wat eigenlijk nergens op sloeg.
Had waarschijnlijk na 4. .. Kxf7 5. Pg5+ Ke8 6. Df3 het eenvoudige 6. .. Ph6 over het hoofd gezien. Tja, daarna werd alleen nog een beetje securiteit van Frank gevraagd. Die had dat wel. Hoewel hij niet altijd de allersterkste zetten vond, was het allemaal agressief genoeg. Reeds bij zet 17. ging wit tegen het canvas.
17. Df4? Tf8 ! wit geeft op
Peter deed het goed tegen Paul. Beetje voorzichtig in de opening, maar Paul is ook niet iemand voor wilde openingen. Na zijn m.i. wat eigenaardige lopermanoeuvre bij zet 12 en 13 stond Peter zelfs wat beter. En hij verwaarloosde zijn dekking niet! Maar bij zet 17 begon het mis te gaan.
Hier houdt wit met 17. Pxe5 een nette stelling, maar na 17. Pf4? ruikt Paul mogelijkheden met 17 .. Pxf3. Die deelde direct een rechtse hoek uit!Beide mogelijkheden om terug te slaan zijn onvoldoende , maar zoals Peter het doet gaat het nu toch wel erg vlug. Als hij dan ook nog in Paul’s valletje trapt en een giftige pion op c7 pakt, zet Paul hem met gracieuze gebaren mat. ‘Ach’, zegt Peter, ‘ik moet er nog even inkomen!’ Alsof hij voor het eerst in zijn leven een rondje tegen Paul verliest. Maar hij hield wel lang aardig stand !! Dat wel!
22. Dc6 ? Da1+ 23. Ke2 Dd1 mat
Arend hield het goed vol tegen Sven. Hij speelde volgens een boekje. Frans! (Wellicht zonder boekje.) Wegens Arend’s niet zo gebruikelijke maar wel ooit door een grootmeester gespeelde 5e zet Db6 wist Sven het ook even niet meer. Bij de 6e zet had Arend zijn tegenstander een geïsoleerde dubbelpion kunnen bezorgen. Met cxd4 en Dxb3. Maar omdat hij dat niet deed , bezorgde Sven hem aan de andere kant hetzelfde. En hoewel er nog weinig aan de hand is, heeft die daarom een aanknopingspunt voor zijn spel. Op pionnenjacht. Voorlopig zonder succes.
Als Zwart in deze stelling 16. …Pe5! had gespeeld, gevolgd door Pc4 had wit nog steeds niks gehad, maar na 16. .. Tdc8? zal er toch een pion afgaan. Daarna gaat het snel. Ineens lijkt Arend groggy, en komen alle witte stoten aan. Moet gezegd dat ons jeugdtalent ze wel erg goed plaatst. Arend denkt met een tegenstoot overeind te kunnen blijven , maar een tussenschaak voorkomt stukruil, waardoor zwart een stuk achter blijft. Hij geeft op. Wit wint op punten.
22. .. Ta4 23 Ld5! Gevolgd door bxc6
Hans kreeg van Matthijs een Siciliaan voorgeschoteld, met 2. … e6 , een Tajmanov-varaint die intussen nogal populair is in onze kringen. Hans ruilt op zet 7 het zwarte paard met Pd4 x c6. Een zet die volgens mij meestal weinig uithaalt. Hier ook niet. Maakt alleen het zwarte centrum maar sterker. Zwart staat prettig. Maar na de loperruil bij zet 11 wordt het wat minder. Ten gevolge van de daaruit voortvloeiende tempoverliezen raakt Matthijs langzaam in de problemen.
Zo’n paard op d6 ziet er erg onaangenaam uit! Zwart krijgt ruimtegebrek, raakt in ademnood. Hij is toe aan een timeout met verzorging. Hierna blijft wit erg solide en sterk vechten, met steeds nieuwe plaagstoten, om zijn voordeel om te zetten in winst. Bij zet 22 wordt het tijd om de opgebouwde druk op de d-lijn te gaan benutten. Bijvoorbeeld met Pe4! Dat vindt Komodo sterker dan Pc4, wat Hans speelt. Die nu langzaam veel van zijn voordeel kwijt raakt. Matthijs komt weer een beetje bij zijn positieven. Tot hij opnieuw zijn verdediging verwaarloost en met 30 …. Td8 een pion weggeeft.
3o …. Td8? 31Txc6!
Hierna herneemt wit zijn druk op de d-lijn en spoedig ziet Matthijs het niet meer zitten. Hij gooit de handdoek in de ring. Wellicht iets te vroeg, want een toreneindspel met één pion meer kan van de sterkere partij nog veel geduld en tijd vergen.
Met 32. … Tf5 kan zwart nog wel even sparren. Maar ja, echt lollig zal het niet worden. En het is al laat!
De mooiste partij van vanavond vond ik die tussen Hugo en Bert. Ik had een plaatsje voorin, op de eerste rang , voor de belangrijke genodigden. En ik genoot. Het was al spoedig duidelijk dat hier geen lichtgewichten in de ring stonden. En bij de analyse thuis met Prof. Mr Dr K werd dat nog duidelijker. Het gevecht eindigde uiteindelijk onbeslist. En Hugo zei achteraf dat hij daar zeer tevreden mee was want dat hij eigenlijk al vroeg minder stond. Dat waagde ik te betwijfelen en K. is het met me eens. OK, wit speelt in de opening een tikkie te voorzichtig. Hij wil wellicht de kat uit de boom kijken. In ieder geval niet de manier om met wit het voordeel van de voorzet te benutten. Er bestaan wel scherpere methodes om het KoningsIndisch (resp. Gruenfeld) te bestrijden. Maar Hugo’s aanpak is ook niet iets om snel in het nadeel te geraken.
Wij kennen de geduldige manier waarop Bert dan gaat wachten op het moment dat er echt iets zichtbaar gaat worden, de tegenstander wat vermoeidheidsverschijnselen gaat vertonen. Dat gebeurt op de 24e zet. Omdat dan een zwart paard met tempowinst naar veld d4 kan komen raakt wit onder druk. Na een gedwongen serie stukkenruil gaat de zwarte stelling er toch best prettig uitzien.
Een achtergebleven witte pion op c4 en f7-f5 en later e5-e4 in aantocht! En dan een heel sterke loper op g7!
Al tijden lang deden beide partijen sterke strategische zetten. Nu komt er tactiek in zicht! En dan blijkt zwart beter toegerust dan wit, en inderdaad nu staat wit al gauw heel beroerd! Nu pas heeft Hugo gelijk als hij zegt dat hij het moeilijk had.
Heel knap voert Bert de druk steeds verder op. Hij heeft er ook wel wat pionnen voor over. Ik zie verbaasd aan hoe wit toch nog steeds iets vindt om een directe knockout te voorkomen. En zwart steeds weer iets vindt om de aanval te laten voortduren. Maar bij zet 39 is het echt wel afgelopen! Nog even het winnende zetje vinden.
Hoe dat had kunnen gaan laat Prof Mr Dr K zien. Bert mist de winstmogelijkheden door 39 Te8? te spelen. Hier zouden zowel d3 als Txh3 tot winst hebben geleid. Natuurlijk heeft Bert naar beide gekeken. Maar waarschijnlijk toch te veel beren op de weg gezien. “Ja, ik stond beter.’ Zegt hij achteraf. “Maar ik zag het even niet”.
Voor de zekerheid: dit diagram hieronder kunt u bewegen! Door op de tekst van de zet te klikken. (o.a.)
Jammer voor hem! Gelukkig nog wel remise. Was wel heel erg onrechtvaardig geweest als het door die geofferde pionnen ook nog verloren zou zijn geweest. Prettig voor Hugo. Die met opgeheven hoofd uit de ring kon stappen. Bewonderd door veel ademloze toeschouwers. Mij was duidelijk: als die nieuwe geen zwaargewicht is, in ieder geval een middengewicht. Die zal niet gauw de handschoen in de ring gooien.
Aldus een mooi begin van hopelijk een mooi (volledig?) seizoen.