6e ronde, 8 oktober ’18

Spannend was het vooral bij Ron- Jos. Onze onlangs in de externe flink verwonde dompteur bleek zich te hebben laten omscholen en voerde nu een act op als illusionist. Hij zag kans om na zijn zeer verdachte  openingskeuze Ron’s voordeel op bijna onnavolgbare wijze toch nog weg te goochelen.

Ron: ‘Die opening deugt dus niet. Typisch Jos.  Hij offerde  maar een pion, maar had niets. Mijn plan met Da4 en b4 en b5 was gewoon goed. Hij offerde daarna een stuk om in troebel water te vissen. Dat werkte dus.’ (Zie diagram verderop)

Beetje leerzaam was het bij Bert-Martin. In de ruilvarant van het Slavisch maakte Martin al een ernstige inschattingsfout bij zet 7! En stond daarna de hele avond met de rug tegen de muur. Niet wegens materiële problemen, maar tengevolge van de ongelukkige opstelling van zijn stukken. Rond de 25e zet kreeg het witte voordeel echt gestalte. Vooral door de twee gevaarlijke vrijpionnen op de damevleugel, gesteund door open lijnen voor de torens. Martin probeerde wat tegengas te geven met zijn pionnenmeerderheid op de koningsvleugel maar dat was niet zo gevaarlijk omdat de positie van de witte koning beter geschikt was om oprukkende pionnen in toom te houden dan die van de zwarte  (voordeel van de ‘verst verwijderde vrijpion’(nen) heet dat geloof ik’.)  Bert gaf daarna een lesje: ‘het onstuitbare gevaar van twee verbonden vrijpionnen’.  Het resulteerde in een mooie eindstelling  met nog steeds materieel geen grote achterstand voor zwart (kwaliteit voor wit, 2 pionnen extra voor zwart), maar met een niet meer tegen te houden vrijpion voor wit.

Herman speelde een nette partij tegen Ab. Die stond echt minder, maar dankzij een foutje van Herman kreeg hij toch nog een beetje de wind mee. Toch stond Herman toen nog lang gelijk maar Ab lapte het principe van de veilige rochade aan zijn laars en stoomde met zijn koningspionnen naar voren,  wat helemaal niet zo gevaarlijk was, maar waarschijnlijk werd Herman daar onzeker van, maakte toen een enkele  echte fout, en zo kon Ab het toch winnen.

Frank speelde tegen Gerrit  'als een krant’. Zei hij zelf. Tikkie overdreven. Want Gerrit moest echt zelf die krant dus wel even heel goed lezen. Hij speelde ditmaal zijn opening heel actief! Hij kreeg de kans omdat Frank 2.Pc3 speelde , wat degelijk is (dus wel NRC, geen Telegraaf) , maar een beetje tam (tenzij je het gebruikt als een opstapje voor het BDGambiet). Wit haalde derhalve niets bijzonders uit de opening.  Zwart heeft niks te mopperen. Zeker niet na een mindere 12e zet van wit (Zie diagram verderop. Moeilijk als zodanig te beoordelen. Ik had het zelf ook gemakkelijk gespeeld. Maar ja, dat zegt tegenwoordig natuurlijk weinig.) Er volgt hier en daar nog een zet die wat minder is, maar alleen aantoonbaar voor een speler tegenover je die in vorm is. En dat is Gerrit vanavond.  Rond zet 17 trekt Frank grimassen naar me die me duidelijk maken dat hij vindt dat hij het heel moeilijk heeft. Terecht. Hij staat eigenlijk op verlies.

Gelukkig voor hem raakt Gerrit dus hierna wat van zijn scherpte kwijt. Bij zet 26 blijkt bijna al het zwarte voordeel helaas zachtjesaan verdampt. Gerrit biedt remise aan. Frank denkt een poosje na. Zit er nu ook voor wit nog wat in?  Eigenlijk niet. Remise!  Bijna net zo’n eigenaardige  ontsnapping als van Jos. Jammer voor Gerrit die met zijn actieve spel van vanavond meer verdiend had. En nu maar hopen dat het hem wel inspireert om er vaker zo tegenaan te gaan.

Highlights:

Jos’ wanhoopsoffensief:

Jos1  Jos1

15. …  Pb4    (wat beter, maar niet erg gezellig, en vooral wat simpeler te hanteren voor wit  15…Pb8 16.Dxa8 Lxa8 17.Ld3 d6 18.Ke2 (1.04)  Wit staat gewoon een gezonde pion voor, zonder troebel water voor zwart om in te vissen)  16.Dxa8 Txa8 (16…Pc2+ helpt niet.  17.Kd1 Txa8 18.Kxc2 is erg!)  17.cxb4 een stuk voorsprong is wel leuk! Dit moet gemakkelijk te winnen zijn. Denkt men dan.

Jos1b Jos1b

Laat dat woord gemakkelijk maar even weg:   17. ..  Ta1+ 18.Ke2 Lxb4

Jos2  Jos2                                          

19. e4! wint eenvoudig. Een gezond stuk meer! OK, even wat verzinnen voor de tijdelijke machteloosheid van die stukken op de koningsvleugel. Moet lukken. Maar nu wordt Ron een beetje overmoedig of onachtzaam.  Zijn twee volgende zetten gooien het hele voordeel weg.  Hij kiest een verkeerd plan voor het op gang brengen van die stukken op de koningsvleugel. En Jos ziet het direct! 19. Kd3? f5!!  20. Tg1?   Zo nu kan de loper spelen en doet de toren mee! Mispoes!  20. ….  Ld5!!  21. Le2

Jos3  Jos3

Niet te geloven, wit staat een stuk voor, maar dit is echt absoluut remise! Een mooi vrij en eendrachtig opererend zwart loperpaar plus een actieve toren zijn die kwetsbaar opgestelde koning met te passieve stukken te machtig. Als wit niet uitkijkt kan hij zelfs nog verliezen.

Ta3+ 22.Kc2 Ta2+

Jos5 Jos5

23. Kd3   de enige! Want:

23.Kc1?  Lxf3 24.Lxf3 (24.Pxf3 Txe2) 24…La3+ (of ook goed natuurlijk 24…Txd2) 25.Kd1 Ta1+ en zwart komt een kwaliteit en een pion voor!

23.Kb1 Lxd2 materieel gelijk, maar zwart heeft een betere pionnenstelling

23.Kd1 Lxd2 24.Pxd2 Ta1+ en zwart staat een kwaliteit voor

Nu heeft zwart dus herhaling van zetten  23. Kd3  Ta3+  24. Kc2  Ta2+  enz.

Ron: 'Met Kd3 i.p.v. e4 gaf ik al het voordeel weg. f5 gevolgd door Ld5 en ik moet al tevreden zijn met remise. Als ik e4 speel, kan ik in veel stellingen gewoon een kwaliteit (Th1) geven. Jammer …'

‘Foutje bedankt’  bij Bert-Martin:

BertMart1  BertMart1

7. ….  Da5?  Na 8. Dxa5 Pxa5 volgt 9. Pb5! en dan zit zwart al in de puree. Hij verliest minstens de pion op a7 en blijft vooral met een lastig te ontwikkelen stelling zitten.

De mooie eindstelling Bert-Martin

BertMart2  BertMart2

Wit promoveert of wint veel materiaal

36. …  Kd7  37.Th8

36…Le5 37.b7 Kd7 38.Th8! en op 38. ….  Lxh8 volgt b8D, en na 38. ….Lb8 Txb8 blijft wit een Toren voor;

36…Kf7 37.b7 Kg7 38.Tc1

 

Gerrit op stoom

FrGerrit1  FrGerrit1

12. Pe5? Waarom eigenlijk niet?

Daarom niet: 

12. …. Pxe5?  13. Lxe5  Ld6  14. Lxf6  Dxf6 15. bxc4 dxc4   Aldus Prof Ir G. v.D. (0k).

(Beter dan 12. …Pxe5 was volgens diens confrater  Prof Dr K. geweest dus 12.  bxc4  Lxc4  13.  Lxc4  dxc4  14. De2  =

Witte problemen na zet 17. d5?

FrGerrit2  FrGerrit2

Na  17.d5?   is gewoon 0-0 al sterk.  (Voor slaan op e6 hoeft zwart niet bang te zijn. Sterk zwart loperpaar, lastige zwarte pionnen op de damevleugel) En er zijn nu veel mogelijkheden goed.  Zwarts  17. ….e5 is niet slecht, maar toch minder. 

Eindstelling:

FrGerrit3  FrGerrit3

Zit er nu nog wat voor wit? Leuke pion op b5. Maar zwarts c3 is nog leuker.  Een witte vrijpion op d5. Maar ongelijke lopers! Ik zou het echt niet weten. Maar Prof Ir GvD en Prof Dr K  zijn het eens. Best wel remise. En Frank is al lang blij dat zijn natte krant netjes bij het oud papier kan.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.