Heerlijk avondje,2e druk

Na 80 jaar ben ik nog steeds nerveus als ik me naar zo’n ontmoetingscentrum moet begeven, waar hèt wellicht kan gaan plaatsvinden. Wel een beetje optimistische spanning, maar toch. Zou hij wel komen? Of gaan we voor niks? Het weer is niet lelijk.  Het is zelfs volle maan. Dus daar zal het niet aan liggen. Maar er is zoveel meer onzekerheid in de wereld dan toen ik vier was. Zou die zwarte Piet wel zwart zijn. En zou iemand van ons groepje makkers hem vanavond misschien toegestopt krijgen?  Niet te hopen. In de auto kon zelfs hun wild geraas me niet helemaal gerust krijgen.

Maar ja hoor. Hoera! Hij kwam. Met kadootjes voor bijna iedereen. Bijna iedereen heel blij. Hadden gekregen wat ze diep in hun hart hadden gewenst, maar waar ze nog niet echt op hadden durven rekenen. Des te schrijnender voor die twee die het zakje met wat zout kregen. Schrale troost : Niemand nam het ze kwalijk. Ze hadden wel in ieder geval erg hun best gedaan. Na het feest deed iedereen zijn best om ze wat op te beuren. “Je hebt het spel echt wel goed gespeeld, maar ja het was vanavond echt gewoon te moeilijk. Het stond nu eenmaal al genoteerd in het Grote Boek, dus dat onheil was gewoon niet af te wenden.”

Moet wel worden vermeld dat ook vanavond de kadootjes weer erg ingewikkeld waren ingepakt. De meesten van ons clubje waren met toenemende wanhoop  de hele avond bezig met het uitpakken. En velen zullen gevreesd hebben dat er tenslotte na al die inspanning alleen een briefje zou worden gevonden,  met een nul erop of soortgelijke ongein.

Alleen Ron bleef dat bespaard. Na 15 minuten wist die al dat het voor hem een heerlijk avondje ging worden. Zijn kadootje was eigenlijk nauwelijks ingepakt. Je kon zelfs met het papier eromheen al zien wat er in zat. Een vol stuk na zet 5!

Goed te zien bij wie het moeilijk is

Maar verder…..  Gerrit begon als gewoonlijk weer te voorzichtig en stuitte daarom al gauw op veel kleverig plakband. En het bleef maar voortduren. Heel taai allemaal. Taai-taai bijna. En pas na heel veel geduldig prutsen met nerveus trillende handen kwam laat de surprise op tafel: een prachtige raadsheer. Bijna antiek. Een aanwinst voor zijn vitrinekast. Een van de makkers wees me erop dat Gerrit als altijd zulke heel nerveuze fysieke trekjes vertoonde in zulke situaties. Dat was mij nooit opgevallen. Wel dat hij als een kind zo blij kan reageren bij ontvangst van zulke kadootjes. Nu dus ook. Maar hij is te goed opgevoed om hier in aanwezigheid van  zoveel  beduusd kijkende vreemde speelgenootjes zijn ons allen bekende schaterlachje te laten klinken Doch een brede glimlach week de rest van de avond niet meer van zijn gelaat. Begrijpelijk. Hij kon hierna opgewekt gaan genieten van het gepeuter van anderen.

Bij Martin viel het ook nog wel mee. Hij pakte het maar weer op zijn Engels aan. En we weten na al dat Brexit-gedoe dat dat vaak nogal onoverzichtelijk is. Kreeg hij wat, of kreeg hij niks? En ineens was daar toch wat lekkers. Twee marsepeinen pionnetjes. Leuk en smakelijk. Hij kon er gelijk van gaan genieten. Zeker toen zijn tegenstander  dat gesnoep niet wilde aanzien en dus gelijk maar opgaf.  Beetje snel. Maar Martin troostte hem :” Ja, je hebt gelijk,  met die twee erbij had ik me vanavond echt wel weten te verzadigen.”

Trucs uit de toverdoos

Jos mocht vanavond zijn bekende eerder hem geschonken goocheldoos weer gebruiken. Die heeft daar  intussen zoveel trucjes mee geleerd. Ook hoe je een in ontbijtkoekviezigheid  verpakte koning moet bemachtigen. Hij verloor en passant wat gereedschap. Een pion.  Ik begon te twijfelen. Ja ik zie zijn paardje nog wel heen en weer huppelen.  En we weten nu wel dat hij erg handig is met het resterende gereedschap, maar ja dan is er ineens weer wat weg. Veel stukkenruil. Dat maakt het uitpakken er niet eenvoudiger op. En hola, daar gaat nog een pion. Ik vrees dat het toch allemaal vanavond zijn huisje voorbij gaat rijden. En dan ineens  is daar weer zo’n ongelofelijke truc. Kan hij toch nog een halfje uitpakken? Ja hoor. En zijn tegenstander is kennelijk net als ik zeer verbijsterd. Die gaat hem van de schrik nog een handje helpen. Jos komt bij me langs met zijn gebruikelijke vraag: “Hoe staat het er verder voor?” “ Nee alsjeblieft Jos, je gaat nu echt geen remise aanbieden. Echt niet!” “Ja maar een overwinning is helemaal niet verdiend!” “Dat zal best, maar we hebben die punten hard nodig Jos! “ “Hmmmm “  Maar hij krijgt de tijd niet. Zijn tegenstander steekt zijn hand al uit om hem te feliciteren.  O kom er eens kijken!  Dat doen er dan velen. Daar ligt hij. Die wat smoezelig geworden witte koning. Maar toch een heel mooi  onverwacht presentje.

Ron maakt het zich mijns inziens veel te moeilijk. Die blijft mooi in de aanval willen winnen, maar had gewoon veel stukken kunnen ruilen en dan op zijn  sloffen wat minder fraai maar normaal gewoon winnen. Nu wordt het nog een beetje van zijn bekende steunen, hoofdschudden,  en tijd verspillen. Maar uiteraard dat kadootje van zet 6 gaat niet verloren. En dus wint hij natuurlijk.  

Hebben we dan echt Jos z’n punten hard nodig? Toch wel.

Herman doet wat we van hem verwachten. Heel lang goed spelen, het zijn tegenstander het behoorlijk lastig maken, en dan toch helaas verliezen. Hij stelt ons niet teleur. Maar wel voor raadsels. Al zo goed spelen en dan toch iedere keer weer gaat het mis. Enfin, eens is dat over!

Bert staat twee pionnen achter. Paul won een stuk, maar gaf het daarna ook weer weg. We zullen  al blij zijn als hij een halfje in zijn schoen vindt, maar je weet het niet.  

En Frank. Waar die mee bezig is? Hij zit veel in het buitenland. Ook in zijn openingen. Vanavond naar Sicilië in plaats van naar Frankrijk. Maar om hem nu in de zak naar Spanje te zien afvoeren. Dat vinden we geen prettige gedachte. Maar het lijkt erop of dat gaat gebeuren. Zijn koningsstelling is een ruïne. Te veel stukken zijn niet ontwikkeld. Daar valt vast geen chocolade meer van te maken. Laat staan een chocoladeletter 1.

Maar dan ineens!

Paul lijkt eindelijk toch een oplossing te vinden. Zijn tegenstander ziet heel veel, maar speelt de hele partij al veel te gehaast. En dus af en toe onnauwkeurig. En soort Limmense versie van Ab. Paul wikkelt ineens vlot de verpakking af. Met een vol verwachting kloppend hart zien wij het gebeuren.  Naar een eindspel met 2 pionnen meer. En dat is dus toch gewonnen.

Ik ga het toch redden geloof ik

Frank  worstelt zich een uitweg uit zijn misère. Rommeldebommel, wat een gestommel. De  tegenstander wordt nu op zijn beurt zelf ingepakt. Met wat fraaie (eindelijk) eindzetten doemt Frank hem tot bewegingloosheid.  En wint! Hij kan nu zijn vanavond zo verschrikkelijk moeizaam bijeengeraapte pepernoten gaan nuttigen.

Zo die klus is geklaard. Iedereen tevreden.

Na het briljante Pd8

Maar Bert niet. Die ziet heel knap kans om met twee pionnen achterstand tegen een schijnbaar onaantastbare verdediging toch nog tegenspel te creëren. Het is al elf uur. Hij maakt het spelletje heel heel ingewikkeld. De hele optocht is bijna gepasseerd. De Limmense Pieten zijn al begonnen met afschmincken.  Alleen Bert zit er nog. Beide spelers aardig al wat tijdnood. Minstens vijftien kijkers om hen heen. Iedereen denkt na Bert’s magistrale 30e zet  dat ook zijn welhaast Lohmanniaanse tovertruc toch nog een schitterend kado zal gaan opleveren. Maar helaas helaas … !  Zijn tegenstander is of een aanstormend talent, of toevallig vanavond in topvorm, of is hij die onbekende hoge schaakpiet die in vermomming is aangetreden, want jasses wat speelt die vent sterk! De hele avond al! Hoezo 200 elo-punten minder! Niks van te merken. Dus die vindt de moeilijkst vindbare oplossingen, ook in tijdnood. Alles ziet die slimme Piet, zich vergissen kan hij blijkbaar niet. Na 32  zetten moet Bert opgeven. Een magistraal optreden, van beiden. En gezien de totaaluitslag is er absoluut geen reden Bert de zwarte Piet toe te spelen. Gelukkig maar. Hij zal het hier al moeilijk genoeg mee hebben.

We kunnen naar huis. Dat was een heerlijk avondje. Zou hij wel komen? Ja hoor. Hij kwam. Wie of wat? Die voor ons zo noodzakelijke overwinning!

Wij kunnen zingen en springen en zo blij zijn. Iedereen wil nog wel even nakaarten. We zij nog lang niet moe, maar ja, we moeten naar ons bedje toe. Morgen weer een dag.

Bovenstaand relaas schreef ik op zonder nog de surprises op mijn kamera te hebben uitgepakt, en zonder nog mijn nep-sint (sorry: wepsint) te hebben geraadpleegd. Gewoon eigen kinderlijke enthousiaste beleving.

Wat de wepsint me thuis nog opleverde gelieve u hieronder aan te treffen:

Het supersnelle kadootje voor Ron, en hoe het ook simpeler had gekund, en hoe het toch een mooie aanval werd. Niet moeilijk, maar wel grappig. Niet zo leuk voor Dirk Aafjes.



Gerrit’s kadootje in nog steeds geen superleuke stelling

  Gerrit – Limmen (40.Ta7)

40 …. Le7 ???  (Komodo geeft  40 …  g5 41 fxg5 Lxg5met ietsje beter voor zwart)  41. Dxe7  Dankuwel alstublieft.         

Uit de toverdoos van Jos:

Ron:  ‘Jos werd gewoon overspeeld. Na Pxc5 i.p.v. Pxf6 kan hij inpakken. Nu won hij vervolgens alsnog met mazzel. ‘   Ja zo kun je dat ook noemen, maar ik vond het meer toveren. Alsmaar blijven loeren op tactische mogelijkheden en dat het dan nog lukt ook!



Paul weet dat kadootjes krijgen leuk is,  maar kadootjes geven ook.

Kadootje krijgen :

  Limmen – Paul (25…Tf3)

Wit speelt  26. Ph2 ??  ( 26. Dg2! En wit staat nog steeds heel erg gelijk) 26 ..  Tf2 ! wint een stuk. Het paard op h2. Wit zal dan hopen dat hij dat zwarte paard op zijn beurt ook in het nauw kan brengen, maar dat kan niet echt.

Kadootje geven (jammer genoeg zonder gedicht) :

  Limmen – Paul (30.Tg1)

Paard toch gevangen? Welnee. 30  ….  f5 !  31 gxf6 en passant  Pxf6

31. … Pe3?  en dus  dankje sinterklaasje 32. Dxe3

Ron: ‘De partij van Paul begreep ik niets van, hij wikkelde wel fraai af toen hij 2 pionnen voor stond.’

Het waren er intussen drie. En de witte piet begrijpt dat hij zonder dame tegen drie pionnen extra echt nergens meer op hoeft te rekenen. En dat weet Paul ook. Vandaar :

 Limmen – Paul (40.Dg5)

40. … Df6! 41. Dg3  Df2 en wegens de dreiging op c2 of b2 moet wit wel  ruilen. En hij geeft dus op. Ik vond het sinterklaaspapier van de verpakking wel origineel. Misschien kan Paul het bewaren voor een volgende gelegenheid. Als we volgend jaar tegen sinterklaas weer moeten zwoegen om in de tweede klasse te blijven.

En hoe werd bij Martin hard aan de deur geklopt? Of eigenlijk halfzacht geklopt?

In de stelling na zet 19 staat wit een fractie beter volgens de wepsint. Dat zal wel komen door die achtergebleven pion. Klein gebrek geen bezwaar: die dubbelpion van wit. Maar dat gaat pas in een eindspel een rol spelen. Nu doen ze nog goed werk.

Martin Zwaneveld – Remi Aafjes (19.Txb1)

Er dreigt natuurlijk Pa4! Zwart haast zich om extra dekking met zware stukken voor c6 te gaan regelen. Doch ziet iets over het hoofd. 19..  Dc7 ?? 20 Pxd5 Achjee! Die pion op c6 staat gepend! En als hij dan de penning opheft en na 20. …. Lxd3 21. Dxd3 alsnog slaat op d5 met  21. .. cxd5 gaat die er toch ook weer af 22. Lxd5 en omdat zwart dan even later eerst wat moet doen aan de dreiging Tb7 gaat ook de pion op a6 er nog af. Dat vond zwart wel genoeg.

En dan nu over Frank. Hij en Martin zeiden me na afloop dat Franks stelling niet zo slecht was als het eruit zag.



Maar hoe  lukte het Frank dan toch om zich uit die  narigheid los te worstelen. Daarvoor had hij de volledige medewerking van zijn tegenstander voor nodig.  Frank kon lang niet veel meer doen dan afwachten. Maar dat was voldoende.



Hoe het bij Herman ging, kan ik (alweer) niet goed bekijken, want ergens gaat het in zijn notatie mis, en meestal kan ik dat met de notatie van de tegenstander dan wel weer rechtbreien, maar deze tegenstander had helemaal zijn partij niet genoteerd. Dat mag niet. En zeker niet in een wedstrijd voor de bond, en daar had Herman tegen kunnen protesteren. Maar die wist dat niet.

Ik wil Herman wel nog even erop wijzen dat hij het bekende schijnoffer had kunnen brengen, waarna zwart gelijk tevreden mag zijn met zijn stelling.



Commentaar van Ron:  ‘Jammer dat Herman zijn truc niet speelde die hij geleerd heeft van Jos. Daar was zijn tegenstander vast ingetrapt. Maar Pa4 is geen zet in Italiaans, ik had gewoon Le7 gespeeld (en daarna a6 met dreiging b5). Maar ach Herman deed zijn best.’

En dan heb ik het lekkerste voor het laatst bewaard. Vroeger begon ik al direct na het begin van strooiavond aan de marsepein en de chocoladeletters. Maar nu heb ik gewacht. Nu dus pas het lekkerste. Voor mij althans. Voor Bert waarschijnlijk minder. Die houdt vast niet van dit soort lekkernijen.

Een geweigerd damegambiet dat tot en met zet 11 gewoon in de theorie staat. Maar dat weten deze kemphanen waarschijnlijk niet, hebben ze ook niet nodig, kunnen ze zelf wel uitvinden. Wit staat een fractietje beter. Dat hoort zo.

  BertLimmen (11…Ld6)

Echter bij zet 17 geeft Bert gewoon een pion weg. Een blundertje. Denk ik. Als het niet zo is hoor ik het wel. En nog erger, daarna gaat er nog een witte pion van het bord af. Dramatisch. Nu is er een fors Elo-verschil, dus denk je, nou het is Bert, dus wellicht weet hij het toch te redden. Maar leuk is anders. Bert gaat de rest van de avond in diepe concentratie. Hij speelt verder geweldig constant. Maar helaas zijn tegenstander ook. Toch wordt het bij de 27e zet heel erg spannend. Bert wint een pion terug. En heeft ineens ook prachtige aanvalkansen! Wat een prestatie! En daarna wordt het feest. Dat wordt mede veroorzaakt doordat beide spelers intussen in tijdnood beginnen te geraken. Speel het na! Het is … nou ja dat zei ik al. De pepernoten vliegen in het rond.



Als we nu nog ergens een puntje pakken gaan we het ook dit jaar redden in de 2e klasse. Dat moet ergens nog wel één keertje lukken. Met hulp van de mannen op de reservebank. Wat niet wegneemt dat ik de nieuwe regeling van de nhsb niet kan toejuichen. Moet je zo’n team van Purmerend zien. Gemiddelde Elo:  1920. Dat is toch niet leuk meer. En bij de Waagtoren is dat niet veel anders. Daarbij vergeleken zijn onze BertK2 en Jos en Koen maar kleine jongens. (Maar o wat zijn we blij met ze.)

Eindcorrectie moet nog volgen

Bord 1 Dirk Aafjes (1465) Ron de Vink (1904) 0 – 1

Bord 2 Tars Wanders (1471) Jos Lohmann (1815) 0 – 1


Bord 3 Barry Blekemolen (1597) Bert Kuijer (1790) 1 – 0


Bord 4 Robin Rommel (1440) Paul Verkooijen (1773) 0 – 1


Bord 5 Remi Aafjes (1525) Martin Zwaneveld (1704) 0 – 1


Bord 6 Gert-Jan Hafkamp (1549) Frank de Geus (1692) 0 – 1


Bord 7 Hans de Goede (1441) Gerrit van Dok (1551) 0 – 1


Bord 8 Samer Alrayes (1321) Herman Zwaneveld () 1 – 0



Gemiddelde rating Vredeburg: 1476 Gemiddelde rating Aris de Heer: 1747

totaal 2 – 6

Kalme training vooraf

Met  een zeer belangrijke externe wedstrijd eind van de week in het vooruitzicht werd er kalm en serieus getraind vanavond. Belangrijke externe wedstrijd omdat er niet veel teams in onze poule zitten waartegen we mogen hopen wat punten te kunnen binnensprokkelen. Dus dat moet vrijdag aanstaande  eigenlijk echt gebeuren!

Kalme training dus. Echt spannend werd het voor mij alleen bij Gerrit tegen Ron

Paul, Frank, en Bert speelden tegen hun op papier wat minder sterke tegenstanders rustige partijen, wachtend op het moment dat de konijnen zouden langskomen. En die kwamen langs!

Bij onze Franse Frank was dat bij zet 15. Toen kon hij op wel erg simpele wijze een kwaliteit winnen. Jos adviseerde me enige tijd geleden een aflevering te gaan wijden aan blunders en blundertjes. Nou daar zou ik dit voorbeeld wel bij kunnen gebruiken. Het valletje dat Frank zette was wel erg doorzichtig, maar het konijn stapte er welgemoed in.

  Herman – Frank (14…Da6!)

Een gelijke stelling.  Na 14. ..  Dc6-a6 dacht Herman wellicht dat zwart geen zin had in dameruil. Dat klopt absoluut.  Frank wil natuurlijk winnen en daar wil een Dame wel eens goed bij van pas komen. Maar het is toch niet lastig om te zien dat als die zwarte loper weggaat de witte dame ‘en prise’ staat. Dus even kijken of die loper wat akeligs kan uitrichten. Er kan nog van alles, maar het simpelst is het natuurlijk  om die witte Dame maar even van de d-lijn weg te halen met 15 De3.  Maar wit speelt 15 Pd2?? En na 15. …  Lb5 verliest dat een kwaliteit op f1. Terwijl na 15 De3 op Lb5 die Toren gewoon even ‘de benen zou kunnen nemen’. Dus nog steeds gelijke stelling. (Ik geloof niet dat deze benen-uitdrukking hier plastisch erg klopt. Maar ja het is wel duidelijk, dus vooruit maar.)

Na de kwaliteitswinst speelt Frank heel rustigjes zijn partijtje uit. Niet te ingewikkeld maken, weinig kans op eigen foutjes dus. Gewoon op safe spelen. Komt er vanzelf nog een pionnetje voorbij, en tenslotte nog een stuk. Na 27 zetten afgelopen. Eenvoudig, maar doeltreffend.

Bert tegen Ab vertoonde iets dergelijks. Maar daar duurde het langer en was het subtieler. En daarbij moet worden opgemerkt dat Ab het in de opening heel goed deed.  Zijn opstelling tegen Bert’s gebruikelijke Siciliaan is niet de gevaarlijkste, maar is zeker niet slecht. Na 13 zetten is de stand nog steeds erg gelijk. En dan krijgt Bert een aanknopingspunt: een achtergebleven pion op de c-lijn, waar hij zijn zware stukken op kon richten.

  Ab – Bert (13…Le7)

Volgens  Prof Dr Ir Komodo was dat nog net zo erg als hij nu 14. Tf1-c1 had gespeeld in plaats van 14. Ta1-c1.  Ja, dat is wel erg subtiel. Dit is weer een mooi voorbeeld van hoe vaak dat moeilijk is: de goede toren kiezen. Ik zou zelf waarschijnlijk ook de verkeerde hebben gepakt. Dankzij mijn digitale hoogleraar begrijp ik het hier inmiddels wel een beetje: na het voor de handliggende 14. ..  b5 kan (met ook een Toren op a1) met veel meer effect 15  a4 worden gespeeld. (Direct 14  a4 was ook een mogelijkheid)

Nu kan Bert dus geduldig manoevrerend al zijn stukken op die achtergebleven pion richten.  Dat geduld is nodig, want wit kan alsmaar proberen dat zielige ding nog een keertje en nog een keertje te verdedigen. Wit heeft zelf helemaal niks leuks. Maar gek genoeg valt het toch nog niet mee voor zwart om echt te profiteren. Vandaar dat geduldige.

Er is dus ook hier een valletje nodig waar een konijn intrapt:

  Ab – Bert (27…Dc6)

Ab was in zijn werkzame leven chemisch technicus en zo’n beta kan best wel aardig tellen: c3 wordt drie keer aangevallen, maar ook drie keer gedekt! ‘Zo, nu heb ik dus even tijd om eindelijk zelf ook eens wat te ondernemen!’  28 h4 ?

Hij overziet dat weliswaar c3 voldoende gedekt is, maar d4 niet!  28 Txd4 ! Die wordt geslagen, maar dan staat de Toren op c2 onvoldoende gedekt. Dat is dus toch een pion! Maar gek genoeg is het dan nog steeds niet gemakkelijk voor zwart om te profiteren. Geduld blijft een schone zaak (en schenkt uw toeschouwer veel vermaak) . Pas op de 35e zet als wit nog een fout maakt kan zwart er echt korte metten mee maken. Een niet heel spectaculaire maar wel erg gave foutloze partij van Bert, en eigenlijk vind ik dat ook Ab wel goed gespeeld heeft. Jammer dat hij vanavond een tegenstander trof die aan een heel klein missertje genoeg had om heel geduldig gewoon te winnen.

Paul speelde tegen Peter met wit Schots en omdat hij daar natuurlijk heel veel ervaring mee heeft, won hij al op de 6e zet een pion. Daarna ook hier:  veel geduld. Te veel zelfs, want bij zet 9 had wit een stuk kunnen winnen.

  Paul – Peter (9.Lg5)

9. …  Ld4!!  Die valt zowel het paard op e5 als de pion op b2 aan (met rampzalige gevolgen voor de Toren). En als 10. Pe5-d3 komt, volgt  10 …  Le6xc4. En indien  10. Lxe6 volgt Lxe5 en die fatale dreiging op b2 blijft erin zitten. Kortom!

Maar Paul, ook zo’n chemisch technicus die goed kan tellen, zag dit toch even niet. Of had gewoon meer zin in een lekker gaaf geduldig potje met één pionneke meer. Peter doet verder erg zijn best, maar Paul speelt verder vanavond foutloos. Peter steekt ten onrechte later dan nog maar een stuk in een speculatieve, maar naar gauw blijkt,  kansloze onderneming met een niet erg gevaarlijke vrijpion. Ja en dan is het bij de 36e zet echt wel afgelopen.

Spannend vond ik Gerrit tegen Ron. Wegens de nogal eigenzinnige openingsbehandeling van Gerrit (tempoverlies bij zet 3!) stond Ron na 4 zetten al beter. En na 10 zetten al veel beter. Na een zet of 15 begon Ron aan een aanval op de witte koningsstelling. Daar houdt hij van en  is hij goed in. Meestal. Maar nu had het af en toe beter gekund. En daarom werd het spannend. Kon Gerrit ontsnappen? Dat had gekund. Maar het gebeurde niet. Na de winst van een klein beetje materiaal (kwaliteit) bij zet 26 was het niet zo moeilijk meer voor zwart. Daarna schoof Ron het voorbeeldig naar een eind.

Gerrit – Ron



Nu nog een voorbeeldje van dat voorbeeldige:



Aldus werd het een nuttige trainingsavond. Voor Ron, Bert, Paul.  Als ik naar de ELO’s kijk, denk ik dat het dit keer nu eens een keer meer van onze hoogste borden moet gaan komen. Aanstaande vrijdagavond wordt het echt belangrijk. En om Jos te citeren: Onderschat ze niet!.

Succes!

stand na ronde 5 (28-10)


Wit Zwart Uitslag
Bert Kuijer Gerrit van Dok 1-0
Ab Hauer Herman Zwaneveld 1-0
Frank de Geus Martin Zwaneveld ½-½
Matthijs Groot Paul Verkooijen 0-1
Ron de Vink Peter van Putten 1-0

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 5

Nr Naam Punten Wa Gsp Gw Rm Vl Perc
1 Ron de Vink 55,67 15 5 3 2 0 80,0
2 Bert Kuijer 49,67 14 5 3 1 1 70,0
3 Frank de Geus 43,83 13 4 1 3 0 62,5
4 Martin Zwaneveld 39,33 12 5 2 1 2 50,0
5 Peter van Putten 31,17 11 2 1 0 1 50,0
6 Gerrit van Dok 28,33 10 5 2 0 3 40,0
7 Paul Verkooijen 26,33 9 3 2 1 0 83,3
8 Ab Hauer 25,67 8 5 2 1 2 50,0
9 Herman Zwaneveld 21,67 7 3 0 0 3 0,0
10 Matthijs Groot 16,67 6 3 0 0 3 0,0

Kromme tenen

Niet dat de clubgenoten hun schoeisel hadden verwijderd. Ik kon het dus niet zien, maar wel erg vermoeden. Kromme tenen. Bij Paul tegen Matthijs, bij Frank tegen Martin, en in veel mindere mate maar ook nog wel een heel klein beetje bij Ron tegen Peter. Bij Bert tegen Gerrit was dat nauwelijks het geval. Nou ja, vermoed ik dus.

Het ging in drie gevallen om witspelers die zich eigenlijk niet goed konden veroorloven niet te winnen. Maar waarbij het langer duurde dan ze lief was. Vermoed ik. Bij Frank tegen Martin kon Frank zich natuurlijk qua plaats op de ranglijst best wel veroorloven niet te winnen, maar ja, daar gaat het wel om al een sinds hun jonge jaren bestaande gezonde forse rivaliteit. Frank ging er hard tegenaan. Weer met die opening waarvan ik de naam niet mag noemen van Jos, zoals ik vorige week al meedeelde.  Omdat ook Martin afzag van het al zo vaak hier geopperde recept om heel snel …. d5 te spelen ( op zet 3 of 4 al) kwam hij al gauw onder druk te staan. Bij zet 10 werd het zelfs een beetje ontmoedigend.

FrankMartin1

Bijv.11.  0-0-0! ( 11 … Lxc3 12  bxc3  f5  13. Lc5 en zwarte krijgt ruimtegebrek) (of:  11. … f5 12 e5  idem)

Maar Frank deed hier 11. Db4 met plannen die niet helemaal klopten.  En omdat Martin dat begon aan te tonen en Frank toch ieder geval het initiatief wilde behouden, besloot hij maar een stuk te offeren voor twee  pionnen.



Ik zag er eerst niks in, maar Frank liet zien dat er toch wel iets aardigs in zat. Na zijn zet 15 begon ik me af te vragen hoe zwart eigenlijk uit die beklemming zou kunnen ontsnappen. Een Houdini-act is nodig. Waar kunnen zijn stukken eigenlijk nog naartoe? Was dat offer misschien toch correct? En hier begon het grote tenenkrommen dat de hele verdere avond zou voortduren. Ik vermoed van zowel de witte als de zwarte tenen.

Eerst moest Martin een way-out vinden. En dat lukt hem. En naarmate de bewegingsmogelijkheden voor zijn stukken toenamen, werd de compensatie voor het geofferde witte stuk steeds geringer. Frank verzon veel om toch leven in de brouwerij te behouden, maar Martin liet zich niet van de wijs brengen. Hij miste wel eens wat, maar bleef zijn grote materiële voordeel toch steeds vasthouden. Maar intussen begon voor beiden de klok een grote rol te spelen. Logisch want er had hiervoor heel veel denkwerk moeten plaatsvinden. En dan valt het nog steeds bestaande zwarte voordeel alsnog in duigen. Frank dreigt, en dreigt. Martin denkt bij zet 30 dat hij het beste het stuk kan terugofferen, wat echter helemaal niet nodig is, en dan staat bij zet 32 er ineens een mooie stelling op het bord met diepe combinatoire mogelijkheden. Omstanders fluisteren dat wit nu zelfs kan winnen. Maar dat lijkt maar zo. Maar als dat niet lukt dan is het voor wit beter om op die manier maar wel in toch nog steeds iets mindere stelling remise af te dwingen. Want dat kan wel, met die spannende zet 32 Txf7 !



Maar Frank probeert wat anders, had wellicht geen tijd meer om dit allemaal uit te rekenen,

En speelt 32. Td7-d2, waarna nog steeds zwart wat voordeel behoudt, maar die heeft ook geen tijd meer heeft om dat te gaan benutten. In grote tijdnood dus maar remise. Niet alleen de spelers maar ook uw oplettende waarnemer, ze hadden zeker grote moeite om die tenen weer recht te krijgen.

Matthijs tegen Paul. Deze laatste moest voor zijn fatsoen natuurlijk wel even winnen. Maar dat wilde maar niet lukken. In een potje Schots – waar Paul veel ervaring mee heeft met wit –  probeerde hij met zwart vreemde zetten om zijn tegenstander in de war te brengen. Zonder het gewenste resultaat. Wel stond al gauw zijn eigen koningsstelling  op de tocht.



Eindelijk heeft Paul zijn zin gekregen Hij staat nu een pion voor. Maar dat eindspel is allesbehalve gemakkelijk. Hij is er nog steeds niet. De tenen kunnen nog niet recht.

Matthijs heeft beslist compensatie voor zijn pion en door zijn actief spel wordt het er voor Paul alsmaar niet echt beter op.  Hèhè,  pas na zet 35 Pe5 van wit krijgt hij weer echt iets in handen.



Maar toch! Matthijs vindt toch nog iets om tegen te stribbelen. En Paul doet het dan toch nog even fout. Zet 45 …  c4  is niet goed.

En pas na een foute 48e (!) zet van wit kan Paul gaan afronden. Tjonge!

Als die Matthijs er eens een keer echt voor gaat zitten, is hij  een geduchte tegenstander. En nu maar hopen dat hij dat vaker kan opbrengen. Wordt hij een vaste kracht voor ons eerste! (hihi)



Ron tegen Peter

Met de bekende London. Daar moet wit even geduld mee hebben. Het duurde een zet of tien. Toen ging Peter  onduidelijk aan de scharrel met zijn dame. Wit krijgt dan duidelijk voordeel. Dat raakt hij de hele avond nergens meer kwijt. Misschien toch wel een beetje kromme tenen, want het duurde wel voor hij er iets mee kon. Peter raakt een pion kwijt. Later nog een. Dat eindspel is voor wit te winnen, ook als het een toreneindspel is geworden (wat toch nog wel eens problemen kan opleveren voor de speler met een pionnetje meer.) Moeilijk is het niet, maar wat duurt het lang. Geduld is een schone zaak  …..

Dat heeft Ron. Een hele avond lang. Dus een vlotte walk-over met de London, met een leuke koningsaanval, waar Ron zo van houdt,  dat werd het echt niet. 

Bert tegen Gerrit

Bert speelt zijn Konings-Indisch,  maar wel met wit. ‘In de voorhand’ heet dat.

Dat is niet agressief, en ook dat vraagt om geduld. Dat heeft Bert zeker. Hij zit er tamelijk ontspannen bij. Lijkt mij. Zo van : ‘Het komt allemaal wel goed.’ Hij krijgt zoetjesaan inderdaad een betere stelling. Meer ruimte. En Gerrit tobt –als gebruikelijk- met zijn particuliere probleempje van een weinig actieve, opgesloten dameloper.

BertGerrit b5

Langzaam bouwt wit het voordeel uit. Zwart krijgt nog één kans om de aanval een beetje tegen te houden

Bert – Gerrit (26.La3 )

Met 26 … Lc5!? Om te voorkomen dat die witte dameloper al te machtig wordt. Maar na 26. … De8? wordt zwart overlopen. 25 c4 Kh8?  26 e5! Pg8  brrr, zal moeten. Wit verdubbelt   zijn zware stukken op de d-lijn en dan is het gauw over en sluiten.

Dat was het weer. En Martin, nog wel bedankt voor het zo snel opsturen van het pgn-bestand van je partij. Dat scheelt me veel tijd. Tot maandag.