Alle berichten van Eddy Saraber

Heilloze Kleurigheden

L

Nog een enkel resterend mooi momentje uit de  wedstrijd tegen Oppositie2:

Frederik SmithBert Kuijer

OppExtBert6 OppExtBert6

24. …. Lxe4! slaat wit met paard is het mat op h2. Slaat hij met de loper dan volgt Txd1 en Dxd1 kan niet wegens Pf2 mat.  Opgetogen schoot Paul mij aan: “Bert heeft een prachtige zet gedaan.” Ik dacht zelf aan Db6. Dat blijkt ook wel aardig maar lang zo goed niet! (24…Db6 25.Tf1! Pe3 26.Df2   (-0.90) ) “Ach” zei Bert na afloop  “ik wist dat ik beter stond en ik stond ook nog een pion voor. Ik wist dat ik dat ging winnen.  Ik houd het graag overzichtelijk!”  

25.De2 (-2.50)   (Iets beter is 25.Le2 Lf5 26.Lxg4 (26.Pxf5 Dxh2#) 26…Lxg4 27.Txd8+ Txd8)

25…Lxd3 26.cxd3 Pf6   Wit ziet dat hij in deze stelling op normale wijze kansloos is (pion achter + zwakke d-pion) en gaat over op een wanhoopsoffensief.

OppExtBert7  OppExtBert7

27.Tc1?

Waarna Bert laat zien dat twee goed samenwerkende torens zeker sterker zijn dan een dame.  Dxc1 28.Txc1 Txc1+ 29.Pf1 enz.

Met als eindproduct

OppExtBert8  OppExtBert8

35. ….  Txg2+ 36.Kh1 Tge2! En wit kan alleen mat met Tb1 voorkomen door zijn dame te geven.

Aart van den Brink – Gerrit van Dok

OppExtGerrit4  OppExtGerrit4

Komodo geeft 11 zetten voor zwart die een volkomen gelijkstaande stelling opleveren. De hangende pion op e3 is niet zo belangrijk. Want als de zwarte toren van de c-lijn afgaat wordt de witte dame akelig actief. Bijv. 38. Kh2! Txe3? 39. Dc2 g6? 40. Dc8+ !

Maar wit verknoeit een hele avond hard en moedig werk met de zo’n beetje enige slechte zet die hier mogelijk is:  38. Da4??  wat zwart een levensgevaarlijke vrijpion oplevert!  ( Wit keek alleen naar een buit op d5.)  Dxa4  39. bxa4 b3!  40. Txd5? b2  en uit.

En de hele partij van Ron. Omdat het leuk was (voor ons) maar ook omdat ik er een vrijwel volledige analyse bij kado kreeg.

Ron de Vink – Peter  Folkertsma 

‘Ik wilde wel weer eens wat anders proberen, nu de Jobava-aanval (d4, Pc3 en dan Lf4). Ik kan het toch iedereen aanbevelen om verschillende openingen en stijlen te proberen en die zo nodig te combineren. Het heeft ook overeenkomsten met de London, waar ik in mijn partij gebruik van heb gemaakt, ook al was ik al snel op volstrekt onbekend terrein (maar dat is wel zo leuk).

 3…, c6 van mijn tegenstander was een goede en gezonde reactie.

 OppExtRon2 OppExtRon2

Het voorkomt o.a. de zet Pb5, een dreiging die er in de London doorgaans niet is. Wat ik van deze opening weet is dat je zo snel mogelijk stukken moet ontwikkelen en die centraliseren. Dan komen er vaak “vanzelf” allerlei combinaties in de stelling. Wat ik ook nog wist is dat op 3…, g6 (ook goed) i.t.t. bij de London direct dan Dd2 en ruilen van de fianchetto loper mogelijk is.     

4. e3  Ik verwachtte nu 4…, Lf5 waarna je met wit diverse mogelijkheden hebt, waaronder o.a. h3 of f3 en dan g4 kunt spelen met scherp spel en een type stellingen die mij wel liggen (ook al is dat uiteraard niet direct nog winnend). Mijn tegenstander speelde nu echter 4…, e6 (op 3…, e6 is 4. Pb5 een mogelijkheid) en nu kon ik aan de bak.  5. Ld3 Ld6

 Ik besloot na 5…., Ld6 mijn loper niet te dekken met een paard, maar 6. Lg3 te spelen.  Uit de London weet ik dat slaan op g3 dan link is, omdat de open h-lijn gevaarlijk kan worden en ik dan zelfs veel sneller op lange rochade kan aansturen omdat ik geen extra zet verloren heb met c2-c3.

OppExtRon3  OppExtRon3

 Hij verraste mij met 6…, Dc7. De bedoeling is duidelijk, hij wil e5 spelen (bevestigde dat later ook), een break die je als wit, ook in de Jobava liever niet direct ziet. Ik heb nu lang nagedacht over 7. f4. Dit creëert immers ook zwaktes (e3) (ES: e4?), maar geeft ook extra aanvalskansen en houdt de controle over e5. Ik heb later in de na-analyse ook geen weerlegging van deze opzet kunnen vinden.  Mijn tegenstander reageerde met 7…, Lb4. Mogelijk is dat dus al niet zo goed (tempoverlies), het plan met Pe4 blijkt niet te werken en hij komt nu toch wel verassend heel snel verloren te staan.   8.Pge2 Pe4? (Ld6!?) 9. Lxe4  dxe4  Na slaan op e4 (!) was 10. f5 met tempowinst al min of meer dodelijk. Ik voelde mij hier dan ook al erg content met de witte stelling.  Er blijkt daarna geen goede manier om pion e4 te verdedigen en zwart is ook fors achter in ontwikkeling.

OppExtRon4  OppExtRon4

10 f5 Da5?  (De7!?) 11. fxe6  Lxe6  12. 0-0

OppExtRon5  OppExtRon5

12. .. Lxc3 ( Dg5 ook niet voldoende maar wat beter) 13. Pxc3  f5!!  14. Dh5+

14. Dh5+ in combinatie met 15. Dg5 (geen lange rochade toestaan) is erg sterk.

 OppExtRon6 OppExtRon6

 14. … g6  15. Dg5  (Dh6!?)  15. … Pd7  (Dd8!?)

OppExtRon7  OppExtRon7

16. Pxe4! (let op de ongedekte dame op a5)  Dd8  17. Pd6+ ! Kf8

OppExtRon8 OppExtRon8 

Na 17…, Kf8 won 18. Dxd8 natuurlijk ook omdat je een 2e pion op b7 wint, maar dat ga je natuurlijk niet spelen Eddy (alleen als je een laffe, oude man geworden bent).

18. Dh6+ moet natuurlijk winnend zijn en na Kg8 is 19. e4  niet zo moeilijk te vinden en ook 19. Le5 zal wel winnend zijn (die moet hij wel slaan en je houdt dan een sterk gedekt paard op d6). Ook Herman, die leuk als toeschouwer meegekomen was (gezellig), had 18. Dh6+ gezien en dat de toren op h8 niet mee deed.  19. .. De7? Maar niets werkt meer. (Ook Df8 niet)

OppExtRon9  OppExtRon9

20. exf5 Lxf5  21. Pxf5  gxf5

OppExtRon10  OppExtRon10

22. Txf5 Dg7 23. Tg5 ( 23. De6 is mat in 2 maar dat maakt niet meer uit ) Zwart verliest nu de dame (en gaat mat in 6)

 Gelukkig voor Herman wist zijn zoon in diens partij het tij te keren (anders is het toch wel vervelend toeschouwen).  Kortom een leuke avond en een opening die ik ongetwijfeld nog eens ga proberen. Misschien ook iets voor Bert? Die is ook heel goed in combinaties met stukken.

Ron de Vink- Peter Folkertsma  04.04.2018

 

Een nieuwe lente (Oppositie)

De winterkou is nu wel uit de lucht. We gaan eindelijk weer een nieuwe zomer tegemoet. Ik zag al enkele kievieten in de Eilandspolder.  Driftig bezig met de voorbereiding van hun nest. Prachtige beesten toch, vooral als ze hun onverwacht grote, zwart-witte vleugels uitslaan en door snelle wendingen rond nepplekken je proberen te misleiden omtrent hun nestelplaatsen. Ik hoorde ook twee grutto’s. Die je waarschuwen niet dichterbij te komen, door fascinerend luid hun naam te herhalen, hoog in de lucht. Dat het allemaal toch nog bestaat. Maar hoe lang nog?

Wij bestaan ook nog. We hebben de klasse 3- winter goed doorstaan. Gisteren in Heiloo weer een goed kuiltje gemaakt, nu geen nep, of probeersel, maar echt.  Maar nu moeten we wel nog ‘even’ zorgen dat er wat in ligt.   Iedereen kon het nu wel weer horen: hoog in de lucht  herhaalden we onze naam : Aaa risss   Aaa risss! Toen ik van de week door het Uilenbosje bij Graft struinde, hoorde ik prachtige, luidkeelse vogeltjeszang, maar hoe ik ook zocht, de meeste zag ik niet. Ze waren er wel, maar verstopten zich. Het leken wel schakers  in Middenbeemster.

Als we na de zomer aan onze wintervlucht naar de warme tweede klasse beginnen, wie vliegen er dan mee? Koen van Lankveld? Ik zie hem even niet meer, maar ik hoor hem ook niet.  Jos? Ik hoor hem nog wel af en toe, maar ik zie hem niet.  Gaan Ab en/of Peter zich de komende maanden  geestelijk en lichamelijk voorbereiden op de zware trektocht? Wel een zware tocht, maar waar ze wel sterker van zullen terugkeren. Het lijkt me noodzakelijk dat  we met hen allen indringend gaan overleggen.

Foto’s groter of beter klik erop!

2S7A3146WEB  2S7A3146WEB

Het werd wel weer feestelijk deze derde paasdag. Paul en Ron en Bert stookten alle drie snel een mooi paasvuur waar we bewonderend omheen konden staan. Ook bij Martin, Frank en Gerrit sloeg de vlam er al snel in. Maar om een of andere reden zette het daar niet door. Hun vuurtjes dreigden nota bene al gauw te doven. Er moest de hele avond extra brandstof aan te pas komen voor ook bij hen het vreugdevuur een feit werd.

Na zijn vreugdevuur kon Paul rustig gaan genieten van de vroege bloei van zijn bollenvelden.  Al na 7 zetten!

2S7A3148WEB  2S7A3148WEB

Paul durft zijn onthutste tegenstander niet aan te kijken. Bang dat in hij lachen zal uitbarsten?

Na 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Lc4 Lb4+ 5 c3 dxc3  6. bxc3 Le7

OppExtPaul1 OppextPaul1

7.Dd5   Zwart kan mat alleen voorkomen door een paard te offeren. Daarna hoeft Paul alleen nog maar rustig rond te lopen en te kijken hoe alles groeit en bloeit.

Bij Ron duurde het maar weinig langer of de kuikentjes  kwamen uit de eieren gekropen.  Omdat hij me zelf veel commentaar zond zal ik elders zijn hele partij op de site zetten. Hier alleen maar even de stelling waarachter Peter Folkertsma gezichten naar mij zat te trekken, waaruit bleek dat die zich realiseerde dat hij er vanavond geen chocola meer van zou kunnen maken.

OppExtRon1  OppExtRon1

Ron zag dat niet, want die zat heel lang zwaar te peinzen hoe hij na 17. … Kf8 zijn fraaie nieuwste creatie nog meer kleur kon geven. Mijn latere suggestie dat hij toch niet zo eindeloos lang naar het leuke 18. Dh6+ had hoeven turen (omdat hij na Pxb7 met twee pionnen meer en gebrek aan veiligheid voor de zwarte koning  toch ook dik gewonnen stond) werd afgedaan als ‘laffe oude mannen’ – praat! En terecht natuurlijk.  Zijn variëteit werd echt wel een feest voor het oog. Ik vond bij een tekstje over bollen-kweken de volgende zin: ‘De kweker moet een eerste klas vakman zijn met veel geduld. Anders komt er niets van terecht!’ Geheel van toepassing dus vanavond op onze tulpenboer. Zie dus voor de details van deze kwekerij elders de toelichting van de expert zelf.

Bij Bert konden we vanavond ook terecht voor het zien ontstaan van een prachtig versierd groot chocolade-ei voor Frederik Smith. Natuurlijk werd weer de mal gebruikt van de Sicilaanse  Kan (Paulsen).  Maar er ging vanavond echt de hoogste kwaliteit cacao en cacao-boter in. 

OppExtBert1  OppExtBert1

16. Ld3? Pe5!  17. Pde2 d5!  En Bert kan beginnen te denken aan de strikken en de linten die hij nu kan gaan aanbrengen.  Wil daarbij soms onderweg nog wel eens iets losraken of  aan scherven gaan, daarvan is vanavond geen sprake. Zijn recept was eenvoudig: verhitten, onder druk zetten, weer afkoelen, en in ieder geval de dame  de keuken uit en vervangen door twee effectieve torenhulpen. Resultaat een foutloos produkt dat zo in de etalage kan. Dat doe ik dan ook verderop nog wel even.

 2S7A3155WEB 2S7A3155WEB

De onverstoorbaar geconcentreerde laat zien dat twee goed samenwerkende torens echt sterker zijn dan een dame.

Nu was het wachten op het resultaat van de laatste drie borden.

Martin speelde zijn Siciliaan beter dan zijn tegenstander.Na zet 13  c3 dacht ik dat het vanavond voor hem een boterlammetje zou worden. Maar daar had Richard Sauer geen trek in.

OppExtMartin1   OppExtMartin1

En nu gebeurde er iets heel bijzonders.  13. … 0-0? Zwart heeft even niet precies gekeken. Komodo geeft 13. … Tb8. Die kijkt wel uit! Die ziet dat er een grapje in zit:  14 Lxh6! Dat offer blijkt niet helemaal correct, maar wel lastig! Er komt dus een paaskonijn langs, en Martin kan na even wat onzeker zoeken naar het beste wapen niet laten er toch op te schieten. Tenslotte is een konijn een konijn. Zal ook wel het beste zijn. Maar daarmee is echt het wildstoofpotje nog lang niet gaar. Want dit konijn is snel en slim. Door wat kleine missertjes staat zwart er toch ineens wat moeizaam voor. Door die missertjes raakt hij een beetje door z'n munitie heen. Hij heeft nu wel een stuk meer maar tegen drie pionnen. En het konijn vindt steeds weer nieuwe vluchtwegen.

OppExtMartin2  OppExtMartin2

Na zet 24 vindt jachtexpert Prof. Dr K. dat wit aanmerkelijk beter staat.  Na 25. Td1  of  25. b4  of 25. h4  .  Ook de toeschouwers worden bezorgd, en zien het er nog van komen dat de zwarte jager met een lege weitas naar huis moet.

Maar hij geeft niet op. En het rennende konijn raakt vermoeid.  Die raakt even van de wal in een sloot. Dat kost totaal onnodig een pion. Bij zet 27. En daarna even onnodig een kwaliteit. Bij zet 32. Daarna heeft zwart een volle toren meer, tegen twee pionnen. En de uitvalsmogelijkheden  van wit zijn op.  Dus dan duurt het niet heel lang meer en is het niet meer zo heel jonge (wel een goed excuus) konijn het haasje. Maar ook Martin was er ongetwijfeld zeer moe van. Eigenlijk een heel interessante en spannende partij. Dankzij Sauer’s lef!

2S7A3154WEB  2S7A3154WEB

Martin:  ‘Zou ik nu eindelijk uit de zorgen zijn?’

2S7A3162WEB 2S7A3162WEB

“Heb ik het hem toch nog geflikt!”

Bij Gerrit net zoiets. Zijn tegenstander  Aart van den Brink was evenmin als de mannen naast hem er een van lui languit in het gras liggen. Die startte zomaar met 1. f4.  Nou dan weet je het wel.  (Hij wist niet dat voor Gerrit niets uitmaakt. Die speelt toch altijd d5 en e6 en Pc6 (nu wel na c5! Heel goed!)) . Dus ook tegen 1. f4.  Maar daar bleef het niet bij. Want hij wou er vanavond kennelijk op zijn paasbest  bij staan, dus volgde ook nog 5. c4. Misschien één van die oude paasgebruiken die langzamerhand aan het uitsterven zijn. In dit geval is dat verdwijnen wel goed, want erg logisch lijkt het me niet.

OppExtGerrit1  OppExtGerrit1

Een vreemde witte centrumpositie. Daarna liet hij de stukken op de damevleugel aan hun lot over en stoof op de zwarte koning af. Gerrit was niet onder de indruk.  Die trok zich niets aan van de dreigende donkere lucht. Die wachtte gewoon tot het weer voorzichtig ging opklaren. En bij zet 20 zit hij dan echt lekker volop in de lentezon, hopend vanzelf een veld lentebloemen te kunnen zien ontluiken. Maar dat valt dan een beetje tegen. Ik zat even naast hem, voelde ook de behagelijkheid van de situatie, maar wist ook niet wat je daar het beste verder aan kon toevoegen.

OppExtGerrit2  OppExtGerrit2

De toren op h6 was ooit bedoeld voor aanval, maar dat gereedschap staat inmiddels wat ongelukkig immobiel weg te roesten in een hoekje. Gerrit heeft besloten die koningsaanval maar te vergeten en op de damevleugel te gaan opereren  gebruikmakend van zijn mooie lopers en zijn terreinvoordeel aldaar. Hij gaat nu maar direct met 24. … b4 tot actie over, terwijl Prof.Dr K liever nog even langer de warme zon haar zegenende stralen over de bollenvelden aldaar had laten schijnen. Die gaat verder met 24. … De7 en 25. ….  Td8.   24. …. b4 is niet slecht en begrijpelijk, maar het is de inleiding tot veel te veel en te snel wieden en daardoor wordt er ook veel voorzichtig ontluikend moois met het onkruid  mee weggeschoffeld.  Wel eens vaker een beetje een minpuntje van Gerrit’s  tuinmanskunde. En ineens staat niet zwart, maar wit beter.

OppExtGerrit3 OppExtGerrit3

33. Lxd5  Dat leek me niet handig omdat dan nu ineens die kapotte toren op h6 ineens weer verplaatst kan  worden, maar zoals topgardenier Dr K. opmerkt daar staat tegenover dat na 33. … exd5  nu 34. Td2 lastig wordt. Gelukkig voor ons doet ook Aart het daarna niet op zijn best en bij zet 38 bij gelijke stelling maakt hij een ernstige vergissing  waardoor zijn veld plotseling totaal waardeloos wordt tengevolge van een gemeenschappelijke meedogenloze aanval van bladluis bollenmijt narcismijt en engerlingen. Hetgeen leidt tot promotie en bekroning van de zwarte b-pion.  Toch een beetje mazzel voot Gerrit. Ik sprak na afloop mijn bewondering tegen van den Brink uit. Niet alleen omdat hij zoveel kleur had gebracht met zijn experimenten, maar vooral ook voor zijn vrolijke onbewogenheid. Die hij tentoonspreidde toen hij  in enkele zetten het noeste werk zijner handen in een totale misoogst zag veranderen. Daar zou ik van kunnen leren.

Ik vermoed ook Bastiaan van Dam. Die maakte in de eindfase ook een niet al te vrolijke indruk. Een zo op het oog nog tamelijk jong, aanstormend talent met een nog veel te lage elo-rating. Ik denk dat hij nog studeert. Bijv. in Wageningen, bollenteelt.  Zijn opening was namelijk zaaitechnisch niet al te deskundig. Op de vierde zet gaat het eigenlijk al een beetje mis. Op de 7e zet nog een beetje meer.

OppExtFrank1   OppExtFrank1

7. … Pe7 zowiezo met voor mij onduidelijke bedoelingen, maar bovendien laat dat weer (kon een zet eerder ook al, hij had dus beter op f3 kunnen nemen) een combinatie toe die toch voor een afgestudeerde niet al te moeilijk te vinden was geweest. 8. Pxe5!  Het vervolg is heel  logisch: 8. … Lxd1  ( iets beter is 8. …. Pxe5)  9. Lxf7 (nuttig tussenzetje) Kd8  10. Pxd7  Lastig te zien zonder verrekijker -het is voor beide partijen voorbij hun horizon- nu heeft zwart toevallig toch wel wat compensatie voor zijn pion. Alle tulpen gekopt, maar gelukkig hebben we de bollen nog.

OppExtFrank2 OppExtFrank2

 11. Pxf8 Txf8  12. Lc4  Pe5

OppExtFrank3  OppExtFrank3

Wit staat een pion voor, maar hoe lang nog?  Frank dacht hier zeer lang na. De beste zet hier? Paaseieren kiezen voor je geld. Niet leuk, maar Ke2  is de beste.  Wit heeft dan gelijk voordeel. Een pion is een pion. Toch?  Zwart kan toch ook niet meer rocheren! Frank kiest een andere variëteit met 13. 0-0. Niet de beste maar dankzij wat te gul stagiaire-werk van Bastiaan op het veld staat wit bij zet 18. op winst.  En dan begint onze Frank een beetje te modderen.  18 e5   18.Pg5!!   19. Pxe5?  19. Pg5!! Dat ik hiervoor  Bastiaan als aanstormend talent karakteriseerde komt door zijn deel van de partij dat nu volgt: het wordt nu snel een eindspel en dat speelt hij foutloos.  Hij wint pionnen. Al gauw geeft niemand meer een stuiver voor Frank’s stelling. Tot zet 45.

OppExtFrank4  OppExtFrank4

Na 45. … c3 moet wit fatsoenshalve opgeven.  Noch Lg5  noch Lf6 kunnen de oogst nog redden. Na 46. Lg5 heeft zwart zowel Pc4 als a4 achter de hand. Uit!

Maar dan:  45. … Pd1 ????????????????   Volgens mij zat Frank hier fors in tijdnood en Bastiaan niet. Maar die was intussen waarschijnlijk daardoor ook zenuwachtig geworden.  Ik had al automatisch tegen Ron geopperd: ‘Geef zoiets toch op!!! ‘  ‘Nee’, siste Ron, dat wordt remise!’                    ‘????’                   Frank speelt hierna razendsnel.  Een wanhoopsoffensief, maar naar blijkt wel heel terecht. Hij moet er al een flinke tijd naar op weg geweest zijn.

In mijn hoofd barstte nu het slotkoor van de MattheusPassion los.  Zinspelend op de Wederopstanding!  Nu niet binnen drie dagen, maar binnen slechts drie resterende minuten.

46. g5 !!! c3  (één zet te laat!) 46. g6  hxg6  47. h7

Hierna krijgt Frank een dame tegen 4 pionnen, waarvan 3 verbonden en in aantocht.  Maar die gaan er natuurlijk om de beurt af. Natuurlijk, maar daarbij moet toch steeds goed worden nagedacht, want dat luistert nauw. Frank staat nu totaal gewonnen. Maar Frank heeft geen tijd meer. Op de rand van vallen offert hij zijn Dame dan maar om een theoretische remise te bereiken: K+P  tegen K.

Beetje teleurstellend voor Frank, beetje teleurstellend voor Bastiaan, maar voor de toeschouwers een verlaat paasfeest.

Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht,
In een oud stadje, langs de watergracht .

 (De eerste regels van de onsterfelijke Mei van Gorter)

Een aantal door mij gevonden leuk versierde paaseieren zal ik hier later aan toevoegen.  Kunt u  vast van het voorafgaande gezellig snoepen in het weekend. Paasbrood zal wel op zijn inmiddels.

Wordt vervolgd.

 

 

03-04-2018

Oppositie 2

 – 

Aris de Heer

½ – 5½

1

7270065 

Peter Folkertsma

 1533

 – 

8529532 

Ron de Vink

 1895

0-1

2

7256018 

Frederik Smith

 1561

 – 

7185981 

Bert Kuijer

 1806

0-1

3

6258670 

Tjerk Voskuil

 1510

 – 

6808131 

Paul Verkooijen

 1765

0-1

4

6310986 

Richard Sauer

 1511

 – 

7826654 

Martin Zwaneveld

 1670

0-1

5

8521788 

Bastiaan van Dam

 1569

 – 

7803114 

Frank de Geus

 1663

½-½

6

7957994 

Aart van den Brink

 1422

 – 

7268195 

Gerrit van Dok

 1625

0-1

 

 1517

 

 1737

 

 

 

Stand na ronde 18

 

Ronde 18 (19 maart 2018)

Wit

 

Zwart

Uitslag

Ab Hauer

Joost van de Heuvel

1-0

Paul Verkooijen

Bert Kuijer

0-1

Gerrit van Dok

Ron de Vink

½-½

Herman Zwaneveld

Piet Tensen

1-0

Jasper Ittmann

Afwezig met geldige reden

 

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

Peter van Putten

Afwezig met geldige reden

 

Frank de Geus

Oneven

 

Martin Zwaneveld

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 18

Nr

Naam

Punten

Gsp

Gw

Rm

Vl

Af

Perc

1

Ron de Vink

278,33

18

11

6

1

0

77,8

2

Bert Kuijer

267,33

18

13

2

3

0

77,8

3

Paul Verkooijen

231,00

14

8

3

3

0

67,9

4

Gerrit van Dok

209,67

18

8

4

6

0

55,6

5

Martin Zwaneveld

188,33

13

6

1

6

0

50,0

6

Frank de Geus

165,33

10

6

2

2

0

70,0

7

Ab Hauer

155,67

14

6

0

8

0

42,9

8

Herman Zwaneveld

121,50

17

2

2

13

0

17,6

9

Peter van Putten

118,33

11

2

2

7

0

27,3

10

Jasper Ittmann

35,00

1

0

0

1

0

0,0

11

Joost van de Heuvel

25,00

1

0

0

1

0

0,0

12

Piet Tensen

22,33

1

0

0

1

0

0,0

13

Marco van Wijk

22,00

0

0

0

0

0

0,0

 

 

Ronde 18

Het was niet erg druk in ons eetcafé op maandagavond 19 maart 2018. Toch wel leuk.

Gerrit-Ron

  1. d4 c5

GerritRon2   18GerritRon2

Ron had iets aardigs bedacht voor hierna, maar kreeg de kans niet. Ron:   “Ik kreeg natuurlijk weer geen 2. d5. (ES: en dat is toch inderdaad echt de beste!) Maar heb me suf gepiekerd hoe je op 2. c3 dan het best kan anticiperen. Maar ben eruit. Ik houd niet van de traditionele opzet  (ES: met 2 ….  d5) , want dan speel je feitelijk tegen Slavisch met zet minder. Ruilen is gelijk maar saai. Maar ik vond ook nog boekje over de ‘Sniper’ en  2…, g6 is dan gewoon goed, omdat daartegen de pion op c3 niet de beste opstelling is! Daarin wordt namelijk dan na 3. e4     3 …., d5 aanbevolen en gek genoeg levert de opzet  met 4. e5 wit niets op.  (ES: Ik geloof er bijna niks van. ) ‘Met dank aan Gerrit die mij dwong erover na te denken.´

In de buurt van zet 20 kreeg Gerrit kans om veel te ruilen, inclusief de dames.  Maar stond daarna zo op het oog behoorlijk gedrukt. (Komodo:  -1.13,  voor zwart dus) Zie diagram hieronder: Half open torenlijn is voor zwart. Een achtergebleven pion voor wit. Een weinig effectieve witte loper. Even de juiste route vinden voor zwart. Maar dat bleek toch niet mee te vallen. Komodo denkt dat je hier op h4 moet slaan, dan door h6-h5 de witte h-pion vastleggen op een zwart veld,  en dan de Toren van c8 overbrengen naar g8 en de loper naar e7 en dan die h-pion bedreigen. Maar of het dan erg eenvoudig wordt? 

GerritRon1 18GerritRon1

Zoals het nu in het echt ging redde Ron het niet. Hij liep zich te pletter op de Beemster muur, van onze eindspel-fanaat  (nee, niet de Berlijnse Muur in het Spaans, die is van Kramnik).   Die na zet 27 door herhaling van zetten remise bedong. Ron gaf maar toe omdat hij het ook al een poosje niet meer wist.

“Het eindspel dat ik tegen hem had was dus best leuk. “

Paul tegen Bert

leek vanavond bedrieglijk op echt schaak!

Ik speelde vroeger veel KoningsIndisch.  Tegen 1. d4 eigenlijk uitsluitend. Het was het enige waar ik toen wat van wist. Bert verklapte me eens dat hij dat ook was gaan doen omdat hij het mij op de club had zien spelen. Dat moet geweest zijn toen hij 17 jaren oud was. Sindsdien is Bert trouw een verwoed beoefenaar van deze opening gebleven. Hij bevindt zich in goed gezelschap. Gary Kasparov, David Bronstein, Bobby Fischer, Judith Polgar om maar eens wat te noemen. Het was lang een van de allerpopulairste openingen tegen d4. Alleen Kortsnoi moest er niks van hebben. Die vond het een onstrategisch soort gambiet. (?) Het wordt nog steeds regelmatig gespeeld, maar ik geloof dat nu weer het Grünfeld-Indisch (iets dergelijks maar met 3. … d5 i.p.v. d6)  nog populairder  is. Bert heeft inmiddels  een formidabele ervaring met de KingsIndian.  Dat was afgelopen maandag goed te zien.

Paul zocht de meer degelijke dan uitdagende behandeling, namelijk met ook een eigen Koningsfianchetto.

Dat zie je bij echte schakers ook weer meer tegenwoordig. Ach, het is allemaal een kwestie van mode. Er was een tijd dat wit was uitgekeken op de gewone hoofdvariant met Pf3, Le2, d5. Inmiddels doodgeanalyseerd. Eerst werd toen dat tegenfianchetto  (Lg2) heel populair. Ik herinner me heel lange varianten daarmee in de Losbladige Schaakberichten van Dr Max Euwe. Toen niemand daar nog chocola van kon maken, werd de Sämisch-variant  met f3, g4, h4 + lange rochade heel veel gespeeld.  Onze Paul weet dat natuurlijk ook allemaal, maar greep terug op de mode van de vroege zestiger jaren. Nou ja, niet helemaal hetzelfde, want hij speelde op de 7e zet Pc3 zonder c4,  en dan heet het Pirc, maar dat is toch bijna  één pot nat. Van dat verschilletje zal Bert niet wakker liggen.

18PaulBert1    18PaulBert1

Als u zich afvraagt wat dat paard op g4 doet, dat is een verzoek aan wit om zijn loperpaar op te offeren. Als wit dat niet wil ( 10. Ld2) is dat geen tempoverlies, want de belangrijkste bedoeling van die paardzet is om 10. …. f7-f5!! te kunnen spelen. Dat is nu eenmaal de basiszet van vrijwel alle varianten van het KoningsIndisch, pardon de Pirc. U zult daartoe ook vaak Pf6-h5  of zelfs Pf6-e1 aantreffen. Wit kan f5 niet goed voorkomen. En daar draait het om.

Hierna wordt het altijd spannend.  Wit staat een fractie beter maar moet ogen van voren en van achteren hebben. Na 11. exf5  neemt de ervaren KI-speler altijd met de g-pion op f5 terug, i.p.v. met de loper. En maakt zich daarna geduldig op voor komende troepenbewegingen richting vijandelijke koningsstelling. En de bedoeling is dat dan ook die loper op g7 ineens gevaarlijk wordt. Als dat allemaal lukt, krijgt zwart een prachtige stelling,  maar soms lukt het niet. Als wit alles goed doet.

18PaulBert2  18PaulBert2

Hier gebeurt dat dus niet: 19. Pg1 ?? (19. d4!?)  Na 19. ….  f4! of 19. ….  Ph5! (gespeeld) krijgt zwart aanknopingspunten. En na een zwakke witte 21e zet (Lg2-f3) staat wit gewoon ineens heel goed.

18PaulBert3  18PaulBert3

21. … Pxg3 !!!!  Bert ziet :  22. Kxg3? exf4!  Als wit met de loper terugneemt  volgt Lxc3 schaak en damewinst. Als wit echter met de koning terugneemt (brr) volgt mat met Le5! (#1) Over een ontwakende ijzersterke 'koningsindische' (nou ja Pirc-) loper gesproken.

Dus zit er niets anders op dan 22. Pge2 (gespeeld) waarna het zwarte paard na gedane arbeid triomfantelijk terugkeert naar h5. Dan is wit een pion armer en een gammele koningsstelling rijker.

Ook hierna doet Bert helemaal niets fout. Voorbeeldig wordt van de voordelen geprofiteerd en de arme Paul mag alleen nog van zet 23 tot zet 35 spartelen in een steeds nauwer wordend net. Daarna machteloos gevangen in 2 zetten. Zie verderop.

Ron:   ‘Maar vooral toch weer heel knappe partij van Bert.’ Hierbij sluit zich de huidige spreker volmondig aan.

De andere twee partijen werden niet genoteerd en dus daar kan ik niet veel over schrijven.

Ik zag dat Ab Hauer dramatisch verloor van Joost van de Heuvel. Maar dat was wellicht in de analyse achteraf want onze nieuwe jongeling werd later drastisch gesouffleerd door Frank die tijd had omdat hij oneven was. Wellicht had Ab eerst al gewonnen.  ????

En ik zag hoe Herman Zwaneveld met enige hulp van zijn tegenstander een enorme koningsaanval op touw zette tegen onze andere nieuwe oudere jongere Piet Tensen, en hoewel Herman er meer tijd voor nodig had dan strikt noodzakelijk, hij won! Ik zei toch al ……

Highlights:

Paul-Bert

18PaulBert4  18PaulBert4

34. ….  Tg3 !  (Komodo geeft Lc6 als nog veel sterker, maar waarom zou je ingewikkeld doen als het ook eenvoudiger kan?  Opnieuw speelt dat open veld g3 een belangrijke rol.)  En nu gaf Ron aan dat wit hier wegens de penning van de dame op f5 nog een heel klein beetje had kunnen spartelen met 35. De4!? Maar niet genoeg:  35. …. Teg8 36. Dxf5 Lxf5  en de aanval duurt voort. En zelfs als wit kans zou zien om alles af te ruilen zou het eindspel ook nog verloren zijn:

18PaulBert5  18PaulBert5

Wit is niet opgewassen tegen die twee vrijpionnen van zwart.

Maar Paul spartelde niet langer:

18PaulBert6  18PaulBert6

35.Txg3 fxg3+ 36.Kxg3 Tg8+ 37.Kh2   (37.Pg4 dan h5 of Lc6 of Dxd3 ) 37…Dxf2+ en wit geeft op.

 

Gerrit-Ron

18GerritRon4 18GerritRon4

28. Th7+  Tg7 anders verliest zwart zijn pion op a7   29. Th8 (beter Txg7!)  en nu had zwart nog 29. … a5 kunnen proberen, maar na 29. ….  Tg8  wordt het remise door herhaling van zetten.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.
 

 

Bezoek van de Waagmeesters

Als Rijpenaar ben ik sinds kort zelf Alkmaarder.  Maar ik houd al veel langer best wel een beetje van Alkmaar. 

Meer dan Purmerend heeft het zijn oude gebouwen en grachten ontzien, en ik vind het daarom een stuk gezelliger aldaar.  Zo’n stadhuis dat is toch prachtig.

En vooral dat fraaie Waagplein, met dat fraaie Waaggebouw, met die fraaie Waagtoren, met die lollige ruitertjes en dat fraaie carillon. Ik geloof dat ze het hele geval nu even hebben ingepakt. Tegen de winterse kou, denk ik. Maar als het lente wordt, bloeit het vast allemaal in volle luister weer tevoorschijn.

Alkmaar stuurde naar Middenbeemster  vijf waagmeesters van de Waagtoren. Die moesten natuurlijk komen controleren of die beroemde Beemster kaasmakers wel echt het gewicht zouden leveren waarmee ze de vorige  rondes hadden lopen pronken.  

Ik denk dat de zesde waagmeester voor de afwisseling eerst zichzelf had gewogen en helaas te licht bevonden. Maar konden ze dan niet een vervanger sturen? Ze hebben er daar meer dan zeventig van dat soort, en die zitten allemaal in het Gulden Vlies gepropt. Er was toch wel een ander te vinden die zo’n snoepreisje naar onze ruime gezellige clubbehuizing wilde meemaken? Mij viel verder op dat ze ons kennelijk in Alkmaar toch serieuzer namen dan in Purmerend, waar ze kinderen op ons af stuurden. Nu was het dit keer ook wel niet de absolute topklasse, maar wel allemaal tenminste overduidelijk volwassen (maar nog wel net binnen de houdbaarheidsdatum),  en met veel ervaring.

En de bazin van ons nationaal beroemde eetcafé deed er alles aan om het ze naar de zin te maken. U kent natuurlijk de  Alkmaarse kaasmeisjes die tot taak hebben promotie van kaas en kaasmarkt. Nou wij hadden vanavond onze eigen Frau Antje. Ze voorzag ze niet alleen van koffie en bier, maar ook van worst, en offreerde natuurlijk ook veel kaas. “Mmmm”, bromde Nico Brugman streng achter het eerste bord, “Toch wel echte Beemster kaas hè?” toen ik hem het plateau voorhield.  Waaruit voor mij wel direct duidelijk was dat ze ons kritisch kwamen onderzoeken.

43e8c9cc5fd348f15631fe9974306f86  Frau Antje

Ze deden hun best, de Kaaskoppen. (Sorry voor die term, maar ik heb begrepen dat ook Alkmaarders zichzelf zo noemen.)   Maar ze konden nergens een onrechtmatigheid bespeuren. Ze waren dan ook al vroeg klaar. Op één controleur na. Die bleef maar fanatiek Gerrit’s  oudbelegen produkt onderzoeken. En niet geheel zonder succes. Pas nadat Gerrit had toegegeven dat er aan het eind van het proces iets was misgegaan was zette Han Rauws  zijn handtekening voor een voorwaardelijke goedkeuring.

Foto’s beter of groter? Klik erop.

2S7A3048WEB 2S7A3048WEB

Alleen onze topkwaliteit, de camembert van Bert bleef dus geheel reglementair ongeïnspecteerd.  Bert ging daarom onze overige visite maar zinvol bezighouden. Je kunt tenslotte nooit weten of die wellicht volgend jaar ons team van kaasdragers kunnen aanvullen. Want daar hebben we er dan absoluut weer te weinig van.

2S7A3042WEB  2S7A3042WEB

Bij Frank was de controle het snelst afgerond.

In zijn Siciliaanse specialiteit werden geen verdachte  bacteriën aangetroffen. Moet bijgezegd worden dat zijn inspecteur er zich wel wat al te gemakkelijk vanaf maakte.  Het produkt kwam niet eens toe aan het eerste stadium  van rijping:  hij gaf namelijk geheel  vrijwillig zijn centrum op en overzag daarna het daaruit voortvloeiende verlies van een stuk van de wrongel. Toegegeven, bij zet 12 verzon Frank de grap al die bij zet 16 materiaalwinst  teweeg bracht. Dat was iets te professioneel voor Bob de Mon. Die dan ook vrijwel direct zijn goedkeuring hechtte aan Frank’s graskaasje. De rest van de avond onderhielden beide heren zich vrolijk koutend in een hoekje van ons etablissement.

En Martin had ook niet veel tijd nodig. “Eindelijk eens een gaaf produkt” zei hij me. “En goed van smaak.”  Waarop ik pesterig antwoordde: “Dat zullen we nog wel eens zien!”

Maar nadere toetsing van zijn nog jongbelegen Beemster leerde dat er dit keer werkelijk eens bijna niets aan ontbrak. Zijn 14e zet had nog iets kruidiger gekund dan hij al was, maar dankzij  twee enorme missers van Arend Noordam  bij  zet 14 en 15 kon al vroeg de inpakmachine worden aangezet. Toch had het voor mij een zuur bijsmaakje. Het was allemaal gewoon volgens een Hollands recept van Noordam, maar deed me veel te erg denken aan een smadelijke verliespartij die ik zelf met het Hollands tegen Martin leed in sept. 2012. Terwijl ik toen, lang lang geleden, eigenlijk best nog wel iets sterker was dan hij.  Ons type van soort kan misschien tegen Martin’s   1. c4  beter geen Hollands kiezen. Maar dat wist Noordam natuurlijk nog niet.

2S7A3050WEB  2S7A3050WEB

Paul vreesde dat het kwaliteitsonderzoek hem weer veel energie zou gaan kosten vanavond. Paul:  “Ik hoop maandag een wereldpartij te spelen, zodat mijn partij uitgebreid wordt geanalyseerd. Maar het zal wel weer zwoegen worden”

Maar dat viel mee. Hoewel hij zelf met wit een liefhebber is van Schots (nee, ik bedoel niet die natte variant) en van Schots gambiet, ziet hij toch met zwart geen kans om dat op z’n sterkst te savoureren. Na 1. e4 e5  2. Pf3 Pc6  3. d4 exd4  4. Lc4 weet toch elke geroutineerde kaasboer dat je nu 4. …. Pf6 moet toevoegen en na 5. e5 dan d5! moet spelen om de boel op smaak te brengen. Nu lijkt wit er toch spoedig een beetje beter voor te staan. Als je dan vreest dat ook dit keer weer voor onze  Paul het zware werk aan de karnton een aanvang gaat nemen, vergeet wit in zijn recept twee smakelijke pionnetjes, en dan is het wel gebeurd. Gelukkig is voor mij het eindresultaat dan wel voorspelbaar, te meer daar ik Paul nu al gauw ontspannen zie rondwandelen. Dan is ook nader onderzoek niet zo belangrijk meer. Zou ook niet kunnen, want dit keer schreven beide heren vanaf deze zetten hun  onderzoeksrapport zo totaal onleesbaar op papier  dat  er zelfs  voor een ervaren handschriftontcijferaar als uw wepmeester, zelfs met twee rapportages onder zijn neus, geen beginnen meer aan was.  Heer Beentjes (voornaam onleesbaar) had mij nog daarvoor gewaarschuwd, maar ik kon me niet voorstellen dat er op deze wereld nog een tweede persoon rondloopt met zo’n onleesbare hanepoot. Dus Paul, alweer geen uitgebreide analyse!

2S7A3047WEB  2S7A3047WEB

Het duurde iets langer voor Waagmeester Nico Brugman ervan overtuigd was geraakt dat op Ron’s Siciliaanse specialiteit weinig aan te merken was. Maar dat was meer een gevolg van misplaatst fanatisme dan dat er echt reden voor was. De hygiënische voorschriften werden van begin af aan keurig in acht genomen, de rauwe melk die als basis diende was prima van kwaliteit.  Nee , daar was een vakman bezig, dat kon je zo wel zien. Alleen hoestte die wat veel, en misschien maakte dat  Brugman toch wat ongerust.  Ik ken alleen de uitdrukking ‘Praten als Brugman’, maar dit was ‘Keuren als Brugman’. Na een  foutieve 12e zet  gevolgd door een heel zwakke 14e zet stond hij gelijk een pion achter, en na de keuze van een verkeerd stremsel bij de 15e zet werden dat er twee. Dan is de temperatuur te veel gedaald en is het te laat om nog op tijd de wei gaan afgieten. Nee dat wordt niets meer. Maar Brugman ging door, verloor op de 24e zet nog een pion, maar wilde perse daarna nog even nagaan of die kaaspers wel goed werkte, en dat bleek dus geen aangenaam gevoel voor zijn vingers.  Bij zet 34. gaf hij eindelijk op. Ron liep al lang ontspannen rond en volgde geïnteresseerd het rijpingsproces op de andere planken.

Dat het bij Gerrit een oudbelegen versie zou worden kon je eigenlijk al een poosje zien aankomen. Hij volgde namelijk konsekwent het recept waar hij patent op heeft. Veel ingrediënten uitwisselen en in het slotproces de temperatuur laten oplopen. En ja, dat kan dan wel laat worden. Maar soms kun je beter even afwijken van dat recept.  Bij zet 7 kon hij gewoon een pion winnen  (7. exd5 ) , maar hij is dan zo ingesteld op de automaat dat hij eerst de lopers ruilt.  Bij zet 9 biedt hij dameruil aan, hoewel dat nog lang niet hoeft.  Hans Rauws hapt gretig toe. Die weet dat hij een kaasmaker voor zich heeft met veel hogere reputatie heeft dan de zijne. En voorlopig laat zich het produkt smakelijk voorproeven. Geheel volgens zijn bedoelingen zit Gerrit rond zet 22 al in een eindspel. En ja, geheel volgens plan krijgt hij langzaam een beetje voordeel. Iemand voegt me fluisterend toe: “Dat zal wel remise worden”. “Nou dat weet ik niet, volgens mij staat Gerrit wat beter! En daar is  hij wel goed in.”

WgtrnGerrit1  WgtrnGerrit1

Die witte pionnenmeerderheid op de damevleugel, de kwetsbaarheid van pion b7, de witte koning lekker waaks dicht bij de pionnenminderheid op de koningsvleugel  . Maar ach, weet ik veel, ik ben al lang geleden met kaasmaken gestopt, het loonde niet meer. Ik zag hier Gerrit 28. Pc4 spelen, en dat beviel me niet. Het proefde niet goed. Ik had zelf gewoon ordinair 28. Kf3 gedacht. Maar ik keek niet verder. Thuis zie ik dat inderdaad hier 28. ….. Pa5! sterk is en de stand weer helemaal gelijk maakt.  Als wit het paard slaat, slaat zwart op  e3! Maar als zwart na 28. Pc4 nu Te7? speelt, wat gebeurde, dan kan wit gewoon doorgaan met zijn ruil-strategie, en houdt een voordeeltje.

Wat nu volgt is een verschrikkelijk moeilijk eindspel. Wit zou het moeten kunnen winnen. Beide spelers missen af en toe de sterkste. Na een echt zwakke zet van zwart  (….Kd8??) kan Gerrit zijn strategie bekronen : hij moet dit kunnen winnen.

WgtrnGerrit2  WgtrnGerrit2

Hij moet alleen die vrijpion van zwart even op tijd een halt toeroepen. 37. Lf2!! Wint. Maar Gerrit speelt Ke6 en denkt dat na slaan op f6 zijn vrijpion sneller is dan de zwarte h-pion,  of ziet niet dat die niet meer tegen te houden is. Wat nu volgt is een reuze grappig geforceerd eindspel, dat terecht in remise eindigt. Daarover later meer.

Intussen stonden alle keurmeesters en alle kaasboeren rond zijn bord. En als dan je tegenstander ook nog in tijdnood begint te raken, wellicht dat je dan zelf een beetje nerveus wordt. En zo de prijs voor de beste oudbelegen van Middenbeemster je voor je getrainde  neus wordt weggekaapt.

En zo wonnen we met 5,5-0,5.

Waagtoren 8 deed wel zijn best, maar het elo-verschil was te groot. Tenzij de nhsb weer wat onredelijks bedenkt, zijn we dan weer terug van weggeweest. Zelfs als de oppositie in Heiloo ons toch onverwacht te veel zou worden, worden we toch nog kampioen.  We zouden ons tweede team zelfs wel kunnen sturen. Maar dat hebben we niet. Dat is onze makke.

En ineens schiet er een liedje bij me binnen. ‘Alweer’ hoor ik trouwe lezers smalen.

De gebeurtenissen van vanavond doen me denken aan een oeroud lied n.a.v. een Vlaamse boerenopstand tegen de adel, in ‘het jaar onzes heeren 1328’. Daarover werd een lied gezongen dat is teruggevonden in het beroemde Gruuthuse-handschrift, dat rond 1400 met de hand werd geschreven en een van de belangrijkste bronnen is van de Middelnederlandse literatuur. Onduidelijk is of de boeren hier nu spottend, of juist waarderend worden beschreven. Ik houd het op het laatste. En dan is het duidelijk van toepassing op ons glorieuze boerenteam van deze jaargang dat de zich adel wanende wedstrijdleiding van de nhsb laat merken dat het zich niet zomaar de kaas van het brood laat eten.

Wrongl en wey broot ende caes

Dat heit hi al den dach

Daer omme es de kerel so daes

Hi etes meer dan hys mach.

(Sorry hoor clubgenoten, dat moest er even uit, maar dat risico loop je als je een oud-leraar Nederlands als wepmeester laat fungeren.)

Highlights:

Veel zullen het er dit keer niet zijn, want de winst werd meestal geboekt via flinke fouten van de tegenstanders en zelden via fijnzinnige combinaties.

Nou ja, die van Frank. Dat wel dus!

WgtrnFrank1 WgtrnFrank1

Wit probeerde de zwarte wals te stoppen met 12. f3, maar Frank rekent uit dat dat niet helpt.  Kijkt u even mee, het is geforceerd, het traint uw voorstellingsvermogen. Dan wordt dat misschien net zo goed als dat van Frank.

12. …. e4!  Verliest dat niet gewoon een pion? 13. fxe4 dxe4  14. Pxe4 (Lxe4 verandert niks aan het principe) Pxe4  15. Lxe4 Dd4 +  schaak en stukwinst op e4. Mooi hè.

Ach die van Martin was toch ook wel leuk (als hij het ook al bij zet 14 zag)

Na  13. …. Tb8  (foutje in gelijke stelling)  14. c5 schaak (kan nog sterker, maar dit is wel een valletje)

WgtrnMartin1  WgtrnMartin1

Nu had zwart het beste 14. …. Df7 kunnen proberen, want het logisch lijkende  14. …..  , d5??  is veel slechter, wegens  15. Lf4!!  Dat kost of een pion (na 15. … e5) of een kwaliteit op b8 of een pion op b7 (na Ta8). Om maar eens wat te noemen. En als zwart van zo’n zet heel erg schrikt volgt er nog een blunder  (“Een slechte zet komt zelden alleen”, zei een beroemde grootmeester eens. Wie? Weet ik niet meer.) Hier dus ook: 

WgtrnMartin2  WgtrnMartin2

15. ….. Le4 ????  16. Txe4! Met stukwinst, want zwart mag niet terugslaan wegens penning van d5 door de dame op  b3.    Leuk hè. 

(Martin zei me na mijn smadelijke nederlaag destijds: “Ik vind het nooit erg als ze Hollands spelen tegen 1. c4 want heel vaak kun je iets met die lijn b3 – g8”  Maar dat had hij Noordam natuurlijk niet vantevoren verteld.)

Hierboven vermeldde ik al dat Paul met zwart het Schots gambiet met zwart niet ideaal speelt, maar ook Beentjes  doet het niet perfekt

WgtrnPaul1 WgtrnPaul1

Hier kan wit 6. Db3! spelen. Lastig voor zwart. (Pa5 of Kf8 ?) Ik meen me te herinneren dat ik Paul een paar jaar geleden ook al eens heb zien zweten toen hij zoiets in een uitwedstrijd in de externe tegen zich kreeg. Maar Paul herinnert zich kennelijk niks. Maar gelukkig voor hem speelt Beentjes hier 6. cxd4 wat natuurlijk wel redelijk is, maar niet de beste.

En voor diens lesje  ‘Hoe geef ik een handjevol pionnen cadeau?’ zie hieronder:

WgtrnPaul2 WgtrnPaul2

11. Ld3?? (Dd3!?) Pxd4  12. Le2? Pxe2 13. Pxe2?? (Dxe2!?) Pxe4

En voor wie het nog niet helemaal begrepen heeft precies zo’n lesje bij Ron:

WgtrnRon1  WgtrnRon1

13. Lxf4?  Db6 schaak  14. Kh1 Dxb2

WgtrnRon2  WgtrnRon2

15. Pa4? (maar alles is slecht) Dxc2  16. Tc1  Dxc1 17. Dxc1 Txc1 18. Txc1 en als alle kruitdamp is opgetrokken staat zwart 2 pionnen voor. En dat is genoeg.

Aan het eindspel van Gerrit kunnen we een heel verslag wijden. Maar ik zal me beperken tot enkele momenten.

WgtrnGerrit3 WgtrnGerrit3

Wat ik moeilijk vind aan dit eindspel  is dat je er met de gewone schaakwetjes niet bent. Ik zou precies zo gespeeld hebben als Gerrit, maar helaas, dat hoort volgens Komodo niet te winnen. Ik zou ook gedacht hebben:  1. Koning centraliseren!  2. Niet te vlug die koningspionnen opspelen. In ieder geval zo lang mogelijk voorkomen dat daar een zwarte vrijpion ontstaat. 3. Kijken of met die pionnenmeerderheid op de damevleugel een vrijpion te creëren valt.  4. De witte stukken staan beter. Verknoei dat niet te vlug.

Maar Komodo ziet hier als beste mogelijkheid 31. f5! Zelfs ik begrijp dat je dan geen 31. …  g6-g5 moet spelen omdat dan de kans op een zwarte vrijpion aan koningszijde wel erg klein wordt. Dus 31. … gxf5 32. gxf5 . Maar dan geeft wit aan zwart toch zelf die vrijpion!? Maar volgens Komodo laat je die witte koning zo’n beetje staan waar hij staat om die h-pion geen kans te geven en ga je eerst op de damevleugel aan de slag.

Het zal wel.  Nu kijken naar wat Gerrit speelt (en ik ook zo ongeveer gespeeld zou hebben) :

31. Kf3  Kf7 ? Komodo adviseert 31. …. f5 !  (Duidelijk, om alsnog wit’s f5 te voorkomen.) Met gelijke stand. En weer adviseert K. dus nu f4-f5.  32. Ke4?

WgtrnGerrit4 WgtrnGerrit4

Als ik voor computer mocht spelen, zou ik mededelen dat wit voordeel heeft. Maar de echte computer zegt nu 32. … h5 met gelijkspel. Dat kun je als mens toch niet bedenken. Het gaat hier dus eens een keer niet om het centraliseren van de koning, maar om die koningsvleugel in het vizier te houden en actie ondernemen aan de andere kant, op de damevleugel!

Tenzij …. zwart vergeet die vrijpion te creëren, zoals  Rauws doet: 32. … Ke8 ?? ik zag hem gebeuren en het leek me niet logisch 33. Kd5! h5   hè hè.     Maar nu misschien te laat?    Komodo taxeert nu:  0.93,   voor wit dus.

WgtrnGerrit5   WgtrnGerrit5

34. gxh5  gxh5   35 Pd6+  (K. vindt gelijk 35. Lf2 om die vrijpion tegen te houden iets beter)  35. ….  Lxd6?   (Kd7!?) 36. Kxd6

WgtrnGerrit6 WgtrnGerrit6

36. …  Kd8??  dat maakt het erger! En zoals ik hierboven al aangaf had wit hier met 37. Lf2 kunnen winnen. Dan had hij de bloedstollende pionnenrace die nu volgt kunnen voorkomen.  37. Ke6? h4!  38. Kxf6 h3 (die pion kan niet meer zonder materiaalverlies worden tegengehouden. Ik weet niet of Gerrit dat had ingecalculeerd, of dat hij de ondersteunende manoeuvre  met het zwarte paard had onderschat) 39. Lg1  (de enige)

WgtrnGerrit8  WgtrnGerrit8

Pd4! Op weg naar f3  40. f5  (Terecht. ‘Ik ben er ook nog!’) 40 … Pf3

WgtrnGerrit10 WgtrnGerrit10

41. Kg7!  ( Terecht. Om ruimte te maken voor de f-pion. Ik dacht dat wit één zet had kunnen winnen door eerst Lh2 te spelen. Maar inderdaad dat helpt niet omdat het paard op h2 veel beter staat dan op g1, en direct een rol kan gaan spelen om de promotie van de witte pion te belemmeren  41. Lh2 Pxh2  42. Kg7 Pg4! En wit kan promotie wel vergeten!)

Je kunt het je haast niet voorstellen, maar inderdaad wint wit nu één zet omdat zwart eerst op g1 moet slaan  , en dan promoveert weliswaar zwart alsnog één zet eerder, maar wit promoveert direct daarna met schaak. Daar moet je bij pionnenraces altijd rekening mee houden. Het is een geluk voor Gerrit dat dat ene tempootje voldoende is voor remise. Hij had liever willen winnen en daar ook een mogelijkheid voor gecreëerd, maar verliezen was wel heel zuur geweest.

WgtrnGerrit11 WgtrnGerrit11

En zowel na Kd7 als na Kc7 is eeuwig schaak onvermijdelijk. REMISE.

Dat er na zo’n rustige, vredige partijopzet, als er bijna geen stukken meer over zijn, zo’n verschrikkelijke oorlog kan ontbranden. Mooi om te zien. Ik vraag me af hoe lang Gerrit nodig heeft om weer tot rust te komen.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.

 

 

 

 

12-03-2018

Aris de Heer

 – 

De Waagtoren 8

5½ – ½

1

8529532 

Ron de Vink

 1895

 – 

6192098 

Nico Brugman

 1508

1-0

2

7185981 

Bert Kuijer

 1806

 – 

 

 

 

1-0 R

3

6808131 

Paul Verkooijen

 1765

 – 

7691728 

Beentjes

 1465

1-0

4

7826654 

Martin Zwaneveld

 1670

 – 

8617367 

Arend Noordam

 1441

1-0

5

7803114 

Frank de Geus

 1663

 – 

6187885 

Bob de Mon

 1377

1-0

6

7268195 

Gerrit van Dok

 1625

 – 

8580385 

Han Rauws

 1181

½-½

 

 1737

 

 1394