Ronde 18

Het was niet erg druk in ons eetcafé op maandagavond 19 maart 2018. Toch wel leuk.

Gerrit-Ron

  1. d4 c5

GerritRon2   18GerritRon2

Ron had iets aardigs bedacht voor hierna, maar kreeg de kans niet. Ron:   “Ik kreeg natuurlijk weer geen 2. d5. (ES: en dat is toch inderdaad echt de beste!) Maar heb me suf gepiekerd hoe je op 2. c3 dan het best kan anticiperen. Maar ben eruit. Ik houd niet van de traditionele opzet  (ES: met 2 ….  d5) , want dan speel je feitelijk tegen Slavisch met zet minder. Ruilen is gelijk maar saai. Maar ik vond ook nog boekje over de ‘Sniper’ en  2…, g6 is dan gewoon goed, omdat daartegen de pion op c3 niet de beste opstelling is! Daarin wordt namelijk dan na 3. e4     3 …., d5 aanbevolen en gek genoeg levert de opzet  met 4. e5 wit niets op.  (ES: Ik geloof er bijna niks van. ) ‘Met dank aan Gerrit die mij dwong erover na te denken.´

In de buurt van zet 20 kreeg Gerrit kans om veel te ruilen, inclusief de dames.  Maar stond daarna zo op het oog behoorlijk gedrukt. (Komodo:  -1.13,  voor zwart dus) Zie diagram hieronder: Half open torenlijn is voor zwart. Een achtergebleven pion voor wit. Een weinig effectieve witte loper. Even de juiste route vinden voor zwart. Maar dat bleek toch niet mee te vallen. Komodo denkt dat je hier op h4 moet slaan, dan door h6-h5 de witte h-pion vastleggen op een zwart veld,  en dan de Toren van c8 overbrengen naar g8 en de loper naar e7 en dan die h-pion bedreigen. Maar of het dan erg eenvoudig wordt? 

GerritRon1 18GerritRon1

Zoals het nu in het echt ging redde Ron het niet. Hij liep zich te pletter op de Beemster muur, van onze eindspel-fanaat  (nee, niet de Berlijnse Muur in het Spaans, die is van Kramnik).   Die na zet 27 door herhaling van zetten remise bedong. Ron gaf maar toe omdat hij het ook al een poosje niet meer wist.

“Het eindspel dat ik tegen hem had was dus best leuk. “

Paul tegen Bert

leek vanavond bedrieglijk op echt schaak!

Ik speelde vroeger veel KoningsIndisch.  Tegen 1. d4 eigenlijk uitsluitend. Het was het enige waar ik toen wat van wist. Bert verklapte me eens dat hij dat ook was gaan doen omdat hij het mij op de club had zien spelen. Dat moet geweest zijn toen hij 17 jaren oud was. Sindsdien is Bert trouw een verwoed beoefenaar van deze opening gebleven. Hij bevindt zich in goed gezelschap. Gary Kasparov, David Bronstein, Bobby Fischer, Judith Polgar om maar eens wat te noemen. Het was lang een van de allerpopulairste openingen tegen d4. Alleen Kortsnoi moest er niks van hebben. Die vond het een onstrategisch soort gambiet. (?) Het wordt nog steeds regelmatig gespeeld, maar ik geloof dat nu weer het Grünfeld-Indisch (iets dergelijks maar met 3. … d5 i.p.v. d6)  nog populairder  is. Bert heeft inmiddels  een formidabele ervaring met de KingsIndian.  Dat was afgelopen maandag goed te zien.

Paul zocht de meer degelijke dan uitdagende behandeling, namelijk met ook een eigen Koningsfianchetto.

Dat zie je bij echte schakers ook weer meer tegenwoordig. Ach, het is allemaal een kwestie van mode. Er was een tijd dat wit was uitgekeken op de gewone hoofdvariant met Pf3, Le2, d5. Inmiddels doodgeanalyseerd. Eerst werd toen dat tegenfianchetto  (Lg2) heel populair. Ik herinner me heel lange varianten daarmee in de Losbladige Schaakberichten van Dr Max Euwe. Toen niemand daar nog chocola van kon maken, werd de Sämisch-variant  met f3, g4, h4 + lange rochade heel veel gespeeld.  Onze Paul weet dat natuurlijk ook allemaal, maar greep terug op de mode van de vroege zestiger jaren. Nou ja, niet helemaal hetzelfde, want hij speelde op de 7e zet Pc3 zonder c4,  en dan heet het Pirc, maar dat is toch bijna  één pot nat. Van dat verschilletje zal Bert niet wakker liggen.

18PaulBert1    18PaulBert1

Als u zich afvraagt wat dat paard op g4 doet, dat is een verzoek aan wit om zijn loperpaar op te offeren. Als wit dat niet wil ( 10. Ld2) is dat geen tempoverlies, want de belangrijkste bedoeling van die paardzet is om 10. …. f7-f5!! te kunnen spelen. Dat is nu eenmaal de basiszet van vrijwel alle varianten van het KoningsIndisch, pardon de Pirc. U zult daartoe ook vaak Pf6-h5  of zelfs Pf6-e1 aantreffen. Wit kan f5 niet goed voorkomen. En daar draait het om.

Hierna wordt het altijd spannend.  Wit staat een fractie beter maar moet ogen van voren en van achteren hebben. Na 11. exf5  neemt de ervaren KI-speler altijd met de g-pion op f5 terug, i.p.v. met de loper. En maakt zich daarna geduldig op voor komende troepenbewegingen richting vijandelijke koningsstelling. En de bedoeling is dat dan ook die loper op g7 ineens gevaarlijk wordt. Als dat allemaal lukt, krijgt zwart een prachtige stelling,  maar soms lukt het niet. Als wit alles goed doet.

18PaulBert2  18PaulBert2

Hier gebeurt dat dus niet: 19. Pg1 ?? (19. d4!?)  Na 19. ….  f4! of 19. ….  Ph5! (gespeeld) krijgt zwart aanknopingspunten. En na een zwakke witte 21e zet (Lg2-f3) staat wit gewoon ineens heel goed.

18PaulBert3  18PaulBert3

21. … Pxg3 !!!!  Bert ziet :  22. Kxg3? exf4!  Als wit met de loper terugneemt  volgt Lxc3 schaak en damewinst. Als wit echter met de koning terugneemt (brr) volgt mat met Le5! (#1) Over een ontwakende ijzersterke 'koningsindische' (nou ja Pirc-) loper gesproken.

Dus zit er niets anders op dan 22. Pge2 (gespeeld) waarna het zwarte paard na gedane arbeid triomfantelijk terugkeert naar h5. Dan is wit een pion armer en een gammele koningsstelling rijker.

Ook hierna doet Bert helemaal niets fout. Voorbeeldig wordt van de voordelen geprofiteerd en de arme Paul mag alleen nog van zet 23 tot zet 35 spartelen in een steeds nauwer wordend net. Daarna machteloos gevangen in 2 zetten. Zie verderop.

Ron:   ‘Maar vooral toch weer heel knappe partij van Bert.’ Hierbij sluit zich de huidige spreker volmondig aan.

De andere twee partijen werden niet genoteerd en dus daar kan ik niet veel over schrijven.

Ik zag dat Ab Hauer dramatisch verloor van Joost van de Heuvel. Maar dat was wellicht in de analyse achteraf want onze nieuwe jongeling werd later drastisch gesouffleerd door Frank die tijd had omdat hij oneven was. Wellicht had Ab eerst al gewonnen.  ????

En ik zag hoe Herman Zwaneveld met enige hulp van zijn tegenstander een enorme koningsaanval op touw zette tegen onze andere nieuwe oudere jongere Piet Tensen, en hoewel Herman er meer tijd voor nodig had dan strikt noodzakelijk, hij won! Ik zei toch al ……

Highlights:

Paul-Bert

18PaulBert4  18PaulBert4

34. ….  Tg3 !  (Komodo geeft Lc6 als nog veel sterker, maar waarom zou je ingewikkeld doen als het ook eenvoudiger kan?  Opnieuw speelt dat open veld g3 een belangrijke rol.)  En nu gaf Ron aan dat wit hier wegens de penning van de dame op f5 nog een heel klein beetje had kunnen spartelen met 35. De4!? Maar niet genoeg:  35. …. Teg8 36. Dxf5 Lxf5  en de aanval duurt voort. En zelfs als wit kans zou zien om alles af te ruilen zou het eindspel ook nog verloren zijn:

18PaulBert5  18PaulBert5

Wit is niet opgewassen tegen die twee vrijpionnen van zwart.

Maar Paul spartelde niet langer:

18PaulBert6  18PaulBert6

35.Txg3 fxg3+ 36.Kxg3 Tg8+ 37.Kh2   (37.Pg4 dan h5 of Lc6 of Dxd3 ) 37…Dxf2+ en wit geeft op.

 

Gerrit-Ron

18GerritRon4 18GerritRon4

28. Th7+  Tg7 anders verliest zwart zijn pion op a7   29. Th8 (beter Txg7!)  en nu had zwart nog 29. … a5 kunnen proberen, maar na 29. ….  Tg8  wordt het remise door herhaling van zetten.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.