Ronde 6 verslag

 Wat een krijgsgeweld vanavond. 6 partijen en niet één remise.   Althans dat dacht ik toen ik om 23.10 uit  uw schaakhol  ontsnapte, waar nogal wat schepsels elkaar hevig naar de keel waren gevlogen.  En dat dacht Martin ook toen hij de uitslagen en de ranglijst op de site ging noteren. Maar uit Ron ’s  later mij bereikende commentaarmail bleek me dat hij toch niet van Sven  had verloren. Slechts één remise dus. Wel onder vermelding van het feit dat van de vijf verliezers er toch minstens 3 wel erg naïef het hek hadden open gezet om  een bloeddorstig grommend beest in staat te stellen korte metten met ze te maken. Letterlijk  ‘korte‘, want dat gebeurde in successievelijk  11, 16 en 18 zetten. Dat was dus voor drie zwaargehavenden een kort schaakavondje.

Martin speelde tegen Ab met een klein ommetje een BlackmarDiemer. En bewees hoe gevaarlijk die opening kan zijn voor de openingstheoretische dummy’s in ons midden. Wit offert een pion en hoopt met snelle ontwikkeling van zijn stukken en de verkregen open lijn daar voldoende compensatie voor te verkrijgen. Ab speelde wel erg voorbarig 5.  h6, voorlopig overbodig en eigenlijk dus tempoverlies. Zwart moet snel ontwikkelen en snel rocheren.  Om te voorkomen dat wit de kans krijgt om Joseph Diemer’s ‘Vom ersten zug an auf Matt’  succesvol na te volgen. Als onze Ab ook nu weer snelheid laat prevaleren boven zorgvuldigheid en met 6. … Lg4 wit in de gelegenheid stelt een dame te offeren met Pe5 (wat direct mat dreigt met Lxf7) is het pleit bij zet 7 al beslist. Bij zet 11 verliest zwart zijn dame. Hoewel het hieronder aan te treffen ‘levend’ diagram  voor Ab geen vrolijke aanblik zal opleveren ga ik het toch maar voor de anderen even plaatsen. Want Schadefreude ist die beste freude.

We hebben nogal vaak beloofd dat we nieuwe schakers zullen helpen snel sterker te worden. Maar of we dat wel kunnen? Aan het begin van deze avond probeerde ik Wouter en Nico en Doeko  uit te leggen dat  vroeg f6 slecht is voor zwart, dat de koningsstelling heilig hoort te zijn, en zo lang mogelijk intact.  Ik ben het schoolmeesteren intussen kennelijk flink verleerd, want wat speelt Nico bij zet 3? Juist!    3 ……  f6?  

Maar tot ons beider troost :  we denken dat je schaken het beste leert door je verliespartijen.

Matthijs speelt weer eens een best partijtje vanavond. Geduldig gaat hij van de krakemikkigheid van de zwarte koningsstelling profiteren. Voor Nico, met zwart, wordt het ene onheil na het andere tenslotte catastrofaal. Hij moet er tureluurs van zijn geworden , want het niet zien van een pionvorkje op K en D, een familieschaak, waardoor hij zijn dame verliest, is toch ook wel een beetje onder zijn niveau.

Matthijs – Nico (17…Ke7)

18. d6 en zwart geeft op

Wouter profiteerde vorige week niet gelijk van een misser van zijn tegenstander, maar speelde verder foutloos. Nu was hij minder constant op dreef. Hij leek ook nu  te profiteren van een nogal chaotische opening van Doeko (ook die veronachtzaamt tenenkrommend de veiligheid van zijn koning, ook hij speelt veel te vroeg f6 ). Wouter slaat in gewonnen stelling bij zet 10 een verkeerde weg in.

WouterDoeko 9………e6

10. Dxb7?(10 …a5!) Dat blijkt een smal bergpad waar hij met zijn voertuig niet meer voor- of achteruit kan. Zijn tegenligger duwt hem bij zet 16 het ravijn in.

Wouter – Doeko (16.Pd5+)

 16. Pd5?

Ja, pion e6 staat inderdaad gepend! Maar Dd7 niet. Dus dat verliest gewoon een stuk. Wit geeft op.

In beide laatste partijen kon zwart niet meer rocheren. En dat bleek desastreus.

Het doet me even denken aan een een kort dialoogje tussen twee heren , onlangs n.a.v. een partij van Martin :

Frank .‘Als Martin hier gewoon Ke8xd7 had gespeeld was er niet aan de hand’

Eddy: ‘Ja, daar heb ik ook naar gekeken. Maar dan kan hij niet meer rocheren. Maar toch.’

Frank grijnzend: ‘Nou en? Rocheren is voor softies!’Gelukkig hebben Nico en Doeko dat gesprekje niet gehoord.

Volgens Ron zou Bert nodeloos van Frank hebben verloren. Ik denk dat hij doelt op de situatie bij zet 20 . Naar aanleiding daarvan kwam Martin glunderend voor mij opschrijven (want uw dovemansjournalist verstaat geen gefluister in de schaakzaal) dat zowel Frank als Bert geblunderd hadden. Het is inderdaad zo gek dat er door de concurrentie om gegniffeld kan worden.

Frank – Bert (19…Lxe5)

  20.  Txc6????  Tfc8?????  (Dxc6 want Pe7 met familieschaak en damewinst kan helemaal niet, daar Pd5 gepend staat.

Deze situatie is zeker heilzaam voor Wouter en Nico ze kunnen hier zien: Onbegrijpelijke missers komen in de hoogste en voornaamste kringen voor!

En dat Ron het een spannend gevecht vond, begrijp ik. Het was een strategisch en zorgvuldig gespeelde KoningsIndiër met ook van wit een koningsloperfianchetto.  Waarin langzaam wit moet proberen,  als gebruikelijk in deze variant, een klein voordeeltje te bereiken. Dat lukt hem ook wel een klein beetje. Had Bert al tijdens de partij notie gekregen van zijn gemiste kans? Was hij van de schrik daarom hierna even zijn Tomtom kwijt . Het gaat dan snel bergafwaarts. Maar Ron schrjjft: ’Als Frank eenmaal winnend staat, schijnt hij het niet meer uit handen te geven.’

Ron  zelf speelde lang zeer secuur tegen Sven. Hij opende weer eens op weinig gebruikelijke wijze en verraste daar Sven duidelijk mee. Die stond al snel minder prettig. Geduldig en geconcentreerd  werkte Ron verder voor voordeel. Iets te geconcentreerd. Dat is eigenlijk wel een wat zwakker puntje van zijn spel. Ook nu weer raakte hij in een flinke tijdnood. Daardoor leek het aan het eind van de avond helemaal fout te gaan. Bij zet 29 raakt hij zijn voordeel kwijt. Sven veerde op.  Bij zet 32 is Ron zelfs in het nadeel.  Tijdnood aan beide zijden inmiddels? Want Sven laat het glippen.

In de notatie die Ron mij opstuurde is iets mis. Hij noteert en noemt 34. … Pb6  terwijl in die stelling alleen 34. …Pe6 mogelijk is. Als daar dus Pe6 gespeeld is,  had hij bij zet 35 zelfs de winst voor het oprapen, want hij had dan Svens toren in onoverkomelijke moeilijkheden kunnen brengen.

Ron – Sven (34…Pe6)

35. Kb1!! Waar moet die toren heen?

35.Kb1 Td2 (35…Pxd4 36.Dxd4) 36.De3 met stukwinst

Is dit inderdaad een misser van beiden,of is de notatie niet in orde.  Hoe dan ook, er was  geen tijd meer voor rustig kijken. Na 33. Tc1 Txc1 is het inderdaad remise.

Ik citeer verder uit het commentaar van Ron:

‘Ik stuur je de partij en mijn commentaar. Martin stelde later dat ik planloos zou hebben gespeeld, maar dat was zeker niet het geval. Ik kwam heel goed te staan na de opening. Ik probeerde maar weer eens de Nimzowitsch – Larsen attack. 6…., Lh5 van Sven is dan al niet zo goed. Na 9.h4 is hij al in de problemen.

Mijn pionnenstructuur is veel beter en mijn koning na lange rokade veilig (vergelijk hoe Bosboom tegen Sven speelde).

Ron – Sven (14.0-0-0)

  Als ik de zware stukken kan ruilen, win ik vaak gewoon het eindspel, zeker als ik onderweg nog een pion kan snoepen. Het kostte mij echter weer teveel tijd hoe daar te komen. Ik heb echt veel te veel gemist naar blijkt.

Sven doet vervolgens en dat is best knap, gewoon de sterkste zetten.

Ron – Sven (15…0-0) 

16. fxe5 is minder goed, Frank vond dat ook al niet de beste daar. Pionoffer 16. f5! houdt het voordeel vast.  16.fxe5 Pxe5 17.d4

 17. d4 is dus niet goed. Het idee is niet verkeerd, maar Sven kon nu met 17…, Pf3 (!) profiteren. Na 17…., Pd7 is 18. Kb1! weer de sterkste zet (hoezo planloos?). Na de 20e zet 20. Dd3 geeft de Engine echter al meer dan plus 2 voor mij aan.

   Ron – Sven (22.Lb2)

22. Lb2 is niet echt fout, maar ook niet de beste (Frank gaf dit ook al aan). Ik verkeerde in de foutieve veronderstelling dat ik mijn loper naar a3 moest omspelen. Waarom speel ik niet gewoon 22. Tde1 of zo? Mijn zware stukken activeren? Mijn pionnen op de koningsvleugel houden hem onder druk en ik kan ook g5 spelen om zijn paard het veld f6 te ontzeggen, het paard naar e4 omspelen is immers een van zijn weinige actieve plannen. Na 22…., a5 bood Sven remise aan, maar ik sta nog steeds veel beter. Bovendien vond ik het een leuke en leerzame partij, dus wilde doorspelen, ondanks mijn slinkende tijd.

Na zet 25 sta ik nog steeds goed. Thomas gaf dat later ook aan en dat ik dus “ergens” wat gemist moest hebben. Maar ik zit dan dus al behoorlijk in tijdnood en ga dan dus echt zitten knoeien. Ik bood zelf maar remise aan na mijn foute 29. La3, hij kon immers mijn dame blijven aanvallen. Maar Sven neemt dat niet aan.

 Sven doet het hierna heel goed en wint geforceerd pion c2 (31. Kb2 kan niet, vanwege 31… , Df4).

Ron – Sven (30…Tf1+)

 30. …Tf1+ 31.Ka2 Tf2 32.Dg1 Txc2+

 Ron – Sven (34…Pe6)

Na 34. Tc1, Txc1 en 35. Dxc1 sta ik dan zelfs alweer wat beter (ondanks nog pion achter). Maar ik accepteerde best opgelucht nog zijn remise aanbod. Ik had nog 2,5 minuut op de klok, Sven 14. Sven zag het kennelijk, net zoals ik, ook niet scherp meer en een blunder is in wederzijdse tijdnood zomaar gemaakt. Ik denk dat remise nu wel een terechte uitslag was. Toch was ik niet tevreden over mijn spel en Sven zal dat denk ik ook niet zijn. Ik heb teveel niet gezien. Schaken blijft moeilijk. 

Thomas  zit vol kennis van ongebruikelijke varianten. Het gambiet dat hij hier Hans aanbiedt , heb ik nog nooit  gezien. 1. Pf3 d5  2.  e4  !??  Bijna alle gambieten dien je aan te nemen, wil je in het voordeel komen. Maar daarmee raak je dan wel op een terrein waar waarschijnlijk je tegenstander meer van weet dan jij. Hans zal gedacht hebben: Tegen ene  Broek ga ik me daar niet aan wagen. Ik weet hier niets van en hij waarschijnlijk heel veel. Maar het gevolg is dat Thomas gelijk al het initiatief krijgt.

Als wit dan slaat op d5 ontstaat er iets dat op Skandinavisch lijkt. Mijn databases leren me dat het bijna allemaal wel bestaat, ook de voor mij opzienbarende 7e zet

Broek Pelt (6…Pf6)

 (7. b4 ! Na   Lxf3  (0-0-0 !?) 8.Lxf3 e6 ? wat neerkomt op een pionoffer (beter 0-0-0!) (of een ongelukkig paard op a5)volgde 9.b5  en  10. Lxb7.

Het moet geen prettig gevoel zijn als je na 10 zetten tegen Thomas een pion achter staat. Je weet dat het dan de rest van de avond keepen wordt.  Hans blijkt een redelijke keeper, maar als ik hem zelfs een ‘meespelende’ (van Gaal)  keeper zie worden met 14 …f5 vrees ik dat dat een nieuw punt van zorg gaat worden: een achtergebleven pion op e6.

Broek Pelt (14…f5)

  En dat wordt het dan ook. Alle zware witte stukken staan er bij zet  25 op gericht.

Broek Pelt (25…Te8)

 Het leidt tot zwarte machteloosheid, en dat leidt weer tot een grappige winstvariant

Broek Pelt (27…h5)

 28. Txf5!  Omdat wit noch met de pion mag terugslaan (verlies van toren op e8) , noch met de toren (gepend) is dat dus winst van een tweede  pion. Hans houdt het voor gezien.

Thomas zond me zelf commentaar:

‘I.p.v. exd5 is ook 3. Pc3 , c6 mogelijk. Een variant van de Caro-kann ‘

‘Op zet 11 zag ik af van La6 vanwege de  opgesloten positie maar Analyse This vindt hem de beste.’

 Broek Pelt (10…Tb8)

21 ….. f4 was een actievere verdediging dan Kf8

  Broek Pelt (21.d3)

Vlak voor het einde was 27. … De5 28. Te5 , Pd7 29. Te2 , e5 nog een taaiere verdediging!

Broek Pelt (27.De5)

 Aldus weer een leerzaam partijtje!

Aldus een oorlogszuchtig  avondje. Vredesonderhandelingen zaten er bijna niet in.

Eindcorrectie moet nog plaatvinden.

Ronde 6 – 10 okt. ’22

Nr.WitZwartResultaat
1Ron de VinkSven Damen1/2 – 1/2
2Frank de GeusBert Kuijer1-0
3Thomas BroekHans Pelt1-0
4Martin ZwaneveldAb Hauer1-0
5Wouter van WaardtDoeko Wilms Floet0-1
6Matthijs GrootNico de Koning1-0
PosNaamPrtWRVScoreWrde
1Frank de Geus541013430
2Ron de Vink624013329
3Thomas Broek5311117,328
4Bert Kuijer6231116,527
5Sven Damen42209426
6Hans Pelt613290,525
7Martin Zwaneveld62139024
8Gerrit van Dok511374,723
9Ab Hauer32016922
10Doeko Wilms Floet421168,521
11Paul Verkooijen22006020
12Hugo Ent301254,819
13Matthijs Groot311152,818
14Fjodor Brahar411252,517
15Peter van Putten410342,516
16Wouter van Waardt21014015
17Nico de Koning60063014

Ronde 5 verslag

Tjonge. Alweer een nieuw gezicht! De revival van de schakerij, de revival van een kleine doch gezellige schaakvereniging in Middenbeemster. Als het zo doorgaat, puilen we eruit , uit Onder de Linden.

Misschien buiten een overdekt terrasje bouwen.

En die nieuwe mijnheer, Wouter van Waardt , heeft het duidelijk al vaker gedaan,i op clubniveau. Voor mij belangrijk, zijn notatieformulier wordt foutloos ingevuld.  En Nico de Koning heeft weinig tegen hem in te brengen.

2S7A0145WEB

Hoewel Wouter beter had kunnen reageren op een zwakke   openingszet 2 (!)  van Nico  krijgt hij toch al gauw het heft in handen. Hij ontwikkelt zijn stukken beter dan Nico. (Die ook nog met g6 zonder een loper op g7 een tochtgat in zijn koningsstelling laat vallen dat hem later fataal gaat worden.) Rond zet 10 heeft hij al een flink voordeel. Door een blunder van zwart wint hij een kwaliteit.

Wouter – Nico (10…Le8)

  11. Lh6!!

Dat voordeel geeft hij voorlopig niet uit handen, en breidt het zelfs uit.  Rond zet 25 staat hij totaal gewonnen! Hij staat dan een toren voor. Hij maakt geen fouten en het slot wordt een gezellige (voor hem en de toeschouwer, voor Nico iets minder) matcombinatie.

Wouter – Nico (32 …. f6)

f6 (maar niets is meer voldoende) 33.De7 zwart geeft op. Er kan Mat volgen in maximaal 8 zetten.  33…Kh8[33…a5 34.Td7+ Lf7 35.Dxf7+ Kh8 36.Dxg7#] 34.Df8#

Een -behalve even in de opening- tamelijk foutloze partij. Toegegeven, Nico maakte het hem ook niet erg moeilijk.

Even die zet 2:

Wouter – Nico (2…Pf6)

 Hier leerde ik -als puber al – dat  2. Pf6 geen goede voortzetting is in het Damegambiet.

3.cxd5! Pxd5 4.Pf3 om e5 te voorkomen 4…g6 (4…Lf5 5.Pbd2 Pb6 6.e4!) 5.e4! Pb6 6.Lf4  Wit krijgt een tempo kado om zijn centrum op te bouwen met e4!. En daar gaat het maar om in de opening.

De Partij Doeke – Fjodor was grappig. Fjodor speelt elke week wat beter. Hoewel Doeke bijna de hele partij voordeel heeft – soms eigenlijk zelfs beslissend- weet Fjodor te profiteren van Doekes aarzeling om zijn voordeel in winst om te zetten.  Hij ontsnapt met remise. In een eindspelstelling die alleen ijzersterke computerprogramma’s -en wellicht valsspeler Niemann- als  toch voor zwart verloren beschouwen. Ik denk dat niemand van ons dat eindspel met wit zou kunnen winnen. Dus treft Doeke wat dat betreft geen blaam. Wel wat betreft het niet afstraffen van een openingsblunder van Fjodor bij zet 2 . (Ja ook hier. )

Fjodor – Doeke (2…f6 )

 2     f6?????   Dat wist ik al toen ik 16 was, uit de boekjes van Prof Dr M.E.   3. Pxe5 ! Want   3. ………  fxe5 4. Dh5+  g6   5 De5+ en 6. Dxa8      Andere zetten helpen nauwelijks.  

Wees niet beledigd Arissers! Ik noteer dit niet voor de andere 13 clubleden want die zullen dat allemaal wel weten, maar voor de 4 nieuwe. We beloofden toch dat we ze zouden helpen met het verbeteren van hun spel  Nou dan …!

Het ingewikkelde eindspel. Het lijkt erop dat zwart met heen en weer spelen van zijn loper de zaak redt. En als ik thuis zie wat Prof Mr Dr K zegt dan denk ik : Misschien heeft het computerprogramma het wel mis als hij winst bedenkt voor wit. Dat wil hem in een eindspel wel eens overkomen!

K. geeft aan: wit moet eerst zijn  loper op f5 zetten, dan die loper ergens op de a8-h1 diagonaal wegzetten. En dan eventueel g- en/ of h-pion offeren.  Maar ook wordt mij duidelijk: dit is voor gewone stervelingen niet meer te winnen.

Hier enkele varianten:

Sven tegen Hugo was een Pirc. Sven koos een opzet die ook in het KoningsIndisch en in de Siciliaanse Draak tegen het zwarte fianchetto veel voorkomt, en scherp is. Met f3, 0-0-0 ,  g4 en h4. Een van de redenen waarom ik ooit van de Pirc en van  de Draak afstapte. Hugo schjjnt er vrij lakoniek onder te blijven! Maar K. laat zien,dat overeind blijven toch ook nu wel weer heel erg subtiel is.

Sven – Hugo (11.Lh6) (2

Hier speelt Hugo  11 ….  Pe5 waarna 12. Lxg7 Kxg7 een  flink betere stelling voor wit oplevert.

Terwijl 11. … Lxh6!  12 Dxh6 b4!  gelijkspel betekent. Het gaat hier om slechts één tempootje! Omdat wit na Lxh6 eerst moet terugnemen

Na Hugo’s Pe5  blijft het moeilijk en na later Pg8

SvenHugo14h5

  14 ….Pg8 (De7. Het blijft moeilijk maar er kan nog gespeeld worden)  komt zwart er niet meer aan te pas. De witte aanval krijgt een Oekraiens karakter. Hugo verlaat het oorlogsgebied op de 21e zet, nadat  al zijn bruggen zijn verwoest.

Sven – Hugo (21.Pg5)

  Er dreigt nu veel te veel tegelijk!

Paul tegen Matthijs.  Schots gambiet. Maar het blijkt wel een gambiet te worden, maar voor de verkeerde kleur, omdat beide spelers al na zet 4 hun eigen openingentheorie ontwikkelen.

Paul - Matthijs (4.Lc4).jpg

4.  …..d6? (Pf6! 5  e5  d5! )   5. Pg5 (Pxd4] Pe5 6.Dxd4 Pxc4 7  DXC4

Paul – Matthijs (7.Dxc4)

 En hier geeft zwart een pion weg. 7…… Le6???  Hoe komt zoiets? Je zou zeggen dat is toch niet ingewikkeld. Le6 wordt 2x aangevallen en maar 1x gedekt. Onnauwkeurigheid? Of rekende Matthijs op iets na  8.Pxe6 fxe6  9 Dxe6     en dan maar  De7   dat er niet inzat.

Paul laat op gedegen, welhaast hautaine wijze  in het vervolg zien hoe je wint als je een pion  voor staat. Matthijs is niet te beroerd daarbij een handje te helpen door zoveel mogelijk stukken te ruilen en zo aan te sturen op een simpel eindspel met een pion minder. Je kan beter proberen zoveel mogelijk stukken op het bord te houden. Hopend op een tactisch grapje.

Paul – Matthijs (32.Kd5)

 32 Kd5  en zwart wordt opgerold. Lesje Koningsactiviteit in het centrum, in een pionneneindspel.

Bert-Martin

Bert speelt een KoningsIndisch in de voorhand, waar Martin een dubbelfianchetto tegenover zet.  Bij zet 9 gaat hij strategisch in de fout door niet op e4 te ruilen.

Bert – Martin (9.e4)

 9 …..Pd7? Hierna speelt wit e5 waarna beide lopers van zwart voorlopig ernstig in hun beweging worden belemmerd. Martin probeert dat op te lossen met f6, maar dan zit hij weer met een achtergebleven pion op e6. Na een mindere zet van wit 18 Lf4  lijken de zwarte problemen toch zo’n beetje opgelost.

Bert – Martin (18.Lf4)

 Martin ziet een leuke combinatie, maar ziet daarbij een schaak over het hoofd, zal daardoor een stuk verliezen, en geeft op. Daarna blijkt dit een situatie  waar iedere schaker wel eens een nachtmerrie van krijgt: opgeven als je (nog ) niet verloren staat. Want achteraf blijkt dat zwart het stuk dat hij verliest weer terug kan winnen.

Gerrit-Thomas

Gerrit geeft al ineen heel vroeg stadium een pion weg. Thomas geeft dan een lesje hoe je zoiets dan wint.  Nog iets levendiger dan het lesje vanavond van Paul. Over hetzelfde onderwerp.  Thomas geeft Gerriit nog één kansje, maar die wordt overzien.

Commentaar van Thomas

Gerrit – Thomas (4…g6)

5. Ld2? Pxd5

“Theorie was 5.c4 of  5.Pc3. Na het weggeven van de pion herpakte wit zich nog redelijk.

Gerrit – Thomas (7…d5)

Hij miste helaas 8. Pxd5! Pxd5 9. Lc3!  Met rente op de ‘’geleende’ pion.

(Eddy: Let op, na 9 . …. Pxc3 10. Lxf7 !! verliest zwart een dame!! Dat vermeldt Thomas niet, waarschijnlijk omdat hij dat te vanzelfsprekend vindt. )

Gerrit - Thomas (29.g3).jpg

Analyse this’ geeft toch 29 … Tc2 als iets meer dan 29. …Kf8, maar ik vertrouwde  d6 niet helemaal.”

Eddy :  Kf8  30 Pe1 Td8  en ,wit geeft op, er zal nog een pion verloren gaan en die vrijpion op d4, ijzersterk ondersteund door de superieure loper , belooft weinig goeds

Ron -Hans

Commentaar van Ron:

“Hans en ik begonnen als de vorige keer. Toen speelde hij onhandig gelijk 6. Le3, waarna zwart met Lb4 al in voordeel komt. Dus vandaar nu 6. a3.

Hans – Ron (5… Dc7)

   6. a3

Ik hoopte nu op een kans de hoofdthema’s van deze opening uit te kunnen testen. Maar Hans gaf denk ik per ongeluk vervolgens pion e4 weg. Hij dacht daarna lang na en offerde op b5!

Hans – Ron (9…Pxe4)

  10. Pcxb5!?

Die had ik niet zien aankomen. Het is ook niet goed, maar ik ging weer spoken zien. Ik weet nog niet waarom ik geen 11…, Dc6 dorst te spelen.

Hans – Ron (11.Pxb5)

  Dit brengt een tegendreiging op g2. 12. Pa7 kan dan niet, vanwege 12…,Txa7 13. Lxa7, Pc3! 14. Lf3, Pxd1 15. Lxc6, Pxc6 en zwart blijft materiaal voor. Na 11…., Dc6 kan zwart wel normaal ontwikkelen.
Na mijn voorzichtige 11…, Dd8 sta ik nog steeds beter. Maar makkelijk is het niet. Hans dacht weer lang na en speelde de sterkste zet 12. c4! Nu zie ik de opstormende pionnen al komen, zie dat ik niet veilig gemakkelijk kan loskomen en dat ik vermoedelijk stuk moet gaan terug offeren. Daarom zag jij, Eddy, mij hoofdschuddend zitten.

Hans – Ron (12.c4)

  Het sterkst is nu 12…., Lc6 om dat irritante paard onschadelijk te maken, maar dat zag ik niet. Gelukkig wel 13…, f5! (alternatief Db8 heb ik ook naar gekeken) om mijn koning extra vluchtvelden te geven. 15…,d5 geeft daarna echter definitief mijn voordeel weg (15…., Kf7!),

Hans – Ron (15.Lf4)

  want na 16. c5! is stelling al gelijk. Ik ben gedwongen om stuk terug te geven. Hans nam gelijk remise aan. Het is dan ook volledig in evenwicht.

Eddy:  Ik zag die vrije damepionnen ook wel als compensatie voor het stuk (knap gevonden van Hans!) maar zat steeds te wachten op het met wat voordeel terugofferen van dat stuk. Daarom speelde je toch ook Pa6!?

Dat was het weer. Tot volgende week.

Eindcorrectie moet nog plaats vinden.

Ronde 5 – 3 okt. ’22

Nr.WitZwartResultaat
1Hans PeltRon de Vink½-½
2Bert KuijerMartin Zwaneveld1-0
3Gerrit van DokThomas Broek0-1
4Sven DamenHugo Ent1-0
5Doeko Wilms FloetFjodor Brahar½-½
6Paul VerkooijenMatthijs Groot1-0
7Wouter van WaardtNico de Koning1-0
PosNaamPrtWRVScore
1Ron de Vink5230116,5
2Bert Kuijer5230113
3Frank de Geus4310105
4Thomas Broek421187,5
5Hans Pelt513187
6Sven Damen321073,5
7Ab Hauer220065,8
8Martin Zwaneveld511363
9Gerrit van Dok511357,5
10Paul Verkooijen220053,8
11Hugo Ent301252,2
12Fjodor Brahar411249,5
13Doeko Wilms Floet311149
14Peter van Putten410339,8
15Wouter van Waardt110034
16Matthijs Groot201132,5
17Nico de Koning500525

Z.S.C. Saende uit, altijd lastig 6,5 – 1,5

Toen ik mijn telefoon vrijdag middag wilde oppakken rook deze al naar een vreemd luchtje. Het werd mij al snel duidelijk toen ik in de Aris de Heer Whatsapp groep keek wat dit was. Het was de geur van angstzweet veroorzaakt door rating schema’s van onze tegenstander van de avond. Met niet de minste namen waaronder IM Manuel Bosboom de vraag was, wie mag zich in een illuster rijtje gaan voegen “verslagen door Bosboom” waar niet de minste namen in staan waaronder de in 1999 in Wijk aan Zee, verslagen Russische speler Gary Kasparov.

Maar niet alleen de sterspeler, de gemiddelde rating van onze tegenstanders was ruim boven de 1900. Zonder Thomas zouden we wel eens om half 11 afgedroogd en wel in de auto terug kunnen zitten.

Helaas konden we niet aan 7 spelers komen, zelfs niet met onze vliegende kepers Koen en Jos. Gelukkig maakte hun aanwezigheid het wel mogelijk om vanavond te kunnen spelen.

Na overleg was besloten wel het eerste bord te bezetten zodat (na verwachting) de eer om tegen een IM te spelen niet zomaar aan ons voorbij te laten gaan. Echter tot onze verrassing zorgde persoonlijke voorkeuren en dat wij het tweede bord leeg lieten ervoor dat niet Ron op bord 1 maar Sven op bord 4 deze partij mocht spelen.

Ik heb mijn best gedaan voor om tijdens het spelen andere partijen in de gaten te houden. Mochten jullie extra feedback hebben stuur deze vooral nog even op voor een “na-redactie”.



Bord 1 – Ron de Vink (1884)Jan-Bart Abcouwer (2083) 0-1
Ron speelde engels, een speelstijl die ik persoonlijk alleen maar kan aanmoedigen. Op dit niveau zie je dat de tegenstanders met Zwart hun eigen voorkeuren krijgen tegen het engels en zich zonder problemen weten te bewegen in de thema’s die volgen.

Door Ron
Je kunt het David tegen Goliath noemen. Dit gold vooral voor de partij van Sven tegen Manuel Bosboom. Dat was echt spektakel en chapeau voor Sven. Het grappige was dat ik tegen mijn tegenstander na 4 zetten dezelfde stelling nog op het bord had en hem zou kunnen kopiëren. Dat vond ik echter niet sportief, dus ik ging verder met het door mij normaal gespeelde 5. e3. Ik zag dat alle anderen van ons leuk begonnen waren, behalve Koen, die in zijn Pirc een verkeerd plan koos en zijn direct dame in de problemen bracht. Die zou snel verliezen. Maar het is gewoon leuk om tegen sterke tegenstanders te spelen.

Helaas gebruikte in de opening en middenspel teveel tijd, dat zou mij later in het eindspel de kop gaan kosten. Daar zag ik dus ten onrechte spoken, dat als alle torens geruild zouden worden, ik niet op tijd zou zijn om zijn pionnen op de koningsvleugel tegen te houden. Ik had de onjuiste veronderstelling dat ik dan eerst nog een pion moest winnen op de damevleugel om zelf nog (tijdig) een vrijpion te creëren. Maar ik kan dus wel degelijk mijn paard terugbrengen en zelf ook gaan stormen met de pionnen. Het is dan nog steeds remise. Na 31. Ka3? kon hij gelijk winnend 31…,f5 spelen. Met zijn 31…., Te2? kreeg ik nog een kans (maar wij beiden waren dus in de veronderstelling dat ik niet kon slaan). 24. Pa4 was trouwens onnauwkeurig, ik moet eerst 24. h4 spelen.

In de opening speelde ik 14. g4. Ik was niet zeker of zijn paard op h4 dan niet in de problemen zou geraken. 18. Th2? is fout, ik speelde dit om dat h4 paard veld g2 te ontzeggen en mijn eigen paard te dekken, maar hij kon nu 18..,d5! spelen (18. Td2 was aangewezen). Na zijn 18…,Te7? had ik echter nu wel met 19. Td2 alsnog in het voordeel kunnen komen. Ik dacht eerst dat 19…,Df5 niet kon vanwege 20. Dg3 en hij verliest zijn paard. Maar na 20…, Tae8 21. Td2, cxd4 22. Dxh4 gaat het niet goed. Zijn dame gaat winnend naar a5!
Ik moet echter niet gelijk op f5 ruilen. Eerst gewoon 20. dxc5. Hij moet na 20…,dxc5. 21. Lxg7 dan wel zelf gelijk dames ruilen want anders wint Dg3 wel.

Hulde voor Bert, Martin en Jos die wel remise speelden.=

Bord 3 – Bert Kuijer (1773)Eric Bark (2034) 1/2 – 1/2
Ik heb de opening gezien waarbij Zwart in de eerste 10 zetten 8 pion zetten speelt, met name aan de dame vleugel. Ik keek hier met een beetje verbazing naar, ik kon mij niet voorstellen dat het goed was maar het zag er zeker niet slecht uit. Ik was blij dat ik hier geen kaas van hoefde te maken. Bij het langslopen zag ik Bert echter goed voor zitten en telkens beter en actiever komen te staan. Ik denk rond zet 25 zagen die pionnen er echt uit als zwaktes ipv. krachtpunten.

Heel mooi om te zien dat Bert zo’n enorme solide schaker is, zeker in dit soort externe wedstrijden met de nodige druk te motivatie. Dat het remise is geworden verbaasde me niets, ik denk zelfs dat zwart zich hier gelukkig mocht prijzen.



Bord 4 – Manuel Bosboom (2401) – Sven Damen (1767) 1-0
Nog in de veronderstelling dat Bosboom wel op bord 1 zou spelen stond ik met Sven te praten dat het natuurlijk super leuk en een eer is zo’n partij te spelen. De druk om geen grote fouten te maken voelen we natuurlijk allemaal, ikzelf speel een partij tegen een veel sterkere tegenstander altijd het met het gevoel dat ik iets totaal over het hoofd zie. Als je een onbewuste strategische fout maakt dat jouw tegenstander dat meteen afstraft. Het is zaak de druk van je af te zetten en solide te blijven schaken. Ik zag al snel dat Bosboom zijn “inmiddels bekende” opstomende h-pion al snel op het bord zette.

Ik sprak Sven even kort na de opening en hij vond het lang goed gaan. Een prettige opbouw zonder directe grote problemen. Manuel gaf zelf aan dat hij wel wat zwaktes zag in zwart zijn stelling, maar dat resulteerde niet direct in grote problemen. Zover ik het kon volgen kwam wit beter te staan maar de aanval op de koningsvleugel werd solide door Sven verdedigd. Ik zag de stelling kort na het onderbreken van de dame die op b2 stond te kijken naar de zwarte koning door d4 te spelen.

Commentaar Sven en analyse

Voor mij was dit mijn tweede ontmoeting met Manuel Bosboom. Nadat ik afgelopen zomer kansloos verloor in een snelschaak toernooi in Amsterdam mocht ik nu in een normaal tempo partij tegen hem aantreden. 

Voor en tijdens de partij merkte ik dat ik nauwelijks last had van zenuwen en genoot voornamelijk van de partij. Ik had als 8-jarig jongentje die net de regels van Kees Pruis had geleerd niet kunnen bedenken dat ik ooit zo’n mooie partij tegen zo’n sterke tegenstander (top 100 van NL) zou gaan spelen. Toen ik rond middernacht alsnog moest opgeven overheerste trots in plaats van teleurstelling.

We speelden een symmetrische Engels, iets wat ik hiervoor slechts één keer eerder heb gespeeld, en ik kwam desondanks redelijk comfortabel uit de opening. De computer geeft dat ook een plusje voor zwart aan. Daarna werden de zwarte velden rondom mijn koningssteling redelijk zwak en Bosboom maakte daar met de dame op b2 dankbaar gebruik van. Op zet 18 staat wit zo goed als gewonnen. 

Maar na een paar mindere zetten van wit raakt Bosboom zijn voordeel kwijt en kan ik op adem komen. Dan sta ik toe wit in het centrum te laten oprukken, waarna een dubieus stukoffer van mijn kant de evaluatie van de computer weer op 0 staat. Met meer geluk dan wijsheid kan ik met een stuk minder mijn torens activeren en de koningstelling van Bosboom aanvallen. De computer geeft op zet 35 zelfs -3 voor zwart aan! ik ben aan het winnen tegen een Internationaal Meester met ongeveer 600 meer ratingpunten! 

Helaas laat ik tot twee keer toe de kans liggen om de partij naar me toe te trekken. Vermoeidheid en tijdsdruk beginnen me op te breken. 

In het eindspel waarbij we minder dan een minuut op de klok hebben en Bosboom twee pionnen meer heeft, valt het doek alsnog voor mij.

Zout in de wonden, had Sven kunnen winnen?
De vraag of Sven had kunnen winden vinden we op zet 35. Sven is na d3 doorgebroken en heeft het paard terug gekregen. De gespeelde zet van Sven lijkt de natuurlijke 35….. Tdd2, echter het had hier anders gekund om te winnen!!

Naar mijn mening zie je dit alleen als objectieve schaker, zwart staat lang gedrongen in de partij maar in exact deze stelling heeft de witte Dame geen velden meer! Maar alleen onder voorwaarde dat de zwarte toren op de e-lijn kan blijven staan. Als wit Te5 kan spelen is het al te laat. Een beetje per toeval ontstaat dan opeens de volgende variant, met dame tegen toren verlies voor wit wat opgave afdwingt.

Martin: “Erg goed gespeeld Sven! Los van winstkansen in tijdnood en laat op de avond heb ook jij laten zien dat je, je mannetje staat in de eerste klasse!”

Bord 5 – Paul Verkooijen (1761) – Hans Galje (1986) 0 -1
Ik zag Paul een solide partij te spelen, zonder direct in de problemen te komen. Zwart stond al snel iets beter en heeft dat voordeel niet uit handen gegeven. Ik zag een winnende eindcombinatie die tot stuk en dus ook partijverlies leide.

Bord 6 – Willem de Boer (1913) – Jos Lohmann (1799) 1/2 – 1/2
Deze partij kon ik iets beter volgen omdat ik naast Jos had plaatsgenomen. De bekende vreemde pion-opzetten zoals Jos die wel vaker doet zorgde weer voor bijzondere stellingen. Ik denk echter dat de speelstijl van Jos zich erg leent voor overschatting, ik heb wit een overhaaste aanval zien opzetten die Jos zorgvuldig om zeep wist te helpen.

Ik denk dat Jos een echte remise koning genoemd kan worden. Ik vraag me echter wel af of in de eindstelling Jos niet door had mogen spelen, immers een volledige pion voor zou op termijn toch nog kansen kunnen bieden.

Bord 7 – Martin Zwaneveld (1732) – Stephen Garrett (1906) 1/2 – 1/2
Ik ging zelf met de nodige spanning achter het bord zitten. Met wit wil je toch het een en ander dicteren om te verzorgen dat je niet in een min-stelling weggedrukt wordt tegen een sterkere tegenstander.

Ik speelde engels, en kwam in een stelling met een zwarte loper gefiatteerd zonder dat zwart c6 gespeeld heeft. Dit zijn vaak dynamische stellingen waarbij de pionnen in het centrum van cruciaal belang zijn. Daarbij is het devies, ontwikkelen, ontwikkelen en ontwikkelen. Tot mijn verbazing speelde zwart e5 (wat de zwarte loper blokkeert) om vervolgens deze pion “weg te geven” om die loper actief te maken. Echter achter het bord vond ik niet dat zwart hier echt voordeel uit kon halen.

In de digitale na analyse zag ik echter dat zwart in zijn poging om een voordeel te krijgen hij zijn toren op een slechte plek zetten en uiteindelijk 2.00 achter kwam te staan. De computer berekende dit op basis van het eindspel wat ik kon forceren, echter mijn voordeel was dat ik een duidelijker plan had om te spelen door de toren op te jagen.

Dit lukte goed tot we allebei onder de 20 minuten terecht kwamen en er steeds meer haast geboden was. We kwamen in een 0.0 stelling terecht bij een herhaling van zetten. Ik schatte dit echter verkeerd in en maakte op dat moment een grote fout die de remise en al het voordeel uit het raam mieterde. We hadden toen elk nog minder dan 5 minuten te spelen en ik moest hier een stuk offeren voor 2 doorgebroken pionnen.

De doorgebroken pionnen dwongen af het stuk weer terug te geven maar het eindspel leek voor zwart te winnen. Een kleine on-nauwkeurigheid van zwart dwong af dat ik 2 pionnen kon terugwinnen door telkens op mat te spelen. Ik deed dit beter als mijn tegenstander en kwam uiteindelijk dus op een verdiende remise uit.

Bord 8 – Erik van Nassau (1878) – Koen van Lankveld (1728) 1 – 0
Koen voelde zich vrijdag avontuurlijk en speelde snel zijn dame uit de opening. In de analyse was hij hier niet ontvrede over, maar scherm spel van Wit zorgde er wel voor dat Koen met zijn dame klem kwam te staan. Binnen 10 zetten maakte Koen de beslissing om niet met een pion minder en zonder rokade deze partij uit te spelen. Hij ruilde zijn dame voor een toren, loper en pion. Kwa materiaal misschien gelijk, maar om nog kans te maken is het vereist dat je tegenstander wat missers maakt. Op dit niveau was dat slechts ijdele hoop en Koen moest dan ook hopeloos toezien hoe wit met prachtige combinaties het punt op bord 8 wist binnen te halen.

De eerste klasse
Ondanks het verlies en zonder winstpartijen hebben we toch laten zien wel degelijk in de eerste klassen goed te kunnen spelen. Op papier was dit de sterkste tegenstander en we waren zeker niet om half 11 afgedroogd. We laten als team zien dat we wel degelijk punten kunnen scoren maar het belangrijkste is dat we hier allemaal van kunnen genieten om onze beste partijen mogelijk te spelen.