Verslag 2 mei 22

Ik kon helaas niet naar de clubavond op straffe van een echtscheiding, maar gelukkig waren er zeer veel vriendelijke schakers die mij hun creaties deden toekomen. Waarvoor mijn uitbundige dank.

Matthijs-Hugo

Hugo had zwart. Dat werd Konings-Indisch. Wat niemand meer zal verbazen. Zoals hieronder Hugo terecht opmerkt stond zwart gauw beter, omdat wit bij wit Lc1 langdurig inactief bleef.

En dat kwam volgens mij omdat Matthijs stelselmatig weigerde e4 te spelen, wat toch echt heel nuttig is in het KI. Eigenlijk is ,denk ik, dus de zet  3. e3  al niet goed.  Dat is dus minstens tempoverlies, want ooit moet toch e4 volgen. Dus normaler is 3. Pc3  gevolgd door e4.

Matthijs – Hugo (2…g6)

Ik was meestal niet erg verontrust als ik dat wel eens tegen me kreeg (meestal in een later stadium: 3. Pc3 Lg7  4. e3), want er bestaan veel gevaarlijker varianten tegen het KI:  Bijv. met  f3 , g4, h4 en lange rochade en ook het vierpionnenspel. Om maar eens iets te noemen. Ik concludeerde na e3  dat mijn tegenstander dus kennelijk niet veel theorie bekeken had, een rustige gedachte.

(Maar aan één KI-partij tegen  e3  denk ik liever niet terug. Dat was een partij tegen Gerrit in 2005. Die speelde al 2. e3. En dus kreeg ik met zwart al heel vroeg gelijk spel. En gaandeweg wat voordeel. Ik weet nog dat ik me heel comfortabel voelde. Maar ik koos op de 25e zet een totaal verkeerd plan en kwam er daarna niet meer aan te pas. Het was de enige partij die ik  ooit van Gerrit verloor. )

Hugo: ‘Doordat wit in de beginfase moeite heeft met ontwikkelen omdat zijn zwarte loper inactief is en de opbouw van wit min of meer blokkeert, kan zwart ongehinderd een goede stelling opbouwen.

Vanwege het toegenomen aantal dreigingen van zwart doet wit vervolgens enkele mindere zetten.’

Bijv.:

Matthijs – Hugo (15…Pxd5)

 Wit heeft zojuist een pion verloren op d5, na een misrekening op zet 13,  maar een Matthijs hoeft met zo’n achterstand lang niet altijd te verliezen, zoals iedereen intussen wel weet. Maar hij is kennelijk zo van zichzelf geschrokken dat hij daarna een wel erg primitieve fout maakt.  Met 16. b3 ??? staat hij een funeste paardvork toe. 16. …. Pc3. Dus nog een kwaliteit naar de rasmodee.

Hugo: ‘Hierna is het voor zwart eigenlijk alleen maar zaak om de materiaalwinst te behouden, geen gekke dingen te doen of toe te laten,  en dus heel rustig af te wikkelen naar een gewonnen eindspel.’

Matthijs – Hugo (30.Kh2)

 30. …….  d4!    Zoiets heet geloof ik een vrijpion. En wat voor één. Op weg naar promotie. Een terechte en niet al te ingewikkelde winst voor Hugo. 

Martin-Thomas

Martin:  ‘Het was mijn beurt om schaakles te krijgen, van Thomas. Ik speelde een engelse partij en kwam in een variant terecht die ik zelf erg prettig vond. Echter zoals te verwachten was de stelling na zet 11 f5 van zwart mij iets te ingewikkeld. De juiste keuzes maken was hier wel lastig geworden, maar volgens mij ging het nog goed. Waarbij 12. d4 toch wel een beetje een vinding was. Maar daarna wordt het helemaal ingewikkeld. 14. Pe2 zorgt ervoor dat f3 niet gespeeld kan worden, in mijn na-analyse is dit het moment dat het verkeerd gaat, omdat er nu bijna alleen nog maar gedwongen zetten gedaan moeten worden.’

  Martin – Thomas (13…c5)

14.Pe2 f3? 15.Pxd4 fxg2 16.Pxe6 gxf1D+ 17.Dxf1 Dd2 18.Pxf8 Txf8   (0.98)

Komodo denkt er dus anders over: die vindt alle zetten van wit goed tot zet 19.

Martin: ’Op zet 19 Lc3 ?. ga ik dan toch de mist in, de juiste zet Pc4 heeft nogal wat uitdagingen, zoals het loslaten van de loper op B2 en de pion op f2.Echter als ik 13. Pc4 speel dan komt wit 2 punten voor te staan omdat het in het eindspel de e-pion heel sterk wordt.

Ik koos ervoor om de pion op de b-lijn te dekken met toren b1. Echter niet goed gezien dat ik die alsnog verlies na Txf2.’

Martin – Thomas (18…Txf8)

19.Lc3?? [19.Pc4! Pxc4 20.Lc3 Dxa2 21.Dxc4+ Tf7 22.f4] 19…Dxa2 20.Tb1?? (Pc4 =)

Martin – Thomas (20.Tb1 )

Txf2 21.Dxf2 Dxb1+ 22.Le1 Dxb3 23.Df5

Martin:   ‘Na Txf2 hield ik de eer aan mijzelf en gaf op. Alhoewel het na-analyseren en doorspelen vermakelijke varianten opleverde die zwart ook maar goed moet spelen was dit wel uit.’

Hans – Gerrit

In een geweigerd damegambiet gaat Hans met zwart proberen herrie in de tent teweeg te brengen met   h5,  h4. Waar eigenlijk alleen wit een beetje van kan profiteren. Zoals Hans zelf hieronder constateert was er alleen een klein  kansje bij zet 22. Maar rond zet 24 zoekt Gerrit ,als gebruikelijk, voortvarend zo veel mogelijk  afruil, en dan valt er voor Hans niet veel agressie meer te bedenken,en  wordt het remise.

‘Hans Pelt: ‘Er valt weinig te zeggen over deze partij. Stockfish “zegt”: Tot aan zet 22 kent wit een klein plusje (0,3 – 0,4)
Op zet 22 had ik misschien Tf5 moeten spelen waarna Stockfish -0,74 aangeeft. Maar ja, dan had ik 33 zetten vooruit moeten denken.

Gerrit – Hans(22.Tad1)

Ook op zet 23 had ik de kans Tf5 te spelen maar dan was het voordeel geslonken naar -0,23.
Na de afruil op de koningsvleugel werd en bleef het 0,00. Dus nadat Gerrit remise aanbood, heb ik dat geaccepteerd. ‘

GerritHans (25 Te5)

  25….. Pf4 26.Txh5 gxh5 27.Dxh4 Dxh4 28.Pxh4 Txd4 29.Pf3  remise

Gerrit:  ‘Ben benieuwd of de computer ergens grote winstkansen signaleert tijdens deze partij.”   Eddy: Ik heb ze op  Komodo niet zien langskomen.

FrankBert

Frank: ‘Het offer op f7 was natuurlijk achteraf hartstikke fout, maar maakte het nog wel leuk en zag er in ieder geval gevaarlijker uit dan het was.’

BeerFrank 8 …. Dc7

9.Pxf7 ?? Kxf7  10. Pxd5 Pxd5  11. Dh5+ g6 

  Frank – Ber5 (11…g6)

12. Dxd5 Kg7  (Le6!?)

Hier heeft wit 2 pionnen voor een stuk, en  de zwarte  koning lijkt minder veilig te staan. Ik vind het dus best een erg leuk offer. Hij moest ervoor toch om te beginnen al 4 zetten vooruit denken, en daarna vermoeden dat wit wel wat had.  Jammer voor Frank dat dan blijkt dat het inderdaad toch niet goed is. Zwart  brengt snel zijn veiligheid op orde, ontwikkelt zijn stukken vlot, en dan heeft inderdaad wit niks.

Maar toch prettig dat we schakers in ons clubje hebben die niet te angstig zijn om risico’s te nemen en er een offertje tegenaan te gooien. Voor Bert zal het offer op f7 wel als een verrassing zijn gekomen, en daarna waren bijna  al zijn zetten gedwongen , dus veel denkwerk  hoefde hij net te verzetten. Voor hem een rustige avond en bijna vanzelf toch een mooi miniatuurtje

Ron-Sven

In het Engels kiest Ron tegen 1. … e5 voor  2. e3 wat zeker niet de gebruikelijkste voortzetting is. Pc3 , Pf3 en g3 scoren veel hoger in de database. Maar het is speelbaar, en wellicht doorkruis je zo iemands theoretische kennis. En Ron weet kennelijk goed wat hij doet ( had iemand iets anders verwacht?) want zet 3. is ook weer niet zo erg gebruikeliijk.

3. a3!? En ook niet slecht. En hij heeft succes , want rond zet 7 blijkt Sven al de grip op de stelling kwijt te zijn.

Sven: ‘Hierbij stuur ik mijn partij tegen Ron van afgelopen maandag. Ik kwam beroerd uit de opening en ik heb helaas geen moment de strijd aan kunnen gaan.’ Dat is kort maar krachtig, en volkomen juist.

Ron – Sven (7.Db3)

    7. … Pb6? (c6!?) 8. Lxe6 fxe6 9. Dxe6 De7 Dg4!

Zwart staan nu ongezond een pion achter. En in plaats van nu maar snel lang te rocheren gaat hij proberen onrust te stoken met g6 en h5. Dat kost hem dan ook nog de rochade. Hopend op wat tegenaanval gooit hij er nog maar een kwaliteit tegen aan, maar dat haalt weinig uit. Dan in kennelijke wanhoop nog maar een stuk. Hopend op toch ergens nog een missertje van Ron. Zoals bekend heeft die daar maar zelden last van. Nu ook niet.

Ron – Sven (24…Tg8)

24. …. Tg8? exd6 25. cxd6 26.Dh7+ Ke8 27.Txd6 en nu gelooft zelfs Sven er niet meer in. Hij had het natuurlijk al eerder kunnen opgeven, en daarmee Ron alweer een miniatuurtje gegund. Maar goed, je kunt niet alles hebben! Deze partij laat in ieder geval zien hoe belangrijk de opening is. Tegen mensen die aan de kennis daarvan tijd besteed hebben is het lastig schaken.

Dankzij uw vriendelijke zendingen heb ik toch nog een beetje kunnen meegenieten.

Eindcorrectie met nog plaatsvinden