Categorie archieven: Externe competitie

Klein Duimpje van Opening64

In de eerste ronde, in die smadelijke 3e klasse, kregen we bezoek van Opening 64, het 3e (Derde! Third! Dritte! Troisième!) team. En dan waren ze ook nog eens niet compleet. Wat ons zelf vroeger ook geregeld overkwam. Maar dit vind ik toch wel een prettiger situatie. Ik denk dat één van die jongens onderweg de weg was kwijtgeraakt.

Een blik op de computer leerde me dat hun gemiddelde elo-rating zo’n beetje 1150 was. De onze boven de 1730. Het leek een beetje of Klein Duimpje met al zijn broertjes (nou ja zes min die ene in het bos verdwaalde dan) per ongeluk terecht kwam in het huis van de reus. En de schoondochter  van Chris de rol speelde van de lieve vrouw van de reus: die probeerde de dorstige en angstige stakkerds wat lafenis te bieden en een tijdelijke verblijfsgelegenheid, en ze te verstoppen voor de hongerige goliath.  Niet dat Aris de Heer zich zo reusachtig voelt – dat gevoel zijn we vorig jaar een beetje kwijtgeraakt- maar naar verhouding bedoel ik.

De echte Klein Duimpje was niet groter dan een duim maar wel heel intelligent. Omdat zijn ouders heel arm waren en ze na de verhoging van de btw van 6% naar 9%  hun kinderen niet meer te eten konden geven, werden Klein Duimpje en z’n broertjes gewoon het bos ingestuurd. Op hoop van zegen. Ze kwamen in heel benarde omstandigheden terecht, maar dankzij de listen van Klein Duimpje enz. enz.     De reus peuzelde per ongeluk zijn eigen kinderen op in plaats van Klein Duimpje con sorte. Een poosje leek het daar in ons clubhuis een beetje op. De reus kreeg er even geen vat op.

2S7A1970bWEB   2S7A1970bWEB

Foto’s groter of beter, klik erop!

Martin (wit) zat door een overmoedige start al gauw in de problemen. Jeannette van Diepen (929) was bijna een hele partij lang niet van plan hem daaruit te helpen,

1ExtDia1  1ExtDia1

De stukken van zwart zijn aardig ontwikkeld  en wat moet wit met zijn koningspaard, en hoe brengt hij zijn koning in veiligheid? En hij staat een pion achter.

 

2S7A1966bWEB  2S7A1966bWEB

en m.i. zat Paul (zwart) ook  na vlotte start nog niet echt niet lekker .

1ExtDia2 1Extdia2

Het wordt tijd dat wit zijn stukken gaat ontwikkelen, maar erg ingewikkeld zal dat niet worden. Natuurlijk moet zwart die wel erg brutaal opgemarcheerde pionnenfalanx gaan ondermijnen. Maar zo heel eenvoudig is dat nu ook weer niet.

 

2S7A1969bWEB

, Ron (zwart) zit wel vaker lang te knauwen en te knagen, maar dit varkentje van van vanavond leek zeker nog lang niet gewassen, laat staan gebraden.

1ExtDia3 1ExtDia3

Zwart staat er solide bij. Zijn loper staat lekker en wit’s pionnenstelling vraagt op den duur om wat moeilijkheden. Maar toch. Als wit even rustig aandoet, lang rocheert, kan het wel veel tijd gaan kosten.

 

2S7A1972bWEB   2S7A1972bWEB   

Frank deed heel voorzichtig, en wachtte en wachtte tot het konijn zou langskomen.

1ExtDia4 1ExtDia4

In dit soort stellingen (Benkö-gambiet, Siciliaanse Draak, o.a.) is die ogenschijnlijk vreemde uitval van het zwarte paard naar g4 bedoeld om het mooie veld e5 te bereiken. De koningsloper van zwart staat te wachten op zijn kans. Ruimte genoeg. Pionnencentrum c4,d3,e4 is niet echt goed, maar doe er maar eens iets aan.

 

2S7A1964bWEB 2S7A1964bWEB 

Terzijde!

Alleen Gerrit deed wat we van een surplus aan elo mochten verwachten. Hij won razend snel. Na één zet al! Van dat verdwaalde broertje. 

1ExtDia5 1ExtDia5

1. d2-d4 !!! Een prachtige zet

 

En Bert natuurlijk. Die is al een poosje erg hongerig. Zijn prooi was dit keer als een lammetje, en dat was dus al heel gauw verslonden.   

1ExtDia12  1ExtDia12

14. e4-e5 met stukwinst

Maar verder?

De familie van Klein Duimpje bleek eerder vermoeid. Geen wonder, ze hadden al maanden te weinig eten gehad. Die waren ondervoed. Nou ja, bijna allemaal dan.  De tegenstander van Frank gaf een toren weg.  

1ExtDia6 1ExtDia6

10.  b3?? Pxf3+  en daarna Lxa1

De tegenstander van Paul raakte 2 pionnen achter.  26 . … Txd6. En verder was het wel aan Paul toevertrouwd.    ‘Zoals je gezien hebt ging het bij mij moeizaam, met een soort narrenmat dacht ik het binnen 10 zetten af te maken, helaas was dit te simpel gedacht en moest ik 20  zetten ploeteren voordat ik weer wat spel kreeg.’

1ExtDia7    1ExtDia7  

Na slaan op d6 en wat geruil rond c6 wel even uitkijken dat je niet met ongelijke lopers blijft zitten, maar verder katinhetbakkie.

 

Ron’s mannetje – al een poosje een beetje op de vlucht- zag het niet meer zitten en liet zich vangen   25. Txc3 Dxc3!   Met ernstig materiaalverlies voor wit.

1ExtDia8 1 ExtDia8

 Ik weet niet zeker of zwart hier na Txc3 met Dxc3 verder ging. Ik denk het wel. Maar Txd2 is ook wel goed genoeg.

Het vreemde was dat het gezelschap – al of niet verorberd- in beste stemming het huis van de reus verliet. Zelden zag ik zoveel vreugde bij een verliezend team. En dat werd veroorzaakt  door het enige zusje bij de Duimpjes. Ik heb lang gedacht dat zij Klein Duimpje was, want zij was vanavond verreweg de slimste!  En omdat zij ook echt verreweg de allerallerkleinste  was van allemaal.  Qua Elo bedoel ik. En ja, dat het mannetje van het oorspronkelijke sprookje (er zijn geloof ik wel 6 versies, de een nog enger dan de andere)  ineens een vrouwtje bleek te zijn,  dat hoeft vandaag de dag in deze transgender-tijd voor ons niet meer zo’n heel grote verrassing te zijn. Maar nu twijfel ik toch nog steeds sterk. Qua slimheid was ze zeker de grootste, en inderdaad elo-technisch de kleinste,  maar ja, fysiek bepaald geen klein duimpje. 

Hoe dan ook, het was Jeanette v. Diepen die zorgde voor een feestelijke aftocht van de gasten.  Er kwam een moment – eind van de avond pas- dat zij eindelijk een enkele wat minder sterke zet afleverde en  Martin zich eindelijk  een beetje kon loswurmen, en hoewel hij ook wat minder sterke zetten speelde 

1ExtDia11   1ExtDia11

32. Dc6??  ( 32. De7+ ! Met torenwinst)    ,      kreeg hij toch opnieuw mogelijkheden.

En toen was het toch ineens feest voor Klein/Groot /Duim/pje. Martin wilde waarschijnlijk haar ongelofelijke slimheid en waakzaamheid, die ze de hele partij had zitten demonstreren, toch graag belonen en gaf pardoes zijn toren weg. Laten we het daar maar op houden. Eerlijkheid gebiedt me te vermelden dat ik net als Martin zo verheugd was over toch weer nieuwe mogelijkheden die zich voor hem aandienden dat ik in de gauwigheid ook over die simpele afstraffing heen keek. Bert moest me er op wijzen. Maar die drommelse Jeanette!   Jaaa, Klein Duimpje zag het wel!! En snel.

1ExtDia13 1ExtDiaa13

33. Te5 ?  (ziet er eventjes leuk uit) Dxe5!

Dus Torenwinst! Wit geeft op. En over het geheel gezien niet eens helemaal onverdiend . En Jeanette barstte daarna los in een dans van trots en  vreugde. En haar teamgenoten toonden dat de onderlinge verbondenheid in dit team groot is. Want zij leefden mee, waren net zo blij en trots, en  dat leidde tot een zeer feestelijke polonaise. Het bood een heerlijke aanblik.  Zouden er dan toch nog aardige sociale menselijke wezens bestaan in deze tijden van oorlog en geweld en hongerige mensenetende reuzen?  Een opzienbarende gebeurtenis in de anders zo degelijke en bezadigde Beemster Eetkamer.

2S7A1983bWEB

2S7A1982bWEB  2S7A1982bWEB 

’s Avonds keerden ze dus toch nog redelijk tevreden naar huis terug. Weliswaar waren de broodkruimels  opgegeten door de vogels , maar ze konden dankzij de steentjes die Duimpje bij de heenreis in het bos had achtergelaten toch de weg naar Sint Pankras terugvinden.

Voor de cynici onder u : ik ben me ervan bewust dat dat hele gezeur over Klein Duimpje op allerlei  manieren niet klopt, en dus nergens op slaat, maar ik had er nu eenmaal ineens zin in.

 

1

8529532  Ron de Vink  1895  –  8075661  Sebastian Wolkers  1337

1-0

2

7185981  Bert Kuijer  1806  –  7957961  Rob Keizer  1172

1-0

3

6808131  Paul Verkooijen  1765  –  7915644  Robert Bloem  1223

1-0

4

7826654  Martin Zwaneveld  1670  –  8302910  Jeannette van Diepen  929

0-1

5

7803114  Frank de Geus  1663  –  7863284  Frank Verkerk  1279

1-0

6

7268195  Gerrit van Dok  1625  –       

1-0 R

   1737    1188  

 

 

 

 

 

 

 

 

programma externe 2017-18

Hier volgt het programma van de externe. Uw overkomst is dringend gewnst.

Zeg alle jubilea, begrafenissen, verjaardagen en vakanties af:

 

Ma 16-10-2017 Aris de Heer – Opening 64 3 (St. Pancras)
 
Do 09-11-2017 Purmerend 5 – Aris de Heer
 
Ma 18-12-2017 Aris de Heer – Schaakgroep Koedijk 3
 
Do 15-02-2018 Purmerend 7 – Aris de Heer
 
Ma 12-03-2018 Aris de Heer – De Waagtoren 8 (Alkmaar)
 
Di 03-04-2018 Oppositie (Heiloo) – Aris de Heer
 

Er was eens

Er was eens een mooie schaakclub. Gelegen diep in de fraaie  NoordHollandse dreven. Vanuit de nabije en zelfs uit de verre omgeving kwamen de mannen toegestroomd om daar hun avondje onschuldig vertier In het Heerenhuis  te zoeken, met een houten bord en 32 houten poppetjes. Dat deden ze al vanaf 1906. Halverwege de 20e eeuw waren er daar elke vrijdagavond minstens 35 spelers te vinden. Ging niet om geld, maar gewoon om de lol. Soms konden ze met gemak drie schaakteams opstellen in de externe competities. Het was een sprookje.

Toen kwam er ineens, zoals in bijna elk sprookje, een boze heks. Die was jaloers natuurlijk.  Als ze zich kwam aanbieden hadden die mannen alleen oog voor hun houten poppetjes en niet voor haar. De meesten waren eigenlijk wel te oud , maar er zaten toen toch ook altijd een paar aantrekkelijke jongelingen bij. (Vrouwen zag je er zelden. Die konden niet zo goed tegen de sigaren- en sigarettenrook!) De boze versmade heks werd op een keer zo boos dat ze bijna haar bezemsteel in tweeën brak en schreeuwde: “Alles is ijdelheid! Alles is tijdelijk. Eens zullen jullie er niet meer in slagen één schaakteam bij elkaar te zoeken!”  Maar het onheilspellende ervan begreep niemand. Ze werd bulderend uitgelachen! Woedend verliet ze het speellokaal.

Doch helaas. In de loop van vele jaren bleek de kol behoorlijk  wat toverkracht te bezitten. Als de schakers voldaan huiswaarts waren  gekeerd, en droomden van hun die avond bedachte prachtige dameoffers, vloog de gemene toverkol hun openstaande slaapkamerraam in en fluisterde ze vreselijke  verleidingen in hun oor. Nee, niet wat u denkt, daar was ze intussen te oud voor geworden. Maar wel suggereerde ze met hese stem dat er nog zoveel andere leuke, en veel gezondere,  sporten waren, en leuke televisieuitzendingen. Dat je ook kon gaan bowlen of barbecuen, of uit eten met je vrouw. En geloof het of niet, dat had op den duur toch effect!  Elk jaar werd het aantal schakers op vrijdagavond wat kleiner.  Geregeld moesten er noodmaatregelen getroffen worden om de schaaktraditie te redden. Want minder schakers, minder geld! Wegens minder financiën weg uit dat dure Heerenhuis. Proberen of het helpt om van de vrijdagavond naar de dinsdagavond te verhuizen. Zelf de flesjes bier te gaan kopen en verkopen.  Een gratis locatie opzoeken en daar dan maar schaken tussen kauwende en lachende vreemdelingen. Een jeugdafdeling oprichten. Schaakles geven op het plaatselijke educatieve  instituut. Op zomermarkten voor gek staan in een slecht bezocht marktkraampje. Ze bedachten van alles. Maar niets, werkelijk niets, hielp. En bij elke jaarvergadering, elk jaar aan een kleiner tafeltje,  konden de daarvoor gevoelige deelnemers  in de verte het krassende gelach van de toverheks horen.  : ‘Hi,hi,hi.  Jullie wilden me niet geloven!  Maar alles is tijdelijk! Alles is ijdelheid! Hihihi!”

Dit seizoen, 2016-2017, werd de akelige profetie bewaarheid. Verschillende keren lukte het niet om voldoende sterke schakers bij elkaar te vinden voor dat ene team in de externe competitie.

Afgelopen donderdag toog Heer Verkooijen met zijn zeven dwergen naar het kasteel waar de gevaarlijkste tovenaar Purmarijn woont. Proberen om een onmogelijke opdracht uit te voeren. Preciezer gezegd,  om van acht onmogelijke opdrachten er zoveel mogelijk te laten slagen.

IMG_9872bWEB  9872bWEB  Foto groter of beter, erop klikken!

Nou dat begon al goed. Eén van de dwergen kwam helemaal niet opdagen. Dus grijnzend kon de tovenaar Purmarijn vaststellen  dat één van zijn hellehonden zonder enige krachtsinspanning, zonder één moordende beet, zonder enig bloedvergieten, zijn werk al direct tot voldoening volbracht had. Dat  betekende dus na een half uur  1-0 voor hem!

IMG_9873bWEB  9873bWEB

Onze twee topdwergen Jos en Ron hadden al een hele werkdag hard gehakt met hun werkhouweeltjes, in de diamantmijn, en waren eigenlijk al te moe thuisgekomen om aan deze ondankbare opdracht te beginnen, maar wilden de anderen niet in de steek laten.  Ze waren toch gekomen om te voorkomen dat er nog meer vuurspuwende draken en honden zonder enige inspanning  hun schat  zouden kunnen verdedigen, en dus de akelige tovenaar nog meer gratis winstpunten zou binnenhalen. En toen ze na een half uurtje kans zagen om zonder schat maar wel met een beetje eer en nog in bezit van alle ledematen het strijdperk te verlaten, deden ze dat kwiek! Twee remises. Niet iets dat aan het met succes voltooien van de grote eindopdracht  (met een gelijk spel het gevaarlijke degradatiespook overmeesteren) heel veel kon bijdragen, maar nou ja, het leek nog wel een beetje ergens op.

Onze meest ervaren dwerg , Gerrit, met zwart, moest wel het gevecht aangaan. Dat deed hij in het verleden ook meestal wel als er weer eens een onmogelijke opdracht volvoerd moest worden. Maar hij had nu best een heel gevaarlijk beest getroffen, met ogen ‘zo groot als theekopjes’. Dat viel dus niet mee. Het werd heel spannend,  net als in de Tondeldoos , het bekende sprookje van Andersen.  Na het voorlezen ervan kon ik als kind uren wakker blijven liggen. Heel griezelig! Nou, ook vanavond liepen de rillingen me over de rug. 

Nu had deze schatbewaarder wel heel grote ogen, maar gelukkig zag hij er niet altijd even scherp mee.  Achteraf uitte Ron  kritiek op de openingsbehandeling van Gerrit en achtte hem in het middenspel kansloos. Daar kunnen Dr. K. en ik het niet mee eens zijn. De opening had wellicht wat beter gekund , maar kansloos was Gerrit zeker niet!  Het zag er allemaal bloedstollend uit, maar eigenlijk stond hij helemaal niet echt slechter.  Pas na zijn foutieve 25e zet had hij in één klap vermorzeld kunnen worden, maar de enge bewaarder van de geldkist zag het gelukkig niet. Toen niet, na afloop wel. Het gevecht ging alsmaar door. Ten slotte bleek onze vechtdwerg ineens erg vermoeid. Ik geef het je ook te doen om de hele avond tegen zo’n agressieveling te moeten optornen. Je moet dan zelf ook alsmaar ogen van voren en van achteren hebben. Gerrit kreeg ineens de zelfde trekjes als dwerg Dommel.

Dommel  Dommel

Ook hij viel pardoes in slaap, bij zet 30, en gaf een loper weg. Die werd met smaak verslonden door Preeker. Een schatbewaarder  dus met een veel minder vredelievend karakter dan zijn naam zou kunnen doen vermoeden. Dus einde verhaal. Ik zal, als gebruikelijk, onder mijn globale verslag enkele plaatjes laten zien. Ditmaal dus van allerlei hoogtepunten uit deze remake van Sneeuwwitje.

De volgende beslissing viel bij teamleider Paul zelf. Die speelde zelf dus vanavond als de aanvoerder van de dwergen, dwerg Doc genaamd.  

Doc  Doc

Nou Doc trof het. Zijn tegenstander was lang zo agressief niet als Preeker. Tegen Paul’s  (laffe, maar ja dat vind ik nu eenmaal)  klassieke damegambiet (maar wel met 4. … Lb4, dat nog wel)  sloot hij zonder duidelijke  reden zijn dameloper op achter de pionnenketen en daarna was er niet veel meer aan de hand. Omdat Paul eveneens zonder duidelijke reden zijn loperpaar had weggegeven, kreeg de bewaarder van de kist met de zilveren munten toch een aardige stelling. En zeker toen Paul onnodig ook nog een pion in de aanbieding deed. U weet natuurlijk dat deze schatbewaarder vlg. het sprookje ‘ogen zo groot als molenstenen’ had. Ja, daar past geen bril overheen. Of hij was die avond ook gewoon niet in topvorm (ja, dat verschijnsel herkennen wij ook van onze spelers vanavond.)  Of hij had ruzie met tovenaar Purmarijn, en wilde die nu eens een keer niet helpen! Hoewel Paul verschillende keren niet al te doortastend stond te verdedigen, weigerde zijn tegenstander zijn kleine, maar duidelijke voordeel verder te benutten. Of hij zag het gewoon niet met die ogen. Hoe moet het nu verder? Ook remise. Nogmaals:  ‘Niet iets dat aan het met succes voltooien van de grote eindopdracht  (met een gelijk spel het gevaarlijke degradatiespook overmeesteren) heel veel kon bijdragen, maar nou ja, ook dit leek nog wel een beetje ergens op.’  En op twee andere borden ging het ook nog wel redelijk. Bijv. bij Bert gloorde er veel hoop. Martin zat te zwoegen, maar leek de boel onder controle te hebben.

Onze derde topdwerg Bert speelde vanavond ongelofelijk geconcentreerd, en sterk. Het was een Meraner. Bert liet zich nergens door verrassen. Hij kreeg voordeel en hield dat vast met zekere hand. Hoewel hij een wel erg ingewikkelde directe  winst bij zet 23. overzag  (zie diagram verderop) , bleven zijn zetten meer dan voldoende voor de winst. Hij kon een pion en een kwaliteit winnen bij zet 24, maar zag waarschijnlijk even spoken. Gaf niet. Winnen ging hij toch! Maar laat op de avond begon de machine onverwacht wat  te haperen. En op zet 36 gaf hij pardoes een toren weg! Wat een tragedie. Zo sterk spelen en dan alsnog door één missertje toch nog verliezen.  Toen ik het hoorde kon ik mijn oren niet geloven. Bert terecht zwaar de pest in. Hij zag er even uit als dwerg Grumpie.

Grumpie    Grumpie

Martin (wit) kwam tegen zijn sterke tegenstander goed uit zijn Engelse opening.

IMG_9874bWEB   9874bWEB

Na zet 17 Dd3? (Td2) nam echter De Veij het initiatief over. Na een misser van Martin op de 22e Ld6? ( c5!? Zie diagram verderop), een onnodig en naar spoedig bleek een onnuttig kwaliteitsoffer) had hij zelfs een gewonnen stelling. Het was triest om aan te zien dat Martin steeds meer op Stoetel ging lijken.  Dat was niet zijn schuld, want een goed plan was er eigenlijk niet, waardoor hij genoodzaakt was op zijn eigen terrein wat doelloos  heen en weer te schuifelen. En wachten tot het beroerder werd, of dat zijn tegenstander een missertje ging maken. Die had daar geen zin in. Haast had die niet. Langzaam en secuur schoof hij onze brave Stoetel van het bord.

Stoetel  Stoetel

Resteerde Frank. Die met zijn Siciliaan tegen de Alapin-variant  (2. c3) het niet helemaal goed deed  (5.  … Pe7 lijkt hier te langzaam,  dxe4 en Pf6 of direct Pf6 lijkt logischer) . Met vaste hand ontwikkelde Meijer verder. Na een wat wat al vroege, en ook veel te drieste poging van zwart om richting de witte Koning te manoeuvreren  was Frank al op zet 10. fors in de problemen. Ik stond ernaast en begreep toen al niet veel meer van zwarts plannen. De antwoorden van wit lagen toch wel erg voor de hand! Wat gebeurde hier? (zie diagram verderop) Zag Frank dingen waar ik te dom voor ben? Nou nee dus. De schijnbaar vernuftige zetten van zwart waren alle noodsprongen om een zaak te redden die niet te redden was. Doch …  wit was waarschijnlijk zo blij met zijn buitenkansje dat hij even iets te schematisch verder ging. Verspeelde een deel van zijn eigenlijk beslissende voorsprong. Maar bleef toch akelig veel beter staan. Het bleef een avondje zwoegen voor onze teamgenoot. Ik zag dat hij mijn blikken van ongeloof ontliep en denk dat hij zich schaamde. Al zo snel eigenlijk met de rug tegen de muur. En echt eigen schuld!

Bloosje  Bloosje

Toch leek het er later op dat hij nog vage remisekansen kreeg. Maar wat nog het ergste was: hij had heel veel tijd nodig gehad om alsmaar langs de rand van de afgrond het evenwicht te bewaren. Toen ik naar huis ging gaf ik geen stuiver meer voor de combinatie van 1 pion achter en geen tijd meer op de klok. Ik kon het niet meer aanzien. Zo hard werken, een hele avond, aan een al zo snel hopeloze opdracht.

En zo konden we met een smadelijke   6,5- 1,5 nederlaag  aan onze kabouterbroeken afdruipen richting Middenbeemster.  Wij deden ons best, maar zij waren gewoon stukken beter!

Wij degraderen naar de 3e klasse. Het eerlijke bordpunt van Marko Bosnjak dat de wedstrijdleider ons destijds ontnam (burokratisch m.i.) , was beslissend. Als we dat hadden gehouden, waren we precies gelijk geëindigd met Bakkum, maar op onderling resultaat (5-3 voor ons) niet gedegradeerd.

De ooit zo knappe jonge prins veranderd in een lelijke kikker. Het lelijke eendje van de nhsb.

Wat nu verder?

Ik sprak bij vertrek even buiten met Pruis, Hopman en Blees. “Ja, als al die Aris de Heer-spelers naar Purmerend deserteren (op hen drieën wijzend), ja hoe moeten wij het dan redden?” Waarop Pruis er nog eens op wees dat ze aktie ondernamen om ook wat spelers bij ons uit te lenen. Als dat eens zou lukken ……

Wordt dan de kikker toch weer een mooie jonge prins, en de lelijke eend toch een zwaan? En leefden we toch nog lang en gelukkig?

Ach ja, die sprookjes.

Voordat de olifant arriveert met de lange snuit, eerst nog even wat stills uit de remake van  Sneeuwwitje en de zeven dwergen.

Serkan Milli – Jos

ExtPrmrJos1  ExtPrmrJos1

Na 9 zetten theorie van de Dc2-variant van het NimzoIndisch geeft de database na Lxc3 alleen 10. Dxc3.  Milli speelt 10. bxc3  wat Komodo een heel klein tikkie beter vindt voor …  zwart!  Het vervolg  10. .. De7 11. e3   Jos moet bij de Purmerenders wel een verschrikkelijke reputatie hebben want op het thans  volgende remisevoorstel wordt gretig ingegaan! Zwart staat iets beter, maar hoe zie je dat? De geïsoleerde dubbelpion van wit? Maar vroeg of laat moet zwart kiezen voor een concessie aan zijn koningsmuurtje. En d5 is ook geen oplossing. Ik zou het niet weten. Leuke stelling om dat eens praktisch te testen.

Ron- Kees Kerkdijk

Na de London bij zet12

ExtPrmrRon1  ExtPrmrRon2

Tot 12. b5 ook theorie, maar nu volgt verrassend 12. … Pb8!? Is dat niet te traag? 13. Ld3  Pbd7  en remise overeen gekomen.

Ron: Ik ben enige uitleg schuldig. Er was tegen Kees nog genoeg om door te spelen. Je zou het op het oog niet zeggen, maar ik sta in die stelling gewoon nog beter. Het sterk lijkende zwarte centrum is best kwetsbaar. Ik kan daarnaast drukken op a7 en b7 (met bijvoorbeeld een paard op a5). Ik was Le2, 0-0 en dan Td1 van plan. In de na-analyse deed hij het eerst 3x fout. Maar ik had een heel emotionele dag achter de rug en was erg moe.”

Nou vooruit dan maar.

Luc Preeker – Gerrit

ExtPrmrGerit1 ExtPrmrGerrit1

Zwarts laatste zet 25. ..  Tg8, die mij wel logisch leek, was niet goed!  Hier wint direct de prachtige zet 26. Dg6! Zelfs als je verliest kan schaken veel vreugde geven! Als zwart de dame neemt volgt  hxg6  met mat! En anders is zwart zijn dame kwijt. De heren zagen het wel, maar pas na afloop! Zwart had i.p.v. Tg8 door moeten zetten met zijn tegenaanval op de damevleugel en 25. … a4! moeten spelen. Het is zo’n typische stelling met aanvallen van beide zijden op beide zijden. Wie komt het eerst? Vlg. mijn assistent Dr K komt zwart het eerst! Had ik niet gezien. Gerrit ook niet.

Frank van der Moolen- Paul

De eindstand:

ExtPrmrPaul1 ExtPrmrPaul1

Wit staat een pion voor, maar ziet geen heil in voortzetting. Maar hij heeft een vrijpion op e5, een akelige loper op d6 en een pion meer. Met een beetje pech was het 7-1 geworden!

Bert- Ruud de Groot

ExtPrmrBert1  ExtPrmrBert1

 Hier had Bert zijn latere vreselijke ellende kunnen voorkomen. Wel lastig, en een lang verhaal. En het was niet nodig want  23. Ta1 was ook best wel goed! Maar  23. Pc6! is dodelijk!

23. ….Pxe5 24. Pxe7+ Kh8  25. Dxe5        

23. … Lg5  24. Lxg7  Lxc1  25. Pe7 mat 

23. … Lf6  24. Lxf6  Pxf6  25. e5 Ph5  26. Pe7+ Kh8  27. De4 ( met dubbele dreiging:  mat op h7 of de toren slaan op a8.

Maar ja, dat is voor gewone stervelingen wel een beetje veel van het goede.

ExtPrmrBert2  ExtPrmrBert2

Toen ik deze stelling zag, dacht ik : ‘Kat in het bakkie! Bert slaat op g7. Daar kan toch niks tegen zijn. Pion en kwaliteit. Kassa!’ Maar Bert sloeg niet op g7, maar speelde 24. Lg3. Ik heb een groot respect voor Berts schaakkunde, en dacht “Nou ja,  Bert heeft natuurlijk iets gezien dat ik niet zie.” Maar Dr. K. ziet ook niets, geen enkel bezwaar tegen 24. Lxg7. Dus Bert zag spoken. Na 24. Lg3 staat wit natuurlijk nog steeds heel goed, maar toch vreemd.

Martin- De Veij

ExtPrmrMartin1 ExtPrmrMartin1

De Laatste zet van wit was 22. Ld6 Wat de diepere bedoeling is, zie ik niet. Wilde hij gewoon actie op de torenlijn, en dacht misschien ‘Wat initiatief voor een kwaliteitsoffer, dat moet kunnen ?’  Maar er komt geen initiatief. En geen actie op de d-lijn  22. … Txd6  23. Pxd6 Dxd6  24. Tfc1 (dit doet ook niks)  Lc5 25.Dc3 (Dit doet ook niks. Wat wil hij ermee?) Hierna is wit tot passiviteit gedoemd. Hij krijgt nergens kans meer om nog iets te bedenken.

Meijer-  Frank

Zwart heeft na 8. c3-c4 de keuze om de dame naar d8 of d6 terug te halen. Maar hij kiest voor 8. …   Dh5?

ExtPrmrFrank1  ExtPrmrFrank1

Je voelt met je klompen aan dat dit gedonder kan gaan geven. 9. Le2! (Er is meer mogelijk, maar dit is lastig genoeg.)   …  Ph4 ?? Bloedlink! Zwart moet gedacht hebben dat hij wel wat gemene grapjes zou kunnen gaan bedenken. Maar daar krijgt hij helemaal de tijd niet voor.   10. d5! Hierna staat wit ‘in hogere zin’ verloren. De oude waarheid uit Frank’s schaakjeugd blijkt gewoon nog steeds waar: een koningin moet je niet te vroeg in het spel brengen, want die kan altijd en overal worden aangevallen en moet dan vluchten en dat kost tijd die de tegenstander gebruikt om te ontwikkelen. En een andere waarheid ook: Paarden aan de randen zijn een schande!

10 … Pe5  11. Pxe5 Dxe5 12. Te1

ExtPrmrFrank2 ExtPrmrFrank2

 12.  ….   Ld6??  Een wanhoopspoging, denk ik.  Ik zag het gebeuren en dacht  : Wat doe je na gewoon 13. g3?    Die loper op e2 kan daarna gratis een of ander onheil gaan stichten, want alweer staat die Dame in.  Gelukkig doet wit het na 13. … Pf5 ook niet goed, en wordt zwart de euthanasie bespaard en wordt het gewoon een lange, lange lijdensweg.

En toen was het eindelijk dan toch tijd voor de olifant met de lange snuit, die het verhaaltje uitblaast.

Naschrift :  Er volgde nu al nuttig commentaar van Gerrit.

‘Ik zag de winnende zet voor wit 26. Dg6+ wel tijdens de partij, maar pas nadat ik zet 25. Tg8 had gedaan. Als dwergen ook een pokerface kunnen opzetten dan deed ik dat. Maar even afwachten of Luc het ook zou zien. Nee dus. Maakte hem er na afloop van de partij opmerkzaam op dat ie al op zet 25 de beslissende klap had kunnen uitdelen.’

  Eindcorrectie moet nog volgen.

 

 

1

8464357 

Kees Kerkdijk

 1837

 – 

8529532 

Ron de Vink

 1883

½-½

2

7844353 

Serkan Milli

 1613

 – 

7366095 

Jos Lohmann

 1881

½-½

3

8279876 

Ruud de Groot

 1828

 – 

7185981 

Bert Kuijer

 1830

1-0

4

8414340 

Frank van der Moolen

 1810

 – 

6808131 

Paul Verkooijen

 1741

½-½

5

6392309 

Ton de Veij

 1825

 – 

7826654 

Martin Zwaneveld

 1682

1-0

6

8286267 

Paul Meijer

 1709

 – 

7803114 

Frank de Geus

 1655

1-0

7

8255489 

Daniel Doorn

 1748

 – 

 

 

 

1-0 R

8

7312294 

Luc Preeker

 1743

 – 

7268195 

Gerrit van Dok

 1652

1-0

 

 1764

 

 1731

 

 

De gevaarlijke Krijgers van Heer Hugo

Om welke Heer Hugo het nu eigenlijk gaat, schijnt niemand zeker te weten. Was het Hugo van Assendelft, die in 1296 door de WestFriezen werd verslagen? Of was het Hugo II van Akersloot. Die in 1250 de broeders van abdij Egmond bedankte voor de aanleg van de Huijgen(=Hugo)dijk die verdere overstromingen moest voorkomen. Hoe dan ook wij kregen de Bende van Heer Hugo voor onze ‘Benauwde veste’. En wij maar hopen dat `het hemelse gerecht zich ten langen leste` over ons zou `erbarmen`. Zoals lang geleden scheen te geschieden in de Gijsbrecht van Vondel.

Maar nee.

Aan onze opstelling lag het niet. Al het krijgsvolk was opgeroepen en was er ook. Ditmaal onder aanvoering  van Ridder Jos gingen wij ons te vuur en te zwaard tegen het gevaar van degradatie verdedigen. Ridder Jos was zelf wel weer het eerste klaar. Hij dacht een roemruchte krijgsheer tegenover zich te hebben. Kennelijk had onze spion zijn werk niet goed gedaan, want het was gewoon maar een eenvoudige hellebaardier. Het bleek een tactische opstelling dus, van deze toch al gevreesde tegenstanders. Waar we intrapten. Dat kon Jos niet weten en zijn eenvoudige tegenstander wist wel wie hij tegenover zich had en vond remise dus prima na 12 zetten, ondanks  een iets betere opstelling.  

Foto's beter of groter, klik erop!

IMG_9745WEB  IMG_9745WEB 

Bij Ron ging het niet veel anders. Alleen was het hier wel een gevecht tussen elkaar kennende  ridders van aanzien. Dus het werd een ‘schijngevecht’.  Komt wel vaker voor  in zo’n toernooi: gewoon om de toeschouwers te vermaken.  Ze wilden elkaar niet verwonden want respecteerden elkaar. En voor hen persoonlijk stond er niet veel op het spel. Ze hadden al een partner en er zat dus geen schone jonkvrouwe op de tribune gespannen te wachten op de winnaar. Ook al na 14 zetten remise. Zo’n vredelievende oplossing is beter voor je gemoeds- en je nachtrust en bovendien wordt je wapenuitrusting niet beschadigd, want die was altijd al erg duur.

De rest zat langer te knokken. Maar al vrij spoedig leek het er toch op dat er gaten in onze wallen zouden worden geslagen. Wie konden er voor ons in de bres springen? Zelfs onze befaamde boogschutters achter de kantelen hadden het moeilijk. Bert werd geconfronteerd met een vierpionnenspel tegen zijn KoningsIndisch.  U weet -als ik- wellicht uit het verleden dat hij daar wel ervaring mee heeft. Maar niet zo’n prettige. Ook nu kreeg hij zijn vizier niet erg op scherp.

IMG_9735WEB  IMG_9735WEB

Paul ook niet. Die zag misschien een beetje dubbel. Maar dat kan nog komen van dat  kroegenschaaktoernooitje dat hij zo nodig de dag ervoor moest beleven .

Gerrit, onze meest ervaren krijgsman, moest tegen een nog vrij jonge schildknaap. Maar wel een met aanleg voor het vak. Zijn beschermheer Hugo bleek zich niet voor niets over hem ontfermd te hebben.  Gerrit raakte een pion kwijt, en werd daarna soepel verder in problemen gebracht. Plaagstootjes werden vakkundig op het schild opgevangen en zwaaien met de goedendag met schijnbewegingen omzeild.  Toen hij nog een pion verspeelde had hij kunnen opgeven.  Maar zo zit hij niet in elkaar. Doorvechten tot de laatste snik! Het leven veil voor je volk en je heer! Gerrit als een soort terrorist avant la date.

IMG_9737WEB  IMG_9737WEB 

Bij de resterende partijen zag het er wel wat beter uit. Maar of die de loop van het gevecht nog echt zouden kunnen veranderen? De voorhoedes van de vijandelijke zwaardvechters waren al binnengedrongen en  stonden al op het kasteelplein. Dit kon hoogstens nog een achterhoedegevecht worden.

Martin won een pion. Hij verdedigde de goede kant van zijn  reputatie op indrukwekkende wijze.  U kent natuurlijk die reputatie:  soms speelt hij als een agressieve en ijzersterke zwaardvechter , soms als een beginnende onervaren page, nog in de hoofse leertijd bij de jonkvrouw.  Vervelend want op weg naar zijn ridderslag (1700 Elo) moet hij iedere keer weer opnieuw beginnen omdat zijn maliënkolder te veel schade heeft opgelopen. Vandaag toonde hij gelukkig weer zijn sterke kant.  Hij verdedigt zijn voorsprong hardnekkig. Gooit op tijd gesmolten lood en kokend water op het hoofd van zijn hardnekkig aanvallende vijand.  Maar ja, één pion?

IMG_9743WEB  IMG_9743WEB 

Frank  speelde vooral op zeker.  Moet in het krijt treden tegen een vijand met een iets betere wapenuitrusting. (1730) Hij had het voordeel dat hij moest strijden tegen een Frans georiënteerde  tegenstander. Maar met die strijdwijze heeft Frank heel veel ervaring. Vooral met zwart. Eindelijk zie ik te midden van al het krijgsrumoer eens een witspeler die niet gelijk op de  3e zet al zijn troeven weggeeft en op d5 ruilt. Maar nu speelt juist de zwartspeler het na 3. Pc3 wel een beetje simplistisch met 3. ..   dxe4.  Zo geeft juist zwart zijn troeven uit handen. De Franse strategie is juist bedoeld om vanuit een wat defensieve positie ineens gevaarlijk te voorschijn te komen.  Plotseling blijkt dan de vijand nog reservestrijders in het bos te hebben verstopt die met ingewikkelde manoeuvres het pleit komen beslechten. Dat is veel minder het geval na 3. … dxe4. Na  4. Pxe4 Pd7  5. Pf3 Pf6 hoopt zwart op een wederzijdse slachting van vendeldragers om de gevaren te bezweren.  Wellicht is het natuurlijk uitziende 6. Pg3 toch niet  de scherpste manier om wat voordeel voor wit te handhaven. Het  beroemde historische boek over oorlogsstrategieën (Powerbook) geeft aan dat (toch maar ) 6. Pxf6 of 6. Ld3 tot iets betere resultaten leidt. Misschien dat Frank daar nog eens naar kan kijken. Dat kan hij, want – verklap ik maar vast- hij zal dit gevecht wel overleven. Hij moet wat concessies doen en zijn harnas loopt wel een deukje op, maar na zet 20 is de lans van zijn tegenstander wat bot geworden en Frank redt het eigenlijk vrij eenvoudig. Na zet 23 schudden ze elkaar de hand.

Bert staakt de strijd. Paul ook. Bij beiden zie ik zo gauw niet echt goed waarom dat echt nu ineens nodig is. Maar ja. Ze zullen wel gelijk hebben. Misschien toch onder de indruk van de heraldiek van hun tegenstanders. (Of ik heb niet alle zetten vastgelegd. Verderop kom ik er nog op terug.)

Nu is de Burcht van Beemster wel al zo ongeveer veroverd.  De blijden en rammeien hebben hun werk gedaan, de vijand is binnen.

IMG_9738WEB  IMG_9738WEB 

Niet alleen Heer Hugo’s leger kent een ridder in wording, binnenkort  ‘op het schild te heffen.’  Ook de onze  doet het prachtig. Onze ongetwijfeld binnen afzienbare tijd ook tot ridder te promoveren Marko heeft niet heel veel moeite met zijn iets minder sterke tegenstander. Hij wint een pion en een open lijn. Zijn dame-pionnen rukken op. Hij speelt zeer nauwkeurig. Blijft het initiatief houden.   Het kleine voordeel wordt geduldig verder uitgebouwd. De vraag is nog slechts:  blijft hij wakker en waakzaam?  Even één momentje niet, zijn tegenstander dreigt zich te kunnen herstellen. Oei! Maar Marko vecht geduldig en onvermoeibaar verder. Hij wil absoluut winnen. Verdient dat ook! Het wordt voor zwart langzaamaan al te ingewikkeld. Wits winst is fraai. Met een stukoffer  als bekroning maakt hij de partij uit.

IMG_9736WEB IMG_9736WEB 

Martin blijft ook heel wakker en waakzaam. Zijn tegenstander probeert echt hem in verwarring te krijgen, maar dat lukt niet. Martin krijgt een flinke voorsprong op tijd, de stelling is ingewikkeld, de tegenstander heeft het moeilijk en de zandloper maakt het hem niet eenvoudiger. Martin wint fraai en ook heel verdiend na een gedegen gecompliceerde partij, zonder echte blunders.

Einduitslag    3,5-4,5.   Niet oneervol, tegen de als eerste geplaatste.  En voor de bordpunten wellicht belangrijk om degradatie te ontlopen.  Des te vervelender dat de nhsb begint te zeuren over een niet geregistreerde speler. En er 2,5-5,5 van maakt. Terwijl het toch echt allemaal leden van Aris de Heer waren. Waarschijnlijk een administratief foutje van ons, of van de nhsb. Als daar niets meer aan te doen is, is dit weer een voorbeeldje van ergerlijke bureaucratie bij de nhsb. Als het om de nog maar net van een kruistocht teruggekeerde aanstaande ridder Marko gaat, des te vervelender voor hem. Die vecht voor een hogere  elorating , maar heeft daar iedere keer pech mee.

De mannen van Heer Hugo konden met opgeheven hoofden over de weer neergelaten ophaalbrug  van  de kasteelgracht van Het Middenpunt  huiswaarts.  Ze zullen ongetwijfeld door hun Heer met eerbewijzen worden overladen en door hun geliefde jonkvrouwen als helden worden verwelkoomd. En terecht. Ze waren sterker, moesten er toch voor vechten, en dat hebben ze gedaan.

Enkele bezienswaardigheden en wapenfeiten:

Bert Kuijer – Karel Keesman

extBert2  ExtBert2

Konings-Indisch, het vierpionnenspel.  Bert probeert hier 6. ..  e5  Wat niet erg gebruikelijk is.  Vaker heb ik hem het normalere 6. .. c5 zien spelen. Wat meestal verder gaat met  7. d5 e6  8. Pf3 exd5 waarna wit de keuze heeft tussen terugslaan met e-pion of de c-pion. Dat laatste deed ik zelf altijd. Wat een wederzijds interessante, spannende stelling oplevert (die ik vaak met wit heb mogen winnen). Bert’s actuele 6. .. e5 is niet echt slecht maar passiever. Na 7. fxe5 dxe5 8. d5 zal de belangrijke zwarte koningsloper voorlopig veel minder aan het spel meedoen dan in de ‘normale ‘ vierpionnenvariant. Eigenlijk zou zwart moeten kunnen profiteren van die aanvechtbare witte opstelling met vier pionnen, door Euwe ooit gekwalificeerd als een ‘kolos op slappe benen’ Na uitvoering van het verder normale en aan te bevelen KI-plan ( zwart stormt op de koningsvleugel, wit op de damevleugel)  staat bij Bert na zet 21. de volgende stelling op het bord:

 extBert3 ExtBert3

 Iedereen zal vinden dat wit veel prettiger staat. Het lijkt er op dat het witte initiatief veel sneller effect gaat hebben dan het zwarte. Daar gaat het in dit soort stellingen om: wie is het eerst! Waarschijnlijk had Bert geen zin in een verdedigende rol te worden gedwongen na 21. … Pf7 22. Pc4 . Hij offert een stuk tegen twee pionnen.  21. ….  Pdxe4 22. Pxe4  Dxd5. Moedig, maar het effect valt tegen.  Na 23. Pxf6 Txf6  24. Tad1 Dc6  25. Pc3 (vooral om het veld e4 te dekken) ziet Bert dat waar hij waarschijnlijk op hoopte – een pionnenstorm in het centrum  en zo ook activering van zijn koningsloper – er nog lang niet inzit.  Hij erkent grootmoedig dat zijn offer niet opleverde wat hij dacht en geeft op.

ExtBert1 ExtBert1

Misschien had hij tegen beter weten in toch nog even met 25. .. g5 en later Taf8 kunnen proberen wat herrie te schoppen. Maar ja.

Paul Verkooijen- Oscar van Ewijk

Paul raakt op vrij kinderachtige wijze zijn rochaderecht kwijt.

extPaul1 ExtPaul1

8. h3 ?  Pxe3  9. fxe3 Lg3+  Even niet goed opgelet. Daarna staat hij met de rug tegen de muur. Hoe ontwikkel je dan je stukken? En wat doe je met die achtergebleven pion op e3? Vervuld van zorg zag ik het aan. Paul ook, denk ik. Zwart neemt rustig de tijd. Met wits  ontwikkeling komt het wonder boven wonder nog wel een beetje goed , maar die zwakte op e3 blijft.

extPaul2  ExtPaul2

Ik kan met het genoteerde 24. Tf2 niet goed nagaan met welke Toren nu gespeeld is.  24. T1f2 faalt op Pg5! en de Toren op f3 heeft geen velden meer. Maar 24. T3f2 houdt de mogelijkheid open dat zwart zich vergist en   24.  … Dxe3?  speelt  25. Dxe3!  Txe3  26. Txf7! Txf7   27. Txf7 met gelijke stand. Wit dreigt zowel Txg7 als Tf8+.  Wel is 24. … Pg5 heel sterk omdat bij nadere beschouwing wit dan na h4 toch een pion verliest en de zwakte van e3 blijft bestaan. Maar of zwart het gezien had?  Paul had met opgeven nog even kunnen wachten. Of speelde hij T1f2 en zag daarna direct dat Pg5 dodelijk is?

Mats Bakker- Gerrit v. Dok

Gerrit: “Ging tot en met de 19e zet vrij gelijk op denk ik.    /    Mijn 20e zet Dh5 was een verkeerde keuze. Ik dacht daarmee enige druk op de koningsstelling te bereiken en ik was bang voor Df4. Maar Db4 was veel gevaarlijker en die had ik niet in mijn berekening meegenomen.”

extGerrit1 ExtGerrit1

21. Lf3 Dg6  (Dc5 !? om Db4  te verhinderen. Kan nog geprobeerd worden.)  22. Db4! 

extGerrit2  ExtGerrit2

Een aanval op b7 èn op d4. En inderdaad dit kost een pion. Hierna kan Gerrit alleen nog maar spartelen. Wit ruilt zo snel mogelijk zo veel mogelijk stukken, slaat op d4 en houdt een subliem eindspel over.

“Toch had ik na mijn 27e zet (na een complete afruil en verlies van een pion)
mogelijk nog wel remisekansen, maar ik gaf vervolgens op knullige wijze nog een pion weg. “ 
Ik kan moeilijk geloven in echte remisekansen.

extGerrit3  extGerrit3

Met ongelijke lopers OK. Maar nu? Inderdaad is de vergissing  31. …  h6? onder Gerrit’s niveau. Hij verliest na ruil op e5 ook nog de pion op g6. Rommelt tot ongeloof van de omstanders nog 20 zetten door. Maar Bakker laat geen steek vallen en Gerrit schiet uiteraard geen steek op. 1-0.

Frank de Geus –  William Thomson

extFrank1 ExtFrank1

Hier speelt wit  13. Pb5  wat mij verbaasde. En -naar me later bleek-  Komodo ook. Ik zag wel 13. …  a6  14. Pd6+  Lxd6  15. Dxd6 wat lijkt even de rochade van wit te verhinderen.  (Die had trouwens beter al eerder kunnen rocheren! )  Maar wat is er dan tegen …. Txc2? Want na Dc7 en Dc5 is de rochade toch alweer mogelijk. Dat is toch gewoon pionverlies? En zwart’s 13. .. Db6 is ook voor de hand liggend en sterk.  14. a4  en nu a6 en geef mij maar zwart. Maar gelukkig begint zwart nu ook wat te aarzelen.  Hij ruilt het paard. En geeft dus gratis het loperpaar  op.  Is toch een beetje bang voor de veiligheid van zijn koning en ruilt dus ook nog de dames . Een witte dubbelpion op de b-lijn is dan nog een klein troefje  voor zwart, maar je moet wel grootmeesterniveau zijn om daar nog wat mee te doen. En dat zijn we hier niet.

Zwart ruilt alles wat hij tegenkomt en wit doet er met graagte aan mee. Ja, dan wordt het snel remise. Waar ze dus kennelijk beiden tevreden mee zijn.

Resteren me de highlights van de boeiendste, echte, knokpartijtjes van vanavond:

Marko Bosnjak- Eric de Jong

extMarko1  ExtMarko1

Marko staat superieur. Hij heeft de open c-lijn bezet en zijn damepionnen rukken vervaarlijk op. En dan is er vooral nog die armzalige, geïsoleerde dubbelpion van zwart. Marko wint zijn pion met de bekende grap:  21. Lxa6!  Hij had wellicht nog beter kunnen kiezen voor 21. b5 axb5 22. axb5 Ld7 23. Dxd5! Maar goed, deze a-pion is ook wel gezellig. Daarna schuift Marko geduldig verder. De problemen stapelen zich op voor zwart.

  extMarko2  ExtMarko2 

Als wit maar goed blijft opletten is winst zeer voor de hand liggend. Maar wit speelt 34. Pb4? (34. a6 of 34. Pf4 waren veel beter) Db5!  (Brrrr.  Dat lijkt een akelige penning van het paard èn een aanval op a5. Heeft Marko het nu toch nog vergokt? ) 35. Da3 ? Dat leek ons een oplossing , maar zwart krijgt toch  tegenkansen en het zou toch gemakkelijk tot remise kunnen leiden!

Komodo heeft een beter idee:

extMarko3  extMarko3

35. Dxd5! Dat is een mooie, door Komodo aangegeven winstvariant. Een paardoffer  t.b.v een ver opgedrongen vrijpion. 35. … Dxb4  36. Dxb7

extMarko4  ExtMarko4

en nu 

36. … Dxa5?  Dc6!  vrij baan voor de vrijpion + aanval op het Paard op e8.

36. … Db1+  37. Kg2 en hierna kan zwart spartelen wat hij wil, maar die twee witte vrijpionnen zijn dodelijk.

Na de door Marko gekozen ‘redding’ 35. Da3 wordt het nog heel spannend. Maar hij neemt al gauw weer het heft in handen.

extMarko5 ExtMarko5

37. a6 !!  Dxb6? (maar niets is meer voldoende!   37. … bxa6  en de b-pion is dodelijk, want   38. Dxa6! Dxb4   39. Da8 Kf8 40. b7  en zwart zal zijn dame moeten offeren tegen de te halen witte dame.)  38. a7! Pc7

extMarko6  ExtMarko6

En nu ziet Marko het fraaie 39. Pxd5 !!!! Zwarts Dame staat in. Zo krijgt zwart ook de tijd niet om zijn paard op a8 te nestelen.  39. …  Dc6  (Pxd5  40. a8D) 40. e4! Kf8 (Pa8 41. Pe7+ met damewinst)  41. Pxc7 en de witte pion promoveert. Zwart geeft op.

Martin Zwaneveld- Maarten de Haas

In een Siciliaan die op een Draak gaat lijken, krijgt zwart (Martin) al gauw wat beter spel. Door een onhandigheid verliest wit op de 14e zet een pion.  Zwart speelt zeer geconcentreerd. Houdt het voordeel goed vast. Houdt ook de druk op de witte stelling gaande. Heeft mooiere lijnen tot zijn beschikking. En een dreigend centrum. Maar een foutje is snel gemaakt. Als je bijv. een pion weggeeft, is ook de winst weg.

extMartin1  ExtMartin1

Hier moet het wit toch benauwd om het hart zijn geworden. Hij was blijven vechten, maar het hielp aldoor net niet. En dan ook nog tijdnood. Veelal raken tegenstanders van tijdnoodklanten daarvan juist van de kook. Maar Martin niet. Hij laat zich niet opjagen. En elke zet is een voltreffer.

39. …  f5!  40. Ld2 e4!  41. fxe4  fxe4  42. c4?  (Maar wit staat zowiezo verloren.)

extMartin2  ExtMartin2

43 … d4!  44. Dg4  e3!  Wit geeft op. Terecht. In veel varianten komt ook d3 er nog aan en die centrumpionnen zaaien dood en verderf.

 

 

 

1

 

Jos Lohmann

 1881

 – 

 

Edwin Vermeulen

 1682

½-½

2

 

Ron de Vink

 1883

 – 

 

Rob Spaans

 1866

½-½

3

 

Bert Kuijer

 1830

 – 

 

Karel Keesman

 1854

0-1

4

 

Paul Verkooijen

 1741

 – 

 

Oscar van Ewijk

 1821

0-1

5

 

Martin Zwaneveld

 1682

 – 

 

Maarten de Haas

 1768

1-0

6

 

Frank de Geus

 1655

 – 

 

William Thomson

 1730

½-½

7

 

Gerrit van Dok

 1652

 – 

 

Mats Bakker

 1640

0-1

8

 

Marko Bosnjak

 1526

 – 

 

Eric de Jong

 1467

1-0

 

 1731

 

 1728

 

 

Bekeren tegen Wijker Toren

Heel slecht ging het niet. Pas laat in de partijen vielen de steken. En dus – alweer-  verloren. Maar dat zijn we gewend, dat was altijd al in bekerwedstrijden.

Bert speelde uitstekend. Hij moest optornen tegen een Grünfeld-Indisch. Ik vond het altijd een nare opening om tegenin te moeten zwoegen. Kun  je tegen het KoningsIndisch ( met d6) nog wel eens wat spannends proberen (Vierpionnenspel, of Sämisch met f3 en lange rochade) tegen Grünfeld (met d5) wordt het altijd  eindeloos positioneel geschuifel op de lange termijn.

BekerBert1  BekerBert1

Bert vertelt altijd dat hij nooit iets aan theorie doet, maar hij speelt wel de beste (?) en meest gespeelde variant  ( de ruilvariant met 4. cxd5   Pxd5  5. e4  Pxc3  6.  bxc3 Lg7  )  En wat nu?

BekerBert2  BekerBert2

Het is wits bedoeling om nu iets aan te vangen met zijn dankzij  tempowinst sterke centrum. Maar Grünfeld    ( 18931962,  was een Oostenrijkse schaker. In 1950 werd hij grootmeester. )  had uitgevonden dat dat nog niet zo simpel is. 

Zwarts bedoeling is een tegenstoot met c7-c5. Wat doe je daartegen met wit? Je moet je centrumpionnen nooit  te snel doorschuiven.  (Later wel natuurlijk.) Dus maar vast zorgen voor voldoende dekking van dat d4-pionnetje. De meest gespeelde zetten zijn hier 7. Pf3  en 7. Le3   en 7. Lc4. Dat laatste om, na het altijd in de lucht hangende Lg4 met Pe2 de pion op d4 te kunnen dekken, zonder je koningsloper  in te sluiten en f2-f3 erin te houden. Het is zonder twijfel een van de meest logische varanten. En dat speelt Bert dus. Niet omdat hij de theorie heeft bestudeerd- stel je voor- maar gewoon omdat hij een beetje kan schaken.

7. Lc4 c5  8  Pe2 0-0  9. 0-0 Pc6 10. Le3

BekerBert3  BekerBert3

Absoluut van alle Grünfeld-Indische varianten de meest gespeelde. Zwart kan hier van alles. 10. … Lg4  (toch)  11.  f3! (dat kan nu)  of  10. … Dc7  of   10. … Pa5  en nog wat van dat type van soort. Alles goed voor bijna gelijkspel. Zwart kiest hier voor 10 cxd4 11. cxd4 Lg4. Alles kan.  12. f3  Ld7  en nu begint dat eindeloze positionele geschuifel waar ik het over had. Wit staat -als behoort- een heel heel klein tikkie beter  (centrum!), maar ja. Ooit moet wit zijn centrumpionnen gaan opspelen. Maar wanneer? En welke?  Iets voor mensen met veel geduld. Voor Bert dus. Aan mij was dat vroeger nooit besteed. Pas Bert’s zet 13 staat niet meer in de boeken. Maar is ook nog best goed. Bij zet 15 acht Bert de tijd rijp om te gaan centrumstormen.

BekerBert4 BekerBert4

Komodo vindt het toch nog te vroeg.  Die suggereert 15. Db2 Om in ieder geval de dames op het bord te houden.  15. e5?  Dxd2  16. Lxd2  Tfd8 en er is geen wit voordeel meer. 17. Tab1  b6?  (Lf5!?)

  BekerBert5BekerBert5

18. La6!  Pxd4   (Een heel diep strategisch offertje. Ook in andere partijen blijkt , je kunt die Beverwijkers geen gebrek aan moed of saaiheid verwijten. Het wordt nu best ingewikkeld! Maar het is leuk, maar niet echt correct Dat laat Bert even zien. Gewoon normaal18. .. Tb8 met iets beter spel voor wit was toch beter geweest) 19. Pxd4  Lxe5 (dit was de bedoeling)  20  Le3 Txc1+   21 Txc1

BekerBert6  BekerBert6

Wit staat een stuk voor tegen  2 pionnen. Dat moet lukken. Het wordt door Bert langdurig prima uitgespeeld.  Waar mogelijk worden – met slimme manoeuvres- stukken afgeruild, op weg naar een gewonnen eindspel. Na zet 34:

BekerBert7  BekerBert7

Met  35. g4!  Zou zwart ernstig in moeilijkheden geraken. De zwarte Toren moet de dekking van pion a5 opgeven. Er zijn voor hem geen andere velden op de 5e rij beschikbaar. 35. Ld4+ Dat moet ook nog voldoende zijn voor winst, maar is wel wat minder.

Voor de tweede keer binnen een week laat Bert na een machtig gespeeld spelletje de winst in het eindspel glippen. En nu kwam het niet door tijdnood. Wat zal hij achteraf de pest in gehad hebben.

BekerBert8BekerBert8

41. fxg5 fxg5  42. Pd5! Ld6  zou lang niet zo lastig zijn als wat in werkelijkheid in de partij  gebeurt. 41.  Lxa5 ? Ld6 !! Jasses! Wat een akelige penning is het nu.  Het echte voordeel is nu plotseling helemaal verdwenen. Met 42. Pd5 zou wit nog voor winst kunnen zwoegen, maar van de schrik laat Bert zich nu 42. Tf1? Ontvallen. Zwart maakt  maximaal gebruik van de penning op f4, en wikkelt af naar een  remise door herhaling van zetten-situatie.

BekerBert9   BekerBert9

47. Kf2  ( 47. Te2  Tg3!) Th2 + 

Gerrit was ook best lang in de race.

“In  de analyse achteraf gaf men aan dat ik op mijn 9e zet i.p.v. Le2 beter Lb3 had kunnen spelen, en op de 12e zet beter Le3 in plaats van Lh2.”   (Komodo vindt dat op zich wel juist, maar geeft minimale verschillen.) De stand is ongeveer gelijk. En dat blijft zo tot zet 18.

BekerGerrit1  BekerGerrit1

Vreemd genoeg vindt Komodo dat het aanstaande gedonder wordt veroorzaakt door  wit’s  19. f5? Zoiets speelt toch bijna ieder normaal mens? Maar Komodo vindt hier 19. Pf3 noodzakelijk. Met = .  Gerrit doet voorlopig verder niets fout (al denkt hij zelf van wel) , maar zwart jammer genoeg ook niet. Die staat wat beter.

BekerGerrit2  BekerGerrit2

Gerrit:  “Mijn 22e zet vond ik zelf al niet best: Pxe5. Opende voor zwart de d-lijn voor zijn toren.”  Die conclusie is wel juist. Maar zwart handelt ook de zaken niet geheel vlekkeloos af. De situatie is echt niet volkomen hopeloos voor wit. Tot zet 27.

BekerGerrit3  BekerGerrit3

Wit is een pion achter geraakt, maar heeft wat compensatie in de vorm van initiatief tegen de zwarte koningsstelling. Een mooie stelling ! Gerrit ziet waar zijn mogelijkheden liggen, maar kiest de verkeerde route. Met 27. Lxg7!   Had hij zijn tegenstander behoorlijk kunnen laten schrikken.  Dxc5+ 28. Kh1  Kxg7  29. f6+!  Kg8  (Kh8 30. Dh5! En mat in 4) 30. Tf4  ( om het paard op c4 te dekken) en Dh5 komt eraan! Met minstens remise.

27. h4  met goede bedoelingen, maar te langzaam.   27. … Lxc4 en als wit nu met de dame slaat,  kan hij met een pion achterstand nog vechten.  Maar na 28. Lxc4 (wil Gerrit eens een keer geen dames afruilen, is het ook weer niet goed! Een ‘petite combination’ zet hem de voet dwars!) Dc5+  29. Kh1 Dxe5  30 hxg5  Td4 !! (knap vooruit gezien)

BekerGerrit4  BekerGerrit4

Wit verliest een stuk op c4 of gaat na De2 mat na Th4+.  Gerrit:  “Al met al geen beste partij van mijn kant.”

Daar is Komodo het niet helemaal mee eens. Alleen die combinatie aan het eind was niet gezien. De rest ging best wel.

Martin,  een dergelijk verhaal. Zijn tegenstander hoopt hem met met het weinig gebruikelijke (en ook iets minder goede) 1. f4 gelijk te ontregelen. Dat lukt niet. Martin gaat er solide tegenin. Op de 7e zet doet hij alweer die riskante Zwaneveldzet  b5  (of met wit b4) als in die hoek er diagonaal tegenover een stiekeme loper staat te loeren.

BekerMartin1  BekerMartin1

Ik stond erbij en schrok, en begon gelijk te rekenen. Offeren met c2-c4? Van die loperdiagonaal gaan profiteren. Of e4? Maar Komodo vindt dat Martin dit keer gelijk heeft. Het kan gewoon!  8. c4 bxc4 9. dxc4 Lb7! 

Wit speelt gewoon 8 e4  d4?   (8…dxe4!? 9.Pg5 0–0 10.Pxe4 Pxe4 11.Lxe4 Lb7!)  Maar 8. … d4 ? 

BekerMartin2  BekerMartin2

Weer zo’n enge. Weer met veronachtzaming van die gevaarlijke loperdiagonaal? Ik sta weer gelijk te rekenen 9. e5!? Maar ook dit kan nog net!  

9…Pd5 10.c4 bxc4 11.dxc4 Pb6 daar staat hij ook heel goed! 12.Pxd4 Pxd4 13.Lxa8 Pxa8!

Wit speelt echter 9. De2  Ook wel netjes. Maar zwart staat solide! En als die b5-pion geen kwaad kan dan staat hij er toch maar mooi, nu al !  Ook verder speelt Martin sterk. Zes zetten later geeft K. de voorkeur aan zwart. Maar wit gooit inmiddels alles op de aanval  en wint langzaam terrein.  Na 19. .. Ph7:

BekerMartin3  BekerMartin3

De stelling is vrijwel gelijk. Het lijkt alsof wit leuk op de zwarte koningssteling afstevent, maar het is allemaal zo erg niet. 20.g5? Met een serie voortreffelijke zetten versterkt zwart zijn verdediging. En staat na zet 23 eigenlijk beter.

BekerMartin4  BekerMartin4

maar met de vlg zet geeft hij dat een beetje prijs.  23…Pe7? [dit paard had beter ter assistentie van de verdediging via d8 naar f7 kunnen springen. Maar zwart staat toch nog minstens gelijk. Wit begint nu een beetje te rommelen. Die beseft dat zijn aanval toch niet zo voorspoedig verloopt als hij zou wensen. Na zet 26 staat zwart nog steeds prima!

BekerMartin5  BekerMartin5   

En dan komt de klad er een beetje in. 26. .. Kg7? (Komodo geeft de volgende veel sterkere verdediging: 26…gxf5 27.exf5 e4!! 28.dxe4 Lf7)  7.h4!  En nu krijgt wit weer wat aanknopingspunten. 27…gxh4 28.Dxh4 g5! 29.Kf2

BekerMartin6 BekerMartin6

 Met 29.  ..  Pg6 had zwart nog wel op de been kunnen blijven. Wellicht gaat nu ook tijdnood een rol spelen. Want nu volgen twee mindere zetten van zwart en daardoor stort pas nu zijn stelling echt in    29…Th8?? (29…Pg6 30.fxg6 gxh4)  30.Th1 Kf8?? (30…Pxf5 beter. Maar ook niet goed genoeg meer  31.exf5 Dxf5+ 32.Kg1 Dg6)  31.Dh6+ Kf7 32.Lf3! (Zelfs die gaat nu meedoen aan de aanval.)

BekerMartin7BekerMartin7

32…Pg8 33.Lh5+ Ke7 34.Dg7+ en opgegeven.

Dus ook bij Martin ging het lang goed en pas laat op de avond toch nog mis. Helaas voor hem. Maar ook voor deze Beverwijker gold dat hij er alles aan deed om het toch nog spannend te maken. Dus wel verdiend!

Ook bij Ron (zwart) probeerde wit al gauw te ontregelen. Met het ‘gesloten’ Siciliaans. Waarom heet dat eigenlijk zo? Erg gesloten ziet het er niet uit . 1. e4 c5  2. Pc3! d6 3. f4!? Die zet is lang zo aanvallend niet als hij eruit ziet. Die f4-pion staat ook het een en ander in de weg.  Onze Siciliaan-fan heeft dat natuurlijk al vaak voor de kiezen gehad en wordt er dus niet warm of koud van. Hij speelt 10 zetten theorie. Daarna de beste. Maar hij heeft wel zwart. En hij zou graag willen winnen. Dus gaat hij nu maar een risicootje nemen.

BekerRon1 BekerRon1

12. …..   0-0-0  Moedig. Want je koning vraagt nu om aanvallende ideeën van wit. Zo’n stelling waarin wit aan de ene zijde op de koning afgaat en zwart hetzelfde doet aan de andere zijde van het bord noemen ze – geloof ik – een ‘tweesnijdende’ stelling. Dat brengt in ieder geval leven in de brouwerij. Maar wit is helaas niet van plan iets fout te doen. Na 18 zetten:

BekerRon2 BekerRon2

18. .. Pg4  Nu al? Ik begreep dat niet echt. Dat vraagt toch om 19. h3 ?  19. De2? Die begreep ik dus ook niet. Nu had zwart misschien beter dat paard  maar weer terug kunnen halen. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Maar zoiets doe je natuurlijk niet graag. Laten zien dat je vreest dat je het fout gedaan hebt. Ja kom nou!  19. … Lxg5 en na het voor de hand liggende 20. fxg5 staat wit echt beter!  Maar ….  20.  Dxg4? 

BekerRon3 BekerRon3

Nu gaat de lol er gauw af. 20. .. Lf6! 21. Lc3  wit vindt remise genoeg. En daar kun je je nauwelijks meer tegen verzetten in zo’n stelling.  21. …   Lxc3  22. bxc3 Wat betere pionnenstelling van zwart. Of is die h3-pion potentieel zwak? Een Toreneindspel met gelijkstaand materiaal. Dat wens je je ergste vijand niet toe. Het vreemde is dat volgens K. toch wit iets betere kansen houdt. Die heeft zeker een ingebouwde eindspel-module tot zijn beschikking. Voor mensen lijkt me dat moeilijk.

Na zet 28:

BekerRon4  BekerRon4

K. geeft 29. c4!? En ziet het nog zitten. Maar Camille Hol niet meer. En Ron ook niet. Terecht denk ik. Remise. Ron heeft met zwart zijn best gedaan om er nog wat van te maken, maar zijn tegenstander weigerde mee te werken.

Conclusie. We werden niet weggeveegd. Maar de Beverwijkers wonnen terecht. En ze speelden vooral leuke partijen.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden;.

 

1

Ron de Vink  1883  –    Camile Hol  1938

½-½

2

Bert Kuijer  1830  –    Han Jansen  1849

½-½

3

Martin Zwaneveld  1682  –    Hans Wiemerink  1736

0-1

4

Gerrit van Dok  1652  –    Cornelis Meems  1670

0-1

 1761            1798