Ronde 11

Aan drie borden routiniers tegen onze (betrekkelijke) nieuwkomers. En aan bord vier een  routinier, bijna een veteraan, die zich als nieuwkomer vermomde.

Een familie-onderonsje was Martin tegen  Herman. In Martin’s plaats zou ik daar best nerveus van worden: Je kunt het toch niet maken om van je oude, weinig schaak-ervaren, vader niet te winnen! Dat legt toch druk op je! En als je bovendien ook nog een beetje met je gedachten thuis zit omdat  je jongste aanwinst van 6 weken ook al waterpokken blijkt te hebben, dan kan dat lastig worden. Maar de spanning was er vrij snel af. Als gebruikelijk speelde pa op intuïtie de (Engelse) opening niet onaardig, maar na 10 zetten volgde een ernstige fout. Toegegeven, het was een fout die schakers met meer routine best ook nog zouden kunnen maken. Zo’n verstopte loper op g2 (of g7) daar moet je altijd voor uitkijken, het is vaak een sluipmoordenaar. En Martin weet dat, en loert erop. En tikt keurig ineens de zwarte stelling aan gruzels. En dat vereist best nog flink wat vooruitkijk-werk.

11Herman1  11Herman1

De zwarte stelling ziet er toch leuk uit. Pa was echt niet van plan zich in de opening passief in een hoekje te laten duwen. Goed ontwikkeld, terecht hier lang gerocheerd wat het wat spannender maakt. Aaaanvallluuuhhhh!  Goed hoor, zeker voor een nieuwkomer!  10. …  Pd4?  Maar helaas dit is niet goed. Wegens tactische grappen.

11.Pxd4    en nu doet die sluipmoordenaar ineens mee en eenvoudig ruilen van het paard zit er dus nu even niet meer in  exd4 12.Pxd5 Txd5 13.Lxb4  (13.Lxd5 of 13. Dxd5 kan ook, maar Lb4 is nog sterker)

En dan volgt nog een keer een wat minder sterke  (maar echt goede zetten zijn er al niet meer) 13…De5?  14.Dxd5 Dxd5 15.Lxd5 en zwart staat zomaar een toren en een loper achter. De rest is een formaliteit.

Ter volledigheid: zwart had het nog wat ingewikkelder kunnen maken met  bijv. 11. ….  Pxc3

11Herman2  11Herman2

Maar ook dan blijft wit een stuk voor. Na 12. bxc3  (bijvoorbeeld). Maar toch best een gecompliceerd geheel, en niet zo’n wonder dat Herman dat niet allemaal overziet.   En Martin ….. beterschap met kroost!

Gerrit had een offday. Tegen Bert.  Misschien omdat hij flink geschrokken was van Bert’s zeer verrassende opening:

1.e4 e5 2. Pc3 Pf6  3. f4  Het Weens! Dat zie je niet veel meer. Het is een leuk broertje van het Koningsgambiet.  (Er staat me iets van bij dat Bert dat vaak speelde, in 1982, toen hij nog een knappe jongeling was)  Het is geen gevaarlijke opening, maar wil je er met zwart niet tegen onderuit gaan, moet je wel er iets van weten. 3. … d5 is nu het sterkste, maar ja dat wordt dan wel even een  heksenketel. Zonder voorkennis kun je daar beter maar niet aan beginnen. Ik denk dat Bert al gerekend had op Gerrit’s antwoord: 3. … d6  , immers dat is diens standaardzet tegen bijna alles.

En na 4. Pf3 exf4 5. d4 is het met verwisseling van zetten toch een koningsgambiet geworden. 5. … Pc6?  ( 5. .. Ph5!? Maar ook dat vraagt voorstudie.)  6. Lxf4 Kortom, wit staat lekker.

11Bert1  11Bert1

Ontwikkeling nadert voltooiing. 2 pionnen in centrum. Open torenlijn.  Niet moeilijk om plannen te maken. Dat kan een leuke speelse avond worden. Maar dat wordt het niet, want al bij zet 11. vergaloppeert zwart zich. Net niet diep genoeg gerekend. Horizon?

11Bert2  11Bert2

11. … Lxf3  12. Dxf3 met aanval op h5 èn op f7! 12. .. Pf6 is dat de redding? Nee! 13. e5  dxe5  14. dxe5

11Bert3  11Bert3

Misschien bij zet 11. al gezien dat nu Dxd2 kan? Maar helaas: 15. Dxc6 !  En zwart kan opgeven. Had dan 14. ….Dd4+ nog wat geweest? (Nee, er blijven na Kh1  twee dreigingen , xc6 en xf6, dus ook dan verliest zwart een stuk.)      Niet heel moeilijk, maar  wel elegant potje Bert.

Peter verbaasde vriend en vijand  tegen Paul.

Direct na afloop al waren Eddy en Paul het volkomen met elkaar eens. In een latere mailzending verwoordde Paul nog eens ons beider standpunt:

“Peter deed alleen maar logische opbouwende zetten en bij elke zet kwam ik meer in het nauw. Halverwege vroeg ik verbaasd waar hij al die kennis en kunde vandaan had, bleek hij o.a. les gehad te hebben gehad van Piet Peelen en nog een paar illustere schakers die voorheen zijn collega's waren bij de Nederlandse Bank.”

Na zet 15 staat wit prima.

11Peter1  11Peter1

16. Le3!  en hierna dreigt wit met Tc1 en Dc2  (of verdubbeling van de torens op de c-lijn) de druk op pion c7 te verhogen (zwart kan nog geen c6 of c5 spelen, want dan moet eerst de zwarte koning opzij)  Maar nu speelt wit 16. Lh4? en later mist wit nog een paar keer de sterkste, en hoewel Paul denkt dat hij in het nauw zit, dat valt dan wel al mee. Maar niettemin staat Peter nog steeds absoluut minstens gelijk. En Paul’s gelaat begon heel langzaam wat roder te kleuren.

“Gelukkig voor mij kwam bij de 23e zet bij hem het seniorenmomentje (soms heb ik dat al bij de 5e zet) en gaf hij een belangrijke pion weg. Op de 28e zet deed hij het nog eens en toen werd het wat makkelijker voor mij.”

Daar is Komodo het gedeeltelijk mee eens. Maar die ziet ook zet 19. Ph2? en zet 21. Pg4? al als minder goed. En dan al staat zwart intussen wat beter. Dus zet 23 kan je geen seniorenmomentje noemen, wit kan niet veel anders:

11Peter2   11Peter2

23. Pe3 want eerst slaan op f5 is na 23 ….  gxf5 24 Pe3 f4  ook geen lolletje ( 25. Pg4 e4! )

Maar wit geeft zich nog niet gewonnen en schaakt op volstrekt logische wijze verder. Na zet 26 staat hij nog echt niet zomaar verloren. Zelfs Komodo had even helemaal niets aan te merken!  Tot zet 27.    Dan gaat het mis.

11Peter3  11Peter3

27. Da1?  Wat gaat die daar doen? Die zet vat ik niet. 27. Pa7, of Dc2, zou ik kunnen volgen. 27. …  Tbf8! En nu komt er dan echt een ‘seniorenmoment’ 28. b4 ??. Ik zag het aan en liep hoofdschuddend weg. Die staat daar ongedekt en die is wit dus gewoon kwijt. Dat is toch ver onder het niveau van alle vorige zetten. Misschien is de witspeler nu ineens zijn zelfvertrouwen kwijt. Of hij is vermoeid geraakt. 28. axb4 En wit staat nu niet alleen 2 pionnen achter, maar die vrijpion op b4 is ook nog een vervelend lastpak die dreigt verder op te dringen naar de finishlijn. Dus de rest is voor Paul een eitje.

Ab-Ron was het lolligst,  voor de toeschouwers.

Waaronder Jos,  die weer eens kwam kijken. Leuk! Nog leuker dat hij voorspelde nu wat vaker te gaan komen. ‘Maar’, waarschuwde hij ‘Ik heb  intussen wel veel aan sterkte ingeboet.’  Ik vermoed dat hij de schade wel snel weer  geheel of gedeeltelijk gerepareerd zal hebben.

Ab was (eindelijk) afgestapt van zijn voorkeur voor een drierijensysteem en speelde een stuk actiever dan in het verleden, tegen Ron’s Siciliaan.  Nu is direct Lc4 en d3 niet een echte super-aanpak van de Siciliaan,  maar dat ga ik hier niet uitleggen, want Ab leest de website toch niet, en Ron weet het zelf wel. Die speelde trouwens de opening foutloos. Na zet 11 staat het aldus:

11Ab1  11Ab1

K. geeft hier als sterkste 11. … Pbd7  12. f3  Le6     Ron speelt 11. … Lxe2, ook sterk! 12. Pxe2

Dit vond ik een heel fascinerende stelling. Hier heb ik lang omheen gedrenteld, en op wat afstand van de strijders met Jos over geredekaveld. Ron was intussen lang in diep gepeins verzonken. Ik zag 2 mogelijkheden: misschien 12. …  Ld6 , maar vooral 12. …. Ph5!?  Ab vertrouwde me toe dat hij na Ph5 gewoon op e7 zou slaan.  Dat leek mij niet zo gewoon. ‘Dan zal de rochade voor wit wel heel lastig uitvoerbaar worden, na Dxe7. ‘

Jos en ik hielden ons gezellig bezig met 12. ….  Ph5. En dan 13. Dh4 (Jos) of 13. Dg4 (Eddy waarna echter Jos 13. .. g6 als een bezwaar zag, omdat wit dan toch wel op e7 moet nemen, met als gevolg dus die twee kanonnen op die e-lijn op de witte koning gericht. Hij meende dat Dh4 beter was omdat er dan geen tijd is voor … g6.)  Ik fantaseerde  nog iets na slaan met Lxe7 en Dxe7 en wel met  een schijnoffer Pf4. De witte dame mag dan niet op f4 slaan wegens mat of wegens penning.

Ron speelde tenslotte helemaal geen 12. … Ph5 en ook geen 12. … Ld6. Na lang nadenken speelde hij

12. … Pe4. Ik dacht : ”Ron zal het wel het beste weten, maar mij vervult die zet met diep wantrouwen.”  Ab dacht niet lang na en antwoordde 13. fxe4 waarna volgde Lxg5.

11Ab2  11Ab2

En na 14. Lxd5 staat wit gewoon een gezonde pion voor en komt er niets terecht van dreigingen langs de e-lijn! 

Nu zouden we dus een sensatie kunnen gaan beleven: onze laatste nieuwkomer gaat de clubkampioen verslaan! Maar helaas! Ab speelt 14. f4????  En verliest zijn dame!! Ziet u het? Ron wel! Na 14. … Lh4 !!  bleef  Ab geruime tijd beteuterd naar het bord kijken.

Ron: “Het was dus een goede partij tot Pe4!? De speelwijze van Ab was zo onorthodox dat ik dacht dat zwart iets beslissends moest hebben. Ik had uiteindelijk doorgerekend dat ik na slaan op e7 een kwaliteit voor blijf. Maar hij slaat natuurlijk gewoon op e4 en als hij daarna Lxd5 had gedaan, sta ik gewoon een pion achter. Ik had nu gewoon mazzel. Ph5 vind ik echt niets, beter dan Pc6 met iets beter spel voor zwart. “

Nog even terug naar Komodo want het is een stelling die dat verdient:

11Ab4  11Ab4

Ik heb de machine heel veel tijd gegeven (een half uur) en dan concludeert onze huisgrootmeester: ‘De verschillen zijn heel, heel microscopisch klein, en beslissend voordeel heeft zwart nog nergens, wel een klein voordeeltje.’

Ik citeer:

In volgorde van best naar goed: 12. ….  Pc6  -0.44     12. …  Ph5  -0.38  12. ….   Pbd7  -0.36   ( -0. 44   betekent : ong. de waarde van een halve pion voordeel voor zwart!)

En omdat Ron  … Ph5   ‘niets’ vindt,  wat zijn dan de varianten die K. geeft bij  12. …. Ph5 !    ?

  • 12. ….Ph5 13. Lxe7! Ab’s idee dus toch het beste . Puntje voor Ab! 13. … Dxe7  en inderdaad dreigt er nu het een en ander, maar wit kan dat toch bijna helemaal oplossen met 14. De3! (De enige zet! Want op 14. Df3 volgt inderdaad …  Pf4!  met groot voordeel voor zwart. Had ik toch aardig zien aankomen. )   Nu heeft zwart na 14. … Dd7 licht voordeel (-0.35) 15. Df3 Pf6

 

  • 12. ….Ph5 13. Dg4 (Eddy) Lxg5  (13. …g6?  (Jos)  14. Ld2! Nee Jos, de loper hoeft niet te slaan op e7!  14. .. Pf6,  met totaal gelijke stelling)   14. Dxh5 Pd7  15. 0-0 Pf6 met klein voordeeltje voor zwart

 

  • 12. ….Ph5 13. Dh4  (Jos) Lxg5 14. Dxh5 (14. .. g6 -hier dus ook, in iets ander verband, maar toch!-  15. …. Df3  Pc6 met bijna gelijke stelling)  14. … Pd7  15. 0-0 Pf6 16. Df3!  (Dxg5  Txe2) Dd7 met licht voordeel voor zwart

Voor de volledigheid laat  ik K. ook nog even focussen op Ron’s suggestie 12. … Pc6  Ook goed!  Bijv. 

11Ab3  11Ab3

12. … Pc6  13.  0-0 Ph5  (alsnog) 14. Df3 Lxg5  15. Dxh5 g6 met  licht voordeel voor zwart (Dit lijkt allemaal sprekend op het voorafgaande maar nu is het zwarte damepaard ook van stal gehaald. Dat is wellicht voor het vervolg niet onbelangrijk)

Conclusie:

Een leuke stelling.  Je kunt niet zeggen dat Ab  is weggespeeld. Ron, Ab, Jos, Eddy, Iedereen had een beetje gelijk. Maar Zwart heeft toch nergens echt beslissend voordeel. Daar was een blunder voor nodig. Ron heeft gelijk:  ‘Ik had nu gewoon mazzel.’  Maar wat een boeiende stelling!

 

 

Stand na ronde 11 (15 jan. ’18)

 

 

Wit

 

Zwart

Uitslag

Martin Zwaneveld

Herman Zwaneveld

1-0

Bert Kuijer

Gerrit van Dok

1-0

Ab Hauer

Ron de Vink

0-1

Peter van Putten

Paul Verkooijen

0-1

Frank de Geus

Afwezig met geldige reden

 

Jasper Ittmann

Afwezig met geldige reden

 

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 11

Nr

Naam

Punten

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Ron de Vink

126,67

11

7

3

1

77,3

2

Bert Kuijer

121,00

11

7

2

2

72,7

3

Martin Zwaneveld

105,50

8

5

0

3

62,5

4

Paul Verkooijen

104,33

9

5

2

2

66,7

5

Gerrit van Dok

90,33

11

5

1

5

50,0

6

Frank de Geus

81,00

6

3

2

1

66,7

7

Ab Hauer

70,83

10

4

0

6

40,0

8

Peter van Putten

58,33

7

1

2

4

28,6

9

Herman Zwaneveld

52,83

10

0

2

8

10,0

10

Jasper Ittmann

23,67

1

0

0

1

0,0

11

Marco van Wijk

14,00

0

0

0

0

0,0

 

schaakprobleempje

In mijn eigen internetpraktijk kwam ik kort geleden de volgende verrassende situatie tegen:

Wit speelde hier 12. Lf4

Dat is heel erg fout.

Als u zonder computer de beste zet voor zwart vindt, laat het me weten. Via mijn mailadres, eddysaraber@hotmail.com . Beloning: een biertje (of zoiets)

Mark1995Probleem1

Stand na ronde 10, 8 jan. ’18

 

 

Overzicht voor ronde 10, gespeeld op 8 januari 2018

Wit

 

Zwart

Uitslag

Frank de Geus

Bert Kuijer

½-½

Ron de Vink

Martin Zwaneveld

1-0

Ab Hauer

Herman Zwaneveld

1-0

Paul Verkooijen

Gerrit van Dok

1-0

Jasper Ittmann

Afwezig met geldige reden

 

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

Peter van Putten

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 10

Nr

Naam

Punten

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Ron de Vink

115,67

10

6

3

1

75,0

2

Bert Kuijer

108,00

10

6

2

2

70,0

3

Martin Zwaneveld

96,50

7

4

0

3

57,1

4

Paul Verkooijen

94,33

8

4

2

2

62,5

5

Gerrit van Dok

85,00

10

5

1

4

55,0

6

Frank de Geus

81,00

6

3

2

1

66,7

7

Ab Hauer

65,17

9

4

0

5

44,4

8

Peter van Putten

53,67

6

1

2

3

33,3

9

Herman Zwaneveld

47,83

9

0

2

7

11,1

10

Jasper Ittmann

23,67

1

0

0

1

0,0

11

Marco van Wijk

14,00

0

0

0

0

0,0

 

Lastige beslissingen

Eerste ronde van het nieuwe jaar. Niet veel sensatie.

Althans voor het passievere deel van het publiek. Voor de schakers zelf viel er natuurlijk wel veel te beslissen, en dat geeft spanning. Soms zelfs sensatie.

Maar dat zei ik al, in ‘Bram Vingerling’.

Ik ben nu echt begonnen aan mijn verslag van 8 januari. Dat probeer ik wat korter te houden. Want U krijgt nu twee produkten voor één geld. Tweede produkt gratis!

Ron-Martin

Je zou zeggen dat Martin het verslag van de vorige ronde wel heeft gelezen. Daarin oppert Ron dat hij Martin wil gaan vermorzelen, liefst in een Blackmar-Diemer-gambiet. Dat lukt vanavond niet,  want Martin zag het dus aankomen, en heeft geen zin in dat gambiet. Hij houdt er wel van, maar niet met zwart!  1. d4 Pf6   Ron geeft hem en zichzelf nog een kansje. 2. Pc3 (i.p.v. c4) en dan is 2. … d5 een logische zet, waarop Ron alsnog 3. e4 kan spelen met uitnodiging tot een BDG. “Mooi niet! Daar trap ik niet in” denkt Martin. 2. … g6 3. e4 met een overstapje naar de Pirc-verdediging.

Je zou zeggen dat Martin het verslag van de vorige ronde niet heeft gelezen. 

Want daarin wordt n.a.v. de partij Ron-Paul betoogd dat je in de Pirc nu niet met e6 verder moet gaan, maar met d6 ( en e5 of c5), omdat je anders zwakke zwarte velden in je koningvleugel creëert. 

10RonMartin1      10RonMartin1

3. … e6 ??  Ron zal hier verrast van hebben opgekeken.  Jij durft! En dat terwijl Paul na zijn desastreuze nederlaag vorige keer zei: ‘Ja dat was ik even vergeten, maar nu weet ik het wel weer.’

Ron gaat energiek aan de slag:

4. e5 Pd5  5. Pe4  en Martin noodgedwongen niet minder energiek 5. … f5 !?

10RonMartin2  10RonMartin2

Vanaf zet 3 staat er al niets meer in de boeken. Met als enig voordeel voor zwart: Ron moet zijn beslissing zelf nemen. En U weet, daar neemt Ron altijd ruimschoots de tijd voor. En passant slaan op f6? Het paard terughalen? Of juist moedig vooruit sturen (Pg5) Of Lg5? Moet ik linksom of rechtsom? Geen idee. Hier waarschijnlijk wegens het bereiken van de horizon. Hij kiest het laatste. Schijnbaar actiefste. Op weg naar de pot met goud?

Maar helaas. Na 6. Lg5 Le7 7. Lxe7 Dxe7 8. Pd2 heeft wit (bijna) niks. Het lijkt wat met die open koningsstelling zonder zwarte loper, maar wat doe je ermee? Dit was niet de bedoeling.  Maar voorspel zoiets maar eens. Wit krijgt nog wel wat kleine nauwelijks zichtbare mogelijkheden maar gebruikt die niet. Misschien met goede redenen, bang voor te vroege vervlakking.

Bij zet  11. staat er weer zo’n stelling op het bord waarvoor een ver dragende beslissing nodig is. En hier wordt die beslissing langdurig uitgesteld.

10RonMartin3  10RonMartin3

Want nu ontstaat er een grappig rondedansje dat zetten lang voortduurt: Ron wil het lastig maken en heeft een pion op d4 in de aanbieding gedaan  en Martin vertrouwt het niet. Beide heren stellen de beslissing maar uit. Komodo geeft nu in volgorde van effectiviteit   11. .. d6  (0.00)  11. … cxd4  (dus toch!) (0.06)  11. … d5  (0.14)  11 … b6   (0.22) Martin speelt 11. …  b6 

Op mijn vraag “Waarom eigenlijk niet op d4 geslagen? “ antwoordt Martin “Dat is een dooie mus!  Na Pb3 ben je die pion toch weer kwijt.´ Ik bleef argwaan voelen. En zeker na Ron’s provocerende antwoord 12. a3. Ik dacht hem zachtjes te horen prevelen: “Je durft niet! Je durft niet. Pak dan als je durft!” Het is waar dat wit die pion terugkrijgt, maar na 12. … cxd4 13. Pb3  (13. b4 d6 ) Lb7!  14. Pfxd4 0-0 geeft K. licht voordeel voor zwart. Misschien wegens een kleine achterstand in ontwikkeling. Hoe gaat wit rocheren? 12. …. a5? (om een later b4 te voorkomen?) en nu had wit toch die pion maar  moeten gaan ophalen. 13. Pb3 Maar  wit blijft provoceren en speelt 13. Le2  Om een lang verhaal kort te houden, die pion op d4 wordt nooit gepakt. De stelling blijft zo’n beetje gelijk  tot zwart op de 17e zet een vreemde fout maakt.

10RonMartin4  10RonMartin4

Na 17….. dxe5 moet hij als de donder lang rocheren. Maar nu trapt Martin wel in de val van de pion-aanbieding:   For sale, 100% korting, laatste kans!  17. …..  Pxf4? Brrrr  18. Pxd6+! Kf8  (Weg rochade. Dat vond Martin kennelijk niet zo belangrijk, maar dat is het wel!) en nu raakt zwart in de problemen.

10RonMartin5  10RonMartin5

Slaan op b7 wat Ron doet is lang niet de beste, maar Martin raakt door al dat geprovoceer nu toch echt de kluts kwijt  19. Pxb7? (Lc4!?) Pxe5 ??? Brrrr  Wat gewoon een stuk verliest omdat de dame nu eenmaal maar één stuk tegelijk kan nemen.  20. Pxe5 !  Hierna hoeft Ron geen diepe beslssingen meer te nemen.

Ok, Martin werd inderdaad ‘vermorzeld’, maar vooral door zichzelf. Daar zal Ron niet heel veel vreugde aan beleefd hebben.

 

Frank-Bert

In Bert’s lijfvariant in het Siciliaans (Paulsen/Kan-variant,  met e6,a6 en Dc7) weet Frank het al gauw niet meer, maar hij speelt intuïtief  redelijke zetten. Niet voldoende voor het bedoelde witte voordeeltje, maar wel voldoende voor bijna-gelijk spel.

Na zet 15.  vindt Bert dat er maar eens wat leven in de brouwerij moet komen. Maar hoe? Linksom of rechtsom? Pg4 of Ph5 of d5 of Tac8 of Tad8 of iets anders. Bert wil eigenlijk wel winnen, want Ron loopt uit in de ranglijst.  Bert is niet te beroerd om daarvoor een klein beetje risico te nemen. Het moment van de ver dragende beslissing. Hij denkt lang na. Een horizon-geval!?

10FrankBert1  10FrankBerrt1.

15. … De5 !? “Nou ja, ik zie wel!” Het lijkt een beetje te werken 16. Db4? Beter gewoon 16. Pf3 met een klein voordeeltje voor wit:  Bijv. 16. …  Dc7  17.  e5! En zwart krijgt wat druk te verduren op zijn achtergebleven d-pion, maar wit moet daar, na een Lxf3, misschien een dubbelpion op f voor accepteren. Mooi voorbeeld van wat schaaktermen uit ‘Oordeel en Plan’ kennen, maar wat schiet je daar nu in de praktijk mee op? Belangrijke beslissingen worden tenslotte vaak gewoon op Fingerspitzengefühl genomen. En dat heeft Frank wel. Want de volgende zetten zijn logisch, maar wel nu wat minder sterk dan na direct 16. Pf3

Nu volgde 16. … Dc7  ( Dc5!?  maar Bert wil remise nog even proberen te voorkomen, en die komt dichterbij na dameruil)  17.  e5! Pd5  18. Dd2!

10FrankBert2  10FrankBert2

Waar zitten de kansen als je wilt winnen. Lastig hoor. Lang nadenken.

18. … d6 dan maar. Dan ben ik die achtergebleven pion vast kwijt, en dan zien we wel weer verder. Nu moet wit lang piekeren. Na de voor de hand liggende zet 19. c4 wordt het even veel minder overzichtelijk. Na 19. …dxe5 20. cxd5  exd4  21. dxe6  Daar zit je toch al gauw aan je horizon.  Dit is voor wit de manier om een licht voordeel te verwerven, maar als je aan je horizon zit kun je natuurlijk altijd de weg van veiliger, en minder weerstand, opzoeken:  19. exd6? En na Dxd6 20. Pf3 is de stand vrijwel gelijk.

Bert probeert toch nog wat  (of  heeft genoeg van het gepriegel en wil na dameruil naar remise?)

10FrankBert3  10FrankBert3

20 …. Df4   

Uw hinderlijk wijsneuzige stukjesfabrikant dacht in de gauwigheid even aan 20. …  Pf4 maar daar hielp Frank hem tijdens de post mortem-sessie snel en hardhandig van af. Dan verliest zwart een dame. Dat ziet ú toch wel hè.  (Voor de zekerheid geef ik later aan het slot van het hele verslag toch even de winnende zet!)

21. Dxf4 Pxf4  22. Le4 Frank vindt remise tegen Bert natuurlijk prima, en Bert ziet nog een stukkenruil aankomen en heeft er genoeg van.

Als je nu je schaakterminologie kent, zou je nu kunnen denken: wit heeft een ‘pionnenmeerderheid op de damevleugel’,  wat in een eindspel een belangrijk voordeel kan zijn. Of gaat het nu om de mogelijkheden van een zwarte ‘minderheidsaanval’?  Waardoor wit altijd met één geïsoleerde pion blijft zitten.

Weet ik veeeel!?  We doen maar wat.

Paul-Gerrit

Gerrit speelde zijn lijfopening , de Philidor. Met daarin een wat op tempoverlies lijkende manoeuvre Lc8-d7-c6 en mede daardoor gaf hij het loperpaar kado. En dus stond wit bij de 13e zet duidelijk beter:

10PaulGerrit1  10PaulGerrit1

Linksom of rechtsom of rechtdoor? 13. b4  of  13. Df3  of  13. De2  Allemaal goed!

En 13. e5 ?  ‘Wat minder!’ meesmuilt Dr K. De stand is weer gelijk. Ja , zo raakt Gerrit nooit af van die saaie Philidor!  13. …. Pxd3  14. Dxd3 Dg4!!

10PaulGerrit2  10PaulGerrit2

Lang piekeren. 15. Dg3  Paul:  ‘Ik denk voor wit de enige zet.’

Komodo geeft echter  15. Dd2!  dxe5  16. Lxf6  gxf6  17. fxe5  Kh8 met gelijk spel. Je zou zeggen dat wit dan wat beter staat maar dat schijnt mee te vallen.  Ver voorbij ons aller horizon. 15. ..  Dxg3 16. hxg3  Zwart staat nu zelfs iets beter.

10PaulGerrit3  10PaulGerrit3

Het grote beslismoment! 16. …. Pd5  Dit ziet er voor mij uit als volstrekt logisch. Hij wil zijn koningsstelling graag even heel houden. (Na 16. ..  dxe5 kan 17. Lxf6 gxf6  18. fxe5 fxe5  19. Txe5  En toch vindt K. dat beter. Onbegrijpelijk voor normale mensen! Ver voorbij de menselijke horizon.) Voor Paul hierna even geen moeilijke beslissingen:

27. Pxd5  Lxd5  18. exd6

10PaulGerrit4  10PaulGerrit4

18. … f6!!  Dwingt de loper naar een minder gezellige plek. Wit moet zelfs een beetje oppassen dat die loper niet wordt ingesloten. Hoeft niet, maar toch …  (Na h6 en g5) 19. Lh4

10PaulGerrit5  10PaulGerrit5

De stand is gelijk. Maar wat nu? We nemen soms verkeerde beslissingen wegens het bereiken van onze horizon, wegens het verwarren van de reële stelling met de stelling in de geest (zie Bram Vingerling) . Of gewoon omdat we even de concentratie verliezen. Maar wat hier gebeurt kan ik niet goed verklaren.  19. c6 ??  Ik fantaseer maar wat: Gerrit kent de schaakwetjes van Euwe en denkt: Ik wil geen geïsoleerde pion op de d-lijn. En na c6 win ik die pion toch wel terug met Td8. Maar dit is nog geen horizon. Ook niet voor Gerrit. Voorlopig staat er een ver opgerukte vrijpion op d6. Het is toch duidelijk  dat vroeg of laat er dan middels Te7 en Tae1 grote gevaren gaan opdoemen.  Ineens staat wit aanmerkelijk beter! 20. b3! Er zijn meer goede zetten, maar deze is ook best. 20. …. Tad8  maar zwart is te laat 21. c4! tempootje Lf7 (meer smaken zijn er niet)  22. c5! Net op tijd d6 gedekt:

10PaulGerrit6  10PaulGerrit6

Dit ziet er niet prettig uit voor zwart. Een akelige gedekte vrijpion op d6. Zwart heeft nog twee kleine mogelijkheidjes:  het ongelijke loperpaar (maar daar gelooft (geloofde?) Gerrit niet echt in) en een mogelijkheidje  om die rare plek van wit’s loper  te benutten  :  22. ….  Lh5!

Paul staat op winst, maar moet daartoe nu dus wel degelijk eerst nog belangrijke besluiten nemen.  Paul  “….  Lh5! verhindert g4 (ES: g2-g4 had gekund bij zet 20, maar was dus niet echt nodig, wat Paul dus aantoonde)”  23. Te7 daar heb je het gedonder, dat zwart bij zet 19 negeerde 23. …  Tf7  24. Tae1 h6   Paul: “Dreigt mijn loper in te sluiten” Maar daar weet Paul iets op :

10PaulGerrit7  10PaulGerrit7

25. Txf7 het simpelst  Lxf7  (want na Kxf7 26. Te7 verliest zwart een pion op b7, om te beginnen).  26. g4!  Witte loper is weer vrij.

Hierna gaat het hard.  26. … b6?  (maar goede zetten zijn er niet meer) 27. Lf2 en verder is het een kwestie van eenvoudige techniek. Grote beslissingen hoeft wit niet meer te nemen. Hij wint. Dankzij die gruwelijke vrijpion op d6.

Paul was zelf kennelijk heel verguld met z’n partijtje met goede beslissingen, want nog nooit had ik zo snel zijn notatie en commentaar binnen.

Ab-Herman

Ze vonden het allebei maar niks, na afloop. Ik moest hun notatie bijna met geweld ontvreemden.  Na raadpleging ervan begrijp ik het wel. Herman verloor al in het begin door een forse blunder een stuk, en desondanks raakte Ab daarna toch in de problemen. Beiden dus niet tevreden.

En toch, opnieuw verbaasde het me dat Herman zonder kennis van de schaakterminologie van ‘Oordeel en Plan’ best aanvoelt waar het om draait.

10AbHerman1 10AbHerman1

Hoe is het mogelijk dat zwart hier met een stuk achter toch op 0.00 staat bij Komodo? Dus: totaal gelijk! Wit heeft veel te weinig ruimte. De sterkste zwarte stukken zijn binnengedrongen. Ook hier weer zijn de gevolgen te zien van een te passief drierijensysteem van wit. Zelfs met een frivool g4. Maar met te weinig actie in het centrum in de opening!  En als wit hier 23. Dd1 speelt i.p.v. 23. Ld1 staat zwart zelfs beter. Na 23. Tfc8 moet wit voor zijn leven vrezen. Wit kan geen vin meer verroeren. En dus heeft zwart de mogelijkheid om rustig met 24. Pf8 en Pg6 en Pf4 ook het paard nog in  te schakelen en een verschrikkelijke aanval op te zetten. Helaas, hier speelt Herman 23. ….  Tc2-c8? Ab vertelde dat hij dacht “Dit gaat na Tfc8 niet goed! Ik kon met mijn stukken niks meer.” en een zucht van opluchting slaakte na 23. …. Tc2-c8. Niet goed te begrijpen waarom dit mis ging. Waarom Herman zijn gevaarlijkste stuk terugtrok. Hierna zijn veel dreigingen dus geheel belangeloos opgeruimd door Herman zelf, en met veel geduld kon Ab nu zich gaan losworstelen uit het net van dreigingen. Dat lukte. Maar het kostte nog wel een hele avond voor het karwei geklaard was.

Dat was het weer.

Volgende week ga ik natuurlijk naar Tata. Zal u er mijn briljante foto’s van doen toekomen.  Beloofd!

o ja, ook beloofd, die zet die een dame zou winnen bij Frank-Bert    Loper h7 schaak !