Diemer3

Ter herinnering: we waren bezig met een niet geheel correct, maar wel kansrijk gambiet, hardnekkig een leven lang gepromoot door een Duitse malloot: het Blackmar-Diemer Gambiet van Joseph Diemer. In de vorige aflevering bekeken we de Euwe-variant. M.i.  het minst gevaarlijke antwoord. Ik had beloofd nog wat te laten zien van een van de m.i. meest logische manieren om het met zwart te bestrijden, met een niet te laat c5 en Pc6.

Hoe pakt een echte grootmeester het met zwart aan? (Eerst maar in stukjes. Hieronder zal ik de hele partij in een ‘ levend’ diagram nog eens afdrukken.)

Randolph,John (2203) – Gurevich,Dmitry (2543)

1.d4 Pf6 2.Pc3 d5 3.e4 dxe4 4.f3 exf3 5.Pxf3 e6 6.Ld3 c5

BDG7   BDG7

Gelijk maar c5. Geen tempo verliezen, met eerst Pc6 wat pion c7 even blokkeert, of c6  en dan later   alsnog c5. Voorlopig weet wit wat hij nu het beste kan doen. Het is allemaal gemakkelijk te onthouden, voor beide partijen.

7.dxc5   Je moet hier kiezen: laat ik hem slaan op d4 of sla ik zelf op c5. Dat laatste schijnt iets beter te zijn. In een eigen partij (zie verderop) koos ik voor laten slaan en direct  7.Lg5  Ik had niet zo’n zin om de zwarte loper extra uit te nodigen om mijn korte rochade te gaan verhinderen. Maar deze witspeler vindt dat kennelijk niet erg.  7. ..  Lxc5 8.Lg5 h6 ( let op het tijdstip, ik herhaal: meestal is het hoe eerder  hoe beter.)  9.Lh4 Pc6

BDG8  BDG8

10. Pe4 ziet er logisch uit. Maar heeft als bezwaar dat het gemakkelijk gaat leiden tot ruil van stukken (Na 10. …  Da5+ of na 10. .. Le7). En , ik herhaal, dat vindt wit niet zo leuk. Met minder stukken kun je minder gemakkelijk aanvallen. Houdini vindt 10. De2 en dit keer toch wel lange rochade ( hier dus wel een keertje) ook een aardig plan.

10.Pe4 Le7 want vooral een grootmeester weet: stukken ruilen, en dan het eindspel met een pion meer winnen! 11.Lxf6 moet helaas wel, want het paard op e4 wil wit even behouden Lxf6 (pion op b2 staat in)

BDG9 BDG9

12.c3 Lh4+  want vooral een grootmeester weet ….. op naar een eindspel met een pion meer, enz. 13.Pxh4  Daarom had ik hier maar gelijk 13. g3 gespeeld. Dxh4+  14. g3 De7 15. Dg4  (Je moet toch wat. ” Misschien gaat hij zijn koningsstelling verzwakken.”  )

BDG10  BDG10

Dat gaat hij inderdaad doen, maar een grootmeester ziet snel dat dat niet veel kwaad meer kan.

15. .. 0-0  16. 0-0 is dit een blunder? Ja en nee!

BDG11 BDG11

16. …  f5!? Is dat stukwinst? Zo eenvoudig is dat nu ook weer niet. Je speelt tenslotte BDG, en dat is niet iets voor bangerikken. 17. Dh5 en nu hoopt wit waarschijnlijk op 17…fxe4 18.Txf8+ Dxf8 19.Tf1+ Dd8 20.Lxe4 . Zwart staat een stuk voor, maar er dreigt Dg6 en mat.

BDG12  BDG12 (analysediagram)

20. .. Pe7 de enige om Dg6 te voorkomen 21.Df7+ Kh8 22.Df8+ Dxf8 23.Txf8+ Pg8 24.Lg6 en het wordt remise. Maar ja, hij speelt tegen een grootmeester. Die ziet een eenvoudiger weg en heeft dat stuk helemaal niet nodig om te winnen.

Terug naar het werkelijk gespeelde,  zet 17….   .

BDG13  BDG13

17  … Ld7  Goed genoeg. Ook 17. … Pe5  of  17 .. b6 waren voldoende geweest. Ik hoef jouw stuk niet! Aanschouwt hoe de sterkste schaker rustig het initiatief overneemt en dan zelf tot aanval overgaat! (Speel het na op het ‘levend diagram hieronder)  18.Pd2 Pe5 19.Le2 Dc5+ 20.Tf2 Tad8 21.Pb3 De3 22.Taf1 Lc6 enz. 0–1

Randolph,John (2203) – Gurevich,Dmitry (2543)

Ik kan me voorstellen dat u nu denkt:

“Wat een malaise!

Aan mijn lijf geen polonaise!

BDG-gambiet?

Voor mij mooi niet!”

Maar Aris de Heer-spelers hoeven niet tegen grootmeesters te spelen.

(Althans zelden. Enige uitzondering : André Mulder die ooit tegen Adam Kuligowski moest spelen. Het moet rond 1980 geweest zijn.  Voor de NHSB-competitie, 4e klasse, Aris de Heer 2 – Koningsclub Bergen 2. Miljonair Pagel had die grootmeester laten overvliegen uit de USA voor zijn hobbyclubje. André deed het rustig aan. Hij had de hele avond de tijd. Hij speelde Gruenfeld-Indisch. Kuligowski (won dat jaar o.a. van Kortsnoi!) las de krant, keek af en toe even naar het bord en deed na enkele seconden zijn zet. Hij had wat haast, want hij moest het vliegtuig terug naar de USA nog halen. Dat lukte hem nog net. Pagel liet hem laat op de avond met laagvliegende taxi naar Schiphol vervoeren. André bleef wat verbijsterd achter. “Wat heb ik nu eigenlijk fout gedaan?”)

Maar uw tegenstanders zijn meestal zo vriendelijk u met een blundertje behulpzaam te zijn in stellingen waar ze wel goed in staan, maar die ze te moeilijk gaan vinden. Om u weer moed te geven om het BDG zelf ook eens te proberen:

ES – Haan   01.05.2014  

Inmiddels heb ik alweer zoveel op uw scherm gezet dat ik de Bogoljubov-variant nog maar een weekje moet uitstellen. Ik volsta nu met een voorbeeldje van een hoofdvariant daarvan. (Met 7. Pe5 en 8. Lg5)  Weet u vast waar het volgende keer over gaat.

Diemer – Sutterer

Tot de volgende keer!

OudGoud 6

OudGoud 6 ,   12 juli 2016

Ooit hadden Bert en Paul Ruber een onderonsje, dat me later werd doorverteld:  "Tegen Eddy is het nooit moeilijk. Als hij beter staat, biedt hij remise aan." Toen ik onderstaande stelling bekeek vroeg ik me verbijsterd af waarom ik hier in vredesnaam met remise genoegen nam.

Martin ZwaneveldEddy Saraber ,  april 2012

Oudgoud6   OudGoud6

1. Ik vind dat zwart hier veel beter staat. U ook? Waarom dan wel/niet? (Geen varianten, maar formuleringen)

2. Na 19. cxd4 geeft Houdini als beste 19. .. exd4    Maar ik vind de mijne veel leuker en ook wel goed. Die staat bij Houdini als tweede. Wat denkt u dat ik hier speelde?

3. En na die zet kwamen we remise overeen. Dat zal wel weer een belacheljk initiatief mijnerzijds geweest zijn. Na het bijna geforceerde 20. Pe5 is zwarts antwoord vrijwel winnend. Wat zou zwarts dodelijke antwoord geweest zijn.

 

Ik wacht met spanning op uw suggesties per email: eddysaraber@hotmail.com

Zie nu voor de oplossing van OudGoud5 bij Oplossingen.

OudGoud 5

OUDGOUD 5,  4 juli 2016

BDG6  BDG6  

Ben Brouwer- Bert Kuijer,  dec. 2006

Zwart heeft een belabberde opening gespeeld. Die witte loper op d6 is een ramp! En dat alles voor slechts één pionnetje! Zwart hoopt zich langzaam los te kunnen worstelen. Maar het begin is niet erg hoopgevend.

1. Waarom verdient 15. ..  Ph5 twee vraagtekens?
2. Ben mist nu de directe winst, maar zijn 16. Dg4 is ook nog wel een aardige zet. Waarom is bijv. 16. .. g6 dan niet goed?    

3. Omdat ook na 16. … Pf6 17. Dxg7 Tg8 18. Dxh6 wit duidelijk veel beter staat, kiest zwart voor 16. …. Dg5. Waarop Houdini 3 sterke antwoorden noemt. Noem er eens één.

Ben had deze partij behoren te winnen. Doch rond de 20e zet geeft hij zijn stellingvoordeel weg. En blijft dus één pion achter. Hij speelt verder niet slecht, maar verliest uiteindelijk het toreneindspel met één pion minder.

Zend mij uw briljante invallen, naar mijn email-adres (niet als reactie op de site !), binnen een week. Wellicht wint u de Oud Goud-medaille 2016!

Voor de oplossingen t/m OUDGOUD 4 klik op 'oplossingen' in het linker rijtje 'categorieën'.

'.