Redelijk resultaat

Uw reportage-slaaf schitterde door afwezigheid bij de uitwedstrijd tegen Waagtoren. Maar gelukkig kreeg hij aardig wat materiaal toegezonden. Dus toch een verslagje.

Ik was een beetje ziek, en de gedachte  aan wat u daar te wachten stond  in Alkmaar, hielp niet erg bij het genezingsproces. Bijna iedere speler van Aris de Heer ging een tegenstander treffen met  minstens  100 elopunten meer. Alleen Kanon Ron zou daarvan verschoond blijven. Ik rekende op een stevig pak slaag. Weliswaar was er vorig seizoen een wonder gebeurd bij de ontmoeting met die kaasmannen. We wonnen daar nota bene. Maar ik had toen het idee dat dat tengevolge van een opeenhoping van mazzelmomenten  gebeurde, en niet echt verdiend was. En waarschijnlijk ook een gevolg van geweldige onderschatting door die Alkmaarders.  Wat ook wel een beetje bleek uit hun verslag op hun site. Maar zulke wonderen gebeuren niet elk jaar.  Want dan is het ook geen wonder meer. En de tegenstanders zouden ons dit keer dus wel serieuzer nemen.

Toen ik doorkreeg wat er afgelopen dinsdagavond gebeurd was, was ik dan ook verheugd en verbaasd. Het had toch zomaar een nieuw wonder kunnen worden! Als …..

Als ….  we een schaker op het 8e bord hadden gehad. Bijv. Matthijs   i.p.v. de niet verschenen Ab.  Die laatste bezorgde ons dus wel direct een reglementaire nul.

Als Paul gewonnen had i.p.v. verloren, wat er heel erg ingezeten heeft.  

Player – Player (18…Tc3)

19.Txb4? [19.a5!! wint! Db7 20.Tab1 (20.Tb2!?)depenning over de b-lijn is dodelijk  20…Txb3 21.Txb3 Lb5 (21…0–0 22.Db2!) 22.Txb4! Lxe2 23.Txb7 en stukwinst]  19…Dxb4

Citaat Paul:   ‘ik was me alleen blind aan het staren op Tc2 (i.p.v Tc3). Toen ik xTb4 speelde zag ik direct 20. …  Db2, te laat.    19. a5 en daarna Tab1 was waarschijnlijk beter geweest.‘


Player – Player (19…Dxb4)

20.Ld2? Hij had bij zet 19 bedacht door de penning minstens de kwaliteit  terug te verdienen, maar er zit een adder onder het gras [20.Dxa6!?] 20…Db2! (de adder)En nu zit wit zelf in een pennning! De loper mag de zwarte toren niet slaan!

Het had een wondertje kunnen worden als het waar is wat Martin suggereert:

‘Bert Kaizer vond zichzelf in een solide stelling tegen een tegenstander die enorm in tijdnood kwam. Om de stelling ingewikkeld te houden gaf Bert een kostbare pion met de hoop om zijn tegenstander door de klok te duwen. Echter hield deze met seconden op de klok stand, had Bert eerder remise geboden dan hadden we niet meer kunnen winnen maar had hij een terecht half punt gekregen.’

Maar Bert Kaizer is het daar niet helemaal mee eens:

‘Ik heb na afloop de partij nagespeeld op mijn computer en ik stond minder solide dan ik dacht. ‘     ‘De tegenstander zat inderdaad wel in flinke tijdnood. Ik zag dat hij geforceerd een pion kon winnen. Ik vond het niet erg want ik wilde een zeer ingewikkelde stelling op het bord houden. Hij legde die avond wel 150 keer zijn notitieblaadje recht, ik concludeerde hieruit dat hij vrij zenuwachtig was.  Vroeg of laat moest hij door de mand vallen. Dat hij meerdere pionnen zou gaan winnen had ik niet echt voorzien of wilde ik niet zien. Hij wist toch geforceerd diverse stukken af te ruilen zodat de stelling minder ingewikkeld voor hem was. Hij stond toen 2 pionnen voor met ieder nog een Dame.’

 ‘Een remise aanbod heb ik nooit overwogen omdat ik in een team speel en omdat Aris de Heer achter stond in de tussenstand.’

Een wondertje? Bijv. als nu klopt wat  Bert1 schrijft:

‘….eindigde in remise nadat ik (redelijk) groot voordeel over het hoofd zag.’

Ik weet niet of het klopt.  Komodo ziet dat na een zet of 20 zwart inderdaad voortdurend behoorlijk wat beter staat. Maar waar Bert ‘het redelijke grote voordeel over het hoofd zag’ kon ik zo gauw niet vinden. Zal wel weer aan mij liggen.

Had Ron een wondertje kunnen bewerkstelligen?

Na zet 24 staat hij duidelijk beter. Hij manoeuvreert geduldig en vakkundig. Met slimme zetten worden zijn stukken naar de mooiste velden gedirigeerd. Hier is een vakman aan het werk. En na zet 30 is dan ook materiaalverlies voor zwart onvermijdelijk.

  Player – Player (30.Pe4)

Zwart verliest een kwaliteit op d6 of een pion op c5. Mooi! Supergrootmeesterlijk schaak. Maar  helaas, als vaak, Ron is een perfectionist en dat werkt vaak goed, maar kost hem ook vaak heel veel bedenktijd.     

  ‘Ik kwam in vreselijke tijdnood helaas, in de slotstelling sta ik gewonnen, maar bood remise aan gezien de tijd (5 tegen 28 ).’

En ze zitten pas bij zet 30. Dus gelijk heeft hij.  Ik denk dat Rob Freer het opgelucht geaccepteerd zal hebben.

Bij Martin zat winst er niet in, maar hij was terecht tevreden over zijn partij.

‘Ik ben hier blij mee, tegen zo’n tegenstander een solide partij! ‘   ‘Ikzelf en Bert speelde eigenlijk typische zwart-partijen tegen een sterke tegenstander. We komen niet beter te staan, maar kunnen met secuur en solide spel wit geen kansen geven. Beide partijen eindigden in remise’   

Komodo suggereert dat Guido Florijn de halve partij wel iets prettiger stond, en aan het eind zelfs iets beter. Wit lijkt wat meer mogelijkheden te hebben voor plannetjes voor zijn goed geposteerde stukken, en zwart kan eigenlijk alleen maar in een verder stabiele stelling afwachten.

Guido Florijn – Martin Zwaneveld (30…Tcc7)

Maar Martin heeft gelijk:  het was secuur en bood weinig echte kansen.

Maar  dat het toch bijna een wondertje was geworden, in de vorm van een gelijkspel tegen Waagtoren,  was dan vooral gekomen door the man of the match van deze avond: Gerrit !

Die speelde tegen de Caro Kann op de rustige afwachtende manier die we van hem kennen. Hij ruilde na 1 e4 c6 2 d4 d5  direct al   3 exd5. (En natuurlijk niet als ouverture tot de erg scherpe Panov-variant 3 …..  cxd5  4. c4! Maar gewoon wegens zijn principe: overzichtelijk houden! Meer als Carlsen dan als Kaparov.)  Maar hij kreeg toch zo met normale stukontwikkeling (en vermijding van tempoverliezen!) eigenlijk al spoedig iets beter spel.

Dan kiest Jan Poland een voor mij onbegrijpelijk plan: Mijns inziens zal dat later blijken tot zijn ondergang te leiden:

  Gerrit – JH.Poland (16. Ld2)

16. ……  Lxe5 ?  17. dxe5    Waarom geeft iemand zonder noodzaak zijn loperpaar op? Maar vooral: waarom creëert iemand eigenhandig zulke zwaktes over de zwarte velden in zijn koningsstelling?

De ondergang komt dan bij zet 27.

Gerrit – JH.Poland (26…exf5)

27.Lf6! Ja, dat krijg je ervan als je die fianchettoloper zomaar op de mestvaalt deponeert. Is er nog wat te doen tegen het vreselijke Dh6 ?  

27…f4 zal de trein niet helemaal op de rails krijgen, maar dan valt er nog wat te piekeren. 28.Kh1 (28.b3? Db6+ 29.Kf1 Dxb3 iets beter voor zwart! ) 28…Db6 29.Dxd5 Le6 30.Dd2 h6 Beter voor wit!

Maar zwart blunderde :  27. …  Th4? Dankuwelalstublieft 28.Lxh4    Gerrit: ‘Zwart had het hier kunnen opgeven maar ging nog heeeeeeel lang door.’

Toegegeven Gerrit kreeg het op een presenteerblaadje aangeboden, maar toch:

  • Hij stond al vrij snel beter en hield dat de hele avond vast
  • Deed nergens iets verkeerd, jawel, een foutloze partij
  • Zag direct het leuke presenteerblaadje
  • Wikkelde ‘heeeel lang’ alles keurig af
  • Was de enige die zijn partij won

Dus: Man of the match ! Van de partij van Koen weet ik bijna niks. Ron schreef: ‘Koen hield goed remise.’ Meer ervan is niet bij mij gearriveerd. Ik kan er dus alleen maar van zeggen dat Koen ons flink geholpen heeft om een dragelijke uitslag mogelijk te maken.  Tegen een speler met 1824!  Bedankt Koen. En graag tot de volgende keer. Hopelijk dan niet op je bridgeavond.

Dus niet alweer een wonder. Wel verlies. Maar wel met een betere uitslag dan waar we een beetje op rekenden. Wellicht dat de bordpunten nog een positieve rol kunnen gaan spelen.

En schaakvrienden:  Hartelijk dank voor al die bijdragen waardoor dit verslagje toch mogelijk was.

Resteert naast lichte voldoening nog even te kijken naar wat er nu fout is gegaan met Ab.

Bert Kaizer suggereert dat er ook iets niet ideaal was met de organisatie:

‘Overigens was het een beetje slordig van de teamleider dat er geen enkel adres van de uitspelende club bijstond. Geen telefoonnummer van de locatie en geen telefoonnummer van de teamleider zelf.’ ‘Ik was naar de Gulden Vlies gereden, waar alles dicht was. Gelukkig kon ik na veel moeite het adres achterhalen en vrij kort na het begin was ik aanwezig. Een speler ontbrak van ons, kwam dit omdat hij het nieuwe adres niet wist?’  

Dit was het dus weer. Tot spoedig. Hoop ik.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.