Volle bak (11 febr. ’19)


Toen ik 11 februari binnenstapte was ik verbaasd. Het Beemster Eetcafé zat goed vol. Nieuwe leden?

2S7A5171WEB

 Nee, een wedstrijd van ons  viertal.

Dat eerst maar:  

Aris de Heer- Degoschalm/Revanche

Peters stelling (bord 2, wit) kon ik al gauw niet meer met droge ogen aanschouwen. Hij speelde de opening niet slecht, maar trok iets te voortvarend van leer. En vergat toen op al zijn stukken te blijven letten.Ik fotografeerde de stelling waarin hij een stuk achterstaat, en nu nog meer materiaal gaat verliezen.

2S7A5182WEB

 Dus daar was voor Peter  al vroeg in avond de lol vanaf. Niet erg, want de rest van de avond keuvelden beide bejaarde heren gezellig vol. Over de hedendaagse problematiek van de moderne gehoorapparatuur en zo.

Ab moest het opnemen tegen een mijnheer wiens uiterlijke verschijning mij zeer boeide. Daar wilde ik een portret van maken: fascinerende kop!

2S7A5180bWEB

Later bleek die mijnheer een door de sporen van de tijd enigszins veranderde, veel interessanter geworden dus, oud-collega van me te zijn. Dat ik hem niet herkende, vergaf ik mezelf, want hij werkte destijds maar kort op onze school, en het was wel 45 jaar geleden. Toen ik hoorde dat hij Erik  Piet heet, realisereerde ik me ineens dat ik later ook nog eens tegen hem schaakte. En dat dat een heel gedenkwaardige avond werd, die 10e januari 2011. Even een stukje roemrijke Aris de Heer- historie : We speelden toen ook tegen Degoschalm. Ook toen al hadden we moeite een heel team bij elkaar te krijgen. We begonnen dus met twee reglementaire nullen. Ons team bestond uit slechts 6 (zes)  personen: Bert, Paul, Gerrit, Martin, Eddy en Gerard (Maat). Gerard verloor, Gerrit speelde remise en tot ieders verbazing: alle anderen wonnen! Dus hoewel we ons al hadden verzoend met de gedachte dat dit natuurlijk niet goed zou kunnen gaan, gingen we toch met de volle buit naar huis! 4,5-3,5. Ik herinner me nog onze gezellige opwinding in de auto op de terugreis.

Ab redde het niet tegen Erik Piet (wit). De laatste gaf een lesje openingsbehandeling: centrum bezetten, alle stukken ontwikkelen, rocheren. Keurig. Piet stond na 11 zetten er zo degelijk bij dat hij zich zelfs een onhandigheid met pionverlies tot gevolg gewoon kon veroorloven. Nog steeds een goede stelling. Die pion wint wit bij zet 19 terug en zwart  blijft tot machteloosheid gedoemd. (Alweer zo’n opgesloten loper op c8!) Het afwachten is tenslotte voorbij rond zet 23:

  PietAb

De dame op b6 valt de toren op d8 aan, en ook de pion op b7. Goede raad is duur.

23. ….  Td7 ?  24. Na Td6! dreigt wit zijn torens te verdubbelen op de d-lijn. En 24. … Td7xd6 25. exd6 is niks. De witte stukken zijn volop in aktie  en de zwarte stukken staan er te passief bij om die vrijpion op d6 voldoende weerwerk te bieden.

23. ….  Lxd7  is dan nog maar het beste, maar dan kan gewoon 24. Lxb7 Tab8 25. Td6 enz.

Maar Ab denkt niet lang na (daar is hij niet zo goed in) en speelt 23. … De7?? en geeft na 24. Txd8 op. Terecht. Zo’n fout vergeven we hem best wel. Erik Piet was gewoon beter. Ab stond zowiezo toch al moeilijk. Zoals Tarrasch al zei: als goede zetten ontbreken komen de slechte vanzelf. Maar waarom zag ik op z’n klok dat hij nog geen half uurtje gebruikt had voor die 23 zetten? Hij bleef daarna nog lang op de club rondkijken. Dus hij speelde niet snel om vroeg naar huis te kunnen, omdat hij het bij ons niet gezellig meer vond.

2S7A5169

Matthijs (zwart)speelde een interessante partij tegen Frans Kool. Het gaat lang ongeveer gelijk op. Bij zet 8 staat hij duidelijk beter, maar geeft dan onnodig zijn loperpaar prijs. Dan staat wit een tikje beter. Dan wordt wit bij zet 14 wat te agressief en staat Matthijs weer een tikkie beter. En dat blijft maar  zo heen en weer laveren. Kleine verschillen, onnauwkeurigheidjes wederzijds, maar nergens grote fouten. Zacht briesje, tot zet  24. Dan steekt de wind op.

   ExtMatthijs1

Hier kan zwart het beste 24. … Dc5 spelen (om pion c7 te dekken!) Zijn pionnen op de damevleugel staan er wat zwakjes bij, maar zo redden ze het nog wel even. Maar Matthijs speelt  24. …. Tb8? en na 29. Dxc7! wordt die situatie daar op die zevende rij toch zorgelijk. 25. … Te8  26. Txe8 Pxe8  27. Dxf7


ExtMatthijs2

Wat is hier aan de hand. Klopt mijn stelling niet? Wit staat totaal gewonnen. Twee pionnen meer en aanval  op paard e8.   27. … Dxa2 Bijna alles is nu vrijwel direct winnend voor wit. Slaan van het paard op e8, of Df5+,  en ook het gespeelde 28. f5. Maar de heren besluiten tot remise. Ik weet niet of er iets is misgegaan met de notatie, of dat er iets was met de klok. Ik heb wel het idee dat Matthijs hier een beetje het geluk aan zijn zijde heeft.

Herman (wit)speelde een zeer degelijke pot tegen Renate Spruit.

Hij speelde de hele avond zeer geconcentreerd. Maar ook zijn tegenstandster was een toonbeeld van concentratie.  Volgens mij liet die geen moment haar bord alleen, om wat rond te kijken. Kijkt er nog wel eens een schaker wat verstoord op als uw wepmeester weer eens rond zijn/haar schaakbord dreutelt, of een foto van het bord maakt (zonder flits), deze dame keek niet op of om, zag niets dan alleen haar stukken!

Ik verliet het strijdtoneel om half elf. Alleen Herman was nog bezig. Een stelling waarvan ik dacht: ik ben blij dat ik niet meer achter zo’n bordjevol hoef te zitten, want dat is toch best behoorlijk ingewikkeld. Nog zo veel stukken! En alles kan zo in duigen vallen als je even een verkeerd plannetje kiest, een verkeerd pionzetje doet. En plannen maken is lastig! Wat is het uitgangspunt? Ik vrees dat Herman dat zo laat op de avond niet gaat redden. Vast nog wat te ingewikkeld voor hem. Voor mij ook trouwens.

ExtHerman1

 Ik heb een computer nodig om vast te stellen dat wit hier heel erg goed staat als hij het het aldus aanpakt:  22. dxe5! Dxe5 23. f4! De6 (of d6) 24. e5! Dc6 25. Pd4!

    ExtHerman2

Weliswaar is het nog steeds niet eenvoudig om de aanknopingspunten voor een goed krijgsplan te vinden, maar duidelijk is wel dat wit meer terrein beheerst, een lastige vrijpion op e5  heeft, misschien t.z.t. een huurmoordenaar op g2, een leuk paard op d4.

Maar Herman doet het anders, niet zo goed, maar ook niet slecht. En krijgt na 24. … De6? bij zet 25 een heel mooie kans:

  ExtHerman3

25. dxe5? Kijk, daar had ik het over, net het verkeerde pionzetje. Niet slecht, maar het wint niks. Omdat zwart op e4 ook een pion pakt. Als wit nu eerst even met een tempowinst op d5 had gepakt (zwarts dame staat in) en daarna op e5 (fxe5) wint hij gewoon een pion, maar bovendien: ineens is die huurmoordenaar op g2 een verschrikkelijk gevaar voor zwart aan het worden.

Neemt niet weg dat ook nu wit beter staat. Als de twee kemphanen (nu ja, in dit geval kempkip + kemphaan) remise overeen komen, staat wit nog steeds heel goed. Maar ja, het was waarschijnlijk al heel laat en de andere drie Degoschalmers wilden waarschijnlijk wel eens naar huis.

Maar wel duidelijk, één van Herman’s beste partijen dit seizoen. Als het niet zo laat was geweest had eervol verlies met 1,5-2,5  erin gezeten. Nu werd het 1-3. Nu ja, in ieder geval een leerzame avond.

1 .  Ab Hauer    –  . Erik Piet  1499 0-1
2 .  Peter van Putten  1120  –  . George Tadrous  1352 0-1
3 . Matthijs Groot    –  .  Frans Kool  1079 ½-½
4 . Herman Zwaneveld    –  .  Renate Spruit   ½-½    1120    1310  

Dan onze interne. Ronde 18.

Bert tegen Ron werd een grootmeesterremise. Die wilden waarschijnlijk hun krachten sparen voor vrijdag as. Bert probeerde eens een ‘gesloten’ Siciliaan. Niet erg agressief. Ron vond het best. Probeerde nog even iets  (5…. d5-d4) , maar toen dat niet veel uithaalde besloten de heren al bij zet 8 tot een remise. De rest van de avond zat Ron in zijn bekende sneltreinvaart openingsvarianten met Bert door te nemen. Die ik op een gegeven moment hoorde verzuchten : Ron, dit gaat me echt allemaal veel te vlug!!

Gerrit tegen Paul was best boeiend. Paul verkoos iets draakachtigs. Omdat Gerrit natuurlijk daartegen geen ingewikkelde agressieve varianten tot zijn beschikking had (bijv. het bekende  f3, lange rochade, g4, h4) had zwart al gauw gelijk spel. Maar een blunder van hem bij zet 8. had hem al vroeg de das kunnen omdoen. Maar Gerrit kon die das even niet vinden. Beide heren zagen hem na afloop van de partij wel hangen!

   Ext18Gerrit1

8. … Lb7 ??  Na 9. Db3! kan zwart het wel schudden. Aanval op f7 en aanval op b7. Na het gespeelde 9. Le3 blijft zwart er heel redelijk voor staan, en hij wil natuurlijk winnen. Maar dat is nog niet zo simpel.

De heren meenden achteraf dat wit ook in de volgende stelling een mooie kans liet liggen.

  18Gerrit2

21. Ld6 !!  Gerrit had er wel naar gekeken, maar was bang voor Dxb2.Later speet hem dat.Maar dat is niet terecht. Er is wel een dubbele aanval op c5 en f8, maar inderdaad na 21. .. Dxb2 schijnt zwart voldoende compensatie te hebben voor het verlies van een kwaliteit tegen een pion. (Bijv. 21. Ld6 Dxb2  22. Lxc5 Dxc2 23. Lxf8 Lxf8)  Maar ja, zie dat maar eens! Is een beetje achter ons aller  horizon, vrees ik. Na het gespeelde , betere, 21. Tb1! schuift Paul geduldig zijn intussen toch nog wat betere stelling richting de winst. Het is een lust voor het oog (van de toeschouwer, niet van Gerrit) om te zien hoe intussen zijn loperpaar moordend sterk wordt, de lichte zwarte stukken ideaal samenwerken, het gebrek aan ruimte en het gebrek aan samenwerking tussen zijn stukken, wit opbreekt.

  18Gerrit3

De witte dame wordt aangevallen. Maar waar moet ze naartoe? 27. Dc5? Ld4!  met damewinst

27. Dc7 is de beste, maar al lang niet voldoende meer.  27. … Dxc7 28. Lxc7  Lxe1

en  27. Lc6?  (gespeeld) 27. ….  Dxc6 28. b5 is vernuftig, maar helpt ook niet meer. Het geraffineerdste is nu 28. …  Dc5+  29. Lf2 Ld4!! en wit heeft geen tijd om de loper op a6 te winnen. Maar ook Paul’s eenvoudige 28. …. Pxa5 is meer dan voldoende voor de winst.

Met enige welwillende medewerking van Gerrit lukte het Paul weer eens om een gaaf partijtje te spelen. (Afgezien van die vreselijke 8e zet. Er moet nu eenmaal iets te mopperen overblijven.)

Martin tegen Jos.

Dat werd natuurlijk weer circus. Jos zoekt als altijd de griezeligste taferelen op, om als zijn tegenstander eronder is bezweken, of dreigt eronder te bezwijken, met remise tevreden te zijn. Gaat hem niet om het resultaat, maar om de taferelen.

Bij zet 6. weet Martin het niet meer zo goed en raakt hij het witte voordeel wel kwijt. Bij zet 9. loopt hij al een klein nadeel op. Bij zet 13. wordt dat al een duidelijker minnetje.

Komt dat zien, komt dat zien, wat voor eigenaardige opstelling onze opperstalneester nu weer in de arena heeft neergezet:

 18Jos1

Zwart (Jos) mag niet meer rocheren, zwart heeft een onontwikkelde damevleugel, (en hoe ga je daar iets aan doen?) Je zou zeggen dat wit wel wat compensatie heeft voor die pion achterstand. Maar nee, zegt Komodo. Zwart staat wat beter. Na 15. … d6. Zwart speelt 15. … Te3. Ook nog wel leuk. Zwart biedt remise aan. Ik kan me voorstellen dat Martin het wel best vond. Die had er natuurlijk geen zin meer in z’n hersens af te tobben met het zoeken naar weerleggingen voor nog meer afwijkingen van de normale schaakwetten.

Ook een kort potje dus. Maar hier bepaald geen ‘grootmeester-remise’. Gewoon circus.

eindcorrectie moet nog plaatsvinden

3 gedachten over “Volle bak (11 febr. ’19)”

  1. In het streven naar maximaal resultaat ga ik nu zeuren over Gerrit-Paul 1ste diagram. De zet 8 -, Lb7 verdient wel 3 vraagtekens, maar ik vind 9 Db3 niet het allerbeste antwoord. Zwart kan dan het beste 10 -, Tb8 spelen natuurlijk, en wit moet dan 11 Lf7x spelen waarna 11 -, Kf8 volgt. Wit kan dan zijn mooie loper niet houden/terugtrekken want zwart speelt dan 12 -, La6 waarbij de witte dame aangevallen wordt. Kortom wit is dus nu gedwongen tot Lf7xg8 en staat een pion voor, maar met de dame op een plek waar die weer moet verkassen. Daarom vind ik een betere weerlegging van 8 – Lb7 direct 9: Lc4xf7+. Als zwart daar dan Kf8 speelt, kan de mooie loper gewoon terug naar c4, en heb je meer kans een goede aanval tegen die zwarte koning op te zetten, waarbij zwart nog het paard op g8 moet ontwikkelen en wit niet zijn dame in veiligheid moet brengen. Ik ben benieuwd wat het verschil in waardering is van beide stellingen door Professor K. Dat zal denk ik al gauw een 0,5 zijn oftewel een halve pion extra.

    1. Prof K geeft aan:

      bij 9. Lxf7
      9. … Kf8 10. Lb3 (!) voor wit 2.11 Inderdaad dus!
      maar ….. bij
      9. …. Kxf7!? 10. Db3+ d5! 11. Dxb7 Dc8
      0.84 voor wit

      en bij 9. Db3+
      Tb8 10. Lxf7 Kf8 11. Lc4 La6 12. Da4 voor wit 1.50
      Dus is vlg. Prof K. Db3+ toch beter.
      Neemt niet weg dat Prof. K Jos’ reactie nuttig vindt!

  2. Peter speelde op mijn verzoek zo ondernemend. Het was me in eerdere partijen opgevallen dat hij bij zijn zetten eerder reageerde op wat zijn tegenstander deed, waarbij zelf streven naar winst naar de achtergrond leek te verdwijnen. Johan Cruijff zei al dat om te winnen moet je eerst schieten op het doel. Daarom mijn verzoek aan Peter om zelf steeds zijn tegenstander onder vuur te nemen, zodat die de kans kreeg fouten te maken.
    Nu is dat nog niet gelukt, en de volgende wedstrijd gaat het hoogstwaarschijnlijk ook niet lukken, maar dan komt er een transformatie van Peter de verbindende EHBO-er naar een een weerwolf; verscheurend achter het bord, en daarna aardig als altijd bij het napraatje.

    Ab beslist snel; hij gaat niet uitgebreid zitten wikken en wegen.
    Om goed te beslissen is herkennen van stellingen nodig. En daarvoor is gewoon wedstrijden spelen nodig tegen iets sterkere tegenstanders. Ik denk dat na de 6 wedstrijden van het viertal Ad gewoon een hoop parate kennis heeft opgeslagen en toepast bij zijn zetkeuzes. Er zijn voorbeelden genoeg van grootmeesters ook altijd snel zetten: Anand, toch een tiental jaren 2de sterkste speler ter wereld is wel het bekendste voorbeeld.

Reacties zijn gesloten.