Ronde 11

Aan drie borden routiniers tegen onze (betrekkelijke) nieuwkomers. En aan bord vier een  routinier, bijna een veteraan, die zich als nieuwkomer vermomde.

Een familie-onderonsje was Martin tegen  Herman. In Martin’s plaats zou ik daar best nerveus van worden: Je kunt het toch niet maken om van je oude, weinig schaak-ervaren, vader niet te winnen! Dat legt toch druk op je! En als je bovendien ook nog een beetje met je gedachten thuis zit omdat  je jongste aanwinst van 6 weken ook al waterpokken blijkt te hebben, dan kan dat lastig worden. Maar de spanning was er vrij snel af. Als gebruikelijk speelde pa op intuïtie de (Engelse) opening niet onaardig, maar na 10 zetten volgde een ernstige fout. Toegegeven, het was een fout die schakers met meer routine best ook nog zouden kunnen maken. Zo’n verstopte loper op g2 (of g7) daar moet je altijd voor uitkijken, het is vaak een sluipmoordenaar. En Martin weet dat, en loert erop. En tikt keurig ineens de zwarte stelling aan gruzels. En dat vereist best nog flink wat vooruitkijk-werk.

11Herman1  11Herman1

De zwarte stelling ziet er toch leuk uit. Pa was echt niet van plan zich in de opening passief in een hoekje te laten duwen. Goed ontwikkeld, terecht hier lang gerocheerd wat het wat spannender maakt. Aaaanvallluuuhhhh!  Goed hoor, zeker voor een nieuwkomer!  10. …  Pd4?  Maar helaas dit is niet goed. Wegens tactische grappen.

11.Pxd4    en nu doet die sluipmoordenaar ineens mee en eenvoudig ruilen van het paard zit er dus nu even niet meer in  exd4 12.Pxd5 Txd5 13.Lxb4  (13.Lxd5 of 13. Dxd5 kan ook, maar Lb4 is nog sterker)

En dan volgt nog een keer een wat minder sterke  (maar echt goede zetten zijn er al niet meer) 13…De5?  14.Dxd5 Dxd5 15.Lxd5 en zwart staat zomaar een toren en een loper achter. De rest is een formaliteit.

Ter volledigheid: zwart had het nog wat ingewikkelder kunnen maken met  bijv. 11. ….  Pxc3

11Herman2  11Herman2

Maar ook dan blijft wit een stuk voor. Na 12. bxc3  (bijvoorbeeld). Maar toch best een gecompliceerd geheel, en niet zo’n wonder dat Herman dat niet allemaal overziet.   En Martin ….. beterschap met kroost!

Gerrit had een offday. Tegen Bert.  Misschien omdat hij flink geschrokken was van Bert’s zeer verrassende opening:

1.e4 e5 2. Pc3 Pf6  3. f4  Het Weens! Dat zie je niet veel meer. Het is een leuk broertje van het Koningsgambiet.  (Er staat me iets van bij dat Bert dat vaak speelde, in 1982, toen hij nog een knappe jongeling was)  Het is geen gevaarlijke opening, maar wil je er met zwart niet tegen onderuit gaan, moet je wel er iets van weten. 3. … d5 is nu het sterkste, maar ja dat wordt dan wel even een  heksenketel. Zonder voorkennis kun je daar beter maar niet aan beginnen. Ik denk dat Bert al gerekend had op Gerrit’s antwoord: 3. … d6  , immers dat is diens standaardzet tegen bijna alles.

En na 4. Pf3 exf4 5. d4 is het met verwisseling van zetten toch een koningsgambiet geworden. 5. … Pc6?  ( 5. .. Ph5!? Maar ook dat vraagt voorstudie.)  6. Lxf4 Kortom, wit staat lekker.

11Bert1  11Bert1

Ontwikkeling nadert voltooiing. 2 pionnen in centrum. Open torenlijn.  Niet moeilijk om plannen te maken. Dat kan een leuke speelse avond worden. Maar dat wordt het niet, want al bij zet 11. vergaloppeert zwart zich. Net niet diep genoeg gerekend. Horizon?

11Bert2  11Bert2

11. … Lxf3  12. Dxf3 met aanval op h5 èn op f7! 12. .. Pf6 is dat de redding? Nee! 13. e5  dxe5  14. dxe5

11Bert3  11Bert3

Misschien bij zet 11. al gezien dat nu Dxd2 kan? Maar helaas: 15. Dxc6 !  En zwart kan opgeven. Had dan 14. ….Dd4+ nog wat geweest? (Nee, er blijven na Kh1  twee dreigingen , xc6 en xf6, dus ook dan verliest zwart een stuk.)      Niet heel moeilijk, maar  wel elegant potje Bert.

Peter verbaasde vriend en vijand  tegen Paul.

Direct na afloop al waren Eddy en Paul het volkomen met elkaar eens. In een latere mailzending verwoordde Paul nog eens ons beider standpunt:

“Peter deed alleen maar logische opbouwende zetten en bij elke zet kwam ik meer in het nauw. Halverwege vroeg ik verbaasd waar hij al die kennis en kunde vandaan had, bleek hij o.a. les gehad te hebben gehad van Piet Peelen en nog een paar illustere schakers die voorheen zijn collega's waren bij de Nederlandse Bank.”

Na zet 15 staat wit prima.

11Peter1  11Peter1

16. Le3!  en hierna dreigt wit met Tc1 en Dc2  (of verdubbeling van de torens op de c-lijn) de druk op pion c7 te verhogen (zwart kan nog geen c6 of c5 spelen, want dan moet eerst de zwarte koning opzij)  Maar nu speelt wit 16. Lh4? en later mist wit nog een paar keer de sterkste, en hoewel Paul denkt dat hij in het nauw zit, dat valt dan wel al mee. Maar niettemin staat Peter nog steeds absoluut minstens gelijk. En Paul’s gelaat begon heel langzaam wat roder te kleuren.

“Gelukkig voor mij kwam bij de 23e zet bij hem het seniorenmomentje (soms heb ik dat al bij de 5e zet) en gaf hij een belangrijke pion weg. Op de 28e zet deed hij het nog eens en toen werd het wat makkelijker voor mij.”

Daar is Komodo het gedeeltelijk mee eens. Maar die ziet ook zet 19. Ph2? en zet 21. Pg4? al als minder goed. En dan al staat zwart intussen wat beter. Dus zet 23 kan je geen seniorenmomentje noemen, wit kan niet veel anders:

11Peter2   11Peter2

23. Pe3 want eerst slaan op f5 is na 23 ….  gxf5 24 Pe3 f4  ook geen lolletje ( 25. Pg4 e4! )

Maar wit geeft zich nog niet gewonnen en schaakt op volstrekt logische wijze verder. Na zet 26 staat hij nog echt niet zomaar verloren. Zelfs Komodo had even helemaal niets aan te merken!  Tot zet 27.    Dan gaat het mis.

11Peter3  11Peter3

27. Da1?  Wat gaat die daar doen? Die zet vat ik niet. 27. Pa7, of Dc2, zou ik kunnen volgen. 27. …  Tbf8! En nu komt er dan echt een ‘seniorenmoment’ 28. b4 ??. Ik zag het aan en liep hoofdschuddend weg. Die staat daar ongedekt en die is wit dus gewoon kwijt. Dat is toch ver onder het niveau van alle vorige zetten. Misschien is de witspeler nu ineens zijn zelfvertrouwen kwijt. Of hij is vermoeid geraakt. 28. axb4 En wit staat nu niet alleen 2 pionnen achter, maar die vrijpion op b4 is ook nog een vervelend lastpak die dreigt verder op te dringen naar de finishlijn. Dus de rest is voor Paul een eitje.

Ab-Ron was het lolligst,  voor de toeschouwers.

Waaronder Jos,  die weer eens kwam kijken. Leuk! Nog leuker dat hij voorspelde nu wat vaker te gaan komen. ‘Maar’, waarschuwde hij ‘Ik heb  intussen wel veel aan sterkte ingeboet.’  Ik vermoed dat hij de schade wel snel weer  geheel of gedeeltelijk gerepareerd zal hebben.

Ab was (eindelijk) afgestapt van zijn voorkeur voor een drierijensysteem en speelde een stuk actiever dan in het verleden, tegen Ron’s Siciliaan.  Nu is direct Lc4 en d3 niet een echte super-aanpak van de Siciliaan,  maar dat ga ik hier niet uitleggen, want Ab leest de website toch niet, en Ron weet het zelf wel. Die speelde trouwens de opening foutloos. Na zet 11 staat het aldus:

11Ab1  11Ab1

K. geeft hier als sterkste 11. … Pbd7  12. f3  Le6     Ron speelt 11. … Lxe2, ook sterk! 12. Pxe2

Dit vond ik een heel fascinerende stelling. Hier heb ik lang omheen gedrenteld, en op wat afstand van de strijders met Jos over geredekaveld. Ron was intussen lang in diep gepeins verzonken. Ik zag 2 mogelijkheden: misschien 12. …  Ld6 , maar vooral 12. …. Ph5!?  Ab vertrouwde me toe dat hij na Ph5 gewoon op e7 zou slaan.  Dat leek mij niet zo gewoon. ‘Dan zal de rochade voor wit wel heel lastig uitvoerbaar worden, na Dxe7. ‘

Jos en ik hielden ons gezellig bezig met 12. ….  Ph5. En dan 13. Dh4 (Jos) of 13. Dg4 (Eddy waarna echter Jos 13. .. g6 als een bezwaar zag, omdat wit dan toch wel op e7 moet nemen, met als gevolg dus die twee kanonnen op die e-lijn op de witte koning gericht. Hij meende dat Dh4 beter was omdat er dan geen tijd is voor … g6.)  Ik fantaseerde  nog iets na slaan met Lxe7 en Dxe7 en wel met  een schijnoffer Pf4. De witte dame mag dan niet op f4 slaan wegens mat of wegens penning.

Ron speelde tenslotte helemaal geen 12. … Ph5 en ook geen 12. … Ld6. Na lang nadenken speelde hij

12. … Pe4. Ik dacht : ”Ron zal het wel het beste weten, maar mij vervult die zet met diep wantrouwen.”  Ab dacht niet lang na en antwoordde 13. fxe4 waarna volgde Lxg5.

11Ab2  11Ab2

En na 14. Lxd5 staat wit gewoon een gezonde pion voor en komt er niets terecht van dreigingen langs de e-lijn! 

Nu zouden we dus een sensatie kunnen gaan beleven: onze laatste nieuwkomer gaat de clubkampioen verslaan! Maar helaas! Ab speelt 14. f4????  En verliest zijn dame!! Ziet u het? Ron wel! Na 14. … Lh4 !!  bleef  Ab geruime tijd beteuterd naar het bord kijken.

Ron: “Het was dus een goede partij tot Pe4!? De speelwijze van Ab was zo onorthodox dat ik dacht dat zwart iets beslissends moest hebben. Ik had uiteindelijk doorgerekend dat ik na slaan op e7 een kwaliteit voor blijf. Maar hij slaat natuurlijk gewoon op e4 en als hij daarna Lxd5 had gedaan, sta ik gewoon een pion achter. Ik had nu gewoon mazzel. Ph5 vind ik echt niets, beter dan Pc6 met iets beter spel voor zwart. “

Nog even terug naar Komodo want het is een stelling die dat verdient:

11Ab4  11Ab4

Ik heb de machine heel veel tijd gegeven (een half uur) en dan concludeert onze huisgrootmeester: ‘De verschillen zijn heel, heel microscopisch klein, en beslissend voordeel heeft zwart nog nergens, wel een klein voordeeltje.’

Ik citeer:

In volgorde van best naar goed: 12. ….  Pc6  -0.44     12. …  Ph5  -0.38  12. ….   Pbd7  -0.36   ( -0. 44   betekent : ong. de waarde van een halve pion voordeel voor zwart!)

En omdat Ron  … Ph5   ‘niets’ vindt,  wat zijn dan de varianten die K. geeft bij  12. …. Ph5 !    ?

  • 12. ….Ph5 13. Lxe7! Ab’s idee dus toch het beste . Puntje voor Ab! 13. … Dxe7  en inderdaad dreigt er nu het een en ander, maar wit kan dat toch bijna helemaal oplossen met 14. De3! (De enige zet! Want op 14. Df3 volgt inderdaad …  Pf4!  met groot voordeel voor zwart. Had ik toch aardig zien aankomen. )   Nu heeft zwart na 14. … Dd7 licht voordeel (-0.35) 15. Df3 Pf6

 

  • 12. ….Ph5 13. Dg4 (Eddy) Lxg5  (13. …g6?  (Jos)  14. Ld2! Nee Jos, de loper hoeft niet te slaan op e7!  14. .. Pf6,  met totaal gelijke stelling)   14. Dxh5 Pd7  15. 0-0 Pf6 met klein voordeeltje voor zwart

 

  • 12. ….Ph5 13. Dh4  (Jos) Lxg5 14. Dxh5 (14. .. g6 -hier dus ook, in iets ander verband, maar toch!-  15. …. Df3  Pc6 met bijna gelijke stelling)  14. … Pd7  15. 0-0 Pf6 16. Df3!  (Dxg5  Txe2) Dd7 met licht voordeel voor zwart

Voor de volledigheid laat  ik K. ook nog even focussen op Ron’s suggestie 12. … Pc6  Ook goed!  Bijv. 

11Ab3  11Ab3

12. … Pc6  13.  0-0 Ph5  (alsnog) 14. Df3 Lxg5  15. Dxh5 g6 met  licht voordeel voor zwart (Dit lijkt allemaal sprekend op het voorafgaande maar nu is het zwarte damepaard ook van stal gehaald. Dat is wellicht voor het vervolg niet onbelangrijk)

Conclusie:

Een leuke stelling.  Je kunt niet zeggen dat Ab  is weggespeeld. Ron, Ab, Jos, Eddy, Iedereen had een beetje gelijk. Maar Zwart heeft toch nergens echt beslissend voordeel. Daar was een blunder voor nodig. Ron heeft gelijk:  ‘Ik had nu gewoon mazzel.’  Maar wat een boeiende stelling!

 

 

3 gedachten over “Ronde 11”

  1. Hoi Eddy,

    Inderdaad rekende ik volledig op d6 van Gerrit en ik weet nog van vroeger dat d5 zou moeten…..

  2. Ja je mist wat. Want ik miste dus ook wat.  Heb ik niet verder naar gekeken.

    Na 12. .. Ph5  13. Lxe7 Pxg3 14. Lxd8 Pxh1 ( beter 14. … Pxe2!?  15. Kd2 Txd8  16. Kxe2 met miniem voordeeltje voor zwart)

    Komodo geeft nu:  15. Lc7 Pc6  16. Kf1 (op weg naar … ) Tac8  17. Lf4 ( Lb6 kan ook) en wit zou beter staan  (0.40).

    Eddy

  3. Leuk verslag. Maar mis ik iets? Wat als zwart in de Ph5 variant niet op e7 (Ab) terugneemt, maar op G3 slaat en daarna op h1? Wit moet ook nog de loper redden en het paard op h1 is niet makkelijk op te halen…

Reacties zijn gesloten.