Vechten als leeuwen

Dat deden ze. De koningen van onze kleine schaakwildernis.

Bert (met zwart) tegen Gerrit omdat hij tot zet 17 -met iets KI-achtigs tegen een London- eigenlijk wat minder stond, en daarna maar een tikje beter. Dat moest tegen die ouwe taaie Gerrit voorzichtig worden uitgebouwd, en dat vergde heel veel tijd en geduld. Maar Bert m o e s t winnen! Erg groot is zijn voorsprong op Ron niet. Als Ron in een resterende partij tegen Bert zou winnen kan die voorsprong vrijwel verdwenen zijn.

Gerrit: “Had in een eerdere fase al twee maal remise aangeboden, maar ja Bert gaat altijd door ….” Zei hij verwijtend. Maar na 52 zetten was dan eindelijk de prooi overmeesterd.

Ron vocht ook als een leeuw,  tegen jager Paul.

Eerst door vanuit zijn zwarte Najdorf-Scheveningen – achtige  Siciliaan tegen een niet al te gevaarlijke   (maar ook geen echt slechte) aanpak van wit erg krampachtig een beetje aanval te zoeken. Hij nam duidelijk risico’s. Want ook hij moest winnen. Hoopte kennelijk dat hij tactisch Paul de baas zou kunnen zijn. Maar dat viel tegen. Paul verdedigde uitstekend en kreeg duidelijk voordeel. Het groeide wat en het slonk wat , maar hij hield voordeel. En won een pion.  Ron vocht dapper verder. Dat hielp pas bij zet 28 en 29. Toen verspeelde wit een flink deel van zijn voordeel, maar hield desondanks zijn vinger aan de trekker.  En na een zwakkere zwarte 33e zet gevolgd door een mindere 34e zet, gaf niemand meer een stuiver voor het leven van ons dappere, maar aangeschoten roofdierl  Die stond nu al spoedig twee (!) pionnen achter. Hinkend bleef hij vluchten. Hij kon al lang niet meer winnen, maar nu was het streven tot alle prijs een nederlaag te voorkomen. Een welhaast onmogelijke opgave. Dan gebeurt het wonder! Bij zet 48. mist Paul met een vreselijke zet de directe winst. En nog erger, ineens  resteert een toreneindspel  met twee pionnen meer dat –miraculeus- voor Paul niet te winnen is. Ron zal zich later op de avond grommend maar niet helemaal ontevreden naar zijn hol hebben teruggesleept. Hij zal wel minstens een week nodig hebben om zijn wonden te likken.

Jasper vocht op zijn manier ook als een leeuw. Maar dan wel als een leeuwenwelp, met nog melktandjes en onvolgroeide klauwtjes. Hij wilde winnen van die eigenlijk al wat oude leeuw die nog niet helemaal kan vechten zoals hij dat tien jaar geleden kon. Maar wel toch op zijn oude dag weer goed in training isl Onder het motto ‘beter laat dan nooit’. En vanavond ging het wel weer aardig met Peter! Tegen hem kun je je echt niet meer veroorloven om 6 zetten lang een paard te laten instaan.  Want al die tijd vreesde Peter een list, maar toen vrat hij dat paard toch eindelijk maar op.  Intussen had hij wel zijn eigen toren in ernstige problemen gebracht, maar Jasper vergat daarvan te profiteren. Maar aan het eind van de jacht liet de ouwe leeuw zien dat hij het best nog kan: Zijn manoeuvres naar mat waren niet heel ingewikkeld, maar wel heel trefzeker en foutloos.  De  welp trok al vroeg met de staart tussen de benen huiswaarts. (Voor details zie hieronder.)  Maar het geheim van jonge welpen is: ze komen terug! Elke nederlaag maakt ze sterker. Hun tijd komt absoluut ook nog wel.  

Hoogtepunten (voor mij althans)

Gerrit- Bert

22Gerrit1  22Gerrit1

Zo’n Lf4 heb ik ook wel eens tegen me gehad in een normale KoningsIndische stelling. Omdat ik Bert eindeloos zag worstelen met de vraag hoe hij die  e-pion naar e5 kon krijgen (omdat nu ook de witte Loper dat veld dekt!) wijs ik hem maar even op de mogelijkheid die ik ooit uit een boekje van Euwe viste, en die hier in deze London misschien ook wel kan.   

5. ….. Pc6 !!?? Als wit nu 6. d5  speelt volgt verrassend 6 …   e5! Dankzij die witte loper op f4 heeft zwart dat tempootje.  (7. dxc6 exf4 is slecht voor wit)

Na 7. dxe6 ep  fxe6  en na 0-0 kan later gemakkelijk alsnog e5 volgen.    Na 7. Lh2 heeft zwart na Pe7 ( of zelfs Pb8! ) zijn  normale centrumpositie van het KoningsIndisch met de pion op e5 bereikt l  En daar is Bert een fan van. 

5. … Pc6 !!??   Als wit nu afziet van 6. d5 ?  

De boeken en computers geven bijv.  dit:

A.  6. e4  0-0  7. e5? dxe5 Terugslaan met de pion? Wit verliest de rochade.  Terugslaan met de Loper? Wit verliest het loperpaar  Terugslaan met het Paard en met Pd5 heeft zwart weer dat tempootje met aanval op Lf4 en volgens de kenners heeft zwart na daarna Pxc6 voldoende compensatie voor die geïsoleerde dubbelpion op c. Waarom snap ik niet goed, maar voor de beoefenaars van dit soort stellingen is dat misschien uit te zoeken.

B.   6. e4 0-0   7.   na alle andere zetten volgt  het gezochte 7.  …. e5!

C.   6. e3 en nu zal er wel na 0-0 wat extra steun moeten worden geïnstalleerd met Te8 of De8 maar e5 is meestal weer mogelijk.

 

Terug naar de partij. Stelling na zet 17.  ….   a6

22Gerrit2 22Gerrit2

Wit staat beter omdat dat paard op d5 nu of binnenkort kan worden verjaagd met c4, met overwicht in het centrum, wit het loperpaar heeft, en zwart’s pion op e7 nog steeds niet in staat is naar e5 op te rukken.  Denk ik. Komodo verwacht  18. b3! en 19.  c4  of 18. c4!  Gerrit speelt 18. Ld3 wat Komodo afwijst. Ik begrijp het wel. Al was het maar omdat wit vrijwillig afstand doet van zijn loperpaar! En ook nog het veld c4 prijsgeeft. Het sterke c3-c4 kan dan wel even vergeten worden!

Stelling na 43 Te2

22Gerrit3   22Gerrit 3

Gerrit:  “Volgens Bert had ik ergens kunnen winnen door het opspelen van pion f3 toen mijn toren op g1 stond en zijn toren ongedekt op g8.”

Ik heb het met Komodo nageplozen, maar niets kunnen vinden. Ook niet met h3-h4. Zwart zou vlg. K. hier groot voordeel hebben en houden:  -1.80  !!!  Maar vraag me niet waarom.  Achtergebleven pion op c3?  Geïsoleerde pion op f3? Zwak veld op f4?   (Zwart heeft ook een achtergebleven pion op e6.) Bert heeft op deze stelling aangestuurd. Misschien kan die het vertellen?

22Gerrit4   22gerrit4

Gerrit: “mijn beslissende fout kwam na TxTc3 met PxTc3. Had moeten terugslaan met TxTc3. Dan had ik nog een kans gehad op remise.  Nu werd pion d4 onhoudbaar en dat had ik over het hoofd gezien.”  Maar Komodo vindt Pxc3 een heel klein beetje beter dan Txc3. Maar op 51. Txc3 zou Komodo niet terugslaan met zijn toren.

Want inderdaad na 51 …. Txc3 52. Pxc3 heeft wit nog een kansje.  52. …   e5  53. dxe5  Kxe5  maar na 54. Kg3  d4 is het toch nog wel een beetje moeilijk voor wit. 

Maar als gezegd: Komodo slaat niet terug. Maar speelt 

22Gerrit5 22Gerrit5

Analysediagram.     51. … Ta8!  Fraai!  Met de dreiging Ta2+ gevolgd door Tb2!  

En na           52. Tc2 volgt Tb8  53. Tb2 Pd3!

Of                                           53. Pd2 Tb4 en pion d4 gaat verloren of pion b3.

Hogeschool van het eindspel!

Peter-Jasper

22Peter1  22Peter11

Jasper is expert in nutteloze paardaanvallen.  Daar heeft hij patent op aangevraagd. Maar het valt niet mee om nu maar toe te geven dat dat paard op g4 daar geen toekomst heeft. Gewoon 14. … Pf6 en wit heeft maar een klein voordeel. 15. Lxa6 bxa6  16. c4!

Het wordt een klucht om te zien hoe Jasper van de 14e t/m de 20(!)  zet weigert dat paard terug te trekken en hoe Peter zich laat intimideren en alsmaar denkt dat hij dat paard niet mag slaan.

14.h3 h5?? (14…Pf6!) 15.e4 (15.hxg4!) 15…b5 16.Lb3 Pc5 17.Tf5? (17.hxg4!) 17…g6 (17…Pf6!)  18.Tg5? De7 (18…f6!)  19.Pf3 a5? (19…Ph6!) 20.hxg4

Eindelijk. “Als je hem nu echt absoluut kwijt wil dan vreet ik hem nu toch maar op”. Maar op die manier leert Jasper nooit af dat zulke paardzetten alleen goed zijn als er meer stukken aan zijn aanval kunnen meedoen. Hij hoopt zijn tegenstander te intimideren. Nou, dat is in deze partij gelukt!

Fraai vind ik de koelbloedigheid waarmee Peter tenslotte de partij met mataanval besluit. Hij trekt zich niets aan van vage dreiginkjes op de damevleugel en stormt onvervaard op de zwarte koning af:

22Peter2  22Peter21

24.Pf5! Dd7 (alle zetten falen!) 25.Dh3 bxa3

22Peter3   22Peter3

26.Dh6 Dxf5 (is nog de minste van alle kwaden) 27.gxf5 Pd7 28.fxg6 opgegeven  (28…Pf6 29.g7  en mat)

Paul-Ron

Ik noemde het al. Ron neemt risico’s om aan te vallen.

22Ron1  22Ron1

13 …. g6 14.h3 Kg7? 15.Dd2 Th8? 16.Tad1 h5

22Ron2  22Ron2

Ron: “Het plan met Kg7 en aanvallen via de h-lijn is dus niet goed, ik wilde een pion naar h4 spelen en dan mijn paard naar h5 en dan f4. Dat ziet er toch leuk uit? Dacht dat de koning op die diagonaal nog niet direct bedreigd zou kunnen worden door de loper op b2, maar dat is dus onjuist. “  Paul ziet het aankomen en probeert h4 te plomberen.  17. h4!?  Safety First! ( Komodo:  0.00) Maar Komodo vindt dat wit zou moeten kunnen profiteren van het tijdrovende van de zwarte manoeuvres en het gat op d5 en richt zich eerst op het veld f7 met 17. Lc4 en 18. Pg5 en komt dan eventueel later nog met h4.

Dus 17. h4 is niet slecht!  En zeker niet als zwart dan antwoordt met 17. .. Pe8  Ron:  I.p.v. Pe8 moet ik Lg4 spelen, daar heb ik trouwens best lang over nagedacht. “

Nu vindt ook Paul de zojuist genoemde manoeuvre die Komodo aanbeveelt:

“18. Lc4 gevolgd door 19. Ld5! was erg sterk van Paul.

22Ron3  22Ron3

Na Tc8 had ik gezien dat hij op c6 kon slaan en daarna op e5 (!), maar dacht dat ik wel genoeg compensatie voor de pion zou krijgen dan. Dat is dus niet juist. “  19. … Tc8  20. Lxc6  Txc6 21. Pxe5!   Maar Paul deed het anders:  19. …  Tc8  20. Pg5! (ook niet slecht) Lxg5  21. hxg5 en zwart blijft in problemen. Hoewel wit niet altijd de allerallersterkste speelt staat zwart toch voortdurend met de rug tegen de muur. Maar bij zet  28. Vergokt Paul het.

 22Ron4 22Ron4

Ron:  “Nu deed Paul het vervolgens niet nauwkeurig. Hij had zelf direct de e-lijn moeten pakken (met Te1)” 

Komodo geeft dan inderdaad heel groot voordeel voor wit. Maar na het gespeelde 28. gxf6 ep?   Pxf6  29. f3? (Te1!) The8! Is er van het witte voordeel even weinig meer over.

22Ron5  22Ron5

Ron:  “Na 31. Pe2? kon ik dus Pxd5 spelen met direct gelijk spel. Ook nu (met 31. ..  Te5 was het nog remise, maar ik moet dan wel 32. Tc8 spelen en niet  na 32. Pf4 Tc3? want zijn paard mag niet via e6 naar d8 kunnen. “ 

22Ron9 22Ron9

33. Pe6+ Kf7 (Kh7!?)  34. Pd8+ en ineens zit zwart weer in grote moeilijkheden. Zwart gaat  een 2e pion te verliezen, na 35. Pb7.

22Ron6  22Ron6

35. Pb7!

Ron: “Paul stond glad gewonnen en ik heb meerdere keren gedacht om al op te geven.”

22Ron7  22Ron7

Ron: “Het sloteindspel met T en P wederzijds is ook nog totaal gewonnen voor hem. Hij kan i.p.v. Pc4? natuurlijk op d6 slaan en heeft dan een paardvork. Mogelijk dat hij door al die drank het miste…..”

Inderdaad, hier ging iets mis:

48. Pc4?? (Pd6!) Pxc4 49. bxc4 b3  50. Td3  en de kans op winst is verkeken.

22Ron8 22Ron8

Wit accepteert remise. Hoe is het mogelijk dat Ron toch nog remise uit het vuur sleepte. Dat was dus een voorbeeld van een rondje vechten als een leeuw. Paul speelde natuurlijk vrijwel de gehele partij geweldig, maar ja ….

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.

 

 

Een gedachte over “Vechten als leeuwen”

  1. Volgens mij stond de witte toren na zet 42 op f2 en kon wit toen f4 spelen. Dat leek me toen slecht voor zwart.

    Daarna vond ik zwart beter staan vanwege dat de pion op c3 gemakkelijker aan te vallen en lastiger te verdedigen was dan die op e6, het witte paard veel minder actief stond, de twee geisoleerde pionnen op h3 en f3 en de meer centrale positie van de zwarte koning.

    Uiteindelijk had het waarschijnlijk wel remise kunnen worden als Gerrit actief had gespeeld en achter de pionnen op de koningskant was aangegaan maar ja, mensen zijn nog steeds geen computers 🙂

Reacties zijn gesloten.