Ronde 18

Wegens bekerwedstrijd slechts twee partijen. Waarover ook niet heel veel te vertellen valt.

Jasper speelde voor de externe kort geleden verrassend goed volgens Ron. Misschien wel zijn beste partij tot nu toe.  Dit keer speelde hij voor de interne zijn slechtste partij van dit seizoen. Hij gaf tegen Ab niet op de hem eigene wijze éen stuk weg, maar hij deed nu aan de lopende band bijna al zijn stukken aan Ab kado. Die dat in het begin misschien wel leuk vond, maar waarschijnlijk al gauw lichtelijk genant.  Zo wil je ook liever niet winnen.

 18Jasper1   18Jasper1

13 …. Dg5??  14. Tf3! En het paard gaat verloren omdat het gepend staat.  Dat is één!\

Bij zet 17.

18Jasper2  18Jasper2

17. Pd4  Dc4 ?? (om de loper op e6 te dekken. Pxd4!? lijkt wat logischer) 18. Pd2! Tempootje. Dame moet weg en kan dus de loper op e6 niet blijven dekken. En de loper op e6 staat anderszins ook niet gedekt en gaat dus verloren.

Dat is twee!

Na zet 19.

18Jasper3  18Jasper3

19. …  Tfe8  ( waarom geen Tf7 om c7 te dekken?) 20 Pxc7 met een drietandige vork!

Dat is drie!

18Jasper4 18Jasper4

22. … Pd4???  Eenvoudig rekenwerk laat zien: dat stuk staat daar één keer gedekt, en twee  keer aangevallen.  Onze ‘belofte voor de toekomst’ is dat stuk dus ook kwijt!

Dat is vier!

Kort daarna gaf Jasper op. Ab was een maatje te nuchter voor hem.

Het geheel deed me denken aan een kinderspelletje: Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven, heb je wel gehoord van de zeven sprong?.  Dat is één!   Dat is twee!  Dat is drie! Alleen de zeven haalde hij niet meer.

Hoe komt zoiets nu toch??

Datzelfde kun je je afvragen bij Peter (wit) tegen Marco.

Over de opening valt weinig sombers te melden. Behalve  dat ik iedere keer weer verbaasd zie hoe Marco vóór hij zijn koningsloper ontwikkelt Pg8-e7 speelt. Er bestaat in de Siciliaan wel een ‘Taimanov-variant’ met Pe7 maar die moet je echt wel kennen wil je daar iets mee kunnen aanvangen.  Maar hier gaat het toch allemaal wel net goed. Marco staat zelfs al gauw iets beter. Na 17 zetten heeft hij weinig te klagen. Wit heeft een achtergebleven’ pion op d3.  Zwart heeft het ‘loperpaar’.  In een open stelling een voordeel!

18Marco1  18Marco1

Wit dreigt daar een eind aan te maken met Pxd6 , maar na  17. ….  De6! mag wit niet slaan op d6 wegens mat in twee op e1! En na 18. Lb2  volgt Dh3!  En weer mag wit niet slaan op d6 wegens mat op g2. En zeer binnenkort haalt zwart deaarna die loper weg van d6 en behoudt het loperpaar.

Tot nog toe lijkt het allemaal nog op echt schaak. Maar dan:

Marco speelt  17. .. De5??  Valt ook even de toren op a1 aan.

18Marco2  18Marco2

Maar  daar heeft Peter iets heel leuks op bedacht :  18. Lf4 !!  En dat kost zwart dus een stuk!! Dd4 19 Pxd6  Ooit verweet Jos mij dat ik niet zo vaak voor de jeugd moest schrijven dat je best zo’n stelling mag opgeven. Wat ze bijna nooit doen. Marco doet het nu ook niet, en krijgt warempel nog gelijk ook. 19. Txe1+ Dxe1  21. Dxd3

18Marco3 18. Marco 3

Na Dd1 kunnen de stukken in de doos. En een winstnotering voor Peter. Maar Peter speelt  21.  Df1 ???? en kan na Df3 !!!  zelf opgeven. Wegens ondekbaar mat! Door de witte dame op f1 heeft wit geen vluchtveld voor zijn koning en gaat mat op h1.

*Ik heb vroeger zelf al eens vastgesteld dat je ongelofelijk moet gaan oppassen als je gewonnen staat. Dan word je gemakkelijk te lichtzinnig!  Arme, arme Peter. “Ben je boos op me? “, vraagt Peter na afloop. “Nee” zeg ik. “Dit is een belangrijke opsteker voor Marco, nu hij eindelijk weer in ons midden kan zijn. Dat heb je heel goed gedaan Peter.”