Hoog bezoek

Verrassend. Pieter Homan in ons huis. Een heel enkele keer zie je hem nog wel eens bij ons. Hij is zijn oude clubje kennelijk nooit helemaal vergeten. Hij was clubkampioen bij ons in 1988 en in 1989. Vertrok toen naar schaakclub Purmerend omdat hij bij ons uitgeleerd was en een carrière als profschaker (en –pokeraar) ambieerde.  Dat is, geloof ik, uiteindelijk slechts ten dele gelukt. Hij schaakt nog steeds. Met  Purmerend 1  in KNSB 1e klasse. (Elo 2307. Fide- meestertitel.) En geeft schaakles.  Ook op scholen.

Hij zou bij ons een vergaderingetje hebben bijgewoond over een eventuele belangstelling van schakers van Purmerend, die daar wel lid zijn maar zelden aanwezig in hun competitie. Wellicht  zouden er een paar bij ons in de interne willen meedoen. Als dat zou doorgaan lijkt me dat een zegen. Het zou ons afglijden in de afgrond wellicht tijdelijk of definitief kunnen tegenhouden.

Na de vergadering bleef hij nog even sparren met Paul Verkooyen. Die werd natuurlijk  ettelijke keren ingeblikt. Maar wel heel leerzaam. Ik schat dat Paul na dit lesje zeker 100 Elo-punten meer waard is geworden.

 IMG_9859bWEB  9859bWEB Beter of groter? Erop klikken!

Om misverstand te voorkomen, de echte schaakmeester zit in het midden!

Nog meer hoog bezoek?  Ach dat kun je zo ook misschien wel noemen. Jos Lohmann

kwam later op de avond even binnenzeilen. Dat vind ik altijd vertrouwenwekkend. Die is ons ook nog niet helemaal vergeten. Omdat Frank al vrij vroeg afgerekend had met Peter, kon Jos even trainen tegen Frank. (Stel je voor dat hij as donderdag toch nog mee zou doen in de externe!) Wat ik zag van de trainingssessie was leuk. Jos al gelijk met zijn hoogsteigen stijltje. Schaken is het leukst als er hoogst verdachte offers kunnen worden gebracht. Ik geloof dat Frank nog wel een beetje overeind bleef. In ieder geval : ook leerzaam voor iedereen.

IMG_9865bWEB  9865bWEB

En onze echte interne?

Gerrit speelde degelijk (te degelijk?)  tegen Ron. Die dus al gauw in opening en begin middenspel weinig te duchten had en later kans zag met zwart het initiatief te grijpen en een aanvalletje op te zetten. Heel erg gevaarlijk leek het aanvankelijk niet, maar na een onhandige damemanoeuvre  had zwart gelijk kunnen winnen, maar hij zag het niet. Desondanks bleven de mogelijkheden voor zwart ruimer voorradig dan voor wit. In een stelling waarin nog niets beslist was, bezweek Gerrit. Na een foutieve 26e zet  ging de zwarte aanval ineens op rolletjes. En na de 32e zet begreep Gerrit dat hij mat zou gaan in 7 zetten (haha) en gaf op.

Frank had al gauw een iets betere stelling tegen Peter. Dreigde dat een beetje te verknoeien met de hier al zo vaak bekritiseerde zet 11. c5.   (Zie hieronder bij ‘highlights’)

Peter’s reactie is aanvankelijk heel goed, maar bij zet 12. wat minder en weer heeft wit toch weer wat aanknopingspunten. Bijv. een zwakke zwarte pion op c6. Waardoor problemen met de ontwikkeling van een paard, het laatste nog onontwikkelde stuk. Materieel staat het nog steeds gelijk , maar de witte stelling is beter. Dat speelt Frank heel rustig en secuur  uit! Rond zet 25 is het pleit eigenlijk wel beslist. Zwart moddert nog een tiental zetten door. Met een piepklein combinatietje beëindigt Frank het inmiddels ongelijke gevecht.

Ab had toen ik binnenkwam al verloren van Marco. Maar voor mij werd niet duidelijk of dat een vluggertje was of een voor de interne meetellende partij.

Bert koos een degelijke opstelling tegen Martin. Die koos voor een Schlechter-variant van Het Slavisch (met c6, d5, g6, Lg7). Een bezwaar van Bert’s opstelling is de dameloper binnen de pionnenketen, opgesloten met e3. Zolang zwart hetzelfde niet gedaan heeft met e6, staat zwart wel bevredigend, en gaat het veel geduld vergen van wit om zijn dameloper wat actiever te krijgen. Zwarts probleem daarentegen is op welk moment hij zijn dameloper het veld in mag sturen (hij kan dat namelijk lekker wel!). Doet hij dat te vroeg (vóór de rochade) dan kan pionverlies dreigen. En als hij wel wacht tot het geschikte moment is Lf5 weer vaak niet zo geschikt omdat g6 verhindert dat de loper bij aanval (Met Ph4 of g4, je weet nooit) niet naar g6 kan uitwijken.

23Bert1  23Bert1

 

Martin speelt hier wel 5. .. Lf5 wat dus te vroeg en niet goed is. Bert schijnt het te weten want hij speelt  6. cxd5!  En nu zou na cxd5 7. Db3! heel vervelend zijn. Omdat er dan 2 pionnen aangevallen staan.  Eén op b7 en één op d5. Het beste is dan nog om met Pf6 de pion op d5 te behouden, en wit laten slaan op b7. Zwart heeft wel wat maar onvoldoende compensatie. Een pion is een pion! Dit is een standaardmanoeuvre in het Slavisch.   Bert speelt echter 7. Lb5? wat veel minder sterk is.

Nu redde Martin het nog wel zo’n beetje, tot Bert toch een pion won met Da4xa7?

23Bert2  23Bert2

11.  …….  0-0!   Het ziet er dreigend uit. Voor zwart. Want kan wit nu ook nog op b7 slaan? ‘Nee’zegt K.  :   12. Dxb7 12. Pxe5 dxe5  13. Dxe5 en dan zou zwart meer dan voldoende compensatie hebben voor die ene pion achterstand. Zal wel zijn wegens actief stukkenspel, sterkere lopers. Maar zelf zou ik met zwart ten onrechte behoorlijk in de rats gezeten  hebben i.v.m. die dubbele vrijpion op  a en b . Maar Bert zag dat wrsch. wel en deed het anders.  12. Lxc6 ( dan maar geen loperpaar) bxc6  13. Da6? (f3!?) Pd7 14. Pxd7  Dxd7

23Bert3   23Bert3

en ook nu zou zwart ondanks die pion achterstand niets te vrezen hebben.  Wonderbaarlijk.  Het  is zelfs zo dat wit zou moeten gaan oppassen na het opstomen van de zwarte e-pion. (Een sterker zwart centrum en een nog steeds totaal inactieve witte dameloper) Maar zwart wil nu meer, en bezondigt zich dan aan een iets te wilde damemanoeuvre en die wordt feilloos opgevangen door Bert. Die toch nog steeds een pion voorstaat! Maar ook wel nog steeds tobt met die inactieve dameloper en een minder centrum, en inmiddels ook moet optornen tegen een heel sterk loperpaar, want zelf het loperpaar kwijt is. Beide spelers hebben dus hun twijfels en vluchten dus samen in een drie keer herhaling van zetten.

Nog slechts een enkele andere highlight  (I.v.m. tijdnood, ik moet na vanavond weer aan de bak met het  verslag van de externe):

Gerrit-Ron

23Ron1  23Ron1

9. Pxf5

Ron: “Gerrit speelde vrij pretentieloos in de opening. 2. Pc3 en dan niet aansturen op e4 maar  4. e3. Maar toch lastig om daar doorheen te breken. Dus maar een soort van “London”- opstelling met zwart en dan toch maar c5. Dat hij vervolgens slaat op f5 en mij een dubbelpion bezorgt, vind ik niet echt erg, die pion is doorgaans niet zwak en ook van de isolani op d5 kan hij niet direct profiteren. Maar hij moet het daarna wel veel actiever spelen. Ik kreeg nu een mooie stelling.”

23Ron2  23Ron2

27. …   f5!  28. Db3 g4!  29. Lxe4  fxe4

Heel fraai om zwarte pionnen te krijgen op e4, f4, g4. Al mijn stukken stonden goed voor de koningsaanval.

23Ron3  23Ron3

30. …  gxh3  31. gxh3 Txh3  32. f3  e3   wit geeft op.    Dit was wel genieten….

De grap die Ron miste door te spelen  22. …  a6  was:

23Ron4  23Ron4

22. … Pxf2! 23.  Kxf2  ( 22. ….  Txf2?  23. Te1+! met damewinst )  23. ….  f5!  (0.a.!  Er zijn er meer)  en wit wordt er afgehakt.

Frank-Peter

Na 11. c5 ?  (Op cxd5   cxd5 volgt Pf4 met beter spel voor wit) Hierop liet Peter volgen:

23Frank1  23Frank1

11 …..    b6!  12. b4  bxc5?  Beter was geweest  12. … a5!  (13. bxa5 bxc5!  Of  13.Le3 axb4  14. axb4  Txa1  15. Dxa1  Pa6)   

Hierbij laat ik het even.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.

 

 

 

 

 

 

stand na ronde 22

Overzicht voor ronde 22, gespeeld op 20 maart 2017

Wit

 

Zwart

Uitslag

Paul Verkooijen

Ron de Vink

½-½

Gerrit van Dok

Bert Kuijer

0-1

Martin Zwanenveld

Afwezig met geldige reden

 

Frank de Geus

Afwezig met geldige reden

 

Joop Kuijer

Afwezig met geldige reden

 

Ab Hauer

Afwezig met geldige reden

 

Peter van Putten

Jasper Ittmann

1-0

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

niels Kuier

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 22

Nr

Naam

Punten

Wa

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Bert Kuijer

249,33

18

20

13

4

3

75,0

2

Ron de Vink

239,00

17

20

7

12

1

65,0

3

Paul Verkooijen

217,33

16

16

6

8

2

62,5

4

Martin Zwanenveld

198,50

15

19

8

4

7

52,6

5

Gerrit van Dok

178,33

14

20

4

9

7

42,5

6

Frank de Geus

164,17

13

13

4

6

3

53,8

7

Jasper Ittmann

124,33

12

19

3

1

15

18,4

8

Peter van Putten

111,17

11

13

3

2

8

30,8

9

niels Kuier

95,67

10

10

3

1

6

35,0

10

Marco van Wijk

92,00

9

10

4

1

5

45,0

11

Ab Hauer

86,33

8

9

3

2

4

44,4

12

Joop Kuijer

21,00

7

0

0

0

0

0,0

 

Vechten als leeuwen

Dat deden ze. De koningen van onze kleine schaakwildernis.

Bert (met zwart) tegen Gerrit omdat hij tot zet 17 -met iets KI-achtigs tegen een London- eigenlijk wat minder stond, en daarna maar een tikje beter. Dat moest tegen die ouwe taaie Gerrit voorzichtig worden uitgebouwd, en dat vergde heel veel tijd en geduld. Maar Bert m o e s t winnen! Erg groot is zijn voorsprong op Ron niet. Als Ron in een resterende partij tegen Bert zou winnen kan die voorsprong vrijwel verdwenen zijn.

Gerrit: “Had in een eerdere fase al twee maal remise aangeboden, maar ja Bert gaat altijd door ….” Zei hij verwijtend. Maar na 52 zetten was dan eindelijk de prooi overmeesterd.

Ron vocht ook als een leeuw,  tegen jager Paul.

Eerst door vanuit zijn zwarte Najdorf-Scheveningen – achtige  Siciliaan tegen een niet al te gevaarlijke   (maar ook geen echt slechte) aanpak van wit erg krampachtig een beetje aanval te zoeken. Hij nam duidelijk risico’s. Want ook hij moest winnen. Hoopte kennelijk dat hij tactisch Paul de baas zou kunnen zijn. Maar dat viel tegen. Paul verdedigde uitstekend en kreeg duidelijk voordeel. Het groeide wat en het slonk wat , maar hij hield voordeel. En won een pion.  Ron vocht dapper verder. Dat hielp pas bij zet 28 en 29. Toen verspeelde wit een flink deel van zijn voordeel, maar hield desondanks zijn vinger aan de trekker.  En na een zwakkere zwarte 33e zet gevolgd door een mindere 34e zet, gaf niemand meer een stuiver voor het leven van ons dappere, maar aangeschoten roofdierl  Die stond nu al spoedig twee (!) pionnen achter. Hinkend bleef hij vluchten. Hij kon al lang niet meer winnen, maar nu was het streven tot alle prijs een nederlaag te voorkomen. Een welhaast onmogelijke opgave. Dan gebeurt het wonder! Bij zet 48. mist Paul met een vreselijke zet de directe winst. En nog erger, ineens  resteert een toreneindspel  met twee pionnen meer dat –miraculeus- voor Paul niet te winnen is. Ron zal zich later op de avond grommend maar niet helemaal ontevreden naar zijn hol hebben teruggesleept. Hij zal wel minstens een week nodig hebben om zijn wonden te likken.

Jasper vocht op zijn manier ook als een leeuw. Maar dan wel als een leeuwenwelp, met nog melktandjes en onvolgroeide klauwtjes. Hij wilde winnen van die eigenlijk al wat oude leeuw die nog niet helemaal kan vechten zoals hij dat tien jaar geleden kon. Maar wel toch op zijn oude dag weer goed in training isl Onder het motto ‘beter laat dan nooit’. En vanavond ging het wel weer aardig met Peter! Tegen hem kun je je echt niet meer veroorloven om 6 zetten lang een paard te laten instaan.  Want al die tijd vreesde Peter een list, maar toen vrat hij dat paard toch eindelijk maar op.  Intussen had hij wel zijn eigen toren in ernstige problemen gebracht, maar Jasper vergat daarvan te profiteren. Maar aan het eind van de jacht liet de ouwe leeuw zien dat hij het best nog kan: Zijn manoeuvres naar mat waren niet heel ingewikkeld, maar wel heel trefzeker en foutloos.  De  welp trok al vroeg met de staart tussen de benen huiswaarts. (Voor details zie hieronder.)  Maar het geheim van jonge welpen is: ze komen terug! Elke nederlaag maakt ze sterker. Hun tijd komt absoluut ook nog wel.  

Hoogtepunten (voor mij althans)

Gerrit- Bert

22Gerrit1  22Gerrit1

Zo’n Lf4 heb ik ook wel eens tegen me gehad in een normale KoningsIndische stelling. Omdat ik Bert eindeloos zag worstelen met de vraag hoe hij die  e-pion naar e5 kon krijgen (omdat nu ook de witte Loper dat veld dekt!) wijs ik hem maar even op de mogelijkheid die ik ooit uit een boekje van Euwe viste, en die hier in deze London misschien ook wel kan.   

5. ….. Pc6 !!?? Als wit nu 6. d5  speelt volgt verrassend 6 …   e5! Dankzij die witte loper op f4 heeft zwart dat tempootje.  (7. dxc6 exf4 is slecht voor wit)

Na 7. dxe6 ep  fxe6  en na 0-0 kan later gemakkelijk alsnog e5 volgen.    Na 7. Lh2 heeft zwart na Pe7 ( of zelfs Pb8! ) zijn  normale centrumpositie van het KoningsIndisch met de pion op e5 bereikt l  En daar is Bert een fan van. 

5. … Pc6 !!??   Als wit nu afziet van 6. d5 ?  

De boeken en computers geven bijv.  dit:

A.  6. e4  0-0  7. e5? dxe5 Terugslaan met de pion? Wit verliest de rochade.  Terugslaan met de Loper? Wit verliest het loperpaar  Terugslaan met het Paard en met Pd5 heeft zwart weer dat tempootje met aanval op Lf4 en volgens de kenners heeft zwart na daarna Pxc6 voldoende compensatie voor die geïsoleerde dubbelpion op c. Waarom snap ik niet goed, maar voor de beoefenaars van dit soort stellingen is dat misschien uit te zoeken.

B.   6. e4 0-0   7.   na alle andere zetten volgt  het gezochte 7.  …. e5!

C.   6. e3 en nu zal er wel na 0-0 wat extra steun moeten worden geïnstalleerd met Te8 of De8 maar e5 is meestal weer mogelijk.

 

Terug naar de partij. Stelling na zet 17.  ….   a6

22Gerrit2 22Gerrit2

Wit staat beter omdat dat paard op d5 nu of binnenkort kan worden verjaagd met c4, met overwicht in het centrum, wit het loperpaar heeft, en zwart’s pion op e7 nog steeds niet in staat is naar e5 op te rukken.  Denk ik. Komodo verwacht  18. b3! en 19.  c4  of 18. c4!  Gerrit speelt 18. Ld3 wat Komodo afwijst. Ik begrijp het wel. Al was het maar omdat wit vrijwillig afstand doet van zijn loperpaar! En ook nog het veld c4 prijsgeeft. Het sterke c3-c4 kan dan wel even vergeten worden!

Stelling na 43 Te2

22Gerrit3   22Gerrit 3

Gerrit:  “Volgens Bert had ik ergens kunnen winnen door het opspelen van pion f3 toen mijn toren op g1 stond en zijn toren ongedekt op g8.”

Ik heb het met Komodo nageplozen, maar niets kunnen vinden. Ook niet met h3-h4. Zwart zou vlg. K. hier groot voordeel hebben en houden:  -1.80  !!!  Maar vraag me niet waarom.  Achtergebleven pion op c3?  Geïsoleerde pion op f3? Zwak veld op f4?   (Zwart heeft ook een achtergebleven pion op e6.) Bert heeft op deze stelling aangestuurd. Misschien kan die het vertellen?

22Gerrit4   22gerrit4

Gerrit: “mijn beslissende fout kwam na TxTc3 met PxTc3. Had moeten terugslaan met TxTc3. Dan had ik nog een kans gehad op remise.  Nu werd pion d4 onhoudbaar en dat had ik over het hoofd gezien.”  Maar Komodo vindt Pxc3 een heel klein beetje beter dan Txc3. Maar op 51. Txc3 zou Komodo niet terugslaan met zijn toren.

Want inderdaad na 51 …. Txc3 52. Pxc3 heeft wit nog een kansje.  52. …   e5  53. dxe5  Kxe5  maar na 54. Kg3  d4 is het toch nog wel een beetje moeilijk voor wit. 

Maar als gezegd: Komodo slaat niet terug. Maar speelt 

22Gerrit5 22Gerrit5

Analysediagram.     51. … Ta8!  Fraai!  Met de dreiging Ta2+ gevolgd door Tb2!  

En na           52. Tc2 volgt Tb8  53. Tb2 Pd3!

Of                                           53. Pd2 Tb4 en pion d4 gaat verloren of pion b3.

Hogeschool van het eindspel!

Peter-Jasper

22Peter1  22Peter11

Jasper is expert in nutteloze paardaanvallen.  Daar heeft hij patent op aangevraagd. Maar het valt niet mee om nu maar toe te geven dat dat paard op g4 daar geen toekomst heeft. Gewoon 14. … Pf6 en wit heeft maar een klein voordeel. 15. Lxa6 bxa6  16. c4!

Het wordt een klucht om te zien hoe Jasper van de 14e t/m de 20(!)  zet weigert dat paard terug te trekken en hoe Peter zich laat intimideren en alsmaar denkt dat hij dat paard niet mag slaan.

14.h3 h5?? (14…Pf6!) 15.e4 (15.hxg4!) 15…b5 16.Lb3 Pc5 17.Tf5? (17.hxg4!) 17…g6 (17…Pf6!)  18.Tg5? De7 (18…f6!)  19.Pf3 a5? (19…Ph6!) 20.hxg4

Eindelijk. “Als je hem nu echt absoluut kwijt wil dan vreet ik hem nu toch maar op”. Maar op die manier leert Jasper nooit af dat zulke paardzetten alleen goed zijn als er meer stukken aan zijn aanval kunnen meedoen. Hij hoopt zijn tegenstander te intimideren. Nou, dat is in deze partij gelukt!

Fraai vind ik de koelbloedigheid waarmee Peter tenslotte de partij met mataanval besluit. Hij trekt zich niets aan van vage dreiginkjes op de damevleugel en stormt onvervaard op de zwarte koning af:

22Peter2  22Peter21

24.Pf5! Dd7 (alle zetten falen!) 25.Dh3 bxa3

22Peter3   22Peter3

26.Dh6 Dxf5 (is nog de minste van alle kwaden) 27.gxf5 Pd7 28.fxg6 opgegeven  (28…Pf6 29.g7  en mat)

Paul-Ron

Ik noemde het al. Ron neemt risico’s om aan te vallen.

22Ron1  22Ron1

13 …. g6 14.h3 Kg7? 15.Dd2 Th8? 16.Tad1 h5

22Ron2  22Ron2

Ron: “Het plan met Kg7 en aanvallen via de h-lijn is dus niet goed, ik wilde een pion naar h4 spelen en dan mijn paard naar h5 en dan f4. Dat ziet er toch leuk uit? Dacht dat de koning op die diagonaal nog niet direct bedreigd zou kunnen worden door de loper op b2, maar dat is dus onjuist. “  Paul ziet het aankomen en probeert h4 te plomberen.  17. h4!?  Safety First! ( Komodo:  0.00) Maar Komodo vindt dat wit zou moeten kunnen profiteren van het tijdrovende van de zwarte manoeuvres en het gat op d5 en richt zich eerst op het veld f7 met 17. Lc4 en 18. Pg5 en komt dan eventueel later nog met h4.

Dus 17. h4 is niet slecht!  En zeker niet als zwart dan antwoordt met 17. .. Pe8  Ron:  I.p.v. Pe8 moet ik Lg4 spelen, daar heb ik trouwens best lang over nagedacht. “

Nu vindt ook Paul de zojuist genoemde manoeuvre die Komodo aanbeveelt:

“18. Lc4 gevolgd door 19. Ld5! was erg sterk van Paul.

22Ron3  22Ron3

Na Tc8 had ik gezien dat hij op c6 kon slaan en daarna op e5 (!), maar dacht dat ik wel genoeg compensatie voor de pion zou krijgen dan. Dat is dus niet juist. “  19. … Tc8  20. Lxc6  Txc6 21. Pxe5!   Maar Paul deed het anders:  19. …  Tc8  20. Pg5! (ook niet slecht) Lxg5  21. hxg5 en zwart blijft in problemen. Hoewel wit niet altijd de allerallersterkste speelt staat zwart toch voortdurend met de rug tegen de muur. Maar bij zet  28. Vergokt Paul het.

 22Ron4 22Ron4

Ron:  “Nu deed Paul het vervolgens niet nauwkeurig. Hij had zelf direct de e-lijn moeten pakken (met Te1)” 

Komodo geeft dan inderdaad heel groot voordeel voor wit. Maar na het gespeelde 28. gxf6 ep?   Pxf6  29. f3? (Te1!) The8! Is er van het witte voordeel even weinig meer over.

22Ron5  22Ron5

Ron:  “Na 31. Pe2? kon ik dus Pxd5 spelen met direct gelijk spel. Ook nu (met 31. ..  Te5 was het nog remise, maar ik moet dan wel 32. Tc8 spelen en niet  na 32. Pf4 Tc3? want zijn paard mag niet via e6 naar d8 kunnen. “ 

22Ron9 22Ron9

33. Pe6+ Kf7 (Kh7!?)  34. Pd8+ en ineens zit zwart weer in grote moeilijkheden. Zwart gaat  een 2e pion te verliezen, na 35. Pb7.

22Ron6  22Ron6

35. Pb7!

Ron: “Paul stond glad gewonnen en ik heb meerdere keren gedacht om al op te geven.”

22Ron7  22Ron7

Ron: “Het sloteindspel met T en P wederzijds is ook nog totaal gewonnen voor hem. Hij kan i.p.v. Pc4? natuurlijk op d6 slaan en heeft dan een paardvork. Mogelijk dat hij door al die drank het miste…..”

Inderdaad, hier ging iets mis:

48. Pc4?? (Pd6!) Pxc4 49. bxc4 b3  50. Td3  en de kans op winst is verkeken.

22Ron8 22Ron8

Wit accepteert remise. Hoe is het mogelijk dat Ron toch nog remise uit het vuur sleepte. Dat was dus een voorbeeld van een rondje vechten als een leeuw. Paul speelde natuurlijk vrijwel de gehele partij geweldig, maar ja ….

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.

 

 

Stand na ronde 21

 

 

Overzicht voor ronde 21, gespeeld op 19 maart 2017

Wit

 

Zwart

Uitslag

Bert Kuijer

Paul Verkooijen

½-½

Marco van Wijk

Ab Hauer

1-0

Jasper Ittmann

niels Kuier

1-0 R

Gerrit van Dok

Martin Zwanenveld

0-1

Ron de Vink

Frank de Geus

1-0

Joop Kuijer

Afwezig met geldige reden

 

Peter van Putten

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 21

Nr

Naam

Punten

Wa

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Bert Kuijer

235,33

18

19

12

4

3

73,7

2

Ron de Vink

228,33

17

19

7

11

1

65,8

3

Paul Verkooijen

206,00

16

15

6

7

2

63,3

4

Martin Zwanenveld

191,00

15

19

8

4

7

52,6

5

Gerrit van Dok

172,33

14

19

4

9

6

44,7

6

Frank de Geus

164,17

13

13

4

6

3

53,8

7

Jasper Ittmann

120,67

12

18

3

1

14

19,4

8

Peter van Putten

99,17

11

12

2

2

8

25,0

9

niels Kuier

95,67

10

10

3

1

6

35,0

10

Marco van Wijk

92,00

9

10

4

1

5

45,0

11

Ab Hauer

86,33

8

9

3

2

4

44,4

12

Joop Kuijer

21,00

7

0

0

0

0

0,0

 

Rustige ronde 21

Ik was moe. Hele dag op pad geweest. Was niet erg. Er viel deze avond niet veel heel ingewikkelds  te verwerken.

Bert deed rustig aan tegen Paul. Die vooral verdedigde. Probeerde zich zo solide mogelijk op te stellen. Bert speelde heel geconcentreerd en strategisch, en stond al gauw (en steeds) iets beter, maar vond de weg niet naar een echte beslissing. Paul speelde ook heel geconcentreerd en was best tevreden met remise. Bert-Paul was als een voetbalwedstrijd waarin het spel vooral eindeloos op het middenveld plaats vindt tegen een tegenstander die de achterhoedelinies  potdicht houdt.

Marco- Ab was wel een levendig potje. Vooral omdat Marco er al vroeg lekker tegenaan ging, maar Ab het voorbarige daarvan toch wist aan te tonen en al spoedig gewoon beter stond en klaar voor de tegenaanval. Maar dan mist hij iets simpels en is veel van zijn voordeel kwijt, en waarschijnlijk van ergernis ziet hij dan te laat dat er een Toren van hem ‘en prise’ staat. Dus  Marco-Ab was als een voetbalwedstrijd waarin een ploeg  het betere van het spel heeft en aanvalt, maar daarbij gaten in de verdediging riskeert,  en dan bij de tegenstoten van de tegenstander de doelpunten om zijn oren krijgt.

Gerrit (wit) -Martin werd een Siciliaan en ging redelijk gelijk op. Martin kreeg het iets betere van het spel, omdat Gerrit –denk ik- een pionzet wilde uitlokken maar zo een belangrijk tempootje weggaf. Met steeds maar weer sterk spel bouwde Martin dat uit. (Waarschuwing voor allen: Die man is ineens in vorm!) Martin kreeg aanval! Na nog een foutje bij zet 19  (zie hieronder) is het al bijna afgelopen. Gerrit raakt de kluts dan helemaal kwijt  (of gaat ‘va banque’ spelen, in de hoop dat … ) en verliest een stuk en  gunt zijn tegenstander daarna een eenvoudige matvoortzetting.  Gerrit-Martin was als een voetbalwedstrijd waarin één team een licht veldoverwicht heeft, maar pas echt gaat winnen als er achter elkaar twee spelers wegens ernstige overtredingen van het veld gestuurd worden.

Ron-Frank was ook niet al te opwindend. Ron speelde 1. e4 (!!) en had waarschijnlijk op Frans gerekend en zich daarop voorbereid. Laat Frank dat nu eens niet spelen. Het werd gewoon ouderwets Italiaans. En wel het Giuoco Pianissimo.  Waarvan het laatste woord wijst op een erg langzame voortgang van zaken. Beetje sloom dus. Het is duidelijk dat Frank niet erg veel weet van deze stelling want zijn 7e zet vind ik een beetje onverklaarbaar. Of hij moet spoken gezien hebben. Daarmee verspeelt hij zijn korte rochade. Wit staat gewoon beter en begint aan een rustige belegering van de zwakke velden van zwart. Daarna wordt het er voor Frank niet leuker op als hij toestaat dat wit op b7 slaat, vooral omdat hij nu ook de lange rochade wel kan vergeten. In zijn  nood offert hij ook nog nodeloos een pion. (zie hieronder) Het wachten is nu op de definitieve aanval met de zware witte stukken. Die blijkt toch lastig te vinden. Ron besluit gewoon veel zware stukken te ruilen en op een pionneneindspel met één pion meer aan te sturen. Daar moet zwart ,om ernstiger onheil te voorkomen, wel op ingaan. Dat blijkt de eenvoudigste en toch effectieve aanpak. Even hoop ik nog even op een wonder voor Frank, maar nee. Zwart wordt op tempo’s uitgetikt. Deze partij leek op een voetbalwedstrijd waarin het betere team alsmaar overwicht heeft, maar pas in de laatste minuur  eindelijk dat verdiende doelpunt scoort.

Highlights:

Bert-Paul

Al na 10 zetten staat wit beter. Na 26 zetten nog. Aanschouwt met tranen in de ogen de positie van de zwarte loper. En de superioriteit van de witte. 

21Bert4     21Bert4 

Omdat ik niet goed meer wijs kon uit de notaties weet ik niet met zekerheid hoe het verder ging. Zwart trekt zijn Dame terug   (naar d7 of naar c7?) , en posteert daarna een paard op d5.  Komodo geeft na zet 28 nog steeds een flink voordeel aan voor wit. Maar inderdaad dat zwarte paard op d5 staat daar ook wel leuk.

21Bert2  21Bert2

Waarschijnlijk is dit de stelling  (zo niet, dan hoor ik het wel) : Komodo geeft als beste 29. De5 met als hoofdvoortzetting   La6  30. Dxc7 Texc7 31. Lxd5 exd5 32. Pd6 Td8    Heel erg goed begrijpen kan ik die zetten niet altijd.

21Bert3   21Bert3

Ik zie wel dat wit nu de e-lijn met een toren kan gaan bezetten. (De pion op a5 kan niet met Pc4 worden veroverd want dan ruilt zwart zijn zwakke zwarte loper af tegen dat paard. ) Ook bij Komodo wordt het hierna nog een eindeloos gelaveer.  Al met al curieus. Dat zo’n ogenschijnlijk passieve stelling  zo moeilijk te kraken is. Ik kan me voorstellen dat Bert de pogingen staakte. En dacht:  ‘Jullie bekijken het maar!’

Marco-Ab

Na 18 zetten:

21Marco1  21Marco1

Wit staat wat beter vlg. onze digitale  schaakprofessor. Met rustig spel zou daarvan geprofiteerd moeten worden.  Komodo geeft als hoofdvariant   19. De2 Lc8  20 Lxc8 Dxc8 21. Pd3  Maar Marco speelt wat onbesuisd  19. Dg6 waarna Ab aantoont dat die dame daar niet veel toekomst heeft. 19. ..  Lc8  20. Lxc8 (zal wel moeten, helaas) Txc8  21. Td1  De8! Nu is de stelling gelijk.

21Marco2  21Marco2

22. Df5  (Natuurlijk, niet ruilen. Dan is er van een aanval helemaal geen sprake meer. Maar Dd3 is beter. Want hier overziet wit een kleinigheid. Gelukkig voor hem zwart ook!) 22. ..  Pd7 ?  Waarom niet  22. .. Pxd5!!  Dat is toch veel leuker. Maar door onhandig gemanoevreer komt zwart desondanks beter te staan.  Na 24. Txc4 25. Pf3?? ( 25. Pc2!)

21Marco3  21Marco3

Krijgt zwart een kans voor open doel. 25. … g4! (gedekt door de Toren op c4) Na Dg3 volgt gxf3  en na 26. Dh4 Txc3!  (na gxf3?  27 Dxc4)  27. bxc3 ( De kamikaze-zet 27. Pxe5 is niet beter) gxf3  En nu de kruitdamp is opgetrokken staat wit gewoon een Paard achter. Maar Ab speelt  25. .. Pf6? Daarbij nog een kleinigheid over het hoofdziend  26. Pxg5. ‘Dankjewel’ prevelt Marco. ‘Je h-pion staat gepend.’  26. Pxg5!!  Hierna gaat het snel bergafwaarts. En Ab beëindigt  de neerwaartse spiraal met het weggeven van zijn Toren op c8.

Gerrit-Martin

Na zet 10.  in ongeveer gelijke stelling:

21Gerrit1  21Gerrit1

11. Lc3?? Wat ging er door Gerrit heen? De volgende zwarte zet is natuurlijk de eerste die iedereen zou overwegen. Wat was wit’s (verkeerde) idee? 11. .. d4!  12. Ld2 f5  (niet de allerbeste, maar goed genoeg. En lekker actief.)  Wit gaat hierna spoedig c2-c3 spelen. Was dat de diepere bedoeling? Die centrumpion naar voren lokken en daarna aanvallen. Maar het effect valt lelijk tegen. Na de afruil staat het er zo bij:

21Gerrit2  21Gerrit2

Inderdaad, die zwarte e-pion staat er wat hulpeloos bij. Maar wat heeft zwart een mooie lopers! En voorlopig: wat een lekker veld op d4!  17. Pxd4  Pxd4  Na 18. Lf1 tovert Martin een sterke aanval uit zijn hoge hoed.  18. .. Dd5  19. Pe3? Dg5!

21Gerrit3  21Gerrit3

Wit staat verloren. Dat paard op d4 gaat bijna altijd naar f3! Met dodelijk gevolg. Hier ging het als volgt:  20.Pc2 (?) Pf3+   21.Kh1 Pxd2 22. Te2 Pf3 

21Gerrit4 21Gerrit4

23. gxf3  (Dxg5 Pxg5 en wit blijft een stuk achter) Lxf3+ en mat op de volgende zet  (24.Lg2 Dxg2)

Ron-Frank

(De Giuoco Pianissimo stond al beschreven in ‘schaakboekjes’ van rond het jaar 1500 !!! Maar die zijn inmiddels uitverkocht, denk ik. )  Na zet 6:

 21Ron1 21Ron1

Boek en database geven 7. Lxf6 en dat gebeurt! Hier moet Frank wolven en beren op de weg gezien hebben. Misschien zag hij:  Dxf6  5. Pd5 Dd8  6.c3 als ernstig nadelig wegens achterstand in ontwikkeling. Maar dan lost 9. .. Pe7 de problemen wel zo’n beetje op. De stand is vrijwel gelijk. Aldus de eeuwenoude theorie en aldus Komodo. Maar Frank speelt 7. ..  gxf6. Er zijn openingen waarin dat wel eens voorkomt. O.a.  in de Caro Kann (Bronstein-Larsen-varant) en in de Sicliaanse Svesnikov-variant. Maar hier lijkt het me toch wel behoorlijk link. Ron gaat zijn spel richten op de velden d5 en f5.   8. Ph4. Dat kiest Komodo hier niet (wel later soms), maar het lijkt me lang niet onlogisch. 8. … h5 om Dh5 te voorkomen. Maar de vooruitzichten worden er niet beter van.  9. Pd5 En zwart zit nu al dik in de verdediging.

Door een magere 10e zet  (Lxd5) komt het verlies van een b-pion voor zwart in zicht. Daarna kan zwart helemaal niet meer rocheren. Die pion krijgt hij wel terug, maar de stelling blijft erg onprettig.

21Ron2  21Ron2

Toch valt hier best wat te vechten. Dan offert Frank een pion, waarschijnlijk met de gedachte dat het een schijnoffer is.

17. .. f5? 18. Pxf5  Pxf5  19. exf5 Maar nu kan zwart geen Dxf5 spelen, wegens Dc6+ met Torenverlies. Dat soort dingen gebeuren als je niet gerocheerd hebt. En ook na Kd8 20. f4 blijft slaan op f5 niet wenselijk wegens toch Dc6!  Kc8  fxe5. Kortom “Zorgen, zorgen, niets dan leed en zorgen.”   (Dat komt dan altijd in mijn hoofd op. Omdat ik het ooit eens op het toneel in een stuk (naar Oscar Wilde)  moest roepen. Ik speelde het spook in “Het Spook van Canterville”.)

Maar toch. Het blijft gek genoeg toch een beetje lastig om te winnen.  Na zet 25:

21Ron3  21Ron3

Er bestaan toreneindspelen die met een pion meer toch niet winnen zijn. Hier neemt Ron een belangrijke beslissing: hij kan dwingen tot afruil van de dames en hij ziet dat hij daarna ook kans zal zien om de Torens af te ruilen. Hij rekent op winst met een pion meer in een gewoon pionnen-eindspel.  En dat blijkt terecht. Hij zet de zwarte pionnen bijna allemaal vast.

21Ron4  21Ron4

Zwart aan zet. Van zwart kan alleen de a-pion nog spelen. Maar wit heeft twee troeven. Ook de g-pion heeft een tempo in reserve. Dus uittikken maar en op tempo winnen.  Maar nog erger is dat wit zich nota bene 34. g2-g4 kan veroorloven. Bijv. hxg4 35. h5!  En omdat de witte Koning beter staat om de opmars van de zwarte vrijpion te frustreren dan de zwarte Koning om de opmars van de witte vrijpion tegen te houden, wint wit.

Wel een leerzaam eindspel. Verdiende zege van Ron, die toch meer energie kostte dan zich op de 7e zet liet aanzien.  En dat is dan wel de verdienste van Frank.