Het drama van de verkeerde loper

Of moet de titel zijn :  'de tragedie van de verkeerde randpion'?.

Ik speel op Helena een partij tegen ene Sunking. Mooie schuilnaam. De Zonnekoning. Ik geloof eigenlijk niet dat Lodewijk XIV schaakte. Ik dacht eigenlijk dat hij weinig spelletjes deed Behalve dan natuurlijk met zijn diverse  maitresses, bij wie hij 12 kinderen had.  Maar Helena's Zonnekoning lijkt wel een sterke speler, doch in het computertijdperk kun je nergens meer zeker van zijn. En ook als heer Sunking mij zou gaan beschuldigen van het misbruik van elektronisch rekentuig zou dat zeer begrijpelijk zijn. Maar dit keer niet echt terecht. (En even gemakkelijk zou ik dezelfde beschuldiging kunnen uiten aan het adres van mijn tegenstander.)

Hoezo?

We raakten bij zet 72 in de volgende stelling.

Helaas kan ik u nog steeds geen levend diagram leveren van een situatie na de 72e zet, zonder de 71 voorafgaande zetten erbij te doen. U zult hier dus toch een zakschaakspelletje tevoorschijn moeten halen, of de stelling op uw mobiel of tablet moeten invoeren.  U zult zien, het is de moeite waard. Voor zoiets speel je op Helena. Daar kom je tenminste nog eens een eindspel tegen. Op de club vrijwel nooit.

DIAGRAM1

Sunking1  Sunking1

Wit staat gewonnen.

+Zeker weten. Het eenvoudigst is natuurlijk 72 g4-g5. Die vrijpion gaat doorstormen. Simpel als wat.

-Mispoes! Zwart offert zijn loper.

+Ja hoor,  dacht je dat wij dat niet zagen? Best wel. 72 ….  Le7xg5 73 Lxg5  Kb6 en de witte a-pion gaat eraf en wit kan niet winnen met K+L tegen K. Dat heb ik al geleerd toen ik 14 was. Nee, we spelen dan heel listig 73 Kxg5.

DIAGRAM2

Sunking2 Sunking2

-Heel slim ! Klasse!

+ Zeker weten!

– Maar helaas is het dan ook remise

+ ?????? Nu kan zwart die witte a-pion toch niet meer verorberen. De loper op e3 schermt veld b6 af., Hij kan er met zijn koning niet bijkomen. En dan gaat de witte koning ernaar toe om hem te steunen (en passant eet hij die zwarte pion op d4 nog even op, want die Franse koningen hadden altijd heel veel honger, gezien hun obesitas-afbeeldingen)  en de a-pion promoveert. Simple comme bonjour, zou Lodewijk XIV gezegd hebben. K+L+pion tegen K.

-Zulke plannen zijn altijd goed. Jammer genoeg met maar één uitzondering: een randpion waarvan het promotieveld een andere kleur heeft dan die van die vijandelijke loper. Vooropgesteld natuurlijk dat de eenzame koning op tijd bij het promotieveld kan komen. En dat is hier het geval. En dan staat er iets op het bord als:

DIAGRAM3

Sunking3  Sunking3

En wit mag kiezen – herhaling van zetten – pat – of zijn pion prijsgeven. In alle gevallen is het remise.

+ shit!    Is de stelling van diagram 1 dan niet gewonnen voor wit?

– Jawel, maar in diagram 1 niet na 72. g4-g5. Wel na bijv. Kh5. Wit wint door met een ommetje over de witte velden(via g6, f5 richting d4 te marcheren. Maar na consumptie van die zwarte pion moet wit nog steeds uitkijken. Zwart mag ook hier niet de kans krijgen zijn loper te offeren.

+ Maar hoe komt die g-pion dan langs die barrière van die zwarte loper, die bijv. tussen d8 en e7 heen en weer blijft spelen?

-Door op het goede moment de loper van wit tegen de loper van zwart te ruilen. Gek genoeg mag laten ruilen tegen pion voor wit niet, maar ruilen tegen een loper mag wel!

DIAGRAM4

Sunking4  Sunking4

Omdat zwart machteloos is, omdat zijn koning niks kan en zijn loper  het veld g5 moet blijven dekken ( want dan weer dat reddende offer!)  zou er na oppeuzelen van die zwarte pion op d4 gemakkelijk een stelling kunnen ontstaan als hierboven bij Diagram4. Het is duidelijk  dat  g4-g5  nog steeds niet mag. Maar dat na 79. Lf6! Lxf6  80. Kxf6  de wite g-pion niet meer van promotie is af te houden.

– Maar als zwart wat anders doet na 79 Lf6 ? Bijv. …. La3.

+ Nou ja, dan wordt het wel een wat langer verhaal, maar wit wint als hij die zwarte loper maar niet de kans geeft zich te offeren tegen die pion.  Bijv. zo:

79.Bf6 Ba3 80.g5 Ka7 81.g6 Bf8 82.Bg5 Kxa6 83.Ke6 Kb5 84.Kf7      of zo:            80…    Bc1 81.g6 Bh6 82.Bg5 Bg7 83.Ke6 Bh8 84.Kf7 Ka8 85.Bf6

Tjonge, jonge. Met de computer bedacht zeker?

+ Nee, zelf bedacht.

– Tjonge, jonge. Hoe is het mogelijk!

+ Eenvoudig, een kwestie van ervaring. Dit was de tweede keer in mijn hele leven dat ik zoiets tegen kwam.

 

De eerste keer was in de finale om het schoolschaakkampioenschap van Nederland. Ongeveer 60 jaar geleden. Ik was 19 jaar en speelde aan het 5e bord van mijn school tegen W. v.d. Loos van het St Aloysius College uit Den Haag. Na mijn 43e zet (zwart) sta ik totaal gewonnen.

DIAGRAM5

FinaleSchSch43 FinSchSch43

44. bxa4 en nietsvermoedend antwoord ik bxa4. (44 …   e3 schaak wint direct, de witte koning zal na Kc1 e2 of na Kd3 Lc4 of na Ke2 bxa4 aan de opmars van een van de twee zwarte pionnen ten onder gaan.)

En ineens tovert mijn tegenstander een schitterende zet tevoorschijn, die ik totaal niet had zien aankomen. Stukje eindspeltheorie, die ik toen nog niet in mijn bagage had zitten. Hij wel. Best knap van dat ventje, wellicht zelfs nog een jaar jonger dan ik. En ik was al zo jong!

44. bxa4 bxa4? 45. Lxe4!!! a3 46. Kc1! Kxe4 47.Kb1

DIAGRAM6

FinaleSchSch47  FinSWchSch47

En tot mijn verbijstering was dit remise. Zwart kan die twee witte pionnen wel onschadelijk maken, maar blijft met de verkeerde randpion zitten, en hij zal de witte koning die hoek bij a1 nooit meer uitkrijgen. Die koning blijft het promotieveld bewaken, of wordt pat gezet. Tomeloos sjaggerijnig accepteerde ik hier remise.

Gelukkig won mijn school met minimale score toch nog, maar desondanks ben ik deze tragedie in zestig jaar nooit meer kwijtgeraakt. Dat heet dan ervaring.

Dus, tot uw geruststelling, mijnheer S. , het was mijn computer niet, maar mijn eigen roestige geheugen, bijna 60 jaar na dato.

En het leek me best wel een leerzaam theoretisch uitstapje voor een enkele schaker van Aris de Heer.

 

 

Iconologisch excuus

Ik weet niet wie het me heeft geflikt. Een journalist van het Noorhollands Dagblad op m'n dak gestuurd, omdat ik was voorgesteld als 'icoon' van Aris de Heer. Ik houd niet van zulke dingen. Maar het is natuurlijk wel reclame voor de club. Dus vooruit dan maar. 

Het werd een interview van een half uur. Ik wilde het voor de dag van publicatie nog even lezen. Dat kon. Ik had uitgelegd dat ik beslist aandacht voor de club en het speellokaal wilde. Dat was in haar artikel ondergesneeuwd. Dus veranderingen voorgesteld. Bericht terug "Dank u wel. Ik zal de veranderingen aanbrengen."  Ik had voorgesteld, achter de zin "We hebben het moeilijk het hoofd boven water te houden" op te nemen " Niet erg begrijpelijk want het is een gezellige vereniging, met een gezellige speellokatie. Er zijn sterke , maar ook minder sterke spelers. We kunnen er best een stuk of acht bij hebben!"

Wat schetst mijn verbazing toen ik daarvan toch in de krant niets terugvond.  En in de hoop dat een dergelijke wervende zin in het artikel zou komen had ik toch maar mijn medewerking verleend. En dat mijn uitvoerige stukken voor de website 'berichtjes ' werden genoemd beviel me ook helemaal niet. En zo was er nog wel het een en ander.

Nou ja, interviewen, aanvoelen waar het eigenlijk om gaat, en dat goed formuleren, is een vak apart.

Gelukkig zaten de aardige fotografe en ik wel op dezelfde golflengte.

Dus sorry clubvrienden, Het had beter gemoeten. Ik kan niet zeggen 'volgende keer beter', want ik trap er niet nog een keer in.

Prettige voortzetting van de zomer.

uw wepmeester/icoon.

 

 

 

 

 

 

Schaak diagram test2

 

Onderstaande door jou aangebrachte code werkt,

 

De tovenaarsleerling, deel 1

Nog redelijk gezond. Maar op mijn leeftijd krijg je toch minstens te maken met wat licht fysiek ongemak. Een van mijn vele hinderlijke kwaaltjes is dat af en toe mijn vingers gaan  jeuken. Heel lastig. Het gebeurt vooral als ik nieuwe boeken te zien krijg. Vroeger betrof dat alle boeken, maar sinds ook mijn ogen niet meer zijn wat ze nooit geweest zijn, overvalt dit euvel mij geheid als ik bij mijn mail weer wervende teksten aantref van e-book- slijters. Van Bruna bijvoorbeeld. Heel hinderlijk. Of, wat nog erger is, van Everyman Chess. Dat zijn echt zakkenrollers! "Drie voor de prijs van twee!" "Speciaal aanbod voor de zomermaanden!" "In aantocht! U mag dat niet missen!"   Onlangs hadden ze een boek over David Bronstein in de aanbieding.

 'Wil ik hebben!'  Likkebaarden: 'Hebben,hebben,hebben!'  Smoes: 'Misschien iets voor de website. Sinds ik erelid ben kunnen mijn financiën toch het probleem niet zijn.'  Ach ja, die Bronstein. Dat was de man  van 12-12 tegen Botwinnik, in 1951? En het mooiste toernooiboek aller tijden: Zurich 1953

Het ging in 1951 om het wereldkampioenschap, tegen Botwinnik.  Bronstein speelde geweldig. Het waren zijn topjaren: hij was geliefd om zijn creativiteit, en vechtlust. (Hij was gek op Koningsgambiet en Koningsindisch. "Dat is tenminste schaken!" Hij had een hekel aan 1. c4. "Boring!", vond hij.)

Twee rondes voor het einde stond Bronstein een punt voor, en had genoeg aan 1 punt uit  de resterende twee partijen. Dan zou hij de titel overnemen van de onverslaanbaar geachte schaakmachine Bot-winn-ik. (What's in a name! Hij zou met twee keer een jaartje onderbreking (Tal, Smyslov) 15 jaar lang wereldkampioen zijn.) Maar een werelddtitel voor Bronstein kwam de Sovjets niet goed uit. Botwinnik was een voorbeeldig communist. Daar kon je van op aan. Bronstein was wat meer onberekenbaar. Bovendien was zijn herkomst verdacht. Zijn vader had zeven jaar in een strafkamp gezeten. Waarom was onduidelijk, zoals meestal onder Stalin. Van hogerhand zou Bronstein onder druk gezet zijn om toch dat ene punt maar niet te oogsten. Zulke dingen gebeurden in Rusland in die tijd geregeld. 'Als je niet meewerkt, hoef je er niet op te rekenen de komende jaren aan buitenlandse toernooien te mogen meedoen'. Zoiets. Zelf ging hij later op de details niet in. Hij sprak wel van psychische druk. Maar voegde er aan toe dat dat ook kwam doordat zijn huwelijk was stuk gelopen en hij van plan was met een nieuwe vrouw verder te gaan. Als hij wereldkampioen zou worden zou de Russische pers daar wel pap van lusten. Achteraf had hij er geen spijt van dat het op de valreep mis ging. Hij zou als wereldkampioen zowiezo aan allerlei verplichtingen hebben vastgezeten, en daar was hij de man niet naar. Geen zin in. Gezegd moet worden dat Botwinnik de 23e partij sterk speelde, en echte blunders maakte Bronstein hier niet. Men heeft later wel vastgesteld dat het vreemd is dat Bronstein na het afbreken de stelling opgaf, terwijl hij het wit nog heel lastig had kunnen maken. Waarom deed hij dat in een voor hem zo enorm belangrijke situatie? Helaas is matchfixing moeilijk te bewijzen. Nou ja, bij Willem II mischien, maar bij zulke schaakslimmerikken?

23epartijBrBot slotstelling 23e partij

Zwart aan zet. Het is wel een mooi voorbeeld van zetdwang! Geen stuk mag ongestraft spelen.  Het minst beroerde is  verlies van pion b6.  Dus 57 …. b6-b5 is de zet die Houdini aangeeft. Als je de dekking van d5 of h5 opgeeft kost dat niet alleen een pion, maar creëer je zelf ook gelijk een vrijpion voor de tegenstander. Maar de zetdwang is daarmee niet opgelost:

57…b5 58.axb5 b6 59.Kd3 en opnieuw een onaangename keuze. Wat laat zwart los?  (1.35 voor wit, maar toch, hij had het nog even kunnen proberen. )

In de 24e partij leek Bronstein zijn best te doen om te winnen. Hij offerde een pion voor het initiatief. Maar bereikte er niets mee. Maar de eenvoudige clubspeler vraagt zich af waarom een schaker op de rand van het wereldkampioenschap al na 22 zetten remise voorstelt. (Bij 12-12 zou Botwinnik zijn titel behouden.) Ook al staat hij een pion achter. En zeker waarom een vechtjas als Bronstein dat doet?

BOtwBronst24 Slotstelling 24e partij.

Er is nog een verhaaltje hieromtrent:  Na de 22e partij wandelde Bronstein ter ontspanning met een heel mooie vrouw in het bos. Hij was zeer verliefd op haar. Er was sprake van wellicht binnenkort een huwelijk.  Hij zei: "Ik maak een goede kans om over een paar dagen wereldkampioen schaken  te worden. Wat zou je daarvan vinden?"  Waarop Lydia Bogdanova geantwoord zou hebben: "Dat kan me echt geen bal schelen!" Volgens Bronstein's vriend Tom Fürstenberg (Nederlander) was dit waarschijnlijk Lydia's eerste fout van meer, later volgende, waardoor het huwelijk niet doorging. Het zou David Bronstein  zeer geschokt hebben, en in die geestesgesteldheid speelde hij zijn 23e partij.

Al deze verwikkelingen heb ik niet bewust meegemaakt. Ik was toen 15 en schaakte alleen nog maar met vriendjes. Het is allemaal later opgedane kennis. Maar in 1954 sloeg bij mij het schaakvirus echt toe. Op het Waterlooplein lag in een boekenstalletje een beduimeld boek van Euwe en Den Hertog, deel 1 van de vier delen 'Praktische schaaklessen' . Dat was interessant. Ik schaakte graag, maar ik begreep er niet veel van.  Daar kon ik met dit boek verandering in aanbrengen. En het was goedkoop. Hoeveel zakgeld had een scholier in die tijd? 1 gulden per week? Of nog  minder?  'Wil ik hebben!' Likkebaarden."Hebben, hebben, hebben!"  Toen al. Ik studeerde er braaf in. Raakte in het schaakteam van de Gemeentelijke Keekschool voor Onderwijzers. Werd lid van de schaakvereniging Het Vrije Veld. Won daar gelijk de 2e groep. Het kweekschoolteam werd kampioen van Amsterdam. Vervolgens schoolschaakkampioen van Nederland. Wat was het allemaal interessant. Ik werd behoorlijk schaakgek. Ik begon het schaaknieuws bij te houden. Dat kon toen alleen nog via de krant. TV en computer hadden we nog niet.

Er zou een schaakolympiade worden georganiseerd door Argentinië, in 1954. Enkele maanden voor de datum kwam dat land erachter dat het ze niet ging lukken. Afgezegd. Wat een schandaal! Maar Nederland was een schaakland van betekenis. Wij hadden een Euwe,  een Donner, een Prins. Die toeterden hun partijtje mee in het schaakconcert van die dagen.  Nederland nam de organisatie wel even over, schraapte de benodigde financiën bijeen,  en stampte in enkele maanden een wereldtoernooi uit de grond. Het werd gehouden in de Apollohal in Zuid. Ik woonde een straat verderop. Tjonge, dat was mooi. Dat was prachtig! Verschillende keren liep ik er binnen. Wat daar allemaal rondliep. Zomaar in het wild. Je kon ze bijna aanraken. 26 landen. 150 deelnemers. Al die grote mannen waarvan ik inmiddels de namen al heel goed wist.  Die man met dat effen, wat zure gezicht, dat was Botwinnik. En die lange knappe man met vriendelijke glimlach, dat was Keres. En ach, dat kleinere mannetje met die guitige ogen dat was de man die zulke prachtige offers kon verzinnen, allerlei toernooien won, het idool van alle clubschakers in die tijd, dat was, jawel, dat was….  jaja ……  David Bronstein!

En wie hebben we daar!? Notabene Najdorf, himself. Wel al een beetje ouder, maar  toch niet zo oud dat hij zich  niet begerig door iemand  aan een mooie jonge vrouw liet voorstellen. Ik stond ernaast. "Herr Groszmeister. Darf ich Sie bekannt machen mit … ". Ik vond het een beetje genant. Ouwe vent! Hij viel voor mij een beetje van zijn Siciliaanse voetstuk. Nu weet ik dat hij  toen pas 45 was. Ach ja, en ik 18, en moest nog veel leren. Ook van andere dingen dan van schaken.

(Wel leuk zo'n schaaktoernooi bezoeken. Ik deed dat toen voor het eerst. Er waren geen demonstratieborden en geen commentaar. Je moest over de schouders van de beroemdheden naar hun bord kijken. Ik ben de hobby toernooitje-kijken nooit meer kwijtgeraakt. (Wegens de hitte hebben we de treintickets voor Dortmund dit jaar maar laten verlopen. Dat ging me zeer aan het hart.)

Bij de schaakolympiade '54 was het Russische team een maatje te groot voor iedereen. Dat was al jaren zo, en dat zou nog jaren zo blijven. David Bronstein scoorde (ongeslagen) 71 % aan het derde bord. Maar Keres (bord 2) en Botwinnik (bord 1) scoorden zelfs nog iets hoger. Kun je nagaan!! Daarom was de prestatie van Nederland in de voorronde eigenlijk formidabel.  Ik stond achter twee rijen bezoekers, en rekte mijn  hals. Lodewijk Prins won van KotovDonner en Euwe speelden remise tegen Botwinnik en Smyslov.  Nou ja Cortlever werd door Bronstein opgerold. Dat wel. 2-2 tegen de machtige USSR! De kranten stonden er bol van. In de finalegroep moest Nederland weer tegen de Sovjets. Die zetten toen de zaken even recht. Alleen Euwe hield remise tegen Bronstein (aan het 1e bord!) . De andere Nederlanders waren kansloos :  0,5-3,5.

 

CortleverBronst54

Cortlever (zwart) staat tegen Bronstein al minder volgens Houdini. Daar zal die witte vrijpion op c5 wel debet aan zijn.   Aanschouwt hoe Bronstein  Cortlever nu oprolt.  Eenvoudig, maar doeltreffend. Een open torenlijn en een sterk veld op d6.

29 …..  Lxf3 30.Dxf3 Dc7 31.Td6

CortleverBronst

Te8 ([31…Txd6 32.cxd6 Dc8 Toren op a8 moet gedekt worden 33.d7 Dg8 34.Db7)

32.Tfd1 Tad8 33.Txa6 en zwart geeft op. Dat wordt nog een mooie vrijpion, op a5.

Na de 12-12 match van 1951 is Bronstein verschillende keren dicht bij de titel geraakt, maar nooit meer zo dicht. In het volgende kandidatentoernooi in 1956 (ook in Amsterdam!)  werd hij 'slechts' gedeeld 3e. Natuurlijk ging ik daar ook kijken, in het Minerva-paviljoen, op de Apollolaan.  Ook dicht bij huis! Ik herinner me dat ik diep onder de indruk was van Boris Spassky. Die was nota bene 18 jaar, een jaar jonger dan ik, en zat hier doodgemoedereerd te schaken om het recht de wereldkampioen uit te dagen. Hij werd 3e !!  (gedeeld, met Bronstein, Szabo en Petrosian)  Keres bezette de 2e plaats. Daar had hij trouwens een abonnement op. En Smyslov won, en mocht dus in 1957 de worldchampion uitdagen. (Hij versloeg toen Botwinnik, maar een jaar later veroverde die de wereldtitel al weer terug.)  Ik herinner me nog dat iemand aan de later binnentredende Euwe even een opening van Spasski toonde . Ik stond erbij. De stukken vlogen heen en weer over het bord. "Wat doen ze allemaal?", dacht ik. En toen zei Euwe  "Ja, dat heb ik ook eens tegen me gehad , in 1947."  Wat een geheugen!  Ik was perplex. Ik voorspelde mezelf dat ik nooit echt goed zou leren schaken. Die voorspelling is uitgekomen.

In mijn schaakboekerij staat "The Sorcerer's Apprentice" (2009) van Bronstein en Tom Fürstenberg. Een bestseller. (Alle boeken van Bronstein werden een beststeller.) Hij nam daarin ook op zijn partij uit dit kandidatentoernooi 1956, tegen Boris Spasski (wit). Dat het KoningsIndisch werd, zal niemand verbaasd hebben. Grootmeester Bronstein was een voorloper van meester AJ Kuijer.

1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.f3 (de Saemisch variant, heel populair toen, ik speelde toen niet anders) e5 6.d5 Ph5 7.Le3 Pa6 8.Dd2 Dh4+ !? 9.g3

BronstSpasski

9. …. Pxg3 !!??  10.Df2! (u kent die grap vast wel!) Pxf1!? 11.Dxh4 Pxe3 12.Kf2 Pxc4

Behalve zijn eigen commentaar nam Bronstein ook dat van anderen op   : Dr Max Euwe, na zet 9  "Een  buitengewoon diep en hoogst origineel concept. Zwart offert zijn dame voor het loperpaar en wat pionnen. Het is moeilijk  de correctheid van dit offer te beoordelen, maar één ding is zeker: als er één speler in de wereld is die zo'n concept kan laten werken  kan dat alleen Bronstein zijn." En G.Koltanowski: " een speler die moedig genoeg is zijn dame te ruilen tegen twee lopers in zo'n  topniveau-partij mag niet de hoop laten varen ooit wereldkampioen te worden!"

Het wordt een prachtige partij. Maar rond zet 20 hapert er iets in B's aanvalsmachine.

BronstSpasski2

20 …..    Lxf5 ?

Bronstein geeft aan dat na 20…Pe7 zwart minstens remise heeft.

Bijv.  21.Pe4 Pxf5 22.Pxf6+ Txf6 23.Dg5 Taf8

of  21.fxg6? Pf5!  22.De1 Pc2

21.Ta4!  Bronstein vermeldt hier dat hij deze zet volkomen overzien heeft. Hierna kan hij alleen nog vechten.  Maar daar is Spasski ook goed in. Na zet 25 vecht Bronstein voor zijn leven. Hij verzint de ene list na  de andere. Maar het mag niet baten. Bij zet 48 geeft hij op. Maar bijna iedereen denkt dat het offer bij zet 9 correct is.

IMG_20150715_0001_NEWWEB

 

(wordt vervolgd)

 

 

NK 5e ronde

(voor betere foto's erop klikken of vasthouden. Terug met pijltje links.)

We waren er weer bij,  in de 5e ronde.

En er viel opnieuw veel te beleven. Giri staat nu een half punt voor op van Wely. Om die twee gaat het nu wel.

IMG_8578bWEB

"Ik zal moeten winnen tegen Tiviakov!"

IMG_8564bWEB

"Ome Loek zit me op de hielen! Ik moet wel winnen van Sipke Ernst."

Heden een belangrijke rol dus weggelegd voor:

IMG_8574bWEB

Sipke Ernst.. Die probeert het met Slavisch. Een triangel.  c6,d5,e6. Wordt het een Meraner? Nee net niet. Hoe dan ook, Giri bereikt heel langdurig niks.

En een belangrijke taak weggelegd voor

IMG_8573bWEB

Tiviakov, die over zijn inbreng tot dusver niet erg tevreden zal zijn. Hij speelt Dame-Indisch. Beetje saai, maar wel heel erg solide. Van Wely krijgt een sterk centrum, Tiviakov kent zijn literatuur en speelt de Van Dok-variant: Pb8-a6,  Pa6-b4,  Pb4- a6, Pa6- b8. Vier paardzetten, en de knol staat weer in zijn eigen stal. De heren commentatoren hebben er weinig goede woorden voor over. Van Wely krijgt een sterk centrum. Maar de zwarte stelling kent geen zwaktes. Hoe gaat van Wely van zijn  voordeel profiteren?

IMG_8571bWEB

Het uur van de waarheid. Anne Haast, kampioen 2014,  staat weer bovenaan. Kan Peng (talloze malen eerder kampioen) daar iets aan veranderen? Dat zal dan vanmiddag moeten gebeuren. Peng kiest  Frans. Dat is een van haar lijfopeningen. Dat weet Haast en die heeft iets voorbereid. 1. e4 e6  2. b3 !!!??? Een rare zet. Is Peng verrast? Niet heel erg. Ze antwoordt met b6, c5, d6, en Lb7. Haast fianchetteert ook haar koningsloper, en heeft volgens de commentatoren weinig tot niets. Peng heeft een kans vanmiddag.

En dan is er natuurlijk de 15-jarige Anna-Maja Kazarian. Net zo mooi als haar naam. Ja, ik weet het, ik had haar vorige keer al gefotografeerd. Maar ik kan het gewoon niet laten.

IMG_8554cWEB

(Nog) geen titelpretendent. Maar dat wordt ze vast snel wel!

IMG_8567bWEB

Josefina Paulet, van oorsprong Roemeense, maar aan de arm van de Nederlandse schaker Jan Werle naar ons toegekomen. Ze is 26. Haar Elo verandert de laatste jaren niet erg meer. Ze deed al twee keer eerder mee. Maar kampioene, dat zal er niet inzitten.

IMG_8557bWEB

En wat doet zij? Thea Lanchava. In 2006 werd ze 2e bij het Eropese Kampioenschap. Ze staat nu 2e in het NK-V. Gespannen tuurt ze naar de deur. Is ze er al? Bianca Mühren is een geduchte tegenstandster.

IMG_8558bWEB

Van Kampen zal het vandaag ook niet gemakkelijk krijgen. Even een muziekje opzetten. Dat geeft wat rust.

IMG_8570bWEB

Rosa Ratsma:  "Tot nog toe gaat het moeizaam. 1,5 uit 5. Voorlaatste plaats. Maar ik heb verreweg de laagste elo hier. Slaat nu mijn laatste uurtje?"

IMG_8562bWEBIMG_8563bWEB

Roeland Pruijssers (2507) staat laatste. Het is duidelijk dat hij probeert steun van bovenaf te verwerven: "Heer, maak dat ik  tegen Benjamin Bok overeind blijf. Het is zo wel erg genoeg geweest!"
IMG_8566bWEB

"Wat moet ik nu in vredesnaam spelen? Ik denk dat het maar Open Spaans moet worden. Of niet? Of toch maar wel?"

IMG_8560bWEB

Benjamin Bok :  Ik sta nu hoger dan ik verwachtte. Als ik vanmiddag win van Roeland kan het zijn dat ik 3e sta. Niet gek voor mijn elo van 2562. Daar zal dan wel wat bijkomen."

IMG_8580bWEB

En dan gaan er vreemde dingen gebeuren. Als commentator Ger Ligterink  ziet wat er bij Sipke Ernst gebeurt, lijdt hij in stilte. Een ex-kampioen van Nederland (1979) kan zoiets eigenlijk niet met droge ogen aanzien.

NKSipGir0

…   Dh5+ 31.Kg3 g5 en wit geeft op! Hij gaat op de volgende zet mat!  Na 31. Kg1 stond zwart een klein beetje beter. Maar winst was nog heel ver weg.  Wat een blunder, op dit niveau!!  Wel een troost voor ons dat zulke jongens ook zo stom kunnen doen.

En bij Van Wely gebeuren ook vreemde dingen:

NKWelyTivi

20.d5 exd5 (Waarom? Dat moet toch ongelukken geven?) 21.Pg6 hxg6 22.Txe8 ( Maar zo'n grootmeester bekijkt het anders. Die geeft zijn dame voor Toren en Loper, en daarna mogen Van Wely, samen met Ger Ligterink en de computer gaan uitzoeken dat juist in deze stelling er geen winstkansen voor wit zijn!!) Tfxe8 23.cxd5 Te5 24.h4 Tae8 25.Dd3

NKWelyTiv1

en wit moet wel remise accepteren .Hoewel hij inmiddels weet dat dat hem op achterstand op Giri zet.  Wonderbaarlijk allemaal.

Nu staat Giri met een half punt voorsprong op de eerste plaats. Hij wil best aan het eind van de middag even komen uitleggen hoe het allemaal ging. Commentatoren en publiek staan paf van al die varianten die niemand in de zaal heeft gezien. Ja, hij vond ook dat zwart de hele middag niets had, maar hij had wel zijn best gedaan om voortdurend toch probleempjes neer te leggen. En ja, dat had uiteindelijk resultaat gehad.

IMG_8585bWEB

Logisch dat hij goed gehumeurd is. Hij heeft er duidelijk plezier in.

En nu kan Ger Ligterink er ook wel weer een beetje om lachen:

IMG_8581bWEB

Wat niet geldt voor die andere ex-kampioen van Nederland, die ik in het publiek heb gespot. Ik denk dat dit Hans Ree is. Kampioen van Nederland 1967, 1969, 1971 en 1982.

IMG_8584bWEB

Als ik een kwartiertje later kijk of hij er nog is, is hij verdwenen. Hij kon het echt niet langer aanzien!

Maar ik heb me er weer geweldig geamuseerd. Zaterdag en zondag weer gaan? Nee, dan is het me te druk. En alle foto's heb ik nu wel binnen.

Als ik thuis nog even kijk naar de mij nog niet bekende uitslagen, sta ik versteld. Heeft die drommelse Haast toch nog van Peng gewonnen. Ze stond toch vrijwel de hele partij wat minder. Het blijkt een zeeslang geworden te zijn. Tot zet 75 is het dan toch nog heel gelijk. Maar dan gaat er iets mis in het eindspel, en op pure techniek wint Haast het bijna remise-eindspel K~D tegen K~D~1 pion.Wat zal Peng de pest in gehad hebben!

Ze had de mogelijkheid om bij zet 77 uit te komen in de volgende stelling:

HaastPeng

En dat is nog remise, na 77 …  De7+  Kijk er maar eens naar . Na 78. Kh5  of Kh3  of Kg3 of g5. Het is altijd remise, Wegens eeuwig schaak. Of wit verliest haar dame!  Ach ja, Peng wordt ook een dagje ouder. En na zo'n lange partij tegen een jonge vitale blom slaat waarschijnlijk de vermoeidheid toe.

 

Van Wely, Loek 2647 Tiviakov, Sergei 2639 ½-½
Bok, Benjamin 2562 Pruijssers, Roeland 2507 1-0
Ernst, Sipke 2545 Giri, Anish 2791 0-1
L'Ami, Erwin 2628 Van Kampen, Robin 2609 ½-½
De Jong-Muhren, Bianca 2329 Lanchava, Tea 2261 ½-½
Kazarian, Anna-Maja 2120 Hortensius, Lisa 2170 ½-½
Haast, Anne 2371 Peng, Zhaoqin 2374 1-0
Paulet, Iozefina 2197 Ratsma, Rosa 2088 ½-½

Tot ziens. Bij Bronstein!