Befaamde krijger van Caïssa gesneuveld

Er is voor mij een stoet van honderden mensen op weg. Zo op 't eerste oog hebben ze niets gemeen. Mannen en vrouwen, driftig of rustig en weloverwogen, vriendelijke types maar ook knorrige, ze zijn timmerman of hoogleraar. Het zijn schoolmeesters, voetballers, acteurs, opvoeders, schilders, schrijvers en schakers.
Geen enkele overeenkomst? Jawel! Dat ze veel of een beetje voor mij betekenden. Dat ze eigenschappen of vaardigheden bezaten die ik ook graag wilde hebben. En dat ik ze allemaal zo voor mijn geestesoog kan oproepen. En dat is maar goed ook. Want een andere overeenkomst is dat ze allemaal dood zijn.
Jan E. Haijer (1922) heeft zich bij het eind van die lange stoet aangesloten. Ik kan hem hier nu nog even uitzwaaien. Ik weet niet zeker of hij nog terugzwaaien zal. Of hij me nog zou kennen. Ik denk het toch wel.
Vijf jaar geleden kwam hij de (schaats/schaak)kantine van Aris de Heer binnen voor een externe wedstrijd van Caïssa 3. "Dag mijnheer Saraber"  zei hij. Ik stond paf. Ik schaakte ooit twee jaar bij Caïssa. Toen al een grote vereniging.  Zo groot dat je er maar weinig leden wat beter kende. En het was  intussen meer dan twintig jaar geleden!
Hij had toen  in 2009 een Elo van tegen de 1700. Hij moet 87 jaren oud geweest zijn. Hij verpletterde Gerard  Maas al snel en liep de rest van de avond onvermoeibaar belangstellend rond te drentelen. (Hij had dat jaar bij Caïssa-3 een score van 81% in de externe.)
Bij Caïssa mocht ik een keer tegen hem spelen. Jan 1988. Ik was net weer met schaken begonnen en overschatte mijn eigen schaakmogelijkheden tomeloos. Die vriendelijke, nette, maar ontegenzeggelijk veel oudere mijnheer (66 vond ik toen oeroud) moest ik als heel vitale net-50-er toch gemakkelijk kunnen hebben. Ik was zowiezo waarschijnlijk beter in de opening.
Hij speelde Nimzo-Indisch. Een beetje een tegenvaller. Niet bepaald het degelijkste deel van mijn openingenrepertoire. Als scholier speelde  ik altijd 4. Dc2, maar won er zelden mee. Ik had later een beetje rondgekeken bij 4. Lg5. Minder gebruikelijk. Wist hij vast niet!
Dat  viel tegen. Ik stond al gauw wat minder. Ik had op de klok veel tijd nodig om me uit lichte problemen te worstelen.  Eindelijk stond ik op de 38e zet een klein pionnetje voor. Maar met een enorme achterstand op de klok en inmiddels een fors respect voor m'n oeroude  tegenstander. Hij was vast ook heel goed in het eindspel. Tandenknarsend bood ik remise aan. Hij nam het aan. (Later las ik dat hij dat meestal niet deed. Zijn principe was: vechten tot de laatste snik.)
Minzaam voegde hij me toe: "U speelde wel een heel erg oude variant. Nog van de jonge Timman!".  "Jjja" stotterde ik en dacht  "Verrek, hij heeft er wel verstand van."
Iets later ontdekte ik dat hij prachtige stukjes schreef voor de clubkrant van Caïssa. Veel over vroeger. Toen hij nog bordenjongen was bij het roemruchte Staunton-toernooi  van 1946. (Botwinnik won het toernooi. Euwe werd tweede.) En dat hij in 1938 bij het al even befaamde AVRO-toernooi als knaap een hand had gekregen van de superkampioen Capablanca. Maar  veel ging over schakers die ik ook nog had bewonderd. En over clubgenoten van Caïssa.


   HaijerImg044WEB

Toen ik las dat  zijn  mooiste verhalen waren gebundeld en uitgegeven onder de titel "Krijger op 64 velden"
dacht ik gelijk :"Dat moet ik hebben."
Het is een prachtig boekje. Ik heb er de laatste dagen weer met veel plezier in zitten grasduinen. Haijer schreef verzorgd Nederlands, vlot en leesbaar, had humor, was zeer belezen (hij bezat een antiquariaat gedurende het werkzame deel van zijn leven), en bleef ondanks dat alles zeer bescheiden.

Een voorbeeld dus.
Met eigenschappen en vaardigheden die ik ook zou willen hebben. Ik weet dat zijn verhaaltjes me voor ogen stonden toen ik voor de website van Aris de Heer ging schrijven.

Daar gaat de stoet. Alweer iemand om uit te zwaaien. Het lijkt wel of het er op mijn leeftijd steeds meer worden.  Ik moet zeggen dat me dat behoorlijk begint te frustreren.

Ik hoop dat Haijer in de stoet Appel ontmoet, en veel andere afgereisde voorbeelden waar ik over schreef : Buddingh en Bomans, Rob Hartoch, Fischer en Bronstein, Tabe Bas, enz. Kunnen ze daarboven wellicht nog een partijtje spelen. Zonder klok natuurlijk. Tijd bestaat daar niet. Zeggen ze. 

Progressie

Daar wachten we al jaren op. Gaat langzaam. Vaak bijna onzichtbaar. Maar jawel, die is er toch wel.  Soms lijkt het helaas zelfs even op regressie. Maar toch ….  Heel langzaam, maar gestadig, stijgt het niveau. Afgelopen maandag was zo'n dag. Daar liet zich even iets feestelijks waarnemen. Allereerst was daar de nieuwe Elo-ratinglijst: Bert,  Paul, Stefan, Gerrit, Eddy en Frank handhaven zo ongeveer hun rating. Maar Ron stijgt nog wat verder. Het is niet veel, maar het zicht wil ook wat. 19,90 euro is aanzienlijk goedkoper dan 20 euro. En 2003  ziet er echt veel leuker uit dan 1989. En Martin blijft omhoog kruipen en zit nu toch wel heel dicht bij die andere psychologische barrière, die van 1700.
Alleen bij Marko wil het nog niet echt. Maar dat komt ook doordat hij in de externe vaak zwakkere spelers treft. En vaak met zwart. (Dat komt ook door onsportief gedrag van de wepmeester.)  Daar valt minder aan te verdienen. Bovendien speelt hij beter tegen sterkere tegenstanders. En dat was vanavond dus het lichtpuntje. Hij moest het opnemen tegen Bert. En hij deed dat voortreffelijk. Toegegeven, Bert vond dat hij moest winnen en nam wat risico om de remisemarge te omzeilen. Maar toch. Marko liet zich niet wegbluffen, hield het hoofd koel, en toen hij remise aanbood haastte Bert zich om dat aan te nemen. Beter kon het voor hem niet worden, hoogstens slechter.
En dan was er die modelpartij van Martin tegen Ron. Ik heb er mijn sterkste schaakprogramma's op losgelaten en mijn uitvoerigste databases, maar kon geen fout ontdekken. En dat in zo'n verschrikkelijk subtiele Siciliaanse stelling, die eigenlijk alleen maar geschikt is voor professionele schakers. Zo'n stelling waarvan ik dan denk : laat maar zitten, hier begrijp ik toch niks van. Ron bood op de 19e zet remise aan omdat hij er geen plan meer in kon bedenken. En wat een lef, Martin nam het niet eens gelijk aan. Even later deed hij dat toch maar.
Beide underdogs van de hierboven gememoreerde partijen deden daar verstandig aan. Beiden willen later op de avond nog wel eens een flinke steek laten vallen en daarmee het  mooie nijvere breiwerk van een hele avond naar de ratsmodee te helpen. (Of rasmodee? Het staat niet in mijn woordenboeken)

Regressie was er ook. Marco zit even in een dal. Nu men ingesteld raakt op zijn rapidtempo blijft het succes een beetje uit. Hij zal – zoals deze week Paul liet zien- echt wat langer moeten gaan denken.

En Peter ...  ?  Die heeft  zoveel goede partijen  tegen sterke tegenstanders gespeeld dat hij met recht tegen zijn vrouw mocht zeggen: "Ik heb alweer verloren maar nu pas bij de 40e zet!! Ze zeggen dat ik heel erg voouit ga!" Maar na deze ronde moest hij helaas antwoorden: "Ik ben moe. Ik ga naar bed. Morgen hebben we het er nog wel eens over."

Enkele m.i. leuke details:

1. Bert-Marko
Marko speelde Dame-Indisch. Bij zet 6 slaat Bert cxd5 en dan kan zwart uit 5 antwoorden kiezen.

29BertMarko1
A.   6. ….   exd5 is de beste. Een bezwaar lijkt dat de loper op b7 nu aan invloed verliest. Maar misschien is dat toch maar tijdelijk.  (Eigenlijk is een en ander het logische gevolg van Marko's 5 …. d5. Wat veel gespeeld wordt, maar vanwege die beknotte loper-actieradius nog vaker  5 ….  c5  met als mogelijk gevolg 6. Pc3 Le7 7. 0-0 cxd4  8. exd4  0-0)  Wellicht wordt na exd5 t.z.t. veld e4 een mooi veld voor een zwart paard.
B.   6 ….  Pxd5 is misschien ook nog wel redelijk
C.   6 ….  Dxd5 wil niemand spelen want dat geeft een tempo weg (Na 0-0  komt Pc3).  
D.   Marko speelt hier 6 … , Lxd5.
Maar ook dat geeft een tempo weg. (Als je tenminste gesteld bent op "het loperpaar". En wie is dat niet?)  Dientengevolge staat na zet 8 Pc3 , Lb7 wit wat beter.
En na een serie sterke zetten van wit denk ik dat Marko graag zijn tegenstander had aangeboden om van kleur te ruilen.

29BertMarko2
Na 16. Pg4! Lg5  17. f4  en 18. Le3 staat wit er mooi bij. Maar Bert probeert het vlugger:  16. Dd2 wat er dreigend uitziet, maar Marko de gelegenheid biedt zich koel en actief te verdedigen. 16 .. , Lxf6 17. Dh6+  Kg8  18. exf6  Dxf6  19. Lf4  (Lg5!?) Pd7 en na 20. Lxc7 Tfc8  21. Lf4 Txc3 vindt prof. dr. H. de zwarte stelling zelfs wat beter :   -0,60.
Hierna vindt onze belofte (ja ja, nu durf ik wel weer) steeds de beste zetten tot zet 26. En daarna toch in ieder geval steeds goede. Bert raakt zoetjesaan wat verder in de problemen.
Na zet 30. Td2? veroorlooft Marko zich remise aan te bieden. Dat wordt gretig aangenomen. Men zit achteraf nog flink na te analyseren "Misschien had ik toch nog wat door moeten spelen!" verzucht ons "aanstormend talent" (ja ja, dat is nu wel weer verantwoord).

29BertMarko3
Na 30. …. Tac8 voorziet prof. mr. dr. H. heel ingewikkelde voortzettingen die allemaal nogal gunstig zijn voor zwart.
Bijv. 31. h3  b4  32. Lg3  Tc1  33. Tde2 Txe1+  34. Pc3 met duidelijk voordeel voor zwart .
Maar ja. Als het tegen tien uur loopt, en je als 'belofte voor de toekomst' dit seizoen al ontelbare partijen op dat tijdstip alsnog hebt vergokt, is zo'n remiseaanbod richting een 'kampioen van het verleden'  misschien zo gek nog niet. Persoonlijk heb ik daar alle begrip voor. Hetgeen vooral Bert volmondig zal kunnen beamen. ("Tegen Eddy is het nooit moeilijk. Als hij gewonnen staat, biedt hij remise aan.")

2. Martin-Ron

Na 1. e4 c5  2.Pf3 d6  3. d4 cxd4  4. Pxd4  Pf6  5. Pc3  a6 is 6. Lc4 de derde na 6. Lg5 en 6. Le2 , maar ook heel veel gespeeld (5411 partijen in mijn database)  6 ..  e6  7.  0-0 Le7

29MartinRon1
Nu blijkt  uit mijn archieven dat de meeste grote jongens hier   8. a4 of  8. Lb3 spelen.   En Grossmeister H. zelve?  Grappig, die is het helemaal met Martin eens: 

8. Le3!?  b5  9. Ld3 (Lb3!?)  Lb7

Deze stelling komt nog  één keer voor in PowerBook 2014 : Te Kolste – Bogoljubow  1925.  0-1

Wikipedia: Jan Willem te Kolsté 1874 – 1936. Te Kolsté was a Dutch chessmaster.  He participated many times in unofficial and official Dutch championships, and won at Utrecht 1907, …..  ,  and took 5th at Nijmegen 1921 (Max Euwe won).   He played for The Netherlands in 1st Chess Olympiad at London 1927.
Efim Bogolyubov (Bogoljubow) 1889 –1952 was a Russian chess grandmaster who won numerous events and played two matches against Alexander Alekhine for the world championship.   The Bogo-Indian Defence chess opening (1.d4 Nf6 2.c4 e6 3.Nf3 Bb4+) is named after Bogolyubov. "When I am White I win because I am White. When I am Black I win because I am Bogolyubov." Bogolyubov means "beloved of God" in Russian.

Bovenstaande heb ik maar ingevoegd opdat u even weet op welk niveau onze clubgenoten hier spelen!

In de diagramstelling ging die Nederlandse schaakmeester verder met 10. f3 en later De2 en Td1. Maar verloor!   Martin had dit natuurlijk bij zijn gedegen voorbereiding gezien en komt met het scherpere 10. f4 !? en 11. Df3 Dit zijn van die razendmoeilijke, subtiele stellingen waarin je erg diep moet graven om het goede plan te vinden. Rond de 15e zet krijgt de belangstellende toeschouwer het vermoeden dat Martin het ook niet weet en maar een beetje afwacht.

29MartinRon2
15. Ld2
"Omdat ik zocht naar een mogelijkheid om f5 te spelen, en dat kon na g6 niet meer." antwoordde Martin op mijn verzoek om een kleine toelichting op 15. Ld2. Het grappige is dat Houdini hier nog steeds  als beste zet  15. f5 suggereert! Dus Martin's plan was wel goed, en konsekwent, maar het was wel lastig te zien dat 15. f5 ook nu toch kon! Het beste na 15. f5  is

15 .. , e5  16. fxg6 !? hxg6  17. Dh3 en de stelling is gelijk.
Minder is
15 .. , exf5?  16. Pxf5! (gewoon offeren dat paard) gxf5 17. Dxf5 en de dreigingen Ld4 en/of e5 zullen zwart te machtig worden. Aanvallluhhh!
Maar dat ziet toch geen mens. Nou ja, Bogoljubow misschien. Dat was nogal een aanvals-speler.
15 …  , d5  Waarschijnlijk had Ron dat hier ook gespeeld, net als in de partij  16. exd5 Pxd5  ( …. Lxd5 17. Dh3) 17. fxe6 fxe6  18. Dg4  met gelijk spel.
Na volstrekt logische zetten na 15 Ld2 , namelijk  15. …  d5  16. e5  Pe4 17. Le3 b4  is de stand nog steeds erg gelijk.

29MartinRon3

18. De2 ligt voor de hand. Martin speelde 18. Pb3 waarna Ron de spanning er nog even in had kunnen houden met 18. …  a5 !? en later a4. Tot mijn lichte verbazing ging Ron hier over tot afruil van de paarden. 18.  ..  Pc5   19.Pxc5  Lxc5  Misschien omdat hij hoopte dat Martin een grapje niet zou zien : bijv. 20. h3 ?? d4 met stukwinst.  
Maar zoals gezegd, er is toch progressie in onze vereniging! Daar trapt een Martin natuurlijk niet meer in:  20. Df2! En na 20.  .. , Tac8  (Tfc8!?) staan er weliswaar nog veel stukken op het bord, maar dat maakt het alleen maar extra moeilijk om hier een goed plan te bedenken. Ron had geen zin in risicovolle pogingen en Martin kon best trots zijn op zijn remise.

Marco gaf tegen Paul bij zet 16. gewoon, pardoes, lichtzinnig, twee pionnen weg in een best nog redelijke stelling die vanuit het Engels een nogal Konings-Indische aanblik was gaan bieden. En op de 21e zet gewoon, lichtzinnig, pardoes een kwaliteit, en op de 27e zet pardoes lichtzinnig, gewoon een dame. Zoals ik al zei, het recept is duidelijk: langer nadenken. (Op je handen gaan zitten). Hierna kon Paul nog anderszins een beetje echt gaan schaken. Bijv. tegen de vanavond oneven Frank. Die trouwens vanavond nog heel wat meer had om over te knarsetanden.

Gerrit trof een Peter in mindere vorm.

"Hierbij mijn schaakpartij met wit tegen Peter. 1. d4 d5  2. Pf3 Pf6  3. e3 b6  4. c4 La6  5. Da4+  Was niet zo tevreden over mijn 5e zet Da4. Was wel een erg vroegtijdige dameruil." Klopt, maar echt slecht was het niet.

29GerritPeter1  
Peter maakte de beslissende18.  fout met 16. ….. xd4.
16 ..  cxd4  17. Txc8 Txc8 18. Pe7+  Hierna is zelfs een Peter kansloos!
Achteraf bleek ik bij het vervolg mijn gewonnen toren geen enkele keer te hebben gebruikt, misschien alleen als achtergronddreiging." 

En dat was het dan weer.
Denkt u nog eens na over 'miniaturen', ergens in uw notatieboekjes? Of in uw schaakbibliotheek?
Binnenkort begint het zomerreces van AdH en dan moet ik toch wat te doen hebben.

 

Overzicht voor ronde 29

Wit

 

Zwart

Uitslag

Bert Kuijer

Marko Bosnjak

rem

Martin Zwanenveld

Ron de Vink

rem

Gerrit van Dok

Peter van Putten

1-0

Joop Kuijer

Afwezig met geldige reden

 

Stefan Vink

Afwezig met geldige reden

 

Marco van Wijk

Paul Verkooijen

0-1

Frank de Geus

Niet gespeeld buiten schuld

 

 

Nr

Naam

Punten

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Ron de Vink

429,33

27

14

12

1

74,1

2

Bert Kuijer

403,00

28

15

9

4

69,6

3

Paul Verkooijen

374,67

27

12

10

5

63,0

4

Gerrit van Dok

315,33

28

6

13

9

44,6

5

Martin Zwanenveld

308,17

23

10

5

8

54,3

6

Marko Bosnjak

270,67

22

6

8

8

45,5

7

Frank de Geus

232,67

18

8

4

6

55,6

8

Marco van Wijk

232,67

22

5

3

14

29,5

9

Peter van Putten

172,17

18

3

1

14

19,4

10

Joop Kuijer

87,67

6

0

0

6

0,0

11

Stefan Vink

66,00

5

3

1

1

70,0